Historisch Archief 1877-1940
10
Jan
Steen
DE GROENE AMSTERDAMMER,
«
WEEKBLAD
VOOR
NEDERLAND
No. 2565
Vrooli; k
Iruis-waarts k
eeren
: t'-vT*'?» ??'
,*? V
,V.» Aa ij.^^ . ^\,-l . .|^*y
JAN STEEN-TENTOONSTELLING
DOOR CORNELIS VETH
n
T N mijn eerste artikel wees. ik op een verzuim in
?"?den catalogus, waar de naam van den telkens
voorkomenden sympathieken hond nergens genoemd
wqrdt. De billijkheid gebiedt echter, te constateeren
dat de korte verklaringen bij de nummers precies zijn
wat noodig is, en alweer van ongemeene
menschenkennis getuigen. Zij helpen den bezoeker juist even
op weg in de voorstelling, die meestal zonder dat
ook begrepen kan worden, doch dan alleen met dat
beetje moeite, dat het publiek zich nu eenmaal niet ver
kiest te geven. Velen lezen elkaar dan die verklaring
voor, en wij willen hopen dat ze hen aanmoedigt om
nog veel meer van het schilderij af te lezen. Maar het
is in elk geval goed gezien, dat men eenerzijds de
dorre boedelbeschrijving vermeden heeft, en zich
anderzijds beperkt heeft tot aanduiding van de han
deling en van de enkele symbolische attributen, die
bij Steen niet noodig zijn, maar ook niets bederven.
De enkele regels zijn voldoende welk een verschil
met Hogarth, over wiens bedoelingen nog in zijn eigen
eeuw Trusler, Ireland, Lichtenberger in dikke boeken
vullende commentaren elkaar tegenspreken!
Hoewel wij in- ons land toch wel van zijn intiemer
werk voorbeelden hebben (zooals het zeer fijne
doktersbezoek in het Rijksmuseum en die twee in het
Mauritshuis, en zooals de Papegaaiskooi, Vóór de
Herberg en wat baten kaers en bril?") konden wij
Jan Steen vóór deze tentoonstelling toch vooral als
den schilder van het Feest zien. Van het ongewijde
feest, dat na de Middeleeuwen, als door een reactie
op de traditioneele gewijde onderwerpen zooveel ge
schilderd is. Welk een nuances overigens ook daarin,
INKOOP
Brillant, Paarlen, Platina, Goud en Zilver.
H. LAMMERS, Juwelier, A°1845
OUDEGRACHT 149 UTRECHT
EXPERT der Nederlandsche Spoorwegen.
van de bruiloft af, die toch een inwijdingsfeest is,
tot het liederlijke drinkgelag. En welk een verschil
van momenten: nu eens als het exposémet het aan
komen van den stoet en den aanvang van de pret,
dan midden in de handeling vallende, of het uit elkaar
gaan, het doezelig en aarzelend scheiden.Ontbreekt hier
een zoo volmaakte uitbeelding van het hoogtepunt,
al s de Prinsjesdag" in het R.M. daar waar de breede
humor als in een weemoedsstemming gedompeld is,
twee van de mooiste geschilderde en
stoutst-geconcipieerde familiefeesten, het Haagsche Zoo de ouden
songhen" en het Kasselsche Boonenfeest prijken er
met hun wónder-rijk en wónder-harmonisch coloriet.
Ware het bij de inrichting dezer tentoonstelling
erom te doen geweest, den schilder in het gunstigst licht
te stellen, een schilderij als het straks genoemde had
niet mogen ontbreken, en de eenigszins apart staande
Kiezentrekker uit het R. M., wiens schier demonisch
silhouet tegen zoo'n grillig dramatische lucht staat,
al evenmin. Maar de verleiding om het velerlei boven
den keur te stellen is den nijveren en verdienstelijken
inrichters verschenen in de gedaante van kunst
historische belangstelling, en zoo nemen eenige, deels
omvangrijke mythologische voorstellingen, waarbij
men nauwelijks de aandacht kan bepalen, een vrij
groote plaats in, en dragen misschien bij tot de kennis,
zeker niet tot het begrijpen en waardeeren van den
meester. Daartegenover staat, wat er meer dan tegen
opweegt, de groote rijkdom aan uitgelezen kabinet
stukken. Het buitengeval met den vioolspelenden
jongen uit de Uffizi (achter glas), en dat in den
herbergtuin, uit Berlijn, die elkaar, dunkt me, in fijne natuur
lijkheid en in stemmingsvol atmosferische schildering
weinig toegeven, de verrukkelijke teekenles die in
Deensch bezit is, met het argeloos-toekijkende, stra
lend jonge meisje, het delicieuze geval van den be
jaarden vrijer, dat andere, nog haast soberder, van
den bezoeker bij het naaistertje, dan, de vermoeide
reiziger, het visschertje, en het luchtig dartelen
stoeiende paar dat de Lakenhal al bezit (Scherzando
noemde het.... stellig niet Jan Steen!) deze schil
derijtjes zijn kleinodiën, tot wellker genieting men
telkens weer van het grootere vollere, terugkeert.
Het is niet, dat aan de feesten met de vele persona
ges in alle schakeeringen van wezen en van handeling
de gebonden eenheid zou ontbreken, het is niet dat
men den schilder zonder dat omvangrijker werk naar
behooren waardeeren zou ! Men vindt er alles in, al
zijn subtiliteit, men vindt er van de schuchtere bruid.
tot den dollen bruiloftsgast, van de zorgelijke en zelfs
plechtstatige matrone tot den overmoedigen kwa
jongen, men vindt er een meesterlijke groepeering,.
en een veel bewogen perspectief, men vindt er juist
genoeg landschap op den achtergrond om te erkennen.
dat hij van Goyen's lessen niet verwaarloosd heeft
en met zijn gebroken luchten en trillend loover de
natuur kon doen meespelen, of met een stukje
zons-ondergang door een venster zijn licht verklaren.
Neen, men keert van de voller stukken naar die
eenvoudigere en kleinere als van een breed opgezetten
roman naar een sobere novelle. Men ziet er den schil
der, die, omdat hij de rauwheden -van het leven eerlijk
en zonder sentimentaliteit gaf, grof en plat genoemd
is, en omdat hij het buitensporige in al zijn zotheid
voelde, voor een potsenmaker Js aangezien, men ziet
er hem als een tijn, en teediKwijs kenner van het
menschelijke, uit de ontmoetingen en incidentjes van
simpele menschen een schat van heerlijken humor'
opdiepen, men ziet hoe die doordringende en
tintelende oogen van het zelfportret de comedie
humaine om zich heen hebben waargenomen. Men ziet
er hem misschien het zuiverst, met nergens een pose
ter wille van de groepeering, nergens een detail ter
wille van de compositie, met, als middel om de wer
kelijkheden boeiend weer te geven, slechts het na
tuurlijke !
Hoe verfijnd zijn stofuitdrukking is, hoe onver
bloemd zijn vreugde in de kleur, niemand is er verder
van af, daarmee te pronken. De geelzijden stoffen, de
blauwe fluweelen, zijn diepe brons, zijn edel parelgrijs;
Kunstzaal VAN LIER
«\9 CvS wuwt Iwt Pocduatoor l* Lam (N.-H.) <M> o\s
ANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK
Dageli)ki ook dei Zondag» geopend