Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2561
*
t
R»,
DE DAMASKUSPOORT
PALESTINA IN BEELD
DOOR J. ORNSTEIN HOOFIËN
T N een modieuzen roman van den modieuzen
* schrijver Pierre Frondaye lees ik, hoe de
Marquise de Sorgepois, in het boek volstrekt een
bijpersonaadje, op haar mans voorstel om zijn zuster
in Egypte op te zoeken, uitroept: hèja, en dan wil ik
meteen de colonies Sionistes en Palestine" eens
zien. Volgt nog een evenzeer buiten den roman
vallende tirade over tout ce rivage prochain de la
Palestine, oüIe peuple Juif, avec une noble allégresse,
préparésa résurrection".
Er is niets aan te doen: Palestina is in de mode.
Of het de imponeerende krachtsinspanning van het
Joodsche volk allén is, die dit teweeggebracht heeft,
of dat in 't algemeen de belangstelling voor het
Nabije Oosten, door het hooge politieke spel dat daar
afgespeeld wordt, is aangewakkerd zeker is het
dat Palestina in de mode is. Om aan de behoeften
van die mode te voldoen, is de ondernemende en
blijkbaar kundige vakman Ludwig Preiss er op uit
gegaan om het land in beeld te brengen. Het vorig
jaar zijn deze foto's reeds als Duitsche uitgave
verschenen. Dat thans een Hollandsch uitgever het
aandurfde ze hier te doen uitkomen, getuigt van het
vertrouwen dat Nederland meedoet in de algemeehe
belangstelling.
Deze foto's vormen werkelijk een prachtige reeks,
en wie dit boek aandachtig beschouwd heeft krijgt
voorzoover dit door fotografieën te bereiken is
wel een_ beeld van Palestina. Van de historie en van
het land zelf. Van de historie dóór de serie platen
van bouwwerken, van het land door de opnamen
van landschappen.
Dit is vooral zoo te prijzen aan dit boek: dat wij
zulk^en architectonische^ kijk krijgen op Jeruzalem,
die stad vol van historisch-architectonische schoon
heid. Telkens weer werd de fotograaf geboeid door
het Tempelplein, het groote met vierkahte steenen
geplaveide plein dat de stad domineert, waarop
eens de Tempel heeft gestaan en nu het
Mohammedaansche heiligdom, de Omarmoskee of, zooals hij in
dit boek juister wordt genoemd, de Rotskoepel. Het
Tempelplfin wordt omzoomd door een aantal
arcades, en daar het hoog ligt, voeren trappen aan
alle kanten naar die luchtige losstaande poorten.
Onvergelijkelijk luchtig en sierlijk is het spel van die
arcaden met hun trappen, hu'n doorkijken op de
torens en de vele op campanille's gelijkende minarets
der stad, op de stralende pracht van den Rotskoepel
midden op het plein en den in blauw f ayence
glanzen
1) Palestina en het land van den Jordaan" Uit
gave J. Kok, Kampen. 233 kunstfotografieën opge
nomen door Ludwig Preiss, met toelichting en bij
schriften van Prof. Dr. A. Noordtzij
BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN
'Bingham & Lugt - Slepersvest l - Rotterdam
den kleinen kettingkoepel, die een volmaakt en gaaf
juweel gelijkt, op de fonteinen met het schaduwspel
van een enkelen boom erover. Er heerscht in de rust
van dit indrukwekkende plein een verheven blijheid,
een welbehagen in verfijnde aardsche pracht en heer
lijkheid, dat naast alle somber fanatisme stellig ook
in de natuur ligt der Arabieren, die dit verrukkelijke
plein gewrocht hebben. C'est que l'arabe est un
instinctif, mais affinéet exquis. Il aime la ligne pure
et la devine" zegt die taalkunstenaar wien wij
de beroemde Fransche 1001-nacht-vertaling danken,
Dr. Joseph Mardrus, die ons ook zoo veel van de
Arabische vroolijkheid weet te vertellen.
De platenreeks gaat dan voort met afbeeldingen
van de muren van Jeruzalem. De murenvierhoek
van de oude stad, boven de heuvels en dalen rondom
oprijzend, geeft een majesteit aan het silhouet der
heilige stad, die nog in deze afbeeldingen ons impo
neert. En ook de intimiteit van het eigen leven dier
muren, waarop en waarin weer geleefd wordt, een
heel wereldje van koele holen en terrasjes in de zon
en borstweringen uit de typische kruikensteenen
driehoeken opgebouwd, en uitbouwen als vogel
kooitjes eraan hangend; en het gewemel in de steile
in trappen oploopende straatjes binnen de muren,
het drukke vérkeer met ezeltjes en kameelen in de
soek" ( = markt) straatjes, dat alles vinden wij
hier afgebeeld. Dan komt de beurt aan de dalen
buiten de stad, het Kidrondal, het dal van Hinnom,
waar de eeuwenoude graven zich aanénrijen, een
doodenstad, het dal van Josaphat ook genoemd,
waar de opstanding der dooden zal beginnen! En de
graven, de Koningen- en Heiligengraven, allen als
kleine rotstempels in» de rotsen uitgehouwen, en het
heel bijzondere graf van Absalom.
Het is vooral bij dit eerste, architectonische deel
der platenreeks, dat wij het gemis aan een deskundige
beschrijving en inleiding gevoelen. De Hollandsche
uitgever heeft den Utrechtschen theoloog Prof.
Noordtzij ervoor gevonden, eene inleiding tot en
bijschriften bij dezen platenbundel te schrijven. Wij
danken weliswaar een korte historische inleiding
hieraan. Maar de tijd dat Palestina bij uitstek het
domein der theologen was, is voorbij! Afgezien nog
van de groeiende sociale belangstelling der wereld
in den opbouw van het Jewish National Home"
is daar de archeologische, de politieke, de strate
gische en de architectonische belangstelling. En wij
hadden zoo gaarne, aan de hand van deze platen,
meer gehoord van al deze bouwwerken in zoo ver
schillende stijlen. In dit centrum, in het Hart der
Menschheid, Jeruzalem, heeft elke godsdienst, elk
volk een uiting van zijn geest willen achterlaten. De
Kanaanieten en Oud-Israël, maar ook de Grieksche
beschaving, de Romeinen, de Kruisridders, de
Mamelukken vooral, die zooveel prachtigs, zulke eenig
mooie détails hadden. Zoo missen wij voorlichting
bij de afbeelding van het Portaal van den Ketting
koepel, met zijn Moorschen stalachthieten-nis,
waaronder de rand van verschillend gekleurde, als
't ware ineen gevlochten steenen en de ingebouwde
poortbanken, duidelijke Mamelukkendétails, ons
herinneren aan die meesters in den grootschen
poortenbouw, de Mamelukken. Van hen is stellig ook
de Damaskuspoort en de fontein bij de Ketting
poort ! Of bij de afbeelding van een Arabisch bad",
een poortje in de oude stad waaromheen met de
onfeilbare smaak en kunstvaardigheid der Arabieren
de beeldigste geometrische figuurtjes en
bloemversierinkjes zoo zonder eenigen stijl zijn aangebracht,
wat hadden we gaarne hierbij iets meer van de Ara
bische sierkunst gehoord.
Vooral bij de Tempelpleinplaten, waar zich weer
historische vragen aan ons opdringen: hoe toch
hebben de Italianen dit gekend? Hoe heeft Rafaël
dit scenarium zoo getrouw kunnen afbeelden op
zijn spozalizio" (ook Hubert van Eijck heeft dit
gedaan). Trouwens, bij de Italianen geven de achter
gronden dikwijls frappant het Palestijnsche land
schap weer: een hofje met olijfboomen, als
Gethsemane nu nog is; of terrasjes met cypressen
Nog meer vragen komen bij ons op, een brandende
vraag: is het toevallig dat er uit den Israëlietischen
tijd zoo weinig bouw-, geen beeldhouwwerken over
zijn? Heeft Israël wel een eigen bouwkunst of beeld
houwkunst gehad, anders dan hoogst primitief?
Salomo liet reeds buitenlanders komen voor zijn
tempelbouw !....
Na Jeruzalem komen de kleinere plaatsen,
Bethlehem, Hebron; aan de beurt. En dan gaan wij
Oostwaarts, naar het Jordaandal, naar Jericho
en de Doode Zee. Hoe goed is de doodsche verlaten
heid van deze streek die, 300 M. onder den zeespiegel
gelegen, geologisch zoo belangrijk schijnt te zijn,
in de platen weergegeven. Daarna komen wij in
Oostjordaanland, en hier heeft de fotograaf zijn hart
opgehaald aan den rijkdom van Romeinsche ruïnen
die dit land te zien geeft. Merkwaardig hoe men buiten
Palestina een veel sterker indruk krijgt van den
geweldigen greep, waarmee de Romeinen deze streken
vasthielden, dan in het land zelf. Vergeleken bij de
ontzaglijke ruïnen van Baa'lbek in Syrië, en bij deze
uitgebreide van de Dekapolis (den 10-stedenbond,
waartoe het huidige Amman, de hoofdstad van
Transjordanië, als Filadelfia behoort heeft), hebben
de overblijfselen der Romeinsche cultuur in Palestina
zelf veel minder te beteekenen. Het antieke theater
te Amman, en vooral de geheele Romeinsche stad
te Gerasa, met het marktplein waar de zuilen nog
in een grooten cirkel geschaard staan, de Zuilenallee-,
de typische Romeinsche thermen, de propylaeen
van den Zonnetempel, dit alles is hier zeer fraai in
beeld gebracht.
Wij steken den Jordaan weer over, en komen nu
in het Noorden van Palestina, in Galilea. Langs de
ruïnen van Kapernaüm, door Nazareth en Safed,
Tiberias en Haïfa, door de vlakte van Jezreel en
langs het meer van Genezareth tegenwoordig
het Meer van Tiberias geheeten langs den Tabor
en den Hermon voeren ons de afbeeldingen. En ja,
wij krijgen wel een beeld van dit landschap. Maar
het typische verschil in het landschapsbeeld van
Galilea en Judea, Galilea de lieflijke met de zuivere
ronde bergen, Judea de verhevene, de adembenemende
strenge, Galilea de bakermat van het Christendom,
Judea het land waar het Jodendom tot bloei kwam
dat kan men in geen foto's, hoe goed ook opgenomen,
lezen. Trouwens de lust om het land met eigen oogen
te aanschouwen, die in onzen tijd sterker is dan in
eeuwen misschien, wordt door een fraai plaatwerk
als dit slechts aangewakkerd.
Ten slotte een grief. Waarom wordt in zulk een goed
en documenteerend plaatwerk over Palestina het
voor onzen tijd verreweg belangrijkst element, het
moderne Joodsche, haast geheel genegeerd? Met een
EEN STRAATBEELD