De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 10 juli pagina 16

10 juli 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2562 St* i WELEER EN NOU door, en met ieekeningen voor de Groene Amsterdammer" van C o r n e l i s V e t h XVI. DE DUIVEL Innemend zag hij er voorwaar niet uil, Een roode, grijnzende, gehoornde guit Met zijn gespleten hoeven en zijn staart, Zijn scherpe klauwen en zijn bokkebaord. Bij zoo n liep men er niet maklijk in. Want alles zei: die is niets goeds van zin, Verbaasd sfaan^allen, die dit versje lezen. En roepen: moet dat nou de duivel wezen? Dat is hef juist; de oude listeling Begreep zelf, dat het zoo niet langer ging. Weg zijn nu bokspoot, horens, baard en klauw. Ai. hoed u voor den duivel en de vrouw! DE JAPANSCHE STEEN HOUWER" ?) Een voetganger toog door het Hollandsche land: de weg werd bereden, dus hield hij den kan f, en ef en toe ging 'f om z n leven: Een vriend, op een duo, stoof wuivend voorbij: de voetganger klaagde (en schichtfe opzij) : Waf zou 'k voor zoo'n duo-plaats geven!" Toen bood hem een ander een duo-plaats aan : nu hotste hij schokkerend over de baan, en zeg zich door 'f voetvolk benijden. ? C>e rijder zat rustig, hijzelf werd geschud: hij klaagde, geradbraakt door wegbulf en -puf: O,, mocht ik zoon fiets maar berijden!' Een motorfiets kwam in z'n zalig bezit, en urenlang lief hij, verheugd (en verhit) zijn handen de sfuurstang omprangen. Toen hulden hem auto's in stof en in damp : toen klaagde hij luid (en zijn kuifspier leed kramp): O, mocht ik een auto erlangen!" Een auto gewerd hem, en op z'n gemak doorkruiste hij t land, en had lekkertjes lak aan stof en benzine-aromen. Toen werd op een overweg (niet meer bewaakt) zijn wagen gekraakt en de uitroep geslaakt: O, had ik den trein maar genomen!' Toen nam hij den trein, en nu had hij geen zorg, daar voetganger, motor en auto zich borg, waar 'f stoomtuig een botsing deed vreezen. Maar 'f spoorwegtrajecf is niet interessant: de reiziger klaagde: ,,'k Zie niets van het land; O, 'k wilde wel voetganger wezen!' KUMCRA NOSAL1S *) In de re-incarnatie van Hollandsch Voetganger. BOEKBESPREKING Marthe d'Aulnay. De eeuwige drang. Amersfoort z. j. Valkhoff en Co. Het aantal mogelijkheden in de verhouding der menschen is onbegrensd, en wanneer een roman schrijver een bepaalde verhouding schept, dan zou het heel verkeerd zijn, daar a priori een oordeel over uit te spreken, al is die verhouding ook nog zoo onwaarschijnlijk, d.w.z. ook nog zoo afwijkend van de verhoudingen der menschen, zooals men ze ge woonlijk om zich heen waarneemt. Maar het eene geval is lichter aannemelijk te maken dan het andere, en Marthe d'Aulnay heeft het zich in haar boek wel heel moeilijk gemaakt. Zij beschrijft een echtpaar het wordt haast een anachronisme in een modernen roman : ??dat het kinderlooze huwelijk nog als iets zeer onvolkomens beschouwt. De vrouw snakt letterlijk naar een kind; de oorzaak van het uitblijven ligt bij den man. De vrouw komt op de gedachte, de vervulling van haar levenswensch te zoeken bij een anderen man. De wederzijdsche huwelijksliefde blijft onverflauwd, en de man weet zich op te heffen tot het brengen van het offer, dat van hem gevraagd wordt. De uitverkorene" van de vrouw, op de hoogte gebracht met de omstandigheden, weigert weigert dus een beeldmooie vrouw, die zich op de meest delicate manier aanbiedt hoewel hij iemand is, wien het sexueele leven allerminst onverschillig laat; de vrouw pleegt zelfmoord. Nog eens: het aantal mogelijkheden is onbegrensd, en iemand, die genoeg kunstenaar is, kan de onmoge lijkste verhouding aannemelijk maken. Maar Marthe d'Aulnay heeft te hoog willen grijpen. Zij schreef haar boek met grooten ernst en veel toewijding. Zij kan zonder twijfel schrijven; er zijn verscheidene uit nemende bladzijden in dit boek. Maar de taak die zij zich stelde, was zoo ontzaglijk moeilijk, dat ik werkelijk niet weet, welke Hollandsche roman schrijver van dezen tijd dit gegeven tot een gaaf kunstwerk zou kunnen verwerken. Van de buiten landers zou Schnitzler het kunnen. Maar die is dan ook Arthur Schnitzler. Ik zou de schrijfster den stelligen raad willen geven, zich tot eenvoudiger problemen te bepalen. Ik kan het weten, want ik ben op dezelfde klippen gestrand. HOTEL DESPAYS-BAS Wagenstraat 102 DEN HAAG. Rustig faniiliehotel. Koud en warm stroomend water op alle kamers. Aanbev. J. M. v. d. SANDE. Het is merkwaardig, hoevelen onder de jongere schrijvers zich aangetrokken voelen tot de compli caties van het moderne huwelijk. En het zijn er maar weinig, die er werkelijk wat van terecht brengen. Die dingen laten zich makkelijker beleven dan beschrijven. Maurits Neels. Uit liefde voor het leven. (De levens-schets van een journalist). Brussel 1926. Agence Télégraphique Internationale. In zekeren zin is dit boek het vervolg op een vroeger verschenen werkje: Van een jongeling"; de hoofdpersoon is tenminste dezelfde, al zou men dat zoo niet merken, als hij niet toevallig denzelfden naam had. Dat boekje Van een jongeling" was niet veel bijzonders, en de heer Maurits Neels is in dit vervolg-werk zich-zelf gebleven; de verdienste daar van is in dit geval nog al relatief. Voorloopig behoeven de Vlamingen, als beoefenaars en genieters van letter kundige kunst, met dezen schrijver nog weinig of geen rekening te houden. Wat over den onwaarschijnlijken meneer Roger, die zich nu heeft opgewerkt tot journa list, in deze bladzijden wordt meegedeeld, is zoo onbe nullig, dat het boek zich zelfs aan den zelfkant van de litteratuur niet kan handhaven. De staaltjes van journalistiek, die door Roger worden overgelegd, zijn noch naar den vorm, noch naar den inhoud veel bijzonders, en ik wil niet hopen dat ze karakteristiek zijn voor het Belgische pers-bedrijf. Wat de samen stelling van het boek betreft, daar is al evenmin veel goeds van te zeggen. Nu eens gaat het over Roger z'n huwelijksleven, dan weerover zijn politieke inzichten; verband is er niet in en de stukken brochure, waardoor het verhaal onderbroken wordt, zijn iets minder dan een middelmatig schooljongens-opstel. HERMAN MIDDENDORP BRILLEN TEGEN HOOIKOORTS! f t.20 bij vooruifbetaling JOS. HARTOG Opticien Rotterdam Utrecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl