De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 juli pagina 7

17 juli 1926 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2563 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE NATUUR: 'A N G' E L I C A DOOR DR. JAC. P. THIJSSE A LS in den vooTzomer de groote dikke knoedels ?**? van bereklauw en engelwortel (Angelica) uit den grond kwamen, dan konden we het niet laten, om er minstens een'paar uit elkaar te peuteren en te zien hoe in erken vleezigen zak weer een andere was geborgen, net als in een nest Japansche doosjes, meer dan een half dozijn in elkander, 't Is een groeiwijze die ook bij andere scherm-bloemigen voorkomt, maar bij geen een zoo mooi en duidelijk als bij onze twee reuzen van wegzoom en dijkberm, boschbeek en moeras: den bereklauw en den engelwortel. Dit zijn ook w«er een paar bloemen van den vollen zomer. Ge vindt ze het mooist langs de rivierdijken in ge zelschap van een paar familieleden, depeen, de pastinaak en de pimpernel en dan staat de engelwortel op de vochtigste plekken, de mooiste van alle en de grootste ook; ik heb er Lwel gevonden tot drie meter hoog. Ik wil geen kwaad zeggen van den ruigen forschen bereklauw, maar de engelwortel is mij toch liever met zijn fijner blad, zijn dichter gegroefde glanzige stengels zijn dichte gewelfde bloeischermen. Hij heeft ook meer kleurtjes tot zijn beschikking; zie maar de geestige roode plekjes in de geleding en van de bladeren, het prachtig purperbruin van sommige stengels. Andere kunnen weer mooi wasachtig blauwgroen zijn. De engelwortel is alweer een van de planten, die kunnen voorkomen als blondinen en als brunetten, al naar de aanwezigheid van donkere kleurstof in hun celsap. In het algemeen vinden we op de zonnige plekken de meeste brunetten, maar een regel kunnen we er toch niet van maken, en dikwijls genoeg staan ze heel gezellig naast elkander. Er zijn ook verschillende gradaties in het brunettendom, de donkerste hebben veel roodbruin in de -bladstelen, de stengels bijna glanzig zwart en de bloemen van een raar leerachtig rose, met sterker gekleurde honigringen. Wat forschheid van groei aangaat, is er weinig verschil fusschen de blondinen en de brunetten, ik heb ze beide ge vonden met schermen van den derden graad. Ge weet, dat de bloemen van de schermbloemen in schermpjes bij elkaar staan en dat deze schermpjes weer tot samengestelde schermen zijn vereenigd. Op ?onze foto ziet ge dergelijke samengestelde schermen. Nu kunt ge het echter ook treffen, dat samengestelde schermen weer schermsgewijs bij elkaar staan en dat noem ik nu een scherm van den derden graad. Ik vind het altijd prettig om die te zien en zou wel graag willen weten onder welke omstandigheden ze ontstaan. Ook zie je nog al dikwijls, dat enkele schermpjes van een samengesteld scherm zelf ook weer uitgroeien tot een afzonderlijk samengesteld scherm en als ze dat allemaal doen, krijg je ook al weer een scherm, van den derden graad. Bij bereklauw vind ik deze ver schijnselen vaker dan bij engelwortel en het aller mooiste hyper-samêngesteld scherm heb ik gezien bij een Melkeppe in het Naardermeer, Die melkeppe is wel de allersierlijkste schermbloem uit onze moe rassen en kan in het rietveld ook wel over de twee meter hoog worden, maar mist den monumentajen bouw van bereklauw of engelwortel. De bloempjes-van de schermbloemen vertoonen vrijwel denzelfden bouw. Ze hebben een onduidelijken kelk, vijf kroonblaadjes, soms heel aardig geplooid, vijf meeldraden en een stamper, omgeven door een min of meer breede honigsichijf. Je ziet in elk bloempje duidelijk een glinsterend groen kringetje. Bij gunstig weer, op een gunstige plaateen in een gunstigjaar kun nen we dan ook op bereklauw en engelwortel een onge looflijke verscheidenheid van insecten te zien krijgen. Maar die drie restricties moet ik wel maken, want het kan ook wel gebeuren, dat dB weelderige bloemenmassa's.glinsterendvanhonig.weinigofgeenbezoekkrijgeri. In de allereerste plaats komen de vliegen. In dezen tijd van het jaar hebt ge de kans om op die bloenjschermen den grootsten, diksten, zwaarsten vlieg van ons land te zien te krijgen. Eigenlijk ziet hij er niet naar uit, zijn proporties zijn niet gunstig. De kop is wat smal, het achterlijf plomp. Hij is donker van kleur en heelemaal bezet met stijve borstelharen en iets kleiner dan zijn laatste pinklid. Een Hollandschen naam heeft hij niet, wij kunnen hem den Dikken Sluipvlieg noemen. Als ge eenmaal weet, dat hij bestaat, dan krijgt ge hem ook stellig te zien. Natuurlijk' wemelt het op onze engelwortelbloemen van Keizers, blauwe en groene en van de kleurige zweef vliegen. Di zijn meest geel met zwart, maar er zijn er ook bij die op hommels gelijken, maar natuurlijk dadelijk ,als vliegen te herkennen, doordat ze maar twee vleugels hebben. Al dat vliegengedoe kuiert over de bloemen heen, honig zuigend, stuifmeel mummelend, soms een beetje duttend en een enkelen keer kunt ge er vinden, die heel genoeglijk zitten te zingen. Ook wordt de idylle wel eens verstoord, doordat een van de vele vliegendoodende graafwespen op de bloemen neer strijkt, geel met zwarte beesten, maar met vier vleu gels. Hij zwenkt even tusschen de vliegen heen en weer, heeft er spoedig n te pakken, bewerkt hem met angel en kaken, klemt het slachtoffer tusschen de achterpooten en vliegt dan weg. De kans, om zoo iets te zien te krijgen is niet zoo heel groot, doch als de wil maar goed is kan men veel doen. Er loopen ook veel wespen over de bloemen rond, die geen vlieg kwaad doen, dat zijn meestal mannetjes, die hebben geen andere zorg dan wat honig overdag en een schuilplaats 's nachts. Het zijn meest graafwespen en sluipwespen, de een al slanker en gladder van bewegen dan de andere. Daar loopen er ook bij, die zijn zwart met geel, net als zoo vele wespen, maar ze bewegen zich stugger en nu we goed toekijken zien we, dat we met kevers te doen hebben, uit de groote familie vin de boktorren. Ook komen er veel weekschildkevers ii ? lieve heersbeestjes, haantjes en kniptorren, die vinden allemaal ;op de schermbloemen hun gading. Vlinders komen er diet zoo heel veel en de enkele, die zich i)p de bloemen neerzetten schijnen het eer te doen om tër een plaatsje in de zon te zoeken, dan om honig t halen. Met ihun lange tong kunnen ze ook uit de vlakke schoteltjes i niet genoeg tegelijk ophalen en daarop, als het hiiri om eten te doen is gaan ze liever naar <le distels ofjnaar het koninginnekruid. Waar dat allemaal door elkaar groeit zooals op sommige plekken in heit Naarderijieler, kunt. ge met een oogopslag soms een paar dozijn insectensoorten tegelijk aanschouwen. Het aantal der 'soorten, die wel eens op den bereklauw zijn waargenomen, loopt omtrent de tweehonderd, i .-.. sr ^ *> E L X O BUITENBOORDMOTOREN Liggende 2 cyl. (half tegenover elkaar) 2-tact GEHEEL TRILLINGVRIJ. ? ? ONTWIKKELT VOLLE 4 PJtC etstekiegsstoornissee oeliegsstoorinissee Start, met eee k^wart slag" BUITENBOORDMOTOR MET 24" AS f 365.?. Prijzen: BUITENBOORDMOTOR MET 21" AS f 350.?. Technisch. Handelsbureau E. EKKER Jr, - Hengelo (O.)*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl