De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 24 juli pagina 1

24 juli 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Ui «*M^^ so,** ^ '1.-JWj >( L, ',', lö"t ?;..". . _, Groene Amsterdammer eekblad voor Nederland ? W/,Ai URBAN MTTOSTALLING Frankenslag 12 Htadel in auto's en toebehooren TELEFOON- 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren! H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM TOfC AND HEEL Socfcs OPGERICHT IN 1877 No. 2564 ZATERDAG 24 JULI 1926 r VOLKSVERTEGEN WOORDIGING EN UITVOEREND GEZAG Naar een Nationale Eenheid? ?** f." heeft de Fransche Kamer weer haar vertrouwen geweigerd aatj den mini*er, die voor het herstel van 's lands financiën moest zorgen. Eerst den minister, Caillaux. En daarmee het ?ministerie Briand. Daarna het fluks gevormde minis terie Herriot, waarin de Monzie zich met de porte feuille van financiën belastte. We zijn den tel kwijt geraakt en weten niet meer, ?of er in de laatste twaalf maanden acht of negen, of ?nog:meer ministers elkaar aan het departement van financiën zijn opgevolgd maar nu heeft Caillaux' val het heele ministerie Briand meegesleept, dat zicii solidair verklaarde. En Herriot, die dezen val veroorzaakte, heeft zich niet bij machte gezien een vastomlijnd financieel programma te vormen al vorens ook voor hem het gordijn viel. Caillaux had het niet mogen baten, dat hij met Churchill tot een accoard was geraakt over de be taling van de schuld, die Frankrijk in den oorlog tegenover Engeland heeft aangegaan. Deze regeling tieelt dan ook niet voldaan aan de verwachtingen van fien, die gehoopt hadden dat Engeland met het oog iOp de omstandigheden, waarin Frankrijk verkeert, izich een bijzonder toeschietelijk schuldeischer zou toonen, maar het accoord kwam dan toch hierop neer, ongeveer 3/5 van de Fransche schuld zou worden En Caillaux had bovendien kunnen bei, .dat er althans eenig verband werd gelegd de Fransche aflossingen aan Engeland en de ^erstelbetalingen, die Duitschland, volgens de regeling 1)1 vfn Pawes, aan Frankrijk moet uitkeeren. , 41 is het te begrijpen dat men in Frankrijk geen luide juichkreten heeft aangeheven over Caillaux' accoord met Engeland, toch was het votum van «ie Kamer, waardoor Caillaux .en'met hem het gefieele kabinet, zijn ontslag heeft ingediend, niet in ?de eerste plaats het gevolg van ontevredenheid over <ien inhoud van dit accoord, maar hiervan, dat zij , fet genoeg vertrouwen stelde in de regeering, om Jiaar de buitengewone bevoegdheden te verleenen, Waarover zij meende te moeten beschikken om Frank rijk te bewaren voor een volledige financieele debacle. Buitengewoon waren deze bevoegdheden ongetwijfeld. Immers door het eerste artikel van het wetsontwerp, dat te dezer zake was ingediend, zou de regeering, tot 30 November 1926,-gemachtigd worden om bij decreet Alle maatregelen te nemen, die zij voor het financieel Jierstel en de stabilisatie van de munt noodig oordeelen. Het tweede en laatste artikel hield in, dat de decreten, waarbij beschikking van financieelen'aard werden ge' nomen, in het begin van 1927 ter bekrachtiging aan het parlement zouden worden voorgelegd. De Kamer Werd dus voor de vraag gesteld, of zij tijdelijk afstand wilde doen van hare macht. Daarop kwam de kwestie neer. Zij moest vertrouwen stellen in het beleid en de' onpartijdigheid der regeering; zij moest wat Haar moeilijker zal zijn gevallen implicite te kennen geven, dat de regeering zich bij hare financieele maatregelen alleen zou laten leiden door het algemeen belang en niet, zooals verschillende partijen en cdterieën in'de Kamer plegen te doen, door bizondere belangen van bepaalde maatschappelijke groepen. Herriot, de voorzitter der Kamer, die anders, zoowel in letterlijken als in figuuriijken zin, een plaats boven den partijstrijd inneemt, is ditmaal van zijn hooge gestoelte afgedaald om zelf, van de redenaarstribune het regeeringsontWerp te bestrijden en het op te nemen voor de rechten der Kamer. Daarmede accentueerde hij, dat de kwestie in laatste instantie hierover liep: moet, in de gegeven buitengewone omstandigheden, de volksvertegenwooreiging afstand doen van hare rechten ten behoeve van het uitvoerend gezag? Op die vraag heeft de meerderheid der Kamer een ontkennend antwoord gegeven, hetzij omdat zij in het algemeen zulk een abdicatie van macht verwerpt, hetzij omdat zij aan de bestaande regeering zulk een brevet van vertrouwen niet wilde uitreiken. Wel werd de crisis, die daardoor ontstond snel op gelost door het optreden van het kabinet Herriot, maar die oplossing werd nog sneller teniet gedaan door de consequenties, getrokken uit den uitslag van de stemming (290 tegen 237), die het vertrouwen van de Kamer in het nieuwe kabinet moest demonstreeren. Of nu op zijn beurt Poincarézich van zijn opdracht tot vorming van een nieuw kabinet zal kunnen kwijten of welke andere uitkomst zal worden gevonden de eventueele oplossing, welke die ook moge zijn, doet niets af aan de volgende opmerkingen. , De meerderheid van de Kamer erkent in principe, dat aan de regeering een buitengewone volmacht moet worden verleend; de meeningen loopen echter niet slechts uiteen over de grenzen, waarbinnen die vol macht moet worden gehouden, maar ook over de vraag welk soort van kabinet in deze uren het vrijwel blinde vertrouwen van de Kamer waardig is. Beide vragen hangen onderling samen; naarmate een kabi net meer het vertrouwen der Kamer geniet, zal deze laatste eerder geneigd zijn er ruimer bevoegdheden aan toe te kennen. Tot dusverre heeft de Fransche Kamer alleen destructief werk verricht; zij liet alleen blijken wat zij niet wilde. Terwijl zij het bij monde van haar voorzitter opnam voor de rechten der volksvertegen woordiging, dreigt zij in werkelijkheid aan het parle mentaire stelsel een doodelijken slag toe te brengen. Op een gegeven oogenblik vermindert een parlement niet zijn prestige, maar doet het dit rijzen, door vrij willig tijdelijk afstand te doen van zijn bevoegdheden. INHOUD: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 9. 10. U. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 20. M', Volksvertegenwoordiging en het uitvoerend gezag. '. Novakovsky. Het Russische probleem Ir C. P. van Rossem, De stand der psychische wetenschappen Joh. Braakensiek, De speel kaartenbelasting afgeschaft. Prof. Dr. H. brugmans. Het Karthuizerklooster. L. J. Jordaan, Ponlvliegers-ruzie. Annie Salomons, Bijkomstlgheden Dr Jac. P. Thijsse, Behoud van Natuurschoon Jan D. Voskuil, Toegepaste Kunst Wybo Meyer, Annie Besant. Dr. W. van Ravesteijn, Henriette Roland Holst van der Schalk. Torn Schilperoort, Toerisme. J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den Dans Henrik Scholte, Openluchtspel. Willem van Doorn, Nieuwe Engelsche boeken B. van Vlijmen, Concours van Automobielkoets werken. L- J- Jordaan, Bioscopy. Jhr. Mr. H". Smissaert, De Slingerbewing. Richard Heuckeroth, Radio Kumga Nosalis, Rijm. Mr. W F. H. Oidewelt, Amstelodamum Con stant van Wessem, Muziek Vit het Kladschrift van Jantje. Herman Middendorp, Om zestig millioen, met teeken, door Prof J. H. Jurres en G. Westermann. Charivarius, Charivarta H. Veereema, In dische glimworpjes. Omslag: Problemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, In de Fransche vroolijke keuken. Het oogenblik daartoe is zeker reeds aangebroken, hopelijk nog niet verstreken. Men mag wel aannemen dat Poincaréinziet dat geen partij-kabinet het blinde vertrouwen van de Kamer krijgen zal, maar dat hij met een programma van nationale eenheid boven de partijen naar voren komt. Indien ook de Kamer dit inziet, zal zij het laatste moment nog niet hebben verzuimd, waarop zij, door afstand te doen van haar macht, haar wezenlijke beteekenis heeft kunnen verhoogen. VERBETERING In het hoofdartikel van Zaterdag j J. zijn in de alinea, die aldus aanvangt: Het is hier de plaats niet om na te gaan, bij wie deze brief eenige verandering te weeg moet brengen in hunne meening" enz., een paar woorden weggevallen. Deze plaats had moeten luiden: Het is hier de plaats niet om na te gaan, óf en bij wie deze brief eenige verandering" eazt Ik stel er prijs op, deze verbetering aan te brengen, omdat ik zooals ook uit andere zinsneden van het artikel blijkt daarin over de kwestie van de echtheid van den brief geen uitspraak heb willen doen, K. k, i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl