Historisch Archief 1877-1940
No. 2563
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
HET VOLKOMEN
H U W E L IJ K
DOOR DR. JOH. G. SALOMONSON
'
B*.
?V
De man der wetenschap, die zich meer dan een
kwart-eeuw lang aan theoretische en practische vraag
stukken heeft gewijd; de schrijver, die aan vele en
velerlei gedachten vorm heeft gegeven; de
vrouwen-arts met uitgebreide ervaring; de vertrouwde van
vele mannen en vrouwen; de mensch, aan wien niets
menschelijks, de man, aan wien niets mannelijks
vreemd is gebleven; de echtgenoot, die geluk en leed
-van het huwelijk heeft ervaren; de
man-van-vijftig. jaren eindelijk, die geleerd heeft het leven met wijze
resignatie te beschouwen, die te oud werd om nog
jeugd-domheden te doen, maar te jong gebleven is
um ohne Wunsch zu sein"; ? zij alle tezamen kun
nen, nepen voerend, tot dit werk geroepen zijn "
zoo lezen wij in het Persoonlijk woord bij den aan
vang", dat Dr. van de Velde, de schrijver van de hier
onder aangekondigde omvangrijke studie, l) die in kor
ten tijd reeds haar tweeden druk beleefde en gelijk
tijdig in twee talen verscheen, tot zijn lezers richt.
; Eén pen, gevoerd door zoovelen, n schrift te doen
i; .-schrijven is voorwaar geen geringe taak.
i De oplettende lezer,-die dit mér dan 300 blz. dikke
1 -boek teneinde gelezen heeft, zal dan ook hebben kun
nen opmerken, dat het schrift" telkens wisselt, al
naar gelang Dr. van de Velde, in zijn bewonderens
waardige veelzijdigheid en eruditie, die aan een soms
verontrustende grondigheid gepaard gaan, zich in
«en andere gedaante aan ons vertoont.
Ongetwijfeld vinden alle hooger genoemde
karak"ters"in denrschrijver in gelijke mate een weisprekenden
-tolk,, doch ik vrees, dat de kracht van Dr. van de
Velde's overtuiging zich niet gelijkelijk, uit de ver
schillende hoofdstukken, aan den lezer zal kunnen
rnededeelen.
Het boek toch is geschreven voor den echtgenoot
*en den arts, voor leeken en niet-leelcen dus,- van een
medisch standpunt beschouwd. Het beoogt mér te
.zijn dan eenig ander boek op dit overigens niet meer
maagdelijke terrein vooral van Engelsche en
Amerikaansche zijde Worden wij immers in de laatste jaren
bestookt met, zij het ook veelal minder doorwrochte
handleidingen" van dezen aard ; het wil den
echtajenoet den weg wijzen naar de Elyseesche velden van
het Volkomen Huwelijk en tevens den arts in staat
.stellen in meerdere mate met voorlichting, de blijkbaar
steeds groeiende scharen van, in zake het huwelijk,
hulpbehoevenden terzijde te staan.
De graad van geestelijke verwantschap tusschen den
Jezer en de juist aan het woord, zijnde personificatie
van den schrijver zal van grooten invloed zijn op het
«l kaar begrijpen in de dikwijls uiterst precaire materie,
?die overigens steeds zoo voorzichtig mogelijk en met
?een hoog verantwoordelijkheidsgevoel door den auteur
gehanteerd
wordt.Zoo zullen de bijna Bijbelsche vermaningen, waar
mede het 1ste Hoofdstuk van de Eerste Af deeling
sonoorj^ftvangt: Ik leer U het Volkomen Huw'lijk.
Niet het^olmaakte. -^ Dat kunt slechts Gij zelf
leeren, wanneer Gij het Volkoom'ne kent. De kunst
des huw'fijks ging in 't Avondland verloren. Gij kent
niet anders dan den roes van d'eersten tijd, dien
Gij misbruikt.,..", door haar pretentieuze inklee
ding, den argeloozen Nederlandschen arts wat van
streek brengen, doeh, omgekeerd, den candidaat voor
het Volkomen Huwelijk misschien stichten en zeker
over de eerste moeilijkheden heenbrengen, die hem
straks het verteren van de vele bladzijden elementaire
anatomie en physiologie van den mensch toegelicht
met mooie platen en vooral ook van de cuisine"
van het Volkomen Huwelijk (als ik het zoo eens noe
men mag) zullen bereiden.
, Want hier worden dingen besproken met een bon
digheid en tevens met een gedetailleerde zakelijkheid,
die menig braaf, doch misschien onvolkomen huis
vader de haren te berge zullen doen rijzen. Voor een
deel misschien als gevolg van de vrijmoedige wijze
waarop de intimiteiten van het huwe4ijksleven ont
leed en toegelicht worden, of wel om de ongedachte
mogelijkheden en nieuwe perspectieven, die de steeds
bijzonder heldere uiteenzettingen van Dr. van de Vel
de den echtgenoot openen. Doch voornamelijk wel
uit hoofde van het feit, dat de, voor den eenvoudige
van geest dikwijls verbijsterende inhoud van vele
hoofdstukken hier en daar wordt voorgedragen op de
technisch-wetenschappelijke wijze, die hem misschien
in den Gids voor den Radioliefhebber" of in de
Handleiding voor het Müllern" prettig aandoen,
maar die hem bij de openbaring van de
verborgenheden van het leven wat koud op het lijf vallen.
Zoo zullen de tallooze citaten van schrijvers uit
alle landen en tijden, hoe belangrijk en goed aange
bracht de meeste ervan ook mogen zijn, in het weten
schappelijke werk, dat dit boek steeds wil blijven en
TABA SIGAREN
*» ** ZIJN TOCH DE BESTE ** ~
ook ongetwijfeld in vele hoofdstukken is, den
medischen lezer wat ongewoon aandoen.
Deze zelfde aanhalingen echter en niet het minst de
tweemaal terugkomende Ihtermezzi reeksen van
stukken proza, versregels en kernwoorden, betrekking
hebbende op het liefdeleven van de menschen zullen
daarentegen den ongetwijfeld hier en daar in hooge
mate verontrusten echtgenoot weer op zijn gemak
brengen en in staat stellen om even uit te blazen van
de inspanning, die hem het volgen van den niets
ontzienden, alles uitpluizenden en aan het licht brengen
den physiöloog zal kosten.
Het ligt niet in de lijn van dit blad, de stof, die in
de verschiljende hoofdstukken behandeld wordt, aan
een nadere'bespreking te onderwerpen.
Slechts moge opgemerkt worden, dat veel buiten het
bevattingsvermogen van den leek zal komen te vallen.
Afgezien nog van het feit, dat het kennisnemen van
vele, zelfs voor den huisarts uiterst specialistische
verhandelingen, voor den echtgenoot onmogelijk
noodig geoordeeld kan worden om zijn huwelijk
volkomener te maken.
En hier komt een zeer gewichtig punt ter sprake:
zou werkelijk n onvolkomen huwelijk door het eer
lijke, haast hartstochtelijke streven van den schrijver
volkomen worden? v
Zou deze schat van kennis en ervaring waarlijk
kunnen medehelpen tot het opnieuw doen opbloeien
van die kwaliteiten, die in het Avondland verloren
gingen?" Ik betwijfel het, doch help het den verdien
stelijken schrijver hopen.
Waar de psychische factoren voor een Volkomen
Huwelijk bij beide echtgenooten aanwezig zijn en
die blijven, dit geeft de schrijver zélf duidelijk genoeg
te kennen, van beslissenden invloed daar zou dit
boekeen bijna volkomen huwelijk misschien volkomen
kunnen maken.
Maar hoe dikwijls blijven deze eerste eischen voor
een gelukkig samenleven van man en vrouw onver
vuld in deze haastige tijden, die voor het ontwikke
len van beschouwelijkheid en zelfcritiek zoo weinig
gelegenheid laten?
En hoe vaak zal een huwelijk, dat, gemeten met den
maatstaf van Dr. van de Velde, ver beneden de gren
zen van toelaatbare onvolkomenheid blijft, in de
oogen van de betrokkenen volmaakt schijnen?
Zulk een huwelijk is volmaakt, ook wanneer het den
kennersblik van den huwelijksphysioloog niet be
vredigt: de psychische componenten beslechten hier
het pleit en kritiek zoo goed als onrustverwekkend
drijven moeten vér van deze echtgenooten blijven.
Voor hen is dit boek dan ook niet geschreven, zult
ge zeggen. Toegegeven, maar evenmin is het geschre
ven voor de op sensatie belusten, die de oprechte be
doelingen van den auteur zullen misverstaan en zijn
aanwijzingen zullen ter harte nemen voor alles, be
halve voor een volkomener huwelijksleven.
Ook dan zou dit boek zijn doel missen en, in zekeren
zin, een gevaar vormen \
Maar in hooge mate belangrijk blijft het, om de uit
nemende wijze, waarop deze Nederlandsche medicus,
die zoo lang temidden van zijn kunstbroeders, door
de vruchtbaarheid van zijn geest en de originaliteit
van zijn denkbeelden een bijzondere plaats heeft in
genomen, zijn rijke ervaring tendienste van anderen
gesteld heeft. Zij het ook, dat de beperking, of liever
nog, de splitsing van de stof met het oog op de lezers,
aan de strengheid van opvatting van zijn werk zou
ten goede gekomen zijn \
1) Het volkomen huwelijk. Een studie omtrent zijn
physiologie en zijn techniek. Voor den arts en den
echtgenoot geschreven door Dr. Th. H. van de Velde.
Leidsche Uitgeversmaatschappij, Leiden 1926.
FILM-LITTERATUUR
DOOR L. J. JORDAAN
Grand CaféRestaurant DE HEEMRAAD'
N. BINNENWEG 276 ROTTERDAM
8 Billards Orchestre SPRATO
Psychologische Beschouwingen over Film
en Bioscoopbezoeker door Gerard van
Duyn. Hollandia-drukkerij. Baarn
Deze in druk uitgegeven rede, indertijd op het
Arnhemsche Bioscoopcongres uitgesproken, vormt
een welkome bijdrage tot de, nog zoo schaarse,
ernstige film-litteratuur. Hier klinkt een ander geluid,
dan het barsche anathema der steile, moreele of
aesthetische, ketterjagers en de eeuwige grapjasserij
der jolprent-hansworsten. Hier is een ernstig man
aan het woord, die met belangstelling en zefs met
liefde zich verdiept heeft in het merkwaardige ver
schijnsel, dat, meer dan welk ander ook, onzen tijd
beheerscht en de richting der komende cultuur zal
bepalen.
Ik ga hier van het standpunt uit, dat iedere be
schouwing, die blijk geeft van waarachtige belang
stelling in het bioscoop-vraagstuk dient te worden
gewaardeerd en aangemoedigd al ware het alleen
maar als vriendelijke aansporing voor de groote pers, die
wie vond toch het rampzalige begrip vóór-lichten"
uit? in deze materie no^ steeds achteraan strompelt.
Behalve deze algemeene appreciatie, verdient de
brochure van den heer van Duyn echter een warme
aanbeveling terwille van het ongetwijfeld belang
wekkende materiaal, dat zij verzameld heeft voor de
? studie van de psychologische beteekenis der film.
Dit is om maar met de deur in huis te vallen
voor mij persoonlijk tegelijk haar verdienste en haar
zwak. Op heldere, overtuigende wijze ontleedt de heer
van Duyn de nerveuze moderne psyche en beredeneert
met groote nauwkeurigheid haar verhouding tot de
film. Hij legt met klemmend betoog het complex van
instincten en onbevredigde driften, welke ons onder
bewustzijn vormen, bloot en toont aan hoe de film
daarop reageert aldus komende tot een, voor den
psycholoog, alleszins bevredigend resultaat. Wat ik er
echter in mis, is de groote samenvatting de mach
tige opzwaai, die, na al dit geanalyseer, de film verheft
tot een logischen, natuurlijken uitingsvorm van de
artistieke scheppingsdrift van onzen tijd. Wat er in
ontbreekt is de breede visie, die zoowel in het dreu
nende stampen van den jazz-band, als in het flitsend
voorbijjagen van het lichtbeeld, het rhythme en den
geest vermag te ontdekken, van een nieuwe, ge
weldige toekomst. Het is met alle. respect voor
den kundigen auteur te veel analyse en te weinig
synthese \
Hoe weinig die hoogere, symbolieke beteekenis van
de film door den heer van Duyn wordt gevoeld,
blijkt wel hieruit, dat bijna al zijn beschouwingen"
evenzeer als op de film, van toepassing zijn op iedere
andere willekeurige uitingsvorm. Immers we kennen
de populaire film even goed als de amusements
lectuur, de unterhaltungs-musik en het volksstuk, die
alle gescheiden zijn van en dikwijls tegenover
gesteld aan het kunstwerk in algemeenen zin, hetzij
dit door middel van het orkest, het tponeèl of h^t
projectie-doek tot ons komt. '
Vandaar dan ook, dat de aesthetische beschou
wingen verreweg het zwakste deel van het boekje
vormen. Hier toch openbaart zich een zekere nuch
terheid, een gebrek aan artistiek sentiment, speci
aal ten opzichte van de zuiver cinematografi
sche schoonheid, die in het overigens voortreffelijke
betoog een pijnlijke lacune achterlaten. Zoo komt
de schrijver tot raadselachtig ontboezemingen als de
volgende:
Een film b.v. als Hef cgbinef van Celigari" .is
zeer verdienstelijk, doch vertoont ook veel fouten.
Hij is b.v, veel fe plaatjesochtig (!) en de
ruimteatmosfeer (sic), die de figuren in de film rond
zich dienen te hebben (!) ontbreekt vaak geheel.
en verder:
Uit het feit, dat de film opgebouwd is uit ver
schillende bouwstoffen, beeld, tekst en muziek,
vloeit voort, dat voor de film minder dan b. v. voor
de litteratuur hef gevaar (!) van vervalling in een
uiterst subjectivisme dreigt.... Dit groote aantal
personen, dat gemoeid is met het maken van een
filmopname houdt een fe sterk individualisme van
de film legen.
Dit alles nu is niet bijster fraai en ook niet erg
duidelijk, maar er blijkt toch wel zoo veel uit, dat
de auteur in den Caligari" het meest verdienstelijke
element: de streng gestyleerde compositie, over het
hoofd ziet terwijl hij in zijn laatste citaat toont
de voornaamste voorwaarde voor ieder kunstwerk
(ook voor het gesamt-kunstwerk i) niet te beseffen,
t.w. de eenheid in vorm en gedachte die in de cine
matografie al meer en meer leidt tot centralisatie
van alle factoren in handen van den regisseur"
beter gezegd den film-schepper of cinegrafibt.
Zoo is er m^r en ma? aus het aesthetische deel
van het werkje niet onbedenkelijk genoemd worden
des te beter lijkt mij de psycho-analytische beschou
wing, in al haar onvermijdelijke beknoptheid.
Wat de heer van Duyn ^tgt ov.r de film als ener
gie-bedding, als equivalent voor den z.g. dag
droom" als moreele en sexueele factor in het
gedachten-complex van den modernen mensch is zeer
belangwekkend en (ik zei het reeds) van groote
waarde voor de kennis van de psycho-og ache be
teekenis der film. Het brengt ons aanzienlijk nader
tot de verklaring van de geheimzinnige, fascineerende
macht welke de bioscoop op het huidige geslacht uit
oefent en die wetenschap kan den film-kunstenaar
zoowel als den film-criticus slechts ten goede komen,
terwijl ieder belangstellende in de cinematografie er
met interesse van zal kennis nemen.
Waarom ik de lezing warm kan aanbevelen l
HOTEL DES PAYS-BAS
Wagenstraat 102 DEN HAAG.
Rustig familiehotel. Koud en warm stroomend
water op alle kamers. Aanbev. J.M, v. d. SANDE.