De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 7 augustus pagina 3

7 augustus 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2566 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET LAATSTE BROK DOOR DR. JAN ROMEIN TROTZKI TWEE JAAR MET VACANTIE" Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek De Abessijnsche kwestie Heel onder in de geschiedenis duiken zij al op, de Ethiopiërs, wier land men sinds de 17de eeuw Abessyniënoemt; de uitersten der menschen" noem de hen Homerus, omdat hij zich hun zwarte huidsikleur slechts denken kon als veroorzaakt door de hitte van de zon en deze het felst moest branden waar zij het dichtste bij was: heel in het Oosten waar zij op- en heel in het Westen, waar zij onderging; Herodotus noemt hen de grootste en mooiste der men schen"; en de Bijbel kent ze al als de onderdanen ?der koningin van Saba, wier rijk zich vermoedelijk héft uitgestrekt, behalve over Abessyniëzelf dat ongeveer zoo groot is als het Balkanschiereiland ?over gelukkig Arabiëaan den overkant der Roode .Zee. Een groot land onder een machtig vorstin, aan wie niemand minder dan de wijze Salomo zooveel aandacht schonk, dat de Abessijnsche Koningen der koningen" hun afstamming dateeren van dat bezoek. Met die glorie is het sinds lang gedaan: van de ,,uitersten" en de mooisten" der menschen, Werden . de Abessijnen tot mee van de minsten, tenzij men het nog een glorie wil rekenen, dat eerst de Portugeezen, toen deFranschenensindsl805deEngelschen rzich voor het land interesseerden, de laatsten, vree.zende, dat Napoleon bij een eventueele verdeeling -van Turkije met Rusland zich Egypte toe zou eigenen. De laatste keer, dat Abessyniëde aandacht der wereld iot zich trok, was toen zijn Negus Menelik in 1896 bij Adoua de Italianen versloeg, wat intusschen niet tielette dat deze vierde belangstellende" beslag legde «p een kuststrook (Erythrea). De andere vriend der Abessyniërs" vleide er zich zondereenige bijbedoeling ?om heen: in het Westen, Zuiden en Oosten waren of Jcwamen de Britten (de Soedan, Uganda, Britsch OostAfrika en Britsch Somali-land), wat er in 't ZuidOosten overschoot werd Italiaansch Somaliland. Abessyniëwas nog altijd onafhankelijk. Zoo bleef het tot na den wereldoorlog, tot in De' cember van het vorige jaar, toen er te Rapallo een door de destijds acute Turksche kwestie te weinig besproken accoord tusschen Engeland en Italiëbe klonken werd, waarvan de oorsprong is, dat Engeland Italië's stem in de Moesoel-kwestie van noode had «n de inhoud hierop neerkomt, dat de beide landen ?elkaar niet in den weg zullen loopen, ItaliëEngeland niet bij het verkrijgen van een concessie der Abes sijnsche, regeering voor het maken van een stuwdam In het 'Tsanameer, Engeland Italiëniet voor een soortgelijke transactie die beoogt in Westelijk Abes syniëeen spoorlijn aan te leggen. * * * ~Wie ook maar iets van de voorgeschiedenis van den -wereldoorlog en inzonderheid van de verdeeling van Afrika onder de groote mogendheden weet, voor ?wien Tunis, Tandzjer en Agadfr geen louter aardrij ksikundige namen zijn, hij zal dit accoord van December ^hebben begroet met het diepste wantrouwen, omdat rhet zoo bedenkelijk veel lijkt op de vroegere tractaten ?-die tot de verdeeling van Afrika met alle wereldschokkende gevolgen van dien hebben geleid. Maken JEngeland en Italiëzich niet gereed, heeft hij zich .afgevraagd, met Abessyniëhet laatste brok te ver slinden? Wantrouwen, dooi het vervolg der ge beurtenissen eer versterkt, dan verzwakt. Wat toch is het geval? Abessyniëmen zegt dat men er op de Quai d'Orsay meer van weet is sinds 1923 lid van den Volkenbond en zijn regent Ras Tafari heeft nu dezer dagen 15 Juni van zijn ?recht als lidmaat gebruik gemaakt het secretariaat -van den Bond zijn grief voor te leggen, dat hij tot ?den 9den Juni j.l. van dat Britsch-Italiaansch .accoord onkundig is gehouden. Het is naar aanleiding van dit beroep op den VolNIEUWE FOTO-ALBUMS MET BO COMPLETE KAMERS EN KLEURCOMBINATIES WORDEN OP AANVRAGE TER INZAGE GEZONDEN £ ZOMIN kenbond, dat de Abessijnsche kwestie onder de aan dacht van het publiek is gekomen, waar zij om haar belang en urgentie reeds zooveel eerder had dienen te staan. Maandag van de afgeloopen week is zij door liberale en labour-afgevaardigden in het Parle ment gebracht, maar verre van haar te klaren, hebben juist die debatten nog eens weer bewezen, hoe netelig de kwestie is. Chamberlain, wiens naam alleen reeds een waarborg is, dat hij geen gevaarlijke" nieuwigheden in de Britsche buitenlandsche politiek zal introduceeren, hield zich bij zijn beantwoording der ongerust-vragende leden aan de beproefde tradities van gladde correctheid en zwijgende waardigheid, waarvan de Engelsche heerschers sinds eeuwen het geheim hebben. Hoe kon hij, zooals een der geachte leden vroeg, de brieven publiceeren van den Abessijnschen regent, aan de Engelsche en Italiaansche regeeringen gericht zonder toestemming van den afzender? Hoe kon hij, naar een ander wilde, de correspondentie met de Fransche regeering over deze aangelegenheden over leggen zonder goedkeuring van deze? Den stuwdam in Sennar leggen in den Soedan, buiten Abessynië? gelijk een derde opperde. Maar dat wilde de Egyp tische regeering niet! (En het is bekend, dat de Engelsrhe regeering naar het pijpen der Egyptische danst, vraagt het Zagloel Pasja maar !). Dat men een poging zou doen Abessyniëden Volkenbond uit te werken op grond van het feit, dat het zijn slavenhandel niet op wilde geven, gelijk een vierde lid vernomen had, ontkende Sir Austin. Maar op de vragen of Mussolini geen nadere onderhandelingen met den Britschen gezant te Rome had gevoerd, en cardinale vraag of het waar was, waarover de regent van Abessyni zich bij den Volkenbond had beklaagd, zweeg Sir Austin, zooals alleen een Britsch minister van Buiten landsche Zaken zwijgen kan. Edoch, om het Huis niet met leege handen weg te sturen, verzekerde hij tenslotte, dat Abessynië's zaak door den Volkenbond naar recht en billijkheid zou worden behandeld, en hij voor zich twijfelde niet of Engeland's onschuld zou dan blijken. Men mag met spanning de behandeling der Abessijn sche kwestie in Oenève tegemoet zien. De geschiedenis zelf zal dan een antwoord geven op de vraag of zij gelijk hebben, die meenen dat met Genève een nieuwe aera in de internationale politiek is ingetreden, dan wel zij, die volhouden, dat de Volkenbond een zij het onvolmaakt instrument is in handen van het Britsche imperialisme. Wie zich de behandeling van het Mosoelvraagstuk herinnert zal de laatste meening althans niet zonder nadere ervaring willen verwerpen. Die ervaring zal binnenkort de kwestie van Abes syniëkunnen brengen. Vandaar dat zij van zoo uitnemend en actueel belang is. ZANDBLAD - SIGAREN d tnIO ets BOEKBESPREKING Zeevaren, door ]. W I. baron van Haersolte. Haarlem, tieenk Willink, 1926. Dit is een werkje, waarvan men kan verwachten, dat het door zeer velen gelezen zal worden. Al mag men misschien niet zeggen dat het in een algemeen gevoelde behoefte" voorziet, zeker is het. dat men in het buitenland, vooral in Engeland meer aantreft de'werkjes, waarin het leven aan boord op aantrekke lijke wijze wordt beschreven en waarin de goede il lustratie en vooral het geestige prentje niet ontbreekt. En prentjes als op pag. 89, 97 en 135 bewijzen dat ook bij de Hollandsche zeevaart de humor niet ontbreekt. Het is dan ook een boek, dat voorden zee-tourist het nuttige en het aangename van het reizen verhoogt. Hij kan er eigenlijk alles in vinden wat hij wenscht te weten en zeer veel, Waar hij anders geen belangstel ling voor had, wordt hem hier duidelijk gemaakt. Er zal wellicht iemand zijn, die het zeilschip wat karig bedeeld acht, maar overigens is er alles in te vinden wat er voor den passagier binnen en buitenboord valt waar te nemen gedurende de reis. De nutti ge wenken en de tien geboden voor den passagier zullen ongetwijfeld van nut blijken; het vijfde gebod zal vooral door den gezagvoerder en de officieren gewaardeerd worden. Men mag verwachten dat dit gebod niet meer overtreden wordt door den passagier, die het boek gebruikt. Uitgever en schrijver hopen dat echt zeezieken hun de uitgave zullen vergeven. Ik zou dit willen aanvul len met de hoop uit te spreken dat vooral zij, die last van zeeziekte hebben, dit boek lezen. Het zal hunne belangstelling gaande maken en dat is altijd nog een goed middel geweest om zeeziekte te voor komen. Ook om die reden behoort het boek voor den passa gier dus tot zijne boeken mee op reis". ]. ODERWALD VAN NELLE'S TABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl