Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2565
.\RITIEME PLANNEN
IN MINISTER
L A M B O O Y
DOOR ICKDIÈN
Een leege dop''
het voorlaatste ministerie Colijn had de
ing zich met een^beginsel yereenigd, waaruit
ur een logische reorganisatie der marine
rtkomen.
leshandeling van de Vlootwet deelde
miterveld n.l. mede, dat de Regeering bereid
vorderen, dat ieder deel der vloot in
en in Indiëzijn eigen personeel zou
e vlootwet splitste het materieel. Met de
ig van dit beginsel zou dus de splitsing der
actisch geheel voltrokken zijn.
s de verwerping van de vlootwet bleef de
aan het beginsel der splitsing van het
trouw, gelijk bleek uit de omstandigheid,
ter Westerveld later verklaarde de aan zijn
int opgelegde bezuiniging uit de toepassing
:ginsel te verwachten. En met de verdeeling
materieel wordt in hoofdzaak den door de
aangegeven weg gevolgd. Te voren gold het
at Indiëde schepen betaalde die bestemd
'or de Indische militaire marine ter ver
van het binnenlandsch gezag, terwijl
Nederz.g.n. Nederlandsch eskader bekostigde.
orden, de bouwkosten der voor Indi
benarinevaartuigen over beide gebiedsdeelen
'deeld.
3or is metterdaad de splitsing van het
l aanvaard: het nieuwe materieel schijnt
regeling der verdeeling van de bouwkosten
sch onder de Indische militaire marine te
Althans het Nederlandsch eskader in Indi
tog slechts uit vier oude opgevaren jagers; en
Tuisers zijn thans blijkens de begrooting .1926
.an tot de Indische militaire marine.
iet voorlaatste ministerie Colijn gebleven,
e dus op den weg naar de splitsing
voortal schijnt minister Westerveld persoonlijk
:id van beheer te hebben willen handhaven.
:ht is juist dit laatste voorbehoud oorzaak
n, dat de heer Westerveld van het laatste
Colijn, geen deel uitmaakte, en dat zijn
ille a.i. aan den heer Lambooy werd
opge
:lijk bleek althans het vervallen van het voor
uit de memorie van toelichting, waarmee de
imbooy zijn begrooting voor '26 deed
vergeDaarin toch verklaarde hij, dat de
verant,ijkheid voor de verdediging van
Nederlandscha haar geheel moet berusten bij den minister
iloniën; in verband met den localen aard der
me defensie in Indiëzou het grootste voor
estemde deel der zeemacht ressorteeren onder
>artement van Koloniën, terwijl het deel,
bevpor het moederland, dat van veel geringer
l is, kon worden beheerd door het departement
andsverdediging; de bemoeienissen van het
jrlijk departement van marine zouden
gei, naarmate deze overgang werd uitgevoerd,
pen en ten slotte ophouden; marine en leger
hier te lande als in Indiëzouden onder
eenl beheer worden gebracht.
deze verklaring had minister Lambooy zich
g vereenigd met de splitsing der marine. De
ng naar het nieuwe stelsel wilde de minisver
racht ter hand nemen en hij verzocht daarom
voegdheid zich een directeur-generaal toe te
i, die, met ruime bevoegdheid bekleed, zich
zou wijden aan de bewerking van deze
omvangnaterie. De overgang zou voor zooveel noodig
? bij de wet worden geregeld.
korte vacantie, die de heer Lambooy genoten
tijdens het interregnum-van Royen, heeft
blijkgrpoten invloed uitgeoefend op zijn inzichten.
inister Lambooy, die den heer van Royen
ops, is althans een geheel ander dan de minister
ooy, die hem voorafging.
t duidelijkst blijkt dit uit de toelichting, waarmee
noeming werd verdedigd van den raadsman, die
egenwoordigen minister Lambooy zal bijstaan.
directeur-generaal daalde deze af tot
raadeur in algemeenen dienst; van ruime
bevoegdi moest hij afstand doen. Zijn taak werd daarbij
kt tot de inwendige reorganisatie van het
-tement, de voorbereiding der samenvoeging
de beide departementen, de versobering der
ie in Nederland, het gebruik van zee-militie,
apisatie van den luchtvaartdienst, van de
nistratie en van de Rijkswerven.
zou reden zijn om deze nouveautés de la saison"
aardeeren, indien zij de vrucht zouden zijn van
'litsing der marine. Zij schijnen echter integendeel
oeten diene» om de toegezegde splitsing te doen
;ten.
;n vergisse zich niet door te meenen, dat deze
iveautés" de wezenlijke of "voornaamste
voor?n der splitsing zouden vormen, zoodat de plannen
den heer Lambooy ons in staat zouden stelleji
om die voordeelen binnen te halen met vermijding
van de bezwaren, die velen tegen de splitsing
op? werpen.
De strijd over de splitsing zal uitgestreden moeten
worden. Wie deze ontloopt, zal er in dienen te be
rusten, dat alles bij het oude blijft, of genoegen
moeten nemen met schijnbare veranderingen zonder
wezenlijke beteekenis.
Komt de splitsing niet tot stand, dan Heeft ook de
samenvoeging der departementen geen waarde. Zij
komt in hoofdzaak neer op een voortzetting van den
huldigen toestand, met twee departementen onder
een gemeenschappelijk hoofd. De ironie van het lot
wil, dat een dergelijk plan eenige jaren geleden heftig
bestreden is geworden door den tegenwoordigen
'Minister en zijn raad-adviseur in algemeenen dienst.
Het departement van Oorlog is wellicht het moei
lijkste en gevaarlijkste departement thans, nu
ook daar een groote reorganisatie moet worden
voorbereid, meer dan ooit. Er is waarlijk geen be
hoefte om de taak van den met dit departement
belasten bewindsman'nog blijvend uit te breiden en
zijn lot nog wisselvalliger te maken'door dit duurzaam
afhankelijk te maken van zijn slagen bij een ander
departement. De raad-adviseur in algemeenen dienst
betoogde eenige jaren geleden zoo terecht, dat het
parallel loopen der functie van het zeer ondergeschikte
Hollandsche deel der marine met Oorlog" nooit aan
leiding mocht zijn, om ook de Indische hoofdzaak
met dat Haagsche departement te verbinden.
Uit defensie-oogpunt is de samenkoppeling der
Indische marine met het departement van Oorlog"
niet alleen zonder waarde, maar ongetwijfeld nog
slechter dan het behoud der eenheid van de beide
marines. Marine en Leger, zoowel hier te lande als
in Indië, zouden onder eenhoofdig beheer worden
gebracht! Dat was de beginselverklaring van Lam
booy in 1925. Maar dit beginsel, dat zoo uitnemend
geschikt was om een zuiveren grondslag voor de
reorganisatie te vormen, schijnt de minister Lambooy
van '26 volledig te hebben prijs gegeven.
Zelfs voor Holland is de verbetering maar schijn:
reeds zoovele malen is de personeele unie der beide
departementen zonder beteekenis gebleken..
In ieder departement verdedigt dan de minister de
speciale belangen van het departement, en 's middags
bestrijdt hij uit het Voorhout de inzichten die hij
's morgens op het Plein aanvaard heeft.
Op z'n best is de samenvoeging slechts de leege dop.
Ook voor de andere door den minister beoogde
voordeelen geldt ditzelfde.
De splitsing zou het groote resultaat kunnen
brengen, dat de marine in Holland, die thans in hoofd
zaak slechts een millioenen verslindend personeels
organisatie is, werd teruggebracht tot den zér be
scheiden omvang, die voor Holland werkelijk noodig
is. Daardoor werd het veld vrij voor den opbouw
onzer noodlijdende zeemacht tot een krachtig orgaan
in Indië, in het gewest waar dit orgaan zoo hard
noodig is.
In plaats daarvan wil de minister gaan versoberen
alsof zijn voorgangers met opzet een overdadige
topzware personeelsorganisatie in Holland hebben
doen ontstaan. Deze organisatie, de oorzaak van den
noodlijdenden toestand der marine, is slechts het
natuurlijk gevolg der eenheid van de marine. Immers,
zoolang die eenheid blijft bestaan, zijn de gezinnen in
<*>
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
eva eva G\9 DEN HAAG o« . os G\S
AMSTERDAM ~ ARNHEM
Bewaarplaatsen voor Inboedels
Holland gevestigd en kan het marine-bestuur het
personeel slechts nu en dan naar Indiëzenden, ir»
plaats dat het doorloopend dienst doet op het terreia
van zijn actie. De marine is behoudens
eenigehulpdiensten van zeer bescheiden omvang in
Holland overbodig; zoo lang de Regeering het niet
aandurft om haar te zenden naar het terrein, waar zij
noodig is zal de marine noodlijdend blijven. Zoolang;
houdt de marine b.v. ook in Holland een kostbaren
luchtvaartdienst, waaraan zij niet de allergeringste
behoeft^ heeft.
Zoo lang kan de Regeering de
millioenen-verslindende personeelsorganisatie voor geen enkelen dienst
in Holland niet ontberen om het uit Indiëterug
keerend personeel althans schijnbaar een werkkring:
te kunnen aanbieden.
De behoefte daaraan is de kern van het vraagstuk
der marine-reorganisatie. En nu minister Lambooy
er voor schijnt terug te deinzen om tot dien kern door
te dringen, zooals hij bij zijn eerste optreden beloofd
heeft, kunnen alle schoonschijnende beloften, die hij
thans doet, in geen enkel opzicht de teleurstelling ver
minderen over het feit, dat hij het Nederlandsche volk
tracht blij te maken met een leegen dop.
NIEUWE UITGAVEN
Dr. M. J. HUIZINGA, Handleiding bij het
snelzwemmen. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink.
Het boekje, dat van een aantal duidelijke illustraties
door Anton Pieck voorzien is, maakt een zeer
aangenamen indruk en heeft zooals de schrijver in zijn
voorwoord zegt niet alleen de bedoeling om be
langstelling te wekken voor de moderne
zwem.slagen, welke uit de Nieuwe Wereld tot ons komen,
maar ook om als handleiding te dienen voor diegenen,.
welke zich, natuurlijk liefst onder leiding van een
zelf in goeden stijl zwemmenden trainer, in hei
eigenlijke wedstrijdnummer wenschen te bekwamen.
Om ons tot dit laatste te beperken gelooven wij, dat
de schrijver geslaagd is, mits wij het woordje liefst"'
buiten beschouwing laten, want hoezeer ook getracht
is in de uitlegging der verschillende zwemslagen zoo,
duidelijk mogelijk te zijn, lijkt het ons toch ondoenlijk
om deze, zonder practische leiding, uit dit hoekje
teleeren. J. G. S.
Inlichtingen over mij zijn
kosteloos verkrijgbaar bij
BLOM & VAN DER AA
Amsterdam Rotterdam Den Haag
Beursplein 5 Wijnhaven 139 Hooge Nieuwstr. 34
Tel. 47944 (zeven lijnen) Tel. 8853 (Toumooiveld, Tel. 1582!)