De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 7 augustus pagina 11

7 augustus 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2566 f DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BOEKBESPREKING Jan Steen , of koele lila-grijs, en een enkel maal, het stralend vermiljoen, zijn nooit anders dan verantwoord. Hij zondigde nooit uit picturale overwegingen tegen het karakter van het geval, nooit, terwille van de ver telling, tegen aesthetische eischen. Dure, rijke stoffen aan het lichaam zijner personages of in de interieurs duiden op weelde of verkwisting, eenvoudige luiden dragen flanel of laken, waaraan de schilder even zeer zijn behagen heeft. Vergelijk de pracht die ons uit Soo gewonnen, soo geronnen" tegen komt, met de soberheid in het tafreel van den ouden would-beminnaar. Hij versmaadde het als Hogarth en Troost deden, de bedrijven van een gebeurtenis, als bij een tooneelstuk, afzonderlijk te zetten. Hij was geen dramaturg, hij was een schilder. Ik geloof niet, dat hij de kwaliteiten zijner tijdgenooten heeft willen evenaren: nu eens Terburg, dan Vermeer, dan Metsu. Hij manifesteerde met niets; hij gebruikte alles. Het is ook niet noodig afzonderlijk te gewagepi van zijn personages, (waarvan, hoe dikwijls men ze ook herkent, de verscheidenheid opmerkelijker is dan de herhaling) maar er is reden, te wijzen op de functie van zijn kinderen en van zijn.mooie of aantrekkelijke meisjes. Zijn kinderen hoe ver verwijderd van de sombere gedrochten bij Vinckebooms of zelfs de gro teske dreumesjes bij Ostade,?zijner nimmer om door lieftalligheid of hupschheid een tegenstelling te vor men tot het grove of boertige, zij hebben kaVakterrollen, en somtijds niet de onbelangrijkste. Hun ge preoccupeerd en afwezig doen zelf is somtijds als een hooghartige critiek van den schilder op de volwas senen. Noch zijn de meisjes en jonge vrouwen er als contrast; zij staan ten volle in de handeling en haar N. V. KUNSTZALEN DE SIRKEL" Laan van Meerdervoort 53 D DEN HAAG TEL. 36518 WERKEN VAN MODERNE MEESTERS Kunstboeken, Sieraden, Glaswerk Leerdam Unica Aardewerk £&, Reproducties naar oude meesters Soo gewonnen soo verteert mimiek is duidelijk als die van den meest grimasseerenden eersten komiek. Het is zeer teekenend voor den breeden humor van Jan Steen, die zich eigenlijk slechts uit traditie op het gebied van de didactische satire pleegt te begeven, dat zijn dokters niet als zoodanig komisch zijn. Van den spot, die reeds in de oudheid en door de middel eeuwen heen den arts vervolgt, en die bij Molière culmineert, geen zweem. Zijn dokter is wel eens een schraal, plechtstatig kereltje, hij heeft soms een ver stolen lachje om zijn dunne lippen, hij heeft, een enkele maal, een buik en een drankneus maar ook dan is hij in de eerste plaats als mensen; niet als dokter komisch. ^ In zijn mythologische voorstellingen is Steen wel het minst geslaagd, en noch de Romeinsche geschiedenis (Anthonius en Cleopatra!!) noch zelfs het oude Testament heb ben hem overtuigend geïnspi reerd, hoewel dat kleine Ahasverus" toch wel een prachtig schilderij, wondermooi van coloriet, en zelfs dramatisch is. De groote kunst, met de idealisti sche allure, heeft in hem geen gelukkig beoefenaar gevonden. Ik zou hun, die daarin een be wijs van zwakte zien, het woord van Oscar Wilde willen voor houden: it is a very unimaginative nature that only cares for people on their pedestals". Jan Steen heeft niet wer kelijk gegeven om den mensch, die op een voetstukstaat. Maar hij heeft, in die ne Bruiloft te Kana", een van de aller mooiste schilderijen die ik ter wereld ken ! op dat rijke, prachtige feest, tusschen al die groepen menschen, die niets be merken, die alle bezig zijn met praten of drinken of schenken, , vlak bij drie mannen in druk gesprek, jdie nóg niets bemer ken, een' klein groepje geschil derd, vol intense aandacht voor den eenvoudigen Christus het heilige gebeurend in een hoekje, ongezien en stil! hij heeft, dunkt [mij, daar iets weten te zeggen dat boven het heroïsche en idealiseerende gaat. Laat deze tentoonstelling ons deze grooten en zeer echten Hollander eindelijk; nader heb ben gebracht, laat ons beginnen te begrijpen dat uit zijn kunst een geest tot ons komt, klassiek en zuiver als uit Molière's taal en Mozart's muziek. E. SMEDES. Naar de geestelijke revolu tie". Uitgevershuis Europa, Rotterdam. Met vaardige pen worden de afgoden van onzen tijd bestormd op een manier die dikwijls amusanter is. dan grondig maar altijd de moeite waard. De tachtigers" en het nieuwe humanisme van professor Kohnstamm en alle half-zachte bewegingen. en -'ismen die reeds achter ons liggen. Dit is, iets wat de vlotte schrijver wel eens uit het oog verliest. Waarmee niet gezegd is dat de inhoud niet actueel is. Dat is zij in de hoogste mate het werkje is dan. ook meer journalistiek dan wetenschappelijk. Df zal in het licht der tijden toch nog de goed, gefundeerde wetenschappelijkheid bewezen worden? Dit valt nu nog niet te zeggen. K. C. F. van Dam. Motoren en liefde. Amster dam z.j. Uitgevers-Maatschappij ,,Prometheus"' ~ , i Geen zwaarwichtige litteratuur. Misschien heelemaai geen litteratuur. Volstrekt geen boek om er een. breedvoerige beschouwing aan vast te knoopen; om eens na te gaan, uit welke letterkundige strooming van de laatste jaren dit werk zou zijn voortgekomen. Dit kleine boek staat buiten elke strooming, het iszonder pretenties; het kondigt zich niet letterkundig. aan. Maar ze zijn alleraardigst verzonnen, deze simpele verhaaltjes, waarin telkens de motor een rol speelt; meest een komische rol,' soms een tragicomische. Aantrekkelijk is in deze schetsjes, dat ze nergens. een te-veel geven. Gecomprirneerd-anecdotisch zijn ze: een dialoogje, een gevalletje, een geronk van den. motor, langs de straat, in de lucht of op het water en een slot, anders gewoonlijk dan je verwacht; verrassend; pétillant. En zoo nonchalant als deze dingetjes op papiergeworpen lijken er kan toch bij genoteerd worden,, dat de schrijver met een paar krabbels, een enkelen volzin, een sprankelend gesprekje, raak weet te typee ren; dat hij bijvoorbeeld den motor-proleet en den. motor-aristocraat drommelsch goed uit elkaar heeft gehouden. Een, naar het satyrieke overhellende,, humoristische toon komt den schrijftrant mee ten. goede: alles bij elkaar een boekje, dat zich in verre gende vacantie-uren uitmuntend laat lezen. Van Mens zorgde voor vlotte verluchting. HERMAN MIDDENDORP yc vermoeide- reiziger

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl