De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 juli pagina 6

17 juli 1926 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE"AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Nó. 2563 BIJKOMSTIGHEDEN DOOR ANNIE SALOMONS . CCXXVI A en B. waren in een hevige princi?**? pieele woordenwisseling geraakt. A. onbesuisd, opbruisend, met iets van de onvervaardheid van Don Quichote, schold, orakelde,verhoovaardigde zich op ziftv impulsiviteit en sloeg om zich heen; B., bezonnen, superieur, koel hoog hartig, beriep zich op het gezonde verstand tegenover al die overdreven gevoelsexaltafies en bleef bijna uittartend kalm. De. omstanders verdeelden zich, naar hun temperamenten, in twee kampen; de rustigen, de bezonkenen, (en ook de driftigen, die graag nobel beheerscht zouden schijnen) kozen de partij van B.; de onstuimigen, die van den nood van hun teugelloosheid een deugd maakten, en graag "hoorden, dat de beste daden der menschen uit spontanen drang worden geboren, drongen zich om A. heen. Toch leek het grootste deel der aanwezigen den kant van B. te kiezen, omdat bij een twist de rustige betooger altijd een voorsprong h?eft op den drif tigen schreeuwer en de suggestie, die er van een waardig spreker uitgaat, dat hij gelijk moet hebben ook, onont koombaar is. !De samenkomst ging uit elkaar; ieder besprak het gebeurde in eigen kring; de vrouwen kozen onmiddellijk de,n man, die niet gevloekt had en die niet met zijn vuist op tafel had geslagen erj de verhouding der partijen werd n tot drie, ten gunste van den gentletnanlikeir . Maar in dien nacht stierf A. aan een hartyerjarnmirig; de ernotie was te gioot voor hè'tn geweest en toen zijn oude geSdienstige ftem 's ochtends het scheerwater kvyia» brengen, lag, .hij dood tófZijn bóÖ, zóó blank, zoo Vredig en met een trek van zoo hooge wijsheid op zijn gezicht, alsof hem in die .enkele- uren van eeuwigheidslaap alle kleinheid-yan zijn wereldsche driften en van zijn onredelijke humeur was geopenbaard. Het heele dorp was er van onder den indruk. Toen B. dien dag naar zijn kantoor liep, beklemde hem onverwachts de zeer onaangename sensatie, dat de voorbijgangers met misprijzen keken naar zijn benige, sportieve gestalte en de robuuste gezondheid van zijn massieve hoofd. Ofschoon den vorigen avond menigeen hem met een knipoogje of een jovialen slag op den schouder had- beduid, dat .die A. nu eenmaal een echte ruziezoeker was en dat ze allemaal respect hadden 1 voor de beiieersching, waarmee hij zijn dolle aanvallen beantwoord had, hoorde idj nu alleen memoreeren, dat A. zoo'n goeie, hartelijke kerel was geweest, een beetje opbruisend, wat temperamentvol, maar dat waren de kwaadsten niet, en die menschen, die altijd kalm bleven, konden je ten slotte ook buiten jezelf brengen met hun superioriteit Dien avond besefte B. al, dat, wanneer hij KLEINE MEUBELEN IN EIKENHOUT-PRIMA UITGEVOERD- IN ELKE CEWENSCHTE KLEUR ONTWERP W.PENAAT ?ss" \A ITTTA f O "ss" ? j?£-.JMI± l MXt w?JJK-O: LIBERTY AGENCY er niet in slaagde dien nacht ook het tijdelijke te zegenen", hij weldra vol komen geïsoleerd zou staan en op den dag van A's begrafenis, toen iedereen zich warm gepraat had over zijn vele deugden en, in een exaltatie van verteedering, zich verbeeldde, dat het de b;ste, de edelste, de meest beminde man van het dorp \vas-geweest, voelde B. zich iiitgestooten als een schurftige hond en hij z;i bij zich zelf: A. isdoodg^gaan, dus hij was een beste kerel, dus hij had in alles gelijk, o, dom, onlogisch vulgus !" Er is ontegenzeggelijk iets sympathieks in de spontane, intuïtieve bewogenheden van een menigte. Ze overdenkt niet; ze berekent niet, dat ze van den dooden A. nooit meer eenig voordeel zal kunnen hebben en dat het daarom verstandiger is, van nu af aan B. het hof te maken; neen, haar hart is tot medelijden ge roerd; ze vindt 't zielig, dat A. zoo plot seling is weggenomen en ze doet het eenige, dat ze nog voor hem doen kan, nml. hem tot den hemel verheffen en wie hem ooit moeite heeft ver oorzaakt, uitstooten.... Maar hoe vol komen redeloos blijkt haar oordeel, dat zich uitsluitend door omstandigheden en gemoedsbewegingen laat leiden, eerst door de netheid", de beheerschtheid" van B., toen door de beklagenswaardigTieid van A., die geen van beide met de eigenlijke kwestie iets hadden te maken. En nu is het wonderbaarlijke niet, dat het zoo is, maar het wonderbaarlijke, (en ook wel een beetje: het gevaarlijke) is, dat wij ons verbeelden, dat onze meeningen door redelijke overwegingen worden beheerscht en dat we objectief en zelfstandig tegenover de vragen staan, die zich in ons leven voordoen. En omdat in zekeren zin elke levenshouding aan vaardbaar is, als we haar maar zuiver stellen en er niet allerlei onwaarachtigheden omheen frutselen, is het simpele Brabantsche vrouwtje, dat, zooals men dat dan noemt op gezag gelooft", en zich ook niet verbeeldt ooit iets met zelfstandig oordeel te maken te hebben, veel dichter bij het zuivere inzicht, dan wij, die wonderhoog van onze zelf standigheid en'vanons eigen onderzoek" opgeven, en die evengoed heel den dag van het geloof in het ne gezag" tot 't geloof in 't andere gezag" ver vallen, al is dat gezag" dan ook niet zoo oud en zoo algemeen erkenfl als dat van de kerk van Rome. Hoe zouden wij in ons korte leven, met ons beperkte verstand, ook maar een honderdste van de problemen kun nen doorgronden, waarmee het leven ons van minuut tot minuut in aanraking brengt? We gelooven" in den mechanicien, die o ize auto in elkaar zette; we gelooven" in den dokter, die ons cureeren moet; We gelooven" in onze leveranciers, in onze bedienden, in de werklui, die ons huis hebben gebouwd, in ieder, die een stoel, een mes, een badkachel of een electrische leiding voor ons heeft gemaakt; want als we dat niet deden, zouden we eenvoudig geen leven meer hebben, zouden we elk oogenblik vreezen, dat de remmen zouden weigeren, dat we vergiftigd zouden worden, dat we door onzen stoel zouden zakken, of .dat de geijser uit elkaar zou springen. Maar waarom zijn we dan maar niet zoo bescheiden te erkennen, dat ook in ons geestelijk leven, we volkomen afhankelijk zijn van wat anderen voor ons uitgedacht, wat grooteren voor ons erkend en vast gesteld hebben? Een vrijdenker, die zweert bij kracht en stof, gelooft even zeer op gezag, als de theosoof, die zijn openbaringen van Annie Besant en Mr. Leadbeater krijgt, of de moderne HET MIEUVVE SYSTEEM CENTRALE VERWARMINGEN SIEPL'JKE RADIATOREN ?- DE KETEL EEh VULKACHEL HERINGA ^WUTHRICH HAARLEM. TEL .11906 DEN HAAG. TEL RA \ D. AMSTERDAM. TEL. 13 TtOO/TEBBttK VtB/MKT FOTO/ EN CEdCOOTINd VOOR WOON INMCHTINdtN Spoor's Mosterd W. A. Spoor )r., Culemborg". HOTEL D'ORANG E. ZANDVOORT. HEERLIJK ZOMERVEFRBLIJF. ZATERDAG cn ZONDAG DANCING» Cliehé's Van Leer Amsterdam KV. PAERELS Meutileering-jMij. AMSTERDAM C O MP LET E JM. e u b i L e e r i n g Betimmeringen Rokin 128, Tel. 44541 Haute couture. Représentant de la haute couture Parisienne solde sa collection de robes-modèles (tailleurs, manteaux, robes du soir et capes du soir) a des prix dérisoirs. Du 19 au 23 Juillet inclus de 5 a 8 h.s. ou sur rendez-vous. M. ANINE, 3e Helmersstraat 27huis. AMSTERDAM. OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 . Amsterdam protestant, die gelooft" in de heeren van de Leidsche bijbelvertaling. Wat we zelf kunnen controleeren, waarbij we zelf tot de bron kunnen gaan, is maar zoo'n heel klein hoekje van de groote, groote wereld met al zijn pro blemen. De rest moeten we maar aan nemen. Daar is ook heelemaal niets tegen. Maar het zou ons inzicht verhel deren, wanneer we dat dan ook besef ten; wanneer we niet de menschheid onder scheidden in hen, die op gezag gelooven (en dat is dan altijd het gezag van de katholieke kerk) en hen, die zelf standig onderzoeken"; maar wanneer we de scheidslijnen op deze wijze trok ken : deze gelooven op het gezag van de synode, gene op het gezag van dominee G.; weer anderen op het gezag van Haeckel en Bölsche; of van Coué, Masdasnam, Lenin, Mussolini of Montessori. De eenige zelfstandigheid" (wanneer men dat tenminste nog zoo noemen mag) ligt in de keuze van den profeet, bij wiens gezag men verder zweren wil. Overigens doen we het beste te beken nen, dat we maar onredelijke" schep selen Qods zijn, die iets noodig hebben om ons aan vast te klemmen, om ons niet al te verdwaald te voelen in dit vreemde, ondoorgrondelijke leven; die ergens tegenop willen zien, en ergens op willen vertrouwen, al verbeelden we ons soms graag, dat we op niets anders vertrouwen dan op ons zelf; die wankel in ons oordeel, intuïtief tegen alle ver standelijke overwegingen in, nog al tijd binnen het tijdsverloop van enkele dagen Hosannah" en kruisigt hem" kunnen roepen, en die ons van wat we hoovaardig het vulgus" plegen te noemen eigenlijk alleen door onze pre tentie onderscheiden. PEEK& CLOPPENBURG II

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl