Historisch Archief 1877-1940
fto. 2564
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
OP DEN ECONOMISCHEN
U I T K IJ K
DOOR JHR. MR. H. SMISSAERT
De slingerbeweging
DE geschiedenis herhaalt zich", zegt men en
spreekt dan van een kringloop. Voorzoover de
^geschiedenis betrekking heeft op het werk, dat de
?overheid aan zich trekt, dan wel overlaat aan het vrije
«pel der maatschappelijke krachten, schijnt mij het
beeld der slingerbeweging juister. Wij zien telkens
?«ene verschuiving in de denkbeelden, en in hun toe
passing, totdat de uiterste grens bereikt is, het hoogste
punt; dan keert zich de richting en gaat de beweging
?den anderen kant uit, door het middenpunt" heen,
^stijgt en stijgt, d.w.z. drijft de toepassing der nieuwere
?denkbeelden steeds verder op, al maar hooger, totdat
?ook hier, dus aan de tegenovergestelde zijde het
hoogste punt is bereikt, waarna weer de omzwaai
zich gaat openbaren En zoo herhaalt zich de
geschiedenis.
Ten onzent zien wij dezen staag wisselenden gang
van zaken duidelijk afgeteekend, wanneer wij ons het '
beeld voor oogen brengen, dat omstreeks een eeuw
geleden de oplossing van de vraag: Staatstaak of vrij
spel der maatschappelijke krachten?" te zien gaf.
En dat is juist het nuttige van eenige kennis der
historie op dit gebied: zij leert ons dat er ten slotte
?op het gebied ook van wat wij de vragen van den dag
noemen, inderdaad niet veel nieuws onder de zon is,
maar dat in hoofdzaak de oude gedachten, zij het
?dan in gewijzigden vorm en vooral onder nieuwe
Jreuzen, zich weer doen gelden. En eenig inzicht in die
fiistorie doet ons ook ons anders stellen tegenover de
.zoogenaamd nieuwe leuzen, want wij weten dan, dat
ze wel modern klinken, maar in haar wezen oud zijn.
Wij bedenken dan ook, dat de toepassing van die
leuzen in den huidigen tijd wel leiden moge tot
be?denkelijke gevolgen en ongewenschte verschijnselen,
«maar dat juist het aan 't licht komen daarvan den
omzwaai van den slinger verhaast. Want hoe meer de
zaken op de spits worden gedreven, te eer treedt de
reactie daartegen in.
Er is n groot verschil tusschen het,,voorheen" en
thans" op dit gebied, n.l. de doelstelling. Honderd
jaar her beijverde de Regeering zich, door haar wetten
«n door buiten-wettelijke maatregelen de algemeene
welvaart te bevorderen, d.i. door rechtstreeksche
bemoeiing steun te bieden aan de ontwikkeling van
tiet fabriekswezen, den handel, de koopvaardij, den
landbouw, waarbij zij zich vleide ook de belangen der
verbruikers in het oog te houden; het lot der arbei
dende klasse was niet iets waaraan zij zich in 't
bijzonder liet gelegen liggen, maar wel oordeelde men
dat de door de Regeering gedreven welvaartspolitiek,
door het vertier" te doen toenemen, ook aan den
werkenden stand zou ten goede komen. De grond
gedachte der huidige Staatsbemoeiing en der wet
geving, die deze beheerscht, wordt door het woord
sociaal" voor óns allen duidelijk genoeg aangewezen.
Maar, bij verschillende doelstelling, was in den
grond der zaak het denkbeeld destijds hetzelfde als
voorheen, n.l. dat hetzij dan de algemeene welvaarts-,
hetzij de sociale belangen niet behoorlijk worden be
hartigd, indien niet n wetgeving n bestuur in die
behartiging nemen een zeer ruim aandeel, indien niet
Vraagt steeds
PATRIA BISCUITS
VAN OUDS HET BESTE MERK
het dwingend gezag der wet en de rechtstreeksche
werkzaamheid der overheid en harer organen voort
durend op bereiking van het gestelde doel worden
gericht. Vandaar onder de regeering van Koning
Willem l het vaderlijk zorgend gouvernement, dat er
op uit was door allerlei wetten en maatregelen kracht
dadig op te treden ten einde de welvaart des lands
(die onder het Continentaal Stelsel zoo deerlijk was
geslonken) op hooger peil te brengen. Rechtstreeksche
inmenging was het parool. Elk belang, dat met de
welvaart samenhing, had er aanspraak op, dat de
Regeering al het mogelijke deed om het te bevorderen.
En wat werd al niet mogelijk geacht! Men gaf zich
over aan de illusie, dat met wetten alles te dwingen
viel, d.i. te leiden in de voor welvaart meest
gewenschte richting. De desillusie bleef natuurlijk niet uit,
maar voorloopig bleef men daarvoor blind. Bleek het,
gelijk onvermijdelijk was, dat de rechtstreeksche be
vordering van zeker belang door de overheid schade
toebracht aan een ander of aan andere belangen,
welnu, dan zou men door weer afzonderlijke maat
regelen op dat andere terrein hetzij dat nadeel door
bijzonderen steun vergoeden, hetzij de gevolgen weg
nemen zonder dat men de oorzaak liet wegvallen.
Klaagden de landbouwers over lage graanprijzen, te
wijten aan den invoer van koren en tarwe, de Re
geering benoemde eene commissie om na tégaan, hoe
men den boeren altijd een behoorlijken graanprijs op
de binnenlandsche markt kon verzekeren zonder dat
de verbruikers daarvan de slachtoffers werden.
Toentertijde vierde de praktijk der bescherming"
(dit woord genomen in den allerruimsten zin) haar
hoogtij en schier onbegrensde triomfen. Ik herinner
aan de geheime lijnwaadcontracten ten bate der
Twentsche katoennijverheid, aan subsidieering van
nieuw op te richten ondernemingen, aan heel de
richting onzer handelspolitiek, aan de schaalrechten
voor tarwe en andere granen, aan de bevordering van
koopvaardij door de Nederl. Handel Maatschappij, de
kunstmatige en eenzijdige ontwikkeling van onzen
scheepsbouw en zooveel meer.
Het was te voorzien, dat dit alles moest
vastloopen". Wat dan ook niet uitbleef. De slinger was
op het hoogste punt. En de omzwaai begon. Want
klaar als de dag werd het meer en meer, dat echte,
gezonde, ware welvaart niet aldus kon worden bereikt
en dat de uit steun geboren en met steun gehand
haafde ondernemingen niet tegen een stootje"
konden, terwijl toch die slootjes niet altijd konden
worden afgeweerd, ook niet door dan nog maar weer
wat meer steun.
Dus werd vrijheid het wachtwoord, vrij maken en
vrij laten en vrije handel. Laisser faire, laisser passer!'
Laat de burgers voor hun eigen belangen zelf zorgen.
Laat de overheid in het algemeen, vooral door op
heffing van belemmeringen, de gunstige voorwaarden
scheppen, er op rekenende dat dan de menschen zelf
daarvan wel het beste gebruik zullen weten te
maken....
Met kracht en groote snelheid ging de slinger terug.
Een nieuw tijdperk opende zich, welks geschiedenis
niet minder belangwekkend is dan die van het daaraan
voorafgaande. Een nieuwe geest beheerschte wet
geving en bestuur; men gaf zich rekenschap van den
? achterstand, waarin men op velerlei gebied was
geraakt; van overheidswege ging men inderdaad
ertoe over, velerlei belemmeringen op te ruimen en
in het algemeen gunstige voorwaarden voor het ruimer
vloeien van welvaartsbronnen te scheppen. Door de
scherpte der internationale mededinging geprikkeld,
beijverden industrieelen, handelaars, landbouwers,
reeders zich hun bedrijven beter in te richten, hun
betrekkingen te verruimen, hun afzet uit te breiden.
En zij slaagden op velerlei gebied boven verwachting
in dat streven. In 1845 had men, aarzelend aan
vankelijk, den nieuwen koers gekozen; niet aanstonds
teekende de betering zich af, maar na eenige tien
tallen van jaren was belangrijke vooruitgang toch
wel merkbaar; aan het einde der vorige en in den
aanvang dezer eeuw steeg onze welvaart.
Maar naast deze nieuwe strooming brak middelerwijl
een andere zich baan. Sedert Mr. S. van Houten's wet
HAARD
HEERENGRACHT SOO
AMSTERDAM
pEUBE
MEUBELEN
TAP'JTEM
DUMÊT^
op den kinderarbeid (1874) drong, krachtiger steeds
en breeder, de sociale gedachte dit in ruimen zin
te verstaan in het publieke leven door. En voor
de verwerkelijking van die gedachte koos'men weer
de oude middelen, oordeelende dat die alleen tot het
doel konden leiden: de arbeiders toch golden als
economisch-zwakkeren en wie zou hen beschermen
als niet de wet dat deed? Zoo werd hier heel het
zwaartepunt der actie gelegd op overheidsbemoeiing,
op wettelijken dwang, op ambtelijk toezicht (arbeids
inspectie) en ambtelijke voorziening (sociale ver
zekering). Het was al tatisme" wat de klok luidde....
Op het gebied van ontplooiing voor nijverheid, handel,
landbouw enz. bleef men de na 1845 gekozen banen
volgen.
Doch wij zien nu stil-aan weer een reactie zich
openbaren. Zelfs in tweeërlei zin. Wij beginnen er ons
rekenschap van te geven, dat de zeer uitgebreide
staatszorg op het breede veld van sociaal werk toch
wel heel kostbaar is en toch ook niet altijd zoo heel
vlot en goed functionneert. Wie dit uitspreekt, wordt
niet meer geacht reactionnair" te zijn. De vraag
wordt gesteld, of hier niet meer dan tot dusver aan
belanghebbenden kan en moet worden overgelaten en
overgedragen. Bij de herziening van onze sociale
verzekering treedt de bedrijfsvereniging op den
voorgrond. Door collectieve contracten is ook buiten
den wetgever om veel te regelen en te bereiken. Men
verwacht niet meer alles van den staat en niet meer
niets van de particuliere bemoeiingen; er is een
merkwaardige kentering gaande, waarop steeds
veelvuldiger teekenen wijzen. De slinger schijnt weer
terug te gaan zwaaien. Maar onderwijl blijft in sommi
ge kringen van handelspolitiek de protectionnistische
gedachte levendig.
Ziet gij wel, hoe de geschiedenis zich herhaalt?
N.v.v/HF.VANDERHEIDE
HILVERSUM
'SORAVELANDSCHEWEO. TEL. 1150.
VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN
EN PRIJSOPGAAF VOOR HET
SMAAKVOL INRICHTEN VAN
uw LANDHUIS OF VILLA.
BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO.
MAATSCHAPPIJ VOOR
HYPOTHECAIR CREDIET
IN NEDERLAND
gevestigd te 's-GRA VENHAGE.
Gelden beschikbaar
tegen concurreerende voorwaarden.
DE DIRECTIE.
LEVENSVERZEKERING- IIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIU
MAATSCHAPPIJ
Zeer veilige grondslagen
Stijgende extra-reserves
Vraagt het jaarverslag
ARNHEM
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
PEEK& CLOPPENBURG