De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 24 juli pagina 13

24 juli 1926 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 B I OS C OP DOOR L. J. JORDAAN KOMKOMMER-FILOSOFIE ,, Vervlakking' IT is de desperate tijd, waarin Conrad Veidt komische rollen speelt waarin het in dit theater 15°koeler is dan buiten" en waarin mijn collega's zich fanatieker dan ooit bezig houden met de muzikale illustratie". Dit is dus wel zeer klaarblijke lijk de periode, waarin de kom kommers groeien. Welaan?Wo alles Hebt, kann Karlallein nicht hassen !" het zij den schrijver dezer hatelijkdegelijke of vol gens sommigen: degelijk-hatelijke rubriek vergund, bij wijze van variatie, zich eens over te geven aan een onschuldig filosofisch mijmerijtje. En daar het ?mede een bewijs van de ergerlijkste vervlakking is, wanneer een film-recensent aan 't filosofeeren slaat blijven de weerhaken mijns geestes onwillekeurig in dit eerste (en beste) onderwerp hangen en wordt u beleefd verzocht zich schrap te zetten en u voor te bereiden op een diepzinnige ver handeling over vervlakking". Vervlakking" het woord heeft een somberen klank. Er zit iets yaag-dreigends, iets onbestemdnoodlottigs in, gelijk met veel slecht-omschreven begrippen het geval is en dies behoeft het geen verwondering te baren, dat er door de talrijke ongeluks-profeten van onzen tijd een ruim en dankbaar gebruik van wordt gemaakt. Men ziet symptomen van vervlakking" in de radio in de jazz-band in de foto-reportage in de aviatiek en (natuurlijk !) in de film. Wat het precies is, kom je gewoonlijk niet aan de weet maar het schijnt iets heel ergs en beschamends te zijn. De schuldbewuste intellectueel, .die weer eens gelezen heeft, dat de radio en de film .?vervlakking" beteekenen, buigt dan ook vol berouw het hoofd/zucht diep en smartelijk en gaat naar zijn toestel of naar de bioscoop. Want dit is wel het merkwaardige, dat zdlke felle en taaie campagnes zich bij voorkeur richten tegen dingen, die toch niet te ver anderen zijn. De oneffenheden van den Haarlemmerweg dure en slechte melk -r- de gestie van een Robaver-directie al deze ongemakken liggen volkomen binnen het bereik eener straffe, hervormen de hand en men verdraagt ze niettemin met engelen geduld! Maar tegen den beruchten Geest des tij ds" /die evenmin te wijzigen valt als de loop der sterren, verzet men zich energiek en uit den treure. Dit nu ,»s altijd zoo geweest en zal wel altijd zoo blijven ook de Goeie Ouwe Tijd" is nou eenmaal onsterfelijk ómdat-ie goed dood is. Intusschen loont het de moeite, het griezelige woord vervlakking", dat als de banvloek onzer dagen geslingerd wordt, naar al wat nieuw is eens wat nader te bekijken. Men treft onder het leger vervlakkers", vogels van diverse pluimage aan: van den half-garen, week-idealistischen jongeling tot den ernstigen geleerde en denker, maar speciaal het genus der would-be-aestheten en schoonheids-filosofen is rijk vertegenwoordigd. Al deze lieden vervlakken", dat het een aard heeft ieder naar kracht en talenten .... maar allen met een uitgesproken archaïschen tendenz. Het sterkst en zuiverst leek mij de vervlak kingslitanie tot uiting te komen in een Zondag-morgen preekje van Dr.Bierens de Haan in het Handels blad" 1) Deze aanval, met al het talent en de autori teit waarover de geleerde auteur beschikt, gericht tegen de radio, de automobiel en de film, zal iederen vervlakker" goed hebben gedaan en uit het hart gegrepen zijn en de hemel vergeve den schrijver van het artikeltje de nieuwe vervlakkings"-orgie, die hij heeft ontketend. Nu is het mij eerlijk gezegd niet recht duidelijk waartoe dergelijke elegieën (de motiveering even daargelaten) eigenlijk moeten dienen tenzij men beoogt een stemming van algemeene ontmoediging te veroorzaken. Het is waar, dat de heer Bierens de Haan in het bedoelde artikel, nog tot een soort van positieve conclusie komt, door te zeggen, dat wij onze ziel tegen de algemeen dreigende mechaniseering moeten beschermen, door een voorname terughou ding" maar men zal moeten toegeven, dat dit een eenigszins magere troost is, na de filippica, die er aan voorafgaat. Gelijk vele vervlakkers" is de geleerde schrijver van meening dat de mechaniseering van onze moderne maatschappij en het daaruit voortvloeiend accelerando van ons levens-tempo, een dreigend gevaar beteekent voor ons ziele-leven voor den beteren, edelen mensch in ons voor onze cultureele valuta, die door deze mechanische inflatie, bedenkelijk beneden vulgair" zou komen te staan. Wij leven te snel zoo redeneert hij en na een weemoedige lofzang op de trekschuit, die in het natuurlijk tempo voortging" en tijd liet tot bespiegeling en zelf-inkeer in tegenstelling met de voortrazende automobiel, welke geen f ilosofeere npermitteert komt hij tot de conclusie, dat met het haastig tempo der gebeurtenissen, de ziel dreigt te worden meegesleept ten koste van haar hoogste goed." De moraal van het, overigens in schoonen, en soberen toon gehouden artikel is dan ook dat de profeet in ons opkomt tegen vervlakking". En duizend beunhazen in Parlement, Nutslezing of kunstcommissie staan klaar om het vreeselijke mode woord over te nemen. Het spreekt vanzelf, dat ook de film a faire wordt genomen daar het bij haar te doen is om het voorbijschieten der tafereelen, terwijl in het drama bedoeld is de natuurlijke ontwikkeling der beweeg reden tot haar gevolgen". Toch is het, alles saamgenomen, niet in de eerste plaats pro domo" dat ik het waag, mij tegen deze vervlakkings-wanhoop ??tegen deze mechaniseeringspsychose te verzetten. Er is iets in dit troostelooze en steriele j gefoeter tegen den fatalen geest des tijds", dat mij kriebelig maakt ??door zijn on oorspronkelijkheid, zijn onbillijkheid en zijn gebrek aan consequentie. Door zijn on-oorspronkelijkheid: klaagde niet reeds Hildebrand steen en been toen men in 1839 spoorwegen door zijn lieve vaderland ging aanleggen, vreesde hij niet het ergste voor den in kalme be zonkenheid mediteerenden geest en stond dit alles niet o, genius der originaliteit! in een verhan deling over de.... trekschuit? Trouwens hij was ook al niet de eerste: door alle tijden heen hebben de Hildebrands droeve bespiegelingen geschreven over het schoone, dat geweest en het noodlottige, dat komende was en het menschelijk genie is er niet minder op geworden, of het zich voortbewoog in een toe-sleedje dan wel in een Rolls-Royce. Hoe onbillijk is dit alles tegenover den uitvinder het rampzalige werktuig van den Satan der nieuw lichterij ! Hij toch heeft van den dageraad der beschaving af de schennende hand geslagen aan het gewijde natuurlijke tempo." Hij heeft telkens en telkens weer het economische bestaan van den mensch gewijzigd en wie meent, dat het nu in onzen tijd toch wel erg spaak loopt die vergeet, dat geen uitvinding nog een evolutie veroorzaakte, welke in de verste verte te vergelijken is bij het wonder, dat vuur uit een steen wist te slaan. En al die uitvindingen maakten het den menschelijken geest, die zich aan vankelijk uitsluitend moest bezighouden met de meest effectieve manier om zijn vijanden door middel van een steen de hersenpan te verbrijzelen mogelijk zijn dagelijksche overpeinzingen op een ietwat hooger peil te brengen. Eilieve, waarom zou die zucht tot mechaniseeren" die van de vroegste tijden af het genus homo bezielde, eensklaps noodlottig zijn ge worden en vijandig aan de bezonkenheid en de medita tie? Wat is dit voor wonderlijke .tweeslachtigheid, voor jammerlijke insonsequentie, die tot het mensche lijk vernuft zegt: Gij hebt ons eeuwen lang gediend wij hebben, ook naar den geest, generaties lang van u geprofiteerd nu is het welletjes van heden af zij t gij onze tegenstander !" Wij ver-mechaniseeren inderdaad, zooals wij steeds gedaan hebben en zooals wij doen zullen, zoolang onze hersenen kunnen werken. Wij vermechaniseeren maar de goddelijke geest blaast werwaarts hij wil onafhankelijk van vuursteenen of loud-speakeis. En wie meent, dat de futiele ver andering van granieten strijdbijl tot vliegmachine eenigen invloed zou kunnen hebben op het eeuwige mysterie der menschelijke ziel, die pleegt heilig schennis. Er zijn nog altijd lieden, die zich bezijden het woelige, drukke aldags-leven plaatsen en die genieten, doordat zij de indrukken laten bezinken" die weten, dat bezinken is herscheppen, waarbij de verbeelding een innerlijke wereld ontsluit en de mensch zijn grooter vaderland binnentreedt" gelijk Dr. Bierens de Haan het zoo schoon zegt. Maar er zijn ook altijd menschen geweest, geboren voor de concrete daad voor het experiment en zij hebben elkander nimmer geschaad. De wereld heeft immers altijd denkers en doeners gekend en beiden hebben haar vooruitgebracht. Maar tusschen hen in stond de stomme menigte, aanschouwde het nieuwe en brulde afwisselend: Hosannah!" en Vervlakking!" Het gejeremieer tegen de ver-mechaniseering der kunst lijkt mij al even dwaas en onredelijk. Ook zij is zoo oud als de wereld en de uitvinding van het hammerklavier was niet minder ingrijpend, dan de cinema tografie. En wat doet het er in vredesnaam toe, of het menschelijk genie werkt met de ruwe houtskoolstift van den holbewoner, dan wel met het inge wikkelde kino-apparaat van onzen tijd? Waarom alweer, heeft men al de groote en kleine technische hulpmiddelen door de eeuwen heen aanvaard en waarom zouden wij juist nu zijn aangeland op het noodlottige punt, dat de inventie zich tegen ons keert en wij aan de schrikkelijke vervlakking" worden prijsgegeven? De eenvoudige vraag, die zich bij al dit vervlakkings"-gelamenteer vanzelf voordoet: Wat wil men dan? wordt door de dichte schaar der klaagzangers voorzichtiglijk ontweken. Niemand hunner heeft nog voorgesteld er nou maar met het uitvinden uit te scheiden niemand is zoo principieel ter verdieping van zijn innerlijken mensch tram of taxi te negeeren. Zelfs Dr. Bierens de Haan adviseert alleen nog maar een voorname terughouding" en niets heeft mij bij een superieur mensch als deze schrijver meer ver wonderd dan deze allerbedenkelijkste raadgeving. Immers die voorname terughouding" is de natuur lijke karakter-eigenschap van enkele hoogstaande i) Zondag g Mei 1926.*% menschen, welke uitteraard een dergelijk advies niet van noode hebben. Zoo komt het hierop neer, dat het vulgus zelfs het Handelsblad-publiek behoort daartoe! een geesteshouding wordt aanbevolen, die voor enkele uitverkorenen is waaraan het zelf nooit gedacht zou hebben en die het eigenlijk kwalijk past. Komaan deskundigen?zit daar niet zooiets als.... vervlakking" in? Laten wij liever dan aan het nuttelooze pessi misme van onzen tijd toe te geven, dankbaar en met bewondering aanvaarden, wat het menschelijk vernuft aan mysteriën voor ons opensluit. Laat ons met eerbied en aandacht toezien, hoe het genie ook de nieuwe mechanische materie zal weten om te vormen tot levende kunst. En nu tot de volgende film !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl