Historisch Archief 1877-1940
tfo. 2563
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Br;
MOK DES VARtÉTÉS N.JUDELS EN L.BoüMEESTER
Ge/uk in fat Nieuwe
DE SALON DES VARIÉTÉS INZDE AMSTELSTRAAT
NIEUWJAARSGROET VAN DE DIRECTIE VAN DEN SALON
AMSTERDAMSCHE
SCHOUWBURGEN
IN DE 19E EEUW
DOOR H. K. TEUNE
IV. De Salon des Variété's
UPORT, de exploitant
van > den i Grand Salon
.des Variété's in,de Nes'
had geweigerd Judgls, den
bekendenden beminden
Amsterdamschen komiek,
in zijn directie op te
nemen. Daarom besloot
deze zelf een Directie te
l fprmeeren, waartoe hij
z§h verbond rtïel den
acteur Pietre Boas, Deze
| combinatie gaf den ma
kelaar en aannemer Frey
«pdracht eert te.ht :te
? bouwen voor het bereizen
Poer kermissen;
maartel.vens.uit te 2jen naar een
* geschikte plaats voor het
?-- ? -."-. ,y rouwen; van een
schouVburg, In concurrentie me^'Daport. Plaats, hiervoor
werd gevonden méAm$J;e.istra£rt bijdeBoterrnarkt,
waar twee stallen .werden aangekocht. Maar
Bargemeester en Wetlurudérs yan Amsterdam Weigerden
de Ifcüwverauririlngi omdat
te; «fooi dezen bouw te veel schouwburgen in n
klein complex zouden komen; .
2e, omdat de aangrenzende stallen te veel brand
gevaar opleverden'..
Vooral echter .pp aandringen van het raads
lid Mr. Brugman kwam, men op drt besluit terug,
onder voorwaarde echter, dat ook de stallen op
den "hoek van de Paardestraat zouden worden
aangekocht en in den .herfst van 1843 kon met het
amoveeren der twee middenstallen worden begonnen.
Met kerrnis 1844 Werd de Salon des Variété's geopend.
Het gebouw met z'n front aan de Amstelstraat en
z'n artisteningang aandeEngelschesteeg,dat den naam
kreeg Salon des Variété's, Boas Judels en van Bienne
(deze laatste, een bekend acteur was mede-eigenaar
geworden) Werd bespeeld door het gezelschap Boas
en Judels. De zaal, met z'n parterre en z'n twee gale
rijen maakte een prettigen indruk en gaf plaats aan
ongeveer 300 personen. Het tooneel was klein,
ongeveer 8 M breed en 7 M. diep, maar voor 't spelen
der Vaudevilles groot genoeg en daarenboven: men
kwam om Judels. Zoo goed ging de zaak, dat reeds
binnen 4 jaar met den aankoop en de afbraak der andere
stallen kon worden begonnen en op die plaats een
koffiehuis kon worden gebouwd, dat tevens dienst
deed als foyer tijdens de voorstellingen. Jaren lang
regeerde hier Mevrouw Boas, algemeen geliefd bij
't Amsterdamsche publiek en hier was het ook, dat
zich in de tachtiger en negentiger jaren verscheidene
letterkundigen verzamelden, waaronder Reyding,
Orobio da Gastro, Heyermans enz, om in gezelligen
ko-ut den avond door te brengen.
Boas en Judels zorgden, dat hun gezelschap steeds
op peil bleef en namen ats Suze Sablairolles, Peter
August Morin komen jaren lang op de programma's
voor, terwijl ook enkeje jaren Mevrouw Coenen van
Ollefen tot het gezelschap behoorde en de namen van
Bienne en Judels, bekende komieken, steeds het publiek
lokten, het publiek dat voor 75 cent, vertering inbe
grepen, zich er avond aan avond amuseerde. Op
19jarigen leeftijd debuteerde er onze grootste
tooneelspeler Louis Bouwmeester op 24 December 1861 als
Fridolin in de Boodschap naar de IJzersmelterij", en
dit Werd de ommekeer in het repertoire. Wel
bleef de. Vaudeville nog in zwang, maar zij
werd'afgewisseld met dramas waarvan, vooral doorBouwmeester
schitterend spel, Marmeren Beelden en Ijskoude
harten" in 1863 een reuzensucces behaalde. Ja, zelfs
probeerde men de Operette die echter, ofschoon de
opvoering van Orpheus in het Schimmenrijk" van
Offenbach met Judels als Jupiter en Bouwmeester
als Apollo veel succes had, spoedig van het tooneeltje
verdween, vooral doordat bij van Lier de opvoering
door monteering en beteren zang het publiek meer
voldeed.
Op 26 Maart 1868 bracht de directie iets nieuws.
Het Antwerpsche gezelschap onder Victor Driessens
bespeelde den Salon en als eerste" tooneelspeelster
Was aan dit gezelschap verbonden Mej. Catharina
Beersmans, de later zoo beroemde Rotterdamsche
tragédienne. Heel Amsterdam was opgetogen over
haar-heerlijk spel en dat van'haar partner Driessens,
die in 1870 als directeur van het gezelschap gedurende
vier j.aar de lieveling wordt der Amsterdamsche
tooneelminnaren. Als hij echter in 1874 de directie
neerlegt, roepen Boas.ert Judels Bouwmeester terug
en van dat oogeublik begint Louis' glorie. Alle groote
" romantische draken worden opgevoerd. Vijf jaren
blijft Louis hier, zijn triomfen vieren, met een
gezelschap, waarbij verbonden zijn o.a.: Theo Frenkel
Bouwmeester en Fritz Bouwmeester.
Trok in 1877 Boas zich uit de directie terug, Judels
volgde dit voorbeeld in 1878, wetende, dat hij't
vcrtgend jaar alleen zou staan, daar.Bouwmeester van
' 1879 bij Het Nederlandsen" was geëngageerd.
Van 1879?1888 volgen dan verschillende directie's
?elkander op-met min-of meer succes, -zoo de Groot (de
latere stichter der Ned. Opera), Bamberg en Charlier;
Kreukniet en Mutters; Kreukniet, Blaaser en Bigot;
Kreukniet, Bigot, 'Poolman en Blaaser. Onder deze
laatste begint de Salon zijn ouden roem weer op te
haJen. Vooral Kreukniet, de kunstzinnige directeur,
staat er op en drijft door, dat een nieuw genre
stukken wordt gekozen. Een abonnement wordt
ingesteld en met actrices als Anna Rössing
SablairolPROGRAMMA VAN DE DOOFPOT,"
met de portretten van de verschillende acteurs.
Rechts onderaan het weekblad De Amsterdammer"
les, Guusje Poolman, Mevr. Huysers enz., en acteurs
als Henry Poolman, Willem Royaards, Berthus.
Smith, Jan Malherbe e.a. wordt een aanvang gemaakt
met het spelen der jongere Fransche en Noorsche
school. Doch grooter hoogte bereikt de kunst in den.
Salon" nog, als in 1890 Kreukniet en Poolman te
samen de directie overnemen en tot den do»d van
den eersten in November 1893 zijn de opvoeringen mee
van het mooiste, wat ooit Amsterdam te zien kreeg.
Anna Rössing ontpopt zich als een dramatische
eerste vrouw, die Nora",,,Mevrouw Alving" in Spo
ken" en Hedda Gabler" (alle drie van Ibsen) zoowel
als .?Magda" van Sudermann en Blanchette" van
Brieux speelt met een nooit geziene innige overtuiging.
Henri Poolman doet zich kennen, vooral in.,,Blan
chette", de Dupe", de Spieghel der Vaderlandsehe
kooplieden" als een eerste karakterspeler, terwijl debu
tanten als Anna Beukers, Julia Ude en Guusje Mulder
onder leiding van den eminenten regisseur Henr
van Kuyk aanwinsten blijken voor de tooneelspeelf
kunst. Doch buiten de groote Tooneelkunsti breng
deze directie ons ook voor 't eerst-de echt Amste t
damschen revue; niet met kant- en
anderefinaler. niet met dansmeisjes, enz. maar gebaseerd op de
gebeurtenissen van 't afgeloopen jaar in Amsterdam.
Was begonnen met de Shah van. Peizië"
. (1888), Naar den Eiffeltoren" (1889) en
HookiePookie" (1890), de komst van den Duitschen Keizer
in Juni 1891 gaf A. Reyding (Alfaro) aanleiding tot
het schrijven van de Doofpot" en nooit heeft welke
revue, hoe schitterend ook gemonteerd, een dergelijk
succes behaald. Gedurende meer dan 200 avonden
was de zaal uitverkocht en liedjes als, Diender,
' diender, ats 'k 't jou gebied" (naar aanleiding van het
taptoe&chandaal) en Een jong mensch had zich opge
hangen" (parodie op de langzaamheid van de politie)
waren meer populair dan ooit eenig ander wjjsje.
(En passant noem ik hier even Jan Musch, die in
deze revue voor 't eerst de planken betrad als Kobus,
de versierder van den Dam).
Helaas, deze revue's werden gedeeltelijk de onder
gang van de directie, want zoowel die van 1892,?de
Groote T;pm" ais die van 1893, de Ragebol",
hadden weinig succes en terwijl de eigenaars de huur
opsloegen, werden de inkomsten minder.
Ook hot eerste succes van Heyermans speelde
zich af in dezen schouwburg. Toen Dora Kremer',
z'n eersteling gevallen was, schreef hij het nactige
Ahasverus" onder den naam van een Rus en deze
mystificatie was aanleiding tot een klein pers-schan
daal, toen hij in de Telegraaf" bekend maakte, wie
de eigenlijke schrijver was, en hoe hij de critiek_
die hem zoo had afgekamd, erin had laten
loopen.
11 November 1893 verdronk Kreukniet zich uit
angst, omdat hij niet aan zijne finantieele verplich
tingen kon voldoen, ofschoon het gezelschap tot
l Januari 1894 onderling doorspeelde; op dien datum
trad ,,de Nederlandsche Tooneelvereeniging", onder
leiding van L. H. Chrispijn er op en wat deze er
wrochtte met z'n eminent gezelschapje, bereikte weer
de hoogte van eenige jaren tevoren.
Weer werd de Salon het verzamelpunt der Amster
damsche tooneellief hebbers, tot de Tooneelvereeniging,
l September 1895het gebouwverlaat. Dan volgen ver
schillende directie's elkander op, o.a. ,,Potharst en
Ducaju" en Charlier en Marie van Westerhoven";
maar de gouden tijd van den Salon" is voorbij,
langzamerhand wordt het gebouw, vooral aan den
tooneelkant zoo verwaarloosd, dat het eene rtiïii'.
lijkt ^n worden de voorstellingen zoo slecht bezocht
dat m 1914 de verkoop volgt en het gebouw
met z'n koffiehuis door den heer Broekhuizen voor
de N.V. de Haantjes-Brouwerij wordt aangekocht,
om na afgebroken te zijn een deel uit te maken van de
uitspanningszaal de Nieuwe Karseboom' .
Judels, de gevierde komiek, de stichter van 't zon
roemrijke gebouw, kwam op jammerlijke wijze om.
Hij maakte een einde aan z'n leven, bang, dat hij z'n
ouden dag in armoe zou moeten doorbrengen.