De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 31 juli pagina 10

31 juli 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND e Bruiloft van Kana iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiü.'!! DOOR CORNELIS VETH i WEL zelden is een schilderijententoonstelling in ons land zoo druk bezocht en algemeen be sproken als de Jan Steen-tentoonstelling, die in deze zomermaanden te Leiden ingericht is. Verschillende omstandigheden werken daartoe, dunkt mij, mede. Het 'geluk wil bijvoorbeeld dat men den preciesen datum van Jan Steen's geboorte niet weet (zelfs op geen maand af), zoodat men de tentoonstelling gevoegelijk in den vacantie- en reistijd kon houden. Laat ons evenwel ook niet over het hoofd zien, dat een niet slechts zaakkundige, maar ook ongemeen menschkundige commissie het werk van organisatie en propaganda ter hand nam. Zij zorgde voor den roep van veel uitnemends dat van heinde en ver moest komen, zij zorgde voor die fcijbelsche en mytho logische stukken die als picturale krachtproeven voor den leek vooral wellicht verrassender zijn dan de beste zijner meesterwerken, zij gaf een wacht woord uit: misschien de grootste na Rembrandt", waarbij het voorbehoud bijna klinkt als een kiesche BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN Bmgham & Lugt - Slepersvest l - Rotterdam nadruk. Ja indien het nog mogelijk mocht blijken, den heerlijken Hollandschen schilder tot zooiets als een volksheld te verheffen, van den trant zooals Dahte het in Italië, Cervantes in Spanje of Schiller in Duitschland is, zou zij daartoe het hare bij ge dragen hebben door de afdoende weerlegging van de legende zijner liederlijkheid, en door de gemoedelijke verwijzingen, in den catalogus, naar de figuren, waarvoor hij zich zelf, of zijn voortreffelijke Grietje, zijn alleraardigste kinderen Thaddeus, Cornelia, Dirk enz. tot model nam. Moesten niet, indien wij een volk waren dat echt, althans na hun dood, van zijn kunstenaars hield, zijn Thaddeus, Keetje en Dirk met hun frissche, leuke snuiten allang ons aller lievelingen zijn, helden en heldinnen van tal van schalke anecdoten? En dat andere lid van het aantrekkelijke gezin, de hond die zoo pienter en gezellig bij alle bedrijven staat op te letten, en wiens naam de catalogus helaas niet eens vermeldt! Ik vrees dat de kansen op zulke populariteit voorbij zijn sedert sportkampioenen, filmsterren en dito wonderkinderen de beste plaatsen in de algemeene belangstelling hebben ingenomen, en ik denk dat Jan Steen ondanks zijn rehabilitatie als huisvader in den volksmond alleen zal blijven voortleven als die van het verloopen huishouden en de rumoerige brouwerij, en zich tevreden zal moeten stellen met een plaats naast andere Jannen, niet feilloos maar daarom niet minder bemind: nog een Jan van Leiden, en Jan Klaassen, en dien Piet van de Zilleverevloot.En zou dit eigenlijk niet juist een populariteit naar zijn aard zijn, die echt Hollandsche, waarbij de vereering met een flinke dosis gemeenzame ironie is gekruid? Met zijn volledig begrijpen van de eenvoudigen van geest had de lachende wijze die in den grooten schilder stak, zich kwalijk verbaasd over de elementaire opvatting, die aanneemt dat zijn vastehand aan een drinkebroer behoorde en dat hij zijntallooze uitvoerige schilderijen maakte in den tijd,, die op zijn dolle poetsen overschoot. En zooals in. zulke tradities toch altijd iets waars zit, is het hiernog niet zoo geheel mis,'dat Jan Steen en zijn kunst de begrippen blijven vertegenwoordigen van vroolijk-heid, zorgeloosheid, gezelligheid en humor.j Mocht men aannemen, dat een schilderkunst als:; de zijne door beeldende kunstenaars van onzen tijd anders dan als een historisch document kon worden. aangezien, dan zou dit oogenblik om haar te toonen bijzonder gunstig kunnen zijn. Wij beginnen immers overal oprecht beu te worden van de theorieën volgens , welke de kunst niet direct" mag zijn, de natuur niet mag nabootsen (als of ooit een kunstenaar zooiets deed !) of geen geval" mag weergeven, en het tijdstip is daarom wellicht niet zoo ongeschikt om de over tuiging te doen ingaan, dat men direct in zijn voor dracht, natuurlijk in zijn uitbeelding, en toch zeer subjectief in zijn visie kan zijn, en dat de kunst van LAAT «WE CENTRALE VERWARMING EN BIJ KOVEN.? C ?tNSTW.t, U KON.FABR.F.W.BRAAT-DEIFT EN GE ZULT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl