De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 10 juli pagina 2

10 juli 1926 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2562 'jffr i S s DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE DADEN VAN MINDERJARIGEN DOOR MR. E. VAN BOLHUIS ,,Vafer werden isl nichl schwer, Vater sein dagegen sehr". A LZOO Wilhelm Busch in Juichen". ?**? juichen is een veelbelovend dochtertje van zekeren Tobias Knopp. En de verzuchting geldt voor namelijk de lasten door het kind den vader moeders waren in dien tijd quantiténégligeable directelijk aangedaan. Het Knopp, der musz die Kosten tragen" in deze historie slaat op de gevolgen, welke het vernielen van 's vaders hoed, 's vaders pijp, 's vaders jas hebben kon op den stand der vaderlijke finantiën. (Nog daargelaten de oplossing, dat Knopp er de voorkeur aan mocht hebben gegeven, de kosten meer idealiter dan in klinkende munt te dragen en voortaan blijmoediglijk hoedeloos, pijpeloos en zonder jas door het leven te wandelen). Hoe echter, indien de schade, veroorzaakt door een kind, of wel door het Kind", de hedendaagsche Julchens en heur partners, die tusschen twee haakjes Busch' creatie bedenkelijk voorbij streven, niet het eigendom van den vader of van het huis", doch dat vari derden betreft ? Hoe indien vaders jas wordt: buurmans spiegelruit, en vaders pijp: de claxon van de auto des heeren X. of wel de zijden kous van het been eener gekuitenprikte voorbijgangster Y? Artikel 1403, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt, dat de ouders of voogden verantwoordelijk zijn voor de schade, veroorzaakt door de minder jarige kinderen, die bij hen inwonen en over wie zij de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen. Door dezen regel worden de door minderjarigen gepleegde onrechtmatige daden beheerscht.De ouders of voogden zijn uit dien hoofde met hun inkomsten en vermogen (Wij blijven buiten den doolhof van de mogelijke ver mogensrechtelijke verhoudingen tusschen de echtgenooten) aansprakelijk voor de door hun kinderen of pupillen aan anderen toegebrachte schade. Het Vater sein" is dus wel recht schwer" en de kosten, die de Knopp" onzer dagen soms te dragen heeft, als bovengenoemde dame Y, de autoeigenaar X en consorten met hun vorderingen uit den hoek komen, worden geenszins .verzoet door de eventueele nieuwe aanschaffing, de kleine pleister op de wonde, indien 's vaders eigendom aan zijn nakomelingen is ten offer gevallen. Gelukkig voor de ouders en voogden bepaalt het vijfde lid van artikel 1403, dat hun verantwoordelijk heid tot schadevergoeding ophoudt, indien zij be wijzen, dat zij de daad, voor welke zij aansprakelijk zouden zijn, niet hebben kunnen beletten. Het zal elkeen, die het vader-, moeder- of voogd(es)schap practisch beoefent, en wellicht ook anderen interesseeren, hoe deze bepalingen in de practijk worden toegepast, hoe de rechter het risico want dat is het toch dat aan het kinderen hebben in het algemeen verbonden is, in het werkelijke leven laat gelden. In 1910 berechtte de Amsterdamsche Rechtbank in hooger beroep het volgende geval. Een meisje naar verluidt, 10 jaar oud had in haar ouders huis nabij de vensterbank van een op de straat uit komend venster een inktkoker omvergeworpen. De inkt liep naar beneden en de kleeren van een voorbij ganger werden door de inkt ernstig beschadigd. De Rechtbank nam in haar vonnis aan (W. v. h. R. no. 9202), dat uit deze bewezen feiten reeds de schuld van de minderjarige aan de beweerde schade voortvloeide, terwijl het onverschillig is of de schade het gevolg is van opzet of schuld. Met een geringe zorg was h.i. het ongeluk te voorkomen geweest; in dit geval kon dus, met een beroep op het vijfde lid van artikel 1403, overmacht den vader niet disculpeeren. Resultaat der overwegingen: de vader moet de toegebrachte schade vergoeden. De Kantonrechter te Bolsward moest in 1919 zijn oordeel uitspreken over een ongeluk, gelijk het wijlen den kleinen Cornelis van van Alphen overkwam. Hier echter was het een 19-jarige jonge ling, die een spiegelruit had ingeworpen. De rechter BATENBURG & FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE' TRANSPORTEN overwoog, dat de verantwoordelijkheid der ouders tot schadevergoeding voortvloeide uit het eventueel gebrek aan toezicht. In dit geval kon daar zijns inziens geeen sprake van zijn, daar jongens van dien leeftijd vrij plegen rond te loopen en zulks hier betreedt men het terrein der paedagogiek ook algemeen als geoor loofd en zelfs als noodzakelijk wordt beschouwd en ook door een goede opvoeding een daad als door dezen minderjarige gepleegd niet kon worden voor komen. De vader had het ingooien van de spiegelruit niet kunnen beletten. De eisch tot schadevergoeding werd ontzegd en de Onderlinge Spiegelglasverzekering moest de kosten dragen (W. v. h. R. no. 10430). Van recenten datum, van 1925, zijn de volgende vonnissen. En hier hebben wij nu ook een geval, dat de eene rechter anders oordeelde over de aan sprakelijkheid der ouders dan de andere, de hoogere, rechter. ? Een 19-jarige jongen reed, met zijn pet diep over het hoofd getrokken en over het rijwielstuurgebogen, zoo hard als hij kon over de Kanaalkade te Axel, met het gevolg, dat hij den eischer overreed, die om viel, een lichte hersenschudding bekwam, een tijdlang niet kon werken en voor een en ander schadever goeding vroeg. De vader voerde in rechte aan (en dit is niet weer sproken), dat hij zijn eigen fiets waarmede de zoon vroeger blijkbaar reed aan den ketting had gelegd en dat hij den jongen reeds meermalen had verboden om hard te rijden. Deze laatste had echter van een ander een rijwiel gekregen om hard te gaan rijden en met dat rijwiel van een ander had juist het ongeluk plaats gehad. Was de vader nu gedisculpeerd? De Kantonrechter te Terneuzen vond van wel en ontzegde den eischer de gevorderde schadevergoeding (W. v. h. R. 11400). Hij redeneerde, dat de jongen reeds de kinderschoenen ontwassen was, en achtte de verwording van zedelijke begrippen als gehoorzaamheid en onderworpenheid aan het ouderlijk gezag, resultaat van de moderne opvattingen omtrent den oorsprong en de waarde van dat gezag, een zoo algemeen maatschappelijk euvel geworden, dat de ouders tegenover hun kin deren vaak machteloos staan, zonder dat hun zulks . individueel kan worden verweten op grond van een verkeerde opvoeding. Daar het niet kunnen beletten" van artikel 1403, -lid 5, zich daarom thans gemakke lijker zal voordoen dan voorheen, is z.i. de grens van de aansprakelijkheid der ouders voor de daden van hunne kinderen min of meer verlegd. In het onderhavige geval had de vader als opvoeder tegenover de gemeenschap al het mogelijke gedaan om een eventueel ongeval te voorkomen. De eischer aangeredene liet het er echter niet bij zitten en ging in hooger beroep bij de Rechtbank te Middelburg. Zijn procureur voerde aan, dat, onge acht den invloed van de moderne opvattingen over het ouderlijk gezag, het laatste lid van artikel 1403 (welk artikel voor de responsabiliteit der ouders geen onderscheid maakt tusschen het kind als zuigeling en het kind van den leeftijd, waarop het welbewust handelt) niet in dien zin geïnterpreteerd mag worden, dat de benadeelde de dupe wordt van die moderne opvattingen. De Rechtbank schroomde blijkbaar om zich in de heilige hallen der hedendaagsche opvoedkunde te begeven en Knopp" uit Axel moest de kosten dragen. Immers: niet bewezen was, dat deze zijns veelbelovenden spruits vrienden en bekenden had trachten te bewegen aan zijn zoon geen rijwiel te verschaffen. En dan was bovendien nog gebleken, dat hij er geens zins onkundig van was, dat Knopp"-junior zich, hoewel zijn fiets aan de ketting lag, toch per vélocipède van een ander voortbewoog ! Tenslotte op 27 Juni 1924 (W. v. h. R. 11350) maakte de Rechtbank te Groningen uit, dat het ten aanzien van de verantwoordelijkheid der ouders niet de vraag is of het kind schuld heeft of zich van het onrechtmatige van de daad bewust was, doch uitsluitend of de daad was objectief onrechtmatig, zoodanig, dat de ouders, indien zij tegenwoordig waren geweest, de daad hadden behooren te ver hinderen. Volgens dit college is het schieten met een pijl, voorzien van een scherp uiteinde, door jeugdige kinderen objectief onrechtmatig. Wat moeten wij nu uit deze vijf beslissingen concludeeren? Dit: I. de ouders dragen het risico voor de schade door de objectief onrechtmatige daden hunner kinderen aan anderen toegebracht; schuld van het kind is nauwelijks een vereischte; II. de ouders zijn echter niet 'Aansprakelijk, wanneer zij volgens het 5e lid van artikel .1403 kunnen aantoonen, dat zij de onrechtmatige daad niet hebben kunnen beletten. Het eerste punt is betrekkelijk nogal gemakkelijk; in de meeste gevallen is wel uit te maken of een daad, welke schade aan anderen teweeg bracht, al dan niet objectief onrechtmatig is. De tweede questie is echter moeilijker. Dat toont de beslissing van den. Kantonrechter te Terneuzen wel aan. Men komt dan alras in de paedagogische contrijen. Waar ligt, zoo vragen wij, de grens van de aan sprakelijkheid der ouders, waar houdt hun risico op? Is redelijke zorg" van de ouders ten opzichte MUSKIETEN TULLE 2OO BREED PER METER Fl. van de gedragingen hunner kinderen reeds voldoende om hen vrij uit te doen gaan, indien het kind zijn naaste of diens hebben en houden beschadigt ? Of moet eerst overmacht" bewezen worden om de ouders (en voogden) te ontlasten van hun aansprakelijkheid om eventueele schade te vergoeden? Zooals wij zagen, legt de eene rechter hier, de andere daar de grens, al naar gelang de omstandigheden in het concrete geval zijn. Ook de leeftijd van het kind moet daarbij in aanmerking genomen worden. Dat de ouders in het algemeen het grootste risico dragen dus het systeem der wet , is niet anders dan billijk. Het Vater sein" brengt de verplichting mee, die een eereschuld moet zijn, te zorgen, dat anderen van andersmans kinderen geen last hebben. Te allen tijde zullen er wel botsingen zijn in over vloed, als de kleine menschen de beperkte, warme maatschappij van het gezin verlaten en te staan komen in de groote koude maatschappij van daar buiten. Op de ouders rust in de eerste plaats de taak te zorgen, zooveel mogelijk die botsingen te vermijden. En als ze er dan zijn? De beslissing van den Terneuzenschen Kanton rechter een stukje jurisprudentierecht in embryonalen vorm illustreert, dat, ook in deze materie, wisselende denkbeelden ander recht kunnen brengen. Niemand toch zal ontkennen, dat in de verhouding van kinderen tot ouders en opvoeders ingrijpende veranderingen zijn gekomen en nog zullen komen. Van het onlangs te Amsterdam gehouden eerste Nederlandsche paedagogische congres gaf Prof. Casimir als zijn eindindruk weer: Men wil een nieuwe tucht". Het zal echter de vraag zijn of die tucht van voortaan, volgens Prof. Casimir bestaande in binding aan werk, dienst en norm op elk oogenblik der opvoeding", het zwaartepunt der ouderlijke aan sprakelijkheid verleggen zal in den zin, door den Kantonrechter te Terneuzen bedoeld, en of met diens beslissing de nieuwe lente zal blijken te zijn ingeluid. Het artikel van Prof. Casimir wijst, dunkt ons, in een andere richting dan die der vrijgevochtenheid. (Al zal dan het gezag" van vroeger wel verschillen van hetgeen in de toekomst de norm der gebonden heid zal zijn). Als de teekenen niet bedriegen, zal artikel 1403, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek voorloopig voor ouders en voogden wel den kinderzegen blijven ver gezellen. En voor elkeen van hen, die hetwelmeenenmethun finantiën, is het sein dus nog: Weest op uw hoede !" Om vrij uit te gaan, als het pleit beslecht moet worden, wie de kosten te dragen krijgt, zal Knopp" van heden een stevig bewijs te leveren hebben conform artikel 1403, lid 5, van het Burgerlijk Wetboek! Hilversum, April 1926. NIEUWE UITGAVEN JOZEF MASSINI, De plichten van den Mensch. Ver taald en ingeleid door Jan Asser, Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. SUZANNE LENGLEN, Lawn Tennis. Vertaald door Jhr. C. van Lennep. Amsterdam, Scheltens en Giltay. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. oso 6\o GVO DEN HAAG evs "^ <fa AMSTERDAM ARNHEM Verz. van Tentoonstellinggoederen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl