Historisch Archief 1877-1940
roenc
cekblad voor- Nederland
W. A. URBAN
AUTOSTALLING Frankenslag 12
Handel in auto's n toebehoorcn
TELEFOON - 50049
SCHEVENINGEN
'ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteurent H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM
TOE AND HEEL
Socfcs
OPGERICHT IN 1877
No. 2562
ZATERDAG 10 JULI 1926
DE INTREKKING VAN HET
ONTWERP TOT SCHADE
LOOSSTELLING
TOEN wij hier het laatst over de kwestie van de
schadeloosstelling der vroeger regeerende families
in Duitschland schreven naar aanleiding van de
verwerping, bij referendum, van het voorstel om ze
heelemaal niets uit te keeren konden wij reeds vast
stellen, dat de kansen op aanneming van het door de
Regeering ingediende ontwerp gering mochten worden
genoemd, wanneer dit hetgeen toen nog niet ge
heel zeker was met een meerderheid van 2/3 der
in den Rijksdag uit te brengen stemmen moest worden
goedgekeurd.
Sedert is uitgemaakt, dat deze meerderheid van 2/3
inderdaad vereischt was, en tevens is gebleken, dat
het voorstel op dezen eisch moest stranden.
Het regeeringsontwerp kon rekenen op den steun
van de drie partijen, waaruit de tegenwoordige regee
ring is voortgekomen: het centrum, de
nationaalliberalen en de democraten.
Het stond vast, dat de beide uiterste partijen van
rechts en links, de völkischen en de communisten,
tegen zouden stemmen': de eersten, omdat zij een veel
hooger schadevergoeding wenschten, dan in het
regeeringsontwerp werd voorgesteld, de laatsten
omdat zij heelemaal niets wilden uitkeeren.
Door hun tegenstemmen behoefde het ontwerp
echter nog geen schipbreuk te lijden, wanneer de
Duitsch-nationalen en de sociaaldemocraten ten
slotte bewogen zouden kunnen worden om hetzij vóór
te stemmen, hetzij, zoo dit niet verkregen kon
worden, aan een aantal hunner leden te gelasten bij
de stemming weg te blijven, zoodat nog juist het
vereischte 2/3 van het aantal stemmen kon worden
gehaald.
Elke poging, om een dergelijke concessie van de
sociaaldemocraten te verwerven moest echter juist
de Duitsch-nationalen er toe brengen, tegen te stem
men, daar de laatsten er op uit waren het regeerings
ontwerp zooveel mogelijk te amendeeren ten gunste
der vroegere regeerende families, en de eersten op
dat ontwerp zooveel mogelijk wilden beknibbelen.
Vandaar een weerzinwekkend loven en bieden;
de regeeringspartijen moesten telkens berekenen, of
zij, door te veel concessies te doen aan de sociaal
democraten, de Duitsch-nationalen niet kopschuw
zouden maken, en omgekeerd.
Ten slotte bleek het, dat de Duitsch-nationalen
in geen geval tot voorstemmers zouden kunnen worden
gemaakt; vandaar dat de regeering hare pogingen
verdubbelde om de sociaaldemocraten nog voor haar
ontwerp te winnen.
Daarvoor bestond te meer reden, omdat het bekend
was, dat onder hen de meeningen verdeeld waren,
zooals nog nader zal blijken.
Door twee middelen trachtte de regeering hen over
te halen: door een bedreiging, en door een belofte.
Zij dreigde n.l. het door haar reeds ingediende ont
werp ter verlenging der z.g. blokkadewet te zullen
intrekken, wanneer de meerderheid van 2/3 voor de
schadevergoedingswet niet werd behaald. Zooals men
zich zal herinneren, had deze blokkade-wet bepaald,
dat tot l Juli alle processen tusschen Bondsstaten
en vroegere vorstelijke families zouden worden op
geschort; de regeering had nu voorgesteld, dezen
termijn te verlengen tot 31 December; zoo zij echter
uitvoering gaf aan het dreigement, het hiertoe strek
kende ontwerp in te trekken, zouden na l Juli de
processen over de schadeloosstellingkwesties weder
voor den gewonen rechter kunnen worden gevoerd,
wiens naar formeel recht te vellen uitspraak aan de
vorstelijke families een grooter schadevergoeding zou
moeten toekennen dan hun bij het regeeringsontwerp
werd toebedeeld.
Dit dreigemefft heeft al evenzeer zijne uitwerking
gemist als de belofte, waarmede de regeering de
sociaaldemocraten hoopte te paaien.
Deze belofte hield in, dat, wanneer het
schadevergoedingsontwerp, ondanks het vóór stemmen van
de sociaaldemocraten, door het tegenstemmen van
de communisten, völkischen en Duitsch-nationalen
zou worden verworpen, de regeering over zou gaan
tot ontbinding van den Rijksdag.
Op 't eerste gezicht scheen dit een verleidelijk
lokaas, omdat de sociaaldemocraten bij nieuwe ver
kiezingen mochten hopen op een vermeerdering van
hun aantal afgevaardigden; de kans daarop zou
echter onmiddellijk dalen als zij voor het regeerings
ontwerp, d. w. z. voor het toekennen van schade
vergoeding hadden gestemd, omdat de communisten
dan hiervan gebruik zouden maken om aan de 15
millioen kiezers, die onlangs voor het referendum
hadden gestemd, te betoogen dat de sociaaldemo
craten toch de ware broeders niet waren en dat men
alleen bij hen, de communisten, terecht kon, zoo men
radicale onteigening begeerde.
Het slot van de geschiedenis was, dat de sociaal
democraten het besluit namen om tegen het regee
ringsontwerp te stemmen.
Dit besluit is echter volstrekt niet met eenparigheid
genomen. Toen de sociaal-democratische Rijksdag
fractie hare houding zou bepalen, was het reeds be
kend, dat de soc.-democr. fractie van den Pruisischen
Landdag zich voor de aanneming van het ontwerp
had verklaard; in de vergadering van de Rijksdag
fractie rieden verschillende van de het meeste gezag
hebbende leden aan, dit voorbeeld te volgen; des
ondanks werd met 73 tegen 38 stemmen besloten,
dat de soc.-democr. afgevaardigden in den Rijksdag
tegen het regeeringsontwerp zouden stemmen.
Daarmede stond vast, dat de meerderheid van 2/3
niet zou worden behaald; ook de Duitsch-nationalen
hadden reeds aangekondigd, zich er tegen te zullen
verklaren. Voordat echter de definitieve stemming
in den Rijksdag kon worden gehouden, trok de regee
ring het ontwerp in.
Reeds vroeger had zij te kennen gegeven, uit een
eventueele verwerping de consequenties te zullen
trekken. Dit kon niet anders beteekenen dan dat zij
of zou aftreden, of tot ontbinding van den Rijksdag
zou overgaan. Nu het ontwerp wel is waar niet ver
worpen, maar ingetrokken was wegens- de zekerheid
van verwerping, mocht men dus of het een of het
ander verwachten.
Geen van teiden is echter gebeurd. De regeering
heeft medegedeeld, dat zij eerst had willen aftreden,
maar op dit besluit was teruggekomen na ontvangst
van een brief van president Hindenburg, waarin
deze verklaarde noch van een regeeringswisseling,
noch van een Rijksdagontbinding een oplossing van
de bestaande moeilijkheden te verwachten. Met deze
opvatting kon zij zich vereenigen. Zoo is er niets ge
beurd, dan dat zij het voorstel om de schorsing der
processen tot 31 December te verlengen in stemming
heeft laten brengen en dit met de daarvoor eveneens
vereischte meerderheid van 2/3 is aangenomen.
In den brief van Hindenburg heeft men wederom
DE .GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang/10.?bij vooruitbetaling
Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel
INHOUD:
i.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.
10.
11.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
20.
Prof. Dr. O. W. Kernkamp, De schadeloos
stelling.
Mr. E. van Bolhuis, De aansprakelijkheid voor
daden van minderjarigen.
Dr. W. van Ravesteijn, Een epos van den arbeid.
Joh Braakensiek, De schadeloosstelling,
Prof. Dr. H. Brugmans, Kermisviering.
Prof. Dr. H. Brugmans, Amsterdamsche
bijzonderheJen.
Herman de Man, Spreekzaal. L. J. Jordaan,
De vaste toestand.
Annie Salomons, Bijkomstigheden.
Dr. Jac. P. Thljsse. Een nieuwe gids. J. D.
Voskuil, Toegepaste Kunst.
Voor vrouwen, red Elis. M. Rogge.
Herman de Man, Hollandsche Tafereelen.
Carry van Bruggen, Grepen, H. Middendorp,
Boekbespreking
Henk Brugmans, Blanke Ballast. Jhr. Mr.
H. Smissaert, Op den Econ. Vitkijk.
A. Plasschaert, Schilderkunstkroniek Con
stant van Wessem, Muziek,
Barbarossa, VU den Gemeenteraad, met
teekenlngtn door L. J. Jordaan.
Cornelis Vetn, Weleer en Nou. Kumgra
Nosalis, De Japansche Steenhouwer.
Vit het Kladschrift van Jantje. ~ Torn
Schilperoort, Toerisme.
Herman Middendorp, Om zestig millioen, met
teeken, door Prof J. H. Jurres en G. Westermann.
Charivarius, Charivaria Cel 2, Telefoontje.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Mussolini's vrede
lievende redevoeringen.
Kersen
Pralines
BijïondepfrissGhé|
Aangename smaak|
J& op dea
den tmd&t&tnt
t aan
de
een bewijs willen zien, dat hij in belangrijke gevallen
zich wil doen gelden. Naar onze meening bestaat
echter ditmaal daarvoor geen reden. Het aanvankelijk
besluit van de regeering om af te treden, met den
daarop volgenden brief van Hindenburg, lijkt heele
maal op een doorgestoken kaart. De regeeering kon
in gemoede niet meenen, dat een andere combinatie
van partijen bereid zou blijken een nieuw kabinet te
vormen. Eveneens is het begrijpelijk, dat zij geen heil
verwachtte van Rijksdagontbinding; niet alleen om
de egoïstische reden, dat de regeeringspartijen ver
moedelijk niet versterkt uit den strijd zouden komen,
maar ook om een reden van zuiverder allooi, n.l. dat
de uitslag der verkiezingen toch geen uitweg zou banen
uit de moeilijkheid, waarin men verkeert door den
eisch, dat een schadevergoedingsontwerp een meerder
heid van 2/3 moet behalen.
Met zekerheid valt dit natuurlijk nooit te voor
spellen; maar de kans op een afdoend effect van
nieuwe verkiezingen is zóó gering, dat het maar ver
standiger lijkt, de gemoederen eens tot rust te laten
komen; zoo schijnt de Rijksdag zelf er ook over te
denken.
Uitstel kan hier echter niet tot afstel leiden. De
kwestie van de schadevergoeding moet nmaal van
de baan; hoe noode dan ook, men zal tot een com
promis moeten komen.
KERNKAMP