De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 3 juli pagina 3

3 juli 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

2561 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 'Aft t. . " R EIS BRIEVEN UIT ZUID-AMERIKA De heer en mevrouw Professor Mr. E. M. Meyers maken een reis door Zuid-Amerika. Ons Weekblad zal van tijd tot (ijd eenige van hun reisbrieven publiceeren, waarin veel wetenswaardigs over land en volk voorkomt. Van de reis schrijft ons mevrouw Meyers het volgende : T T ET was bij ons vertrek uit Amsterdam naar Zuid**? Amerika, dezelfde drukte en volte, als bij het vertrek van elke boot. Toen de laatste fluit vóór het vertrek gegaan was, verlieten velen het schip, maar toch hoorde men in de eetzaal aan de koffietafel tot IJmuiden toe over wegend Hollandsch. Pas na IJmuiden bleek het dat er maar drie' Hollandsche families aan boord waren. Verder Engebchen, Duitschers, Amerikanen, Franschen en Spanjaarden. De meeste groote Staten^van$ZuidAmerika waren vertegenwoordigd. Natuurlijksluiten de landslui zich in 't begin het eerst bij elkaar aan. De Hollandsche tafel met den kapitein aan 't hoofd was 't pièce de résistance van den salon. Maar door ons groot gemak van vele talen te kennen, maak je al gauw kennis met anderen ook. Een aardige 80-jarige Engelsche heer klampt je onmiddellijk aan, als hij je fegen een der babies Engelsen hoort spreken. Hij laat geen gelegenheid voorbij gaan om een praatje te maken, vertelt je, dat hij al 50 keer de reis heen en weer heeft gemaakt (hij is directeur der Argentijnsche Spoorwegen) en lacht goedig als hij hoort, dat 't onze eerste reis is. Den volgenden keer zegt hij, dat Rio de mooiste haven van de wereld is, dat hij alle havens van de Wereld kent, en hij 't dus weten kan en dat hij heel zijn leven betreurd heeft geen talen te kennen. Hij is te lief en te oud om hem te vragen, waarom hij ze dan nooit is gaan leeren, die gedachte schijnt bij 'n Engelschman niet zoo gauw op te komen. Hoezeer ook de bewoners van de Oude Wereld verschillen met die van de Nieuwe?grooter verschil len als tusschen de Zuid-Amerikanen onderling zijn nauwelijks denkbaar. Welk een verschil tusschen de Braziliaansche en Argentijnsche medebewoners van onze boot! Na de laatste Engelsche haven is de bevolking van ons schfp althans naar het leven te oordeelen, overwegend Braziliaansch. En wat voor leven ! Het begon al in de haven. Aan den steiger, 's morgens vroeg, om acht uur, stond er een heel gezelschap Braziliaantjes die met een groot muziekcorps een voornaam medeburger, een senator,.uitgeleide deden. Toen hij arriveerde en langs de trap het schip betreden had posteerde hij zich bovenaan, en weldra stroomden alle vriendenen kennis sen, de dames allen met groote bouquetten, de trap op, de menschen vlogen elkaar om den hals, de mannen ook, klopten elkaar wel twintig keer op den rug en 't was een gelach en gejoel en gekwetter van belang. De dames in kakelbonte japonnetjes, rose, blauw, rood, paars, alles zij, zeer korte rokjes, vleeschkleurige zijden kousen en fiksen geverfd en gepoederd. Je kon je niet begrijpen dat deze nu de eerste families van 't land waren, zoo uitbundig en lawaaiig zijn ze. Je zag en hoorde nu niets dan Brazilianen. Lastige, steeds schreeuwende en zeurende kinderen, die door negerinnen werden verwend (voor ieder kind was er ? een negerin) krioelden over het dek. Overdressed en geverfde vrouwen flaneerden rond, vergezeld door steeds spuwende heeren. Maar het komiekste van alles was om nu bij de boutique te kijken, het winkeltje, dat de kapper aan boord heeft. Als je er vroeger eens iets noodig had, was er bijna niemand. Maar sinds de Braziliaansche invasie kon je de trap niet af,-die er heenleidde, want zelfs die stond nog vol met koopzieke dames en heeren. In de boutique is net een warenhuis in het klein. De kapper had ons al verteld: U kunt hier als schipbreukeling inkomen en met een volledige uitrusiing vertrekken. DE VERBINDING D E R IJ-O E V E K S Teckening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Breakensiek ONZE MAGAZIJNEN ZIJN IN JUNI, JULI EN AUGUSTUS NA 1 UUR ZATERDAGS GESLOTEN Wethouder ter Haar DE AMSTERDAMSCHE STEDEMAAGD: KIES JE MAAR EEN PRESENTJE UIT, MAAR DENK ER OM; ZUINIG ZIJN l" Hij verkocht letterlijk alles, Zaansch zilverwerk, speelgoed, alle soorten dames en hserenkleeding en ondergoed, tot avondjaponnen toe; leeren tasschen, koffers, enz. Zuid Amerika is door zijn hooge invoerrechten een zeer duur land, alles wat de Brazilianen nu maar eenigszins aan boord kunnen koopen tegen de zeer redelijke prijzen, die er gevraagd worden, smokkelen ze en is voor hen spotgoedkoop. De aandrang was soms zoo groot, dat de kapper, wien het zweet in straaltjes langs het gezicht liep, er soms plotseling een eind aan maakte en den winkelsloot. De man kon er geen oog op houden, van alles lieten ze hem voor den dag halen, vroeger kwamen ze zelfs zijn win kel in, maar nu had de Lloyd een hekje voor den ingang laten maken, zoodat iedereen achter de toonbank moest blijven staan! Er werd veel gesto len vroeger, vertelde hij me later, toen in Rio de boot weer rustig was en ik mijn haar liet wasschen. ,,Ja Mevrouw, u zou het misschien niet gelooven, maar er is tuig bij, dat reist eerste klasse en terwijl ik soms. een den eenen kant iemand help, steelt men aan den anderen kant, zonder dat ik 't zoo gauw merk. Op de vorige reis, is mijn duurste gouden horloge gestolen, en ik merkte 't pas na Rio, toen ik de boel weer ruimde en de kas opmaakte. Tuig is het zei hij?hebt uwel gemerkt dat ze in Bahia den winkel verzegeld hebben, opdat de menschen die familie wegbrengen of halen niets bij me zullen koopen? Nu, wel zes keer zijn dien middag de zegels weer ver broken, kwam er iemand van de douane inkoopen bij me doen, en plaatste er daarna weer nieuwe zegels op. Maar ze kochten niet alleen voor zichzelf. De dik ste van de heeren kocht er liefst 36 dassen. Hij stopte ze allemaal achter in zijn broek, bij mij in den winkel en vroeg toen of je er soms iets van zien kon.... Een kleinigheid, 36 dassen! Die verkoopt hij weer aan vrienden en kennissen en waarschijnlijk legt hij op elke das een paar gulden: Dan hebben zij ze nog goedkooper dan bij hen." Een grappige tegenstelling met de Brazilianen vormen ds Argentijnen. Er waren verscheidene Argentijnsch; families aan boord, maar, niemand maakte ooit met een van hen kennis. Een vast aaneengesloten clan leken ze, die er geen behoefte aan hadden of misschien zich te veel voelden om met anderen kennis te maken. De Argentijnen en de Brazi lianen kunnen elkaar niet luchten. Ze zijn zooiets als in Europa de Duitschers en de Franschen. Nu ik ze zelf van dichtbij zag, kon ik me dat levendig voorstellen. Zie daar die gezellige dikke Braziliaansche mama, niet jong meer, maar toch in haar zijden japonnetje, even kort als haar dochters, groote diamanten in de ooren, hardop lachend en druk gesticuleerend pratend en daarnaast,die gereserveerde Argentijnsche dame,heel knap, gedistingeerd gekleed, rustig voornaam, steeds ge hoed en gehandschoend ook bij de grootste hitte, Mijn patiënt kwam na de eerste proef neming met coffeïnevrije Koffie HAG spoedig bij mij terug en verklaarde: Nu kan ik tenminste weer net als vroe ger mijn kopje koffie gebruiken; van hart kloppingen en lichte duizelingen, na het gebruik van gewone koffie zoo vaak ge voeld, heb ik absoluut niets gemerkt". W. S. G., Arts te 's-Gravenhage. maar met een onaangenaam verwaande uitdrukking over haar bescheiden geverfd gezicht. Een Duitsche dame, die lang in Argentiniëge woond had, zei me: dat is de grootste fout van de Argentijnen, hun verwaandheid, en dat is het wat hen bij de Brazilianen zoo onbemind maakt. Die zijn minder fijn en gedistingeerd, maar och, dat is toch maar uiterlijk, want ze zijn echter en hartelijker. Maar wie van die verwaandheid nog geen last hebben, dat zijn de kinderen. Er was een ventje bij van vijfjaar, de kleine Vicente, dat met een benijdenswaardig gemak, Spaansch, Engelschen Fransch sprak. Hij had een Engelsche nurse, en was den heelen winter in Parijs geweest, dus zoo heel verwonderlijk was het niet maar het was vermakelijk om hem het eene o'ogenblik met zijn neefje heel vlug Spaansch te hporen spreken, met zijn nurse Engelsth, terwijl hij mij daarna verzekerde, de doos bonbons die naast me stond fixeerende: j'adore Ie chocolat, je l'aime bien, j'aime aussi les gateaux. Natuurlijk bezwijk je dan en laat hem een snoepen, maar met mate, want hij is greedy" zegt nurse en gaat steeds door mij te verzekeren, dat hij zooveel van chocolade houdt. Als hij twee dagen daarna 39°koorts heeft, vertelt zijn neefje mij, dat dit komt van de chocolade; Vicente's moeder kijkt mij nog eens zoo hooghartig aan als ze mij passeert, maar de choclaadjesdoos blijft voor Vicente, niettegenstaande hij protesteert, zorgvuldig gesloten....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl