De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 10 juli pagina 15

10 juli 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

,No. 2562 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DOOR BARBAROSSA MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" DOOR L. J. JORDAAN 'i i?' ir*,' hr p\ E laatste zitting voor de vacantie *-J en dus vacantie-stemming. De Raad ziet er uit als een klas die op het punt staat te gaan potverteren. Het achtbare college heeft al de zon in het hoofd en het hupt van louter voorpret op zijn stoelen. Niets meer baart hun ongemak. Straks zal het büksemen en flitsen als de communisten de loonregeling gaan aftakelen, maar het kan ze niet schelen. Ik ga toch lekker naar Deauville, zegt de burgemeester, waarheen hij uitgenoodigd is door de Franschen, die hij deze week zoo gracieus ontvangen heeft. ??En ik ga visschen in Muiden, fluis tert Vosje Drabbe in hefoor en hij laat hem onder de tafel een nieuw simmetje zien, dat hij op het Waterlooplein op den kop heeft getikt. Drabbe, die er na zijn vele confe renties in het Georganiseerd Overleg" ?wat afgemat uitziet, en een zwaren zweer gezworen had dat hij zich niet zou laten scheren vóórdat hij de loonovereenkomst veilig en wel in het haventje van B. en W. geloodsd had, wasnogeenigszins begroeid maar wat schort hem Overleg en loonen, nu hij straks met zijn vriend Wierdels een voetreis gaat doen door de Vogezen? Eduard Polak, nu ook al met zijn haren a la Duce, heeft zijn palmbeach van verleden jaar wat uit laten leggen, want hij is weer wat gevulder geworden, dank zij onze verrotte" kapitalistische maatschappij en is voornemens naar Beatenberg te trekken, waar hij weer eens, maar nu in zomercostuum, hoopt gekiekt te worden met Gravin van Buren en Freule van Buren. De Miranda blijft bij Honk. Die gaat een tournee maken door al onze bad en zweminrichtingen, terwijl de Mach tige naar Rome trekt om daar de ge laatsuitdrukking van eenige kardinalen te bestudeeren. De eenige van het college die wat sip keek, was Jan de Oeruischlooze Hij heeft de koek al op en hij griezelt als hij denkt aan den stapel rapporten die zijn ambtenaren op zijn tafel gedeponeerd hebben alvorens zij met vacantie gingen. En nu moet hij zich een zelfstandig oordeel vormen ? Er was nog een verheugde in de zaal, doch een die in stilte genoot. Het was Sam Pothuis, die, na maanden van ziekte weer terug is in deez' dierbare halle, waar hij zoo menigen strijd gestreden heeft en waar hij een stuk van zijn leven heeft liggen. En al de fracties kwamen hem de hand drukken en ieder een had een lief woord voor den vete raan. In den Raad was natuurlijk ook weinig aandacht. Zelfs op het aangelaat van Majoor Solkesz was de trek van ver slagenheid, die er duimendik op lag sinds de neutrale middenstandspartij zich uit alle commissies heeft terug getrokken, verdwenen en hij vertelde aan Walrave dat hij zich een alpencostuum had aangeschaft, waarmede hij de verschillende rotspartijen die het Rembrandtplein rijk is, zal bestijgen in de hoop als een tweede Amundsen of Byrd in de Schillerbar gehuldigd te worden. Mejuffrouw Crielars in een crêpe de chine, dat veel te raden gaf, voor welk mysterie het anti-revolutionnaire trio, dat vlak bij haar gezeten is, angstig het hoofd verborg, gaat met Ferdinand eenige gastvoorstellingen ge ven in verschillende gemengde baden, ten einde er een badcostuum te lanceeren dat zelfs in de raadszaal gedragen kan worden, zoo weinig wordt er door onbe dekt gelaten. En ik, zei de Generaal, ik ga mijn kanonnetje, dat ik als aandenken uit de Stelling Amsterdam heb meegenomen, uitlaten. Doch wat zijn al deze kapitalistische geneugten, vergeleken bij de jool, die de communistische fractie in Zandvoort wacht, als zij broederlijk hand in hand, met Daaf in het midden, uit bezorgdheid dat hij verdrinken zal, aan het pootjes baaien gaat! TOCH GEfM En in zoo'n fuifstemming moest de Raad aanhooren hoe de heer den Exter het opnam voor de Haarlemmer Houttuinen. En toch welk een genot naar deze stem te luisteren en haar in te drinken, want Zachie Jansen moge het accent van de Goudsbloemdwarsstraat hebben, in zuiverheid van toon, in het fluweelige van den klank haalt hij niet bij dit onvervalschte Hoog-Haarlemmerdijksch, dat wij al te lang in den Raad gemist hebben, sinds het verdwijnen er uit van onzen vriend Chris van der Velden. De raad bestaat uit een te groot percentage niet-Amsterdammers en men hoort er zoowat alle Nederlandsche dialecten, van het sappig Winschotensch van Doornbusch en het zangerige O verBetuwsch van Gulden tot hetThorbeckiaansch-Hongaarsche van Weiss, het lichte Kattenburgsch van Douwes, het rijke Uilenburgsch van Lisser, he.t schilderachtige Appelmarktsche van Wierdels en het pikante Pijpsctl van Ketelaar, maar het waarachtige, dikke Amsterdamsch, neen dat hoorden wij niet zoodat burger den Exter een ware aanwinst voor het gezelschap is. De hoofdschotel is natuurlijk de nieuwe loonregeling, waaruit de com munisten eenige politieke slaadjes den ken te slaan. Indertijd heeft de Raad in een oogenblik van zelfverloochening en diepe zelfkennis besloten de toon regelingen buiten den Raad te houden en zich zelf te bepalen tot het uitbren gen van een voor of tegen. Schoon verkiezingsmateriaal ontging daardoor aan al wat demagoog is, maar overigens was elke weldenkende tevreden, want de werklieden krijgen ten slotte toch wat ze willen en het gemeentebestuur kan zich na elk georganiseerd overleg op de borst slaan en zeggen, dat het zich toch maar weer kranig gehouden heeft en een menschwaardige plooibaarheid heeft getoond. Het Overleg is dus een lieve instelling en een heilig huisje geworden, waartegen niemand leunen mag, laat staan dat men den communis ten veroorloven zou er nog iets veel onbehoorlijkers mee te doen. Doch deze laatsten is niets meer heilig, behalve dan een porlret van Lenin, en zoo trachten zij op alle mogelijke wijzen het Overleg te verontreinigen tot groote woede der sociaal-democraten, wier drie wethouders goed opgeborgen zitten achter de wanden van het heilige huisje. Het is eigenlijk jammer, dat niet voor elke kwestie in den Raad een geor ganiseerd overleg in het leven wordt geroepen. De Raad zou dan maar bij alles ja of neen hebben te knikken, wat hem een groote waardigheid zou geven. Want onder ons gezegd al die discussies doen hem geen goed op den duur K H E E R E N S SCHOEISEL BERNARD ELIAS 51 LEIDSCHESTRAAT ffi AMSTERDAM !fi

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl