Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2565
't
TOEGEPASTE KUNST
DOOR JAN D. VOSKUIL
Batiks van Reyer Stolk in de kunsthandel
J. H. de Bois te Haarlem.
De beschaafde geest van den sierkunstenaar
Reyer Stolk, (een oud-leerjing van Chris Lebeau)
spreekt zich bijzonder goed uit in de teêre
batik? techniek. Met ranke lijnen en fijne schakeeringen,
weet hij zijn motieven saéim te voegen in ongedwongen
composities. Het stijleeren beteekent voor hem niet,
zooals men zoo dikwijls ziet, het in een bot systeem
afstompen der natuurlijke vormen, maar veel eerder
het zich bepalen tot de diepere beteekenis der model
len, waarop hij zich inspireert en die hij neerschrijft
in-een gevoelige karakteristiek. Een doek met den
titel ,'^orellenmotief", waarvan de diep paars getinte,
steriijke visschen met de licht blauwe nuanceeringen
van den achtergrond een mooie combinatie vormt,
herinnert aan de steeds veranderende
lichtspronkelingen van het water, waar doorheen de visschen
schieten; met een duizendvoudige wisseling van kleu
ren op hun glanzende schubben. Tot de beste doeken
kunnen eveneens gerekend worden: de fijn rood
getinte, welke maïsmotief" genoemd wordt, de
schelpen" met graenachtig blauw craquelée door
weven, de visschen" in een blauwachtig rooden toon
gehouden en de rechthoekige, met een pittig lijnenspel
versierd in prachtig groen en geel, die de wonderlijke
ijsbloemen tofc> motief heeft. Ook de groote
wanddoeken Sr. Franciscus" en Adam en Eva"
behooren tot de voornaamste werken. Vooral de laatst
genoemde in geel met groen en lichtblauw gehouden,
is zeer evenwichtig van compositie. De beide hoofd
figuren, die het rustpunt vormen, worden omringd
door decoratief weergegeven bloemen, vlinders en
vogels, die met speelsche lijnen en rijke tintelingen,
voortdurend den aanschouwer weten te boeien. De
doek, waarop een verbeelding van St. Franciscus"
geplaatst is, heeft frissche kleuren, maar de motieven,
'die de figuur omgeven, zijn niet voldoende met elkan
der verbonden en blijven te veel zwemmen" op het
groote gele vlak. Doeken als Golflijnen" en Schub
ben", die breeder van vormgeving zijn dan de hier
boven besproken stukken, schijnen te veel gebaseerd
op den verkoop en zijn onbeduidend van inhoud.
Maar toch zou er op deze grovere manier iets schoons
? te bereiken zijn, doch het lijkt mij, dat Stolk hier
niet de aangewezen man voor is, omdat zijn wezen
zich veel beter uitspreekt in het verfijnde!
VACANTIEREIS
Wn land is me lief", riep een heer met emphase;
m n land is me lief, en m'n Jends/ui nog mér!
Oe klank van m'n taal brengt me steeds in extase :
ik h ou van m'n land, z'n lyriek, en z'n leer!"
Zoo'n liefde is echter in 'f spoeden der dagen,
Juist door haar gewicht, niet voortdurend te dragen :
Ik ga eens naar 'f buitenland'", riep die meneer !
Aan 't einde van Hooimaand verlief hij de Leemden
van Nederlands vrije en vruchtbare klei:
hij ging zich begeven temidden van vreemden,
omdat hem een stem in z'n binnenste zei,
dot door zich moedwillig van 't heil te versteken
van 'f land, waar de landzaten Nederlandsch spreken,
hij aanwon in liefde en brievencopy!
Hij toog langs den Rijn, en de boot was beladen
met dames en heeren met Hollajidsch accent;
hij- doolde door Beieren, Würfenberg, Baden,
en Nederlands taal was er omnipofent;
hij klom naar den uitersten Zwitserschen glefscher,
en hoorde de gouwspraak van 't land van Frans
Nefscher;
Italiëwerd door z'n landslui doorrend!
een tikje mistroostig en ietwat verdrietig
bezocht hij de Lichtstad, door 'f duister gedekt:
daar voelden de Franschen zich kleintjes en nietig
temidden van 'f hederlandsch volksdialect!
Hij stak, el mismoediger, over naar Londen,
en heeft er hef Hollandsch de landstaal bevonden,
soms idiomatisch met Enge/sch doorspekt
Toen is hij naar Belgiëovergestoken,
en daar vond z n rusfzoekend harte z n kans :
hij kwam in de streken waar Vlémsch wordt gesproken,
en daar kwam zijn zoekende geest in balans.
Want schoon ook in Vlaanderen Hollanders kwamen,
ze praatten tot anderen, praatten tezamen,
geen Hollandsch, maar f zuiverste
schoolboeken-Fransch !
KUMGRA NOSALIS
TOERISME
DOOR TOM SCHILPEROORT j
Zwitserland. In de 'bewerking, van A.
Pieters, van den tekst van J. Nicoilier.
Een tocht door Zwitserland ! Langs den weg !
En. niet met de snelle treinen, die dwars door de
bergen trekken, of langs diepe afgronden over be
wonderenswaardige constructies voortschieten, maar
te voet meestal, zoo dwars door het land, dus door de
huiskamer om zóó te zeggen, en niet door den
algemeenea ontvangsalon, waar 't eigen karakter onder
duikt in dat van de bezoekers
Bescheiden wordt in den titel vermeld, dat het boek
geïllustreerd is. Waarlijk zeer goed geïllustreerd, en zoo
talrijk zijn de plaatjes, waarvan de meesten heel mooi
en vol stemming zijn, dat alleen het doorbladeren van
't boek voor deze afbeeldingen al 'n prettig werk is.
Zwitserland is voor velen onzer het doel van hun
eerste groote reis geweest. Want we mogen voor een
afstand van 'n kleine duizend Kilometer wel van 'n
groote reis spreken. En velen beschouwen het ook,
dank zij eenige overeenkomsten met ons eigen volks
karakter, als hun toerland bij uitnemendheid. Dat
het daarbij binnen z'n klein oppervlak een onverge
lijkelijke hoeveelheid natuurschoon bevat, welke
in karakter juist tegenovergesteld aan het onze is,
en dat het er zoo huiselijk" is, omdat je er iedereen"
ontmoet, zijn bovendien factoren, welke de relaties
tusschen Holland en Zwitserland nog in 't bijzonder
verinmgd-hebben al komt de liefde wel eens van
n kant!
Maar boven alles staat Zwitserland's natuurschoon
en al hebben we daarvan in Dauphinéen Savoye,
zoowel als in Tyrol ook een gedeelte, Zwitserland ligt
als de machtige kern van dit bergland temidden van
Centraal-Europa, en ook deze ligging heeft er niet
weinig toe bijgedragen dat van alle zijden de toeristen
van alle landen er zich vereenigen.
Dit land in een kleine 200 bladzijden te beschrijven,
is geen geringe taak. Vooral als voor de meeste
bladzijden door de mooie foto's slechts een tiental
regels overblijft. Toch bevat 't boek vele aardige
details, al blijven ze aan de oppervlakte, en is de
bewerking van den heer Pieters, den energieken en
volijverigen directeur van het Centraal Bureau der
Nederlandsche Reisvereeniging, die daar tusschen z'n zér
drukke werkzaamheden tijd toe vond, zeer te loven.
Wil men Zwitserland bereizen, dan zal de vlotte
tekst van dit boek stellig een aardige inleiding daartoe
vormen en zal men terugkeerend, met dankbaar
gemoed de plaatjes bezien, die door hun stemming en
uitvoering vele grootsche of liefelijke herinneringen
in de geest zullen vastleggen
De uitgave is door de firma Sijthoff zeer verzorgd.
De omslag wordt door een driekleurendruk naar een
schilderij van een ongenoemde (waarom?) versierd.
Als ik verder iets aan te merken zou hebben, dan is het
dat het boek noch een inhoudsopgave, noch een lijstje
der in 't boek voorkomende plaatsen met de
bladzijdenvermelding bevat. Om een bepaalde plaats in 't boek
op te zoeken, is zonder deze hulpmiddelen een bepaald
geduldroovende bezigheid. Ca £oüte pourtant si peu,
et ?a fait tant de plaisir!
FILM-LITTERATUUR
DOOR L. J. JORDAAN
De film-fantast, door H. L, Wilson, uit het
Engelsen vertaald dooi A. E. de Vries.
Haarlem. H. D. Tjeenk Willink en Zoon.
In Amerika bestaan, naar het schijnt, maar twee
soorten menschen: de fan's" en zij, die ze alle vijf nog
bij mekaar hebben. Fan's", dat zijn de zwakzinnigen,
die hun slaapkamer vol hangen met foto's van film
sterren die duelleeren met iedereen, die Gloria
Swanson niet splendid" vindt die albums-vol
valsche autografieën" uit Hollywood verzamelen
die de cinematografie hooge kunst vinden omdat
Torn Mix te paard een dames-boudoir binnenrijdt en
omdat Anna Q. Nilsson van een brandende locomo
tief springt die de film-periodieken spellen en ten
slotte (hoe kan 't anders!) bij zichzelf een ongeneeslijk
talent ontdekken voor het witte doek.
Het is ten gerieve van deze beminnelijke en belang
wekkende idioten, dat werken, als het hier besprokene,
geschreven worden en ik wil er wel dadelijk bijvoegen,
dat zij een heilzame uitwerking kunnen hebben. Alles,
wat die kinderachtige en overspannen fantasten aan
trekt in de film en in het leven der acteurs wordt er
belachelijk gemaakt, zorgvuldig van allen schoonen
schijn ontdaan en onbarmhartig te kijk gesteld. En
het feit, dat het op een amusante manier gebeurt
vol droge, Angelsaksische humor doet het beste
van de sociale strekking dezer menschlievende lec
tuur hopen.
Het heele geval is een parodie van a tot z. De held
is een f.lm-fantast als boven beschreven, die de drang
om film-acteur te worden niet kan weerstaan en met
zijn overgespaarde dollars naar Hollywood trekt, om
emplooi te zoeken. Het gelukt hem eindelijk binnen
de muren der film-stad te komen, als extra" en van
nu af aan schrompelt zijn ideaal van alles, wat der
film is hopeloos ineen. Zijn heldin (en dit is karak
teristiek voor de artistieke opvatting van den auteur !)
houdt op een kunstenares(l) te zijn, omdat.... ze
niet zelf van een rots in zee springt, maar een ander
JANTJE'S KLADSCHRIFT
^T^^^^^^^I
dit laat doen. Zoo volgt de eene ontnuchtering op de
andere en zijn laatste illusie wordt vernietigd, wan
neer het blijkt, dat de drama's, waarin hij met veel
inspanning en in doodelijken ernst de hoofdrol heeft
vervuld, als kostelijke parodieën de wereld in gaan.
Zóó ziet de auteur de film-fantasten", maar zóó
ook ziet hij de film-kunst. Van het artistieke lichtbeeld,
dat niets te maken heeft met doodensprongen en
snoezige juffertjes, heeft-ie blijkbaar nooit gehoord
en aan een andere belangstelling voor de cinemato
grafie, dan het ziekelijke dwepen van oude en jonge
bakvisschen, mitsgaders de hersenschimmen van half
gare jongelingen, schijnt-ie niet te denken. Wie iets
over het film-vraagstuk of over de film-kunst wil
lezen, legge dit boek gerust naast zich neer. Maar wie
een amusante luchtige vertelling wil, met veel
anecdotische bijzonderheden uit film-land, kan er een,
paar gezellige uurtjes mee slijten.
Een U.F.A.-boek
De U.F.A. publiceert een keurig uitgevoerde,
rijkgeïllustreerde prospectus van haar programma voor
het volgend seizoen. Het kan niet ontkend worden,.
dat het er over het algemeen zeer belangwekkend en
veelbelovend uitziet aankondigingen als: Fritz
Lang's Metropolis" Murnau's Faust",
deFreudfilm Macht van het Onbewuste" en vele andere, doen
popelen van nieuwsgierigheid. Alleen het bloemrijke
en weelderige proza der aankondigingen, geeft den
criticus reden tot groote bezorgdheid: wat blijft er
voor hem eigenlijk nog te zeggen over? Ik voor mij
voel groote neiging het maar op te geven.... !