De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 31 juli pagina 12

31 juli 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

Ifi. fff DR GROENE AMSTERDAMMER, WEËKBLAb VOOR NEDERLAND No. 2565 ZUID-AM E RIK A* Een spoorreis dwars door hel Continent E zucht en klaagt er in dezen vacantietijd niet over stoffige, lange en oncomfortabele trein reizen? Ten onrechte, hoor ! Met hoeveel ophef er hier ook reclame gemaakt mag worden voor wonderbaarlijke ?breinen met Pullman en Sleepingcars, wat stof en ongemak betreft winnen de treinen in Zuid-Amerika het met heel wat wagonlengtes in dezen edelen weddoop met hun Europeesche broeders. Onze trein verlaat Buenos Aires langs de ver vallen buitenwijken, waar in de schamele krotwo ningen de minder bedeelde stadsbevolking en nog steeds op geluk hopende emigranten een ellendig bestaan leiden. Dan komen we in de wijde leege vlakten. Stof, stof en nog eens stof. Hoe men ook deuren en ramen sluit, het fijne stof dringt door alles heen en wordt Jiog hinderlijker, doordat alle conducteurs, gewapend met een reuzen plumeau van struisveeren, voort durend aan het schoonmaken zijn. Ten minste dat ?verbeelden zij zich. Na een uurtje sporen is men al midden in de pampas. Eindelooze weilanden met, nu 't hier herfst s, bruin geschroeid gras, doorsneden af en toe door mulle zandwegen, waarop soms eenige ruiters in ?een stofwolk voortsnellen of een Fordje over alle ?oneffenheden heen hobbelt. Anders ziet men niet, tiren lang! Geen boom, geen water, steeds die bruine vlakte, waarboven stofwolken dwarrelen en waarop van tijd tot tijd honderden paarden of struisvogels, ibij het ongewone geluid van den trein, verschrikt ?weghollen.' Hier begrijpt men, dat het houden van ?een paard in Argentiniëgeen groote weelde is. Voor ?SÖgulden koopt men er al een. In De eenige afwisseling in de meer dan' eentonige reis brengen de estanzias", dat zijn hoeven, waar ?door noesten vlijt van den ontginner met veel zorg «en moeite boomen zijn geplant en de dorre vlakte herschapen is in een weelderig graan- of maïsland. Ik had een groepje groene boomen nog nooit zoo mooi gevonden als hier, na uren lang niets dan gras gezien te hebben. Bij de estanzia graast veel vee, koeien en schapen. ?Om die eene groote hoeve heen zijn weer kleinere huisjes gebouwd en soms heele dorpen ontstaan. Als maar eerst n mensch moed heeft gevat, om hier Ie beginnen, worden vaak anderen aangespoord dat voorbeeld te volgen. Een paar aardige dorpjes, die we langs kwamen, waren Hurlingham en Rufino. In Rufino was het station vol menschen, die waar schijnlijk als eenige afwisseling hadden om Zondags ?wat langs den Internacional" te wandelen. Voor het donker werd, kwamen we langs een groot meer ?dat vol rose flamingos was. Het is het eenige water ?dat ik in de pampas zag. De bodem is er leemhoudend, .zoodat het regenwater er blijft staan. r; Dan weer groote kudden, bewaakt door een een zamen peon (veehoeder) die de kudden van zijn ?estanciero weidt op soms een halven dag paardrijdens afstand. Zoo eindeloos zijn hier de afstanden. Den volgenden morgen (natuurlijk had de conduc teur vergeten ons te wekken) moesten we haastig overstappen. We waren in Mendoza aangekomen, waar we onzen trein met de slaapwagens voor den beroemden Pullmann Expres moesten verwisselen. In plaats daarvan werden we in een klein compartimentje geloodsd; geen prettig vooruitzicht daarin de lange spoorreis door de Andes te moeten doorbren gen. Een mede-reizigster, het zelfde lot deelachtig, was verontwaardigd dat zij geen Pullmann-fauteuil kreeg toegewezen. Maar zij bleek niet op haar mondje gevallen. Ze sprak vloeiend Spaansch en begon ge ducht in de landstaal op te spelen. Een soort wereldreizigster scheen ze, met haar koffers beplakt met etiquetten van all over the world. Ik sprak haar in 't Fransen aan, waarna zij het ook voor ons opnam en met succes, want wij kregen onze plaatsen. Ze zei dat ze nog nooit zoo een sale pay$ gezien had als dit, en nog 't noodige meer. * * * Buiten Mendoza begint de trein al te stijgen, langs vruchtbare wijnakkers, die vol druiven hangen. Goudgele populieren staan langs de wegen en in de dalen; reuzencactussen groeien op de rotsen en in de verte ziet men de sneeuwbergen. Een paar uur lang blijft het landschap mooi en vol afwisseling, daarna, als men hooger komt, verdwijnen de boomen, later zelfs de cactussen en blijft er niets over dan kale rotsen, die evenwel vaak prachtig getint zijn, rozerood, okergeel, donkerbruin, soms zelfs diep blauw. Hooger en hooger gaat het treintje. Speelgoed lijkt het, als je het bij een bocht kunt zien, voortkruipend langs de reuzenhooge naakte rotsen. De bergen zijn hier bijna 7000 meter hoog en de trein stijgt tot 3200 meter. Ongeveer zoo hoog als de Jungfrau-Bahn, maar dat is maar een bergspoortje voor de toeristen. Doordat men steeds langs den rotswand gaat, realiseert men de hoogte waarop de transcontinentale trein rijdt in het geheel niet. Indrukwekkend en grootsch is de Andes wel, maar door de woestheid en kaalheid toch benauwend. Men mist de afwisseling, en men is blij, als men eindelijk niet meer naar buiten kan zien omdat het donker wordt. Af en toe komt men een kleine halte voorbij, de trein stopt even, men ziet wat spoorwegwerkers, die in een leegen wagon of een paar armoedige huisjes wonen van een dorpje is niets te bekennen. We komen, heel in de hoogte, de Argentijnsche badplaats Puente Inca voorbij, daarna, terwijl het donker begint te worden, zien we te midden van de woeste rotsen eenzaam en verlaten een groot meer. Laguna del Inca. Sneeuwtoppen rondom. Nu alleen heel in de hoogte, maar soms, in Augustus als 't hier winter is' ligt hier zooveel sneeuw dat het treinenverkeer eenige weken stopgezet wordt. Dan gaat het naar beneden, met versnelde vaart. Maar weer worden de remmen aangezet. De trein rijdt een station binnen en stopt. In Los Andes" moeten we overstappen. We zijn dolblij als we na een uur of drie eindelijk om over half twaalf in Santiago aankomen, het continent dwars door, tot aan de kust van den Pacific. Veertig uur in den trein aan een stuk! T. M. Kunstzaal VAN LIER ?va e\9 awut bet PMtkwtoor te tan» (N-H.) eva O9 ANTIQUITEITEN OOSTBRSCHB KUNST SCHILDERIJEN - NBGERPLASTIEK Dagelijki ook de» Zondagi geopend SCHILDERKUNST DOOR A. PLASSCHAERT De Fransche tentoonstelling Wanneer wij deze tentoonstelling een paar keer nauwkeurig hebben bezien, dan weten wij, dat zij, rond-uit gezegd, een totale onnoodigheid is, en, op zeer enkele werken na, totaal overbodig. Dit is een voudig genoeg te verklaren; het inzicht, dat geleid heeft tot het samenstellen van deze tentoonstelling was noch zuiver noch juist. De meeste tentoonstel lingen toch zijn een serie onrechtvaardigheden, ter wijl zij een rechtvaardigheid" moest zijn, en deze is ongetwijfeld een reeks onrechtvaardigheden, tegenover het genie en het talent in Frankrijk. Wanneer Frankrijk niets anders was, dan wat riet hier te zien geeft, het ware een overbodigheid in de waereld der schilderkunst, en wij konden al onze aandacht bepalen voor andere landen, en andere werken (op enkele na, hier aanwezig!) Toch weet iedereen, die eenigszins op de hoogte is van den gang der schilderkunst, dat de kunst van Frankrijk een deel der negentiende eeuw beheerscht, en een deel der twintigste eeuw. Een tentoonstelling in ons land had deze waarheid moeten verdedigen; de tentoonstelling in het Stedelijk Museum had een deel van die waarheid te verdedigen, en wij vinden daar werken, alle zoo goed als contrarie tegen deze zekerheid. Maar hoe kwam, bij Zeus, de samenstel lende commissie ertoe 't eigen land zoo bitter te blameeren, en ons, Hollanders, zulke moeiten en zulk verdriet te bezorgen? Ik vrees, dat deze tentoonstel ling een vertegenwoordigende, een repraesentatieve heet, en dat uit dit funest begrip Frankrijk deze schae werd gedaan, en ons geen baet? Maar wat is schijnbaar repraesentatief en wat is in werkelijkheid vertegenwoordigend? Schijnbaar repraesentatief is een tentoonstelling, die met luchthartige onverschil ligheid alles door malkander geeft, en die, daar er altijd overal meer sukkels zijn dan inderdaad be gaafden, dien begaafden te kort doet en den zwakken een noodelooze, overtollige eer bewijst. Het is toch voor ons overbodig te weten, dat in Frankrijk er evenveel onnoodigheden in de schilderkunst bestaan als hier, evenzeer als het voor Frankrijk zonder belang is, of er hier, in Holland, een aantal schilders bestaan, die zonder kracht of heerlijkheid paneèlen vullen, doeken vullen, omdat ze eenmaal begonnen met zulk werk, met zulken arbeid, daarmee, ook als broodwinning, niet meer kunnen ophouden (dat zijn dus gezinszaken, maar geen aesthetische quaestie !) Deze tentoonstelling is in alle opzichten schijnbaar repraesentatief. Inderdaad repraesentatief is een tentoonstelling, gehouden in een ander land, die het land van her komst vertoont op zijn sterkst, en de sterksten, telkens met een voldoend aantal, om de blijvende, inderdaad blijvende kennis achter te laten van het wezen dier krachtige schilders, en van de wijze, waarop deze werkelijke talenten hun gevoelens, kennis, gevoel en weten dus uiten. Dat is bovenal noodig. Wanneer eenmaal b.v. in Holland van een aantal leidende schilders, talenten en afzonderlijken, een herinnering overblijft, die, zij 't globaal, hun wezen, persoonlijkheid en opvatting, doet leven en doet blijven leven als een intellectueele winst, dan is er inderdaad iets van de bedoelingen bereikt. En wan neer dan nog, door een gelukkige constructie van den tijd, deze talenten van diepe geaardheid zijn of van grooten zwier, dan is onze intellectueele rijkdom toegenomen met menig ding, dat nieuw is, onver wacht, eenvoudig en toch oneigen. Dan heeft, met andere woorden, de geestelijke export nut en baet gebracht. Maar, nogmaals, wat kan het ons schelen, of er in de andere landen een aantal middelmatigheden zijn, en die minder dan middelmatig zijn? Wat kan het voor nut hebben voor ons op algemeene tekortkomingen van den mensch te wijzen, terwijl het toch in de waereld van den geest gaat om hoogte punten, om zuiverheden, om verlangde en onbe kende dingen, en niet om versleten munt, vervalschte waar, of banaal zicht op een werkelijkheid, die, eindeloos doorzocht, altijd nog eindeloos-rijk is! IV.ROSSEITS -iroe Hl BESTE VARINAS Overal vfricnjgbïar *[80]?p.haH ons pakjt { v.VOLLENHOVEN 'S STOUT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl