Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR1NEDERLAND
No. 2563
JAPAN (1891)
AARDBEVINGEN
DOOR DR. W. VAN BEMMELEN
VERZONKEN HUIZEN
JAMAICA
/^JNVERWACHT kwam het verschrikkelijke!
^ Al het leven in de stad ging den gang van
iederen dag; de menschen deden wat ze gewoon
waren te doen; ze liepen over het vaste plaveisel der
straten; ze zaten tusschen de onbewegelijke muren
hunner huizen; ze dachten na over hun belangen;
ze spraken over hetgeen gebeurd was en verder
zou moeten geschieden.
En toen, op nmaal, een schudding van den bodem.
Een beweging, die met niets van dat leven om en in
hen verband hield; dat geheel buiten alles had gestaan
«n plotseling als onverwachte vijand, als een roofdier
uit zijn schuilhoek, hen besprong.
Zonder eenigen overgang 'n ommekeer in hun
bewustzijn, in hun voelen en denken. De aardbodem
het van ouds oervaste bewegelijk geworden !!
Verbaasdheid grijpt hen ruw aan; het ingeboren
vertrouwen wordt met een ruk verscheurd!
Edoch de beving groeit met ontzettende snelheid
aan; het schudden wordt schokken; de muren der
huizen splijten en met donderend geraas storten ze in.
'n"Dichte stofwolk stuift op, omhult alles; maar als
ze weggetrokken is, vertoont zich het jammerlijke
tafreel der puinhoopen.
Zoo is het gebeurd in de Oudheid, gelijk we lezen
kunnen in de verhalen der klassieken; zóó geschiedde
het in onze tijden, en in onze herinnering doemen
dadelijk op de schrikbeelden van het verwoeste
Lissabon,. Kalabrië, Valparaiso, San Francisco,
Messina; zoo ook is het in het heden, en wij denken
huiverend aan Tokio; helaas, zoo is het ook in het
jongste verleden, gelijk uit Sumatra werd geseind.
En in de toekomst zullen wij en onze nazaten
telkens en telkens opnieuw hooren van
aardbevingsrampën.
Dat is de droevige zekerheid, die de ervaring al
had gebracht en die door de stelselmatige onder
zoekingen omtrent het voorkomen van aardbevingen
onwederlegbaar geleerd wordt: de streken, die thans
getroffen worden, werden ook vroeger bezocht en
zullen nog onafzienbare tijden lang van die bezoeking
te lijden hebben.
Als men de bekende aardbevingshaarden op de
aardglobe aanteekent (en vlijtige seismologen als b.v.
wijlen Montessus de Ballore hebben dat voor vele
tienduizenden gevallen gedaan), dan ziet men
op iden. bol zich vooral twee gordels afteekenen.
Men denke b.v. aan de Valparaiso-, Iquique- en
andere aardbevingen aan de westkust van
ZuidAmerika, verder aan de Midden-Amerikaansche, de
Calif ornische,aan de Aleopetische bevingen, aan Japan,
Philippijnen, Nieuw Guinea en Nieuw Zeeland, om
te begrijpen, dat n dier gordels in aarde-wij den boog
den reuzenketel van den Pacifiek omsluit. En als men
daarna zich voor den geest haalt de droevige reeks
B'EN KOELEN. VERWOESTINGEN OP DEN
CHINEESCHEN PASSAR
der bevingen, die optraden in de Westindische eilan
den, het Iberische schiereiland, Zuid Frankrijk,
Italië, de Balkan, Klein Azië, Perzië, Himalaja en
onzen Archipel, dan is het wel duidelijk, dat een
tweede, oost-westelijke gordel, de beide armen van
den Pacifischen bevingsboog verbindt.
Dat zijn de twee omineuze gordels, die de ar-me
aarde omknellen. Langs hen zijn door de Alpiene
plooiing harer korst, die enkele tientallen millioenen
jaren geleden aanving, een reeks van gebergten
gevormd. Geweldig is in die strooken het evenwicht
door de persing der korst verstoord geworden. Eerst
door de horizontale, later vooral door de verticale
krachten, die opgewekt werden door de ontzaggelijke
verschillen in relief en dichtheid, die ontstaan waren.
En nu nog zien we langs die gordels krasse tegen
stellingen bestaan. Op 100 km. afstand van Iquique
daalt de oceaan in de Atacama-slenk tot 'n diepte
van zes en half duizend meters af en evenver landin
waarts stijgt de vulkaan Sahama tot evenveel meters
boven den zeespiegel. Dicht onder de oostkust der
Philippijnen is zelfs de oceaan meer dan 9700 m. diep
en 30 .km. beoosten de baai van Tokio zijn al diepten
van 2000 m. gepeild, terwijl verder weg de oceaan
bodem naar den 8900 m. diepen afgrond der
Tuscaroraslenk afdaalt.
Zoo is het geen wonder te noemen, dat het in die
verwrongen gordels steeds nawerkt en lang nog zal
blijven nawerken, en dat de arme menschheid de
reeks van schokken, waarmee de aarde het verstoorde
evenwicht herstelt, als aardbevingen zal ondervinden.
En dat nog ontzaggelijk langen tijd !
Want er is een bron van evenwichtsverstoring,
die, zooals de geologie in de laatste decennia gevonden
heeft, voortdurend werkzaam zal blijven. Weer en
wind'toch en vooral het stroomende water, breken
langzaam maar zeker het hooge land en de bergen
af; de landmassa wordt daardoor lichter en evenals
het schip dat men lost rijst ze geleidelijk op uit
de gloeiende, quasivloeibare onderlagen, waarin ze
drijft.
Geleidelijk?
Ja soms; maar vaak niet.
Dikwijls wordt de aardschol tegengehouden, en
dat duurt zoo lang, totdat plotseling de remming
wijkt en met een schok de landmassa omhoog schiet
naar den nieuwen evenwichtsstand.
Soms worden onderdeelen vastgehouden, zoodat
lange, rechte scheuren ontstaan, en als nmaal zulk een
scheur aanwezig is, zal later de beweging bij voor
keur langs haar plaats grijpen. Dit is het, waarop
ik doelde, toen ik hierboven schreef, dat het eerst de
horizontale persingen waren en later vooral de ver
ticale krachten.
Begrijpelijk is het nu geworden, waarom de haard
eener beving bijna immer lijnvormig is en niet een
punt, want het is de oude spleet, die zich soms
honderden mijlen rechtlijnig uitstrekt, langs welke de
aardschollen telkens zich een weinig verschuiven.
Meestal speelt zich dat onder het aardoppervlak af,
maar soms vertoont zich de uitwerking der verzetting
op de kennelijkste wijze aan de oppervlakte zelf. Bij
de beving, die San Francisco den 18den April 1906
trof, was de spleet te vervolgen van Hollister, dwars
over de stad, 600 km. ver, tot Point Arena. De
oostelijke schol was van 2 tot 7 M. naar het Zuidzuid
oosten verschoven en l m. gezonken. Dwars door
alles heen liep die scheur; wegen kon men niet meer
vervolgen, boomen waren naar het erf van den
buurman verhuisd, heggen midden door gescheurd,
in n woord het kadaster was hopeloos in de war
gestuurd.
Bij de ontzettende aardbeving, die in 1891 de
Japansche provincies Mino en Ówari verwoestte,
scheurde een lange spleet open, recht aan, recht uit,
door bergen en dalen, over een afstand van 112 km.
De noordwestelijke schol verschoof l tot 2 m. naar
het N.W. en zonk 2 tot 6 m. ten opzichte van de
andere. Hier en daar opende zich de scheur en huizen
zakten half in haar weg.
Juist omdat het uitgestrekte schollen der aardkorst
zijn, die in beweging geraken, is het begrijpelijk,
VERBOGEN RAILS
waarom de energie van zulk een beving dermate
groot is, dat de trilling zich over de geheele aarde kan
voortplanten en dat de seismografen in onze streken
in werking komen, wanneer aan de andere zijde van.
den aardbol de korst naar een nieuwen
evenwichtsstand springt.
Begrijpelijk ook is thans geworden de verhouding.
tusschen vulkanen en aardbevingen. Hoe onuit
roeibaar vastgeworteld is nog het denkbeeld, dat de
vulkaan de aardbeving verwekt! Ook ditmaal,
na de eerste berichten over de ramp, die de
PadangscheBovenlanden trof, werd dadelijk naar een vulkaan,
die de schuldige zou zijn, gezocht. De Talang moest
het zijn. Een roode gloed was zelfs op hem waar
genomen. Maar de Talang, al heeft hij misschien veel
anders op zijn oud zondenregister te bo;ken gehad,
was onschuldig aan de aardschudding. Zelden ver
wekken vulkanen 'n aardbeving en dan enkel in hua
naaste omgeving. Geheel onmachtig zijn ze om groote
landstreken in schudding te brengen. Eerder om
gekeerd zal de aardbeving den vulkaan in werking;
brengen. De na lange rust weder ontwaakte werk
zaamheid van den Krakatau wordt waarschijnlijk
met goed recht toegeschreven aan de aardbeving ia
Straat Soenda, die drie jaren te voren plaats greep,.
en allicht werd de Vesuvius wakker geschud door de
beving, die, zestien jaren vóór de bedelving, Pompeji
teisterde.
Zonder in bizonderheden af te dalen kan men het
begrijpen, dat in die aardgordels, die door de ge
weldige persingen tot gebergten zijn opgeplooid,
ook allerwege de korst gescheurd is. En niet nkel
zijn langs die scheuren de aardplooien over elkaar
geschoven, ook het gloeiende aardmagma heeft langs.
hen een uitweg gevonden. Zoo werden de vulkanea
langs die spleten opgeworpen en geen wonder is het
dus te noemen, dat daar, waar zij voorkomen, ook
de aardbevingen optreden. Maar juist, omdat zij
kinderen van de zelfde moederoorzaak zijn en zij niet
als moeder en kinderen zijn, wordt het duidelijk, dat
zij geheel onafhankelijk van elkaar kunnen
optredenVeelvuldig kunnen de aardbevingen zijn in gebergten,,
waar geen enkele vulkaan voorkomt, omdat door
bijzondere omstandigheden de spleten uittreding van
magma niet toelieten. De Jura bezit (helaas voor den.
toerist) geen vulkanen en toch werd in de 14de eeuw
Bazel door 'n aardbeving geteisterd. Ook in de
Himalaja ontbreken de vulkanen, maar hevige aard
bevingen, zooals in 1897 de Assambeving, komen in
of naast zijn ketens voor. Ook hier was de haardlijn.
aan den rand van de keten gelegen, daar, waar het
grootste reliefverschil was tusschen de hemelhooge
keten en de diepe geul, die geheel opgevuld is met
het slib, door Ganges en Bramapoetra aangebracht.
Ook de aardbevingen, die de Soenda-eilanden
bezoeken, vinden meestal hun oorsprong in de strook,
waar het hooge randgedeelte overgaat in de diepe
oceaanslenk. De beruchte Balibeving, die den loden
Januari 1916 honderden Balineezen deed veronge
lukken en gruwelijk huishield onder den schat van
EERSTE VERDIEPING VAN TWEE INGESTORTE
HUIZEN OP DEN CHINEESCHEN PASSER