Historisch Archief 1877-1940
?ajjiy**; V j» ; ,_, t
NQÏ2566
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET P A N-A Z I A T I 5 C H C O N G R E S
Teekenfng voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
DE HEEREN ZIEN ELKAAR MET SCHUINE OOGEN AAN.
EPISODEN UIT DE
RUSSISCHE REVOLUTIE
DOOR DR. BORIS RAPTSCHINSKY
Het is voor een vreemdeling, die de Russische taal
niet kent, die vrijwel niets van de Russische toestan
den en verhoudingen afweet, voor wien de Russische
beschaving een verzegeld boek is, onmogelijk zich
een eigen beeld te vormen van de toestanden in het
land, en de krachten, die er werken, naar waarde te
schatten. Het gevolg hiervan is, dat onder de talrijke
boeken, die de laatste jaren door buitenlanders
over Rusland zijn geschreven, zeer weinig werken
zijn, die den toets van de critiek weerstaan.
Zij, die naar Rusland gaan, en die zich geroepen
achten over Rusland boeken te schrijven, weten in
den regel niets van het land, dat zij beschrijven, af
en zijn daarom gedoemd de hun door anderen inge
fluisterde meeningen weer te geven. Er zijn twee
groepen van dergelijke schrijvers. Het grootste
gedeelte bezoekt Rusland onder de auspiciën van de
bolsjewistische autoriteiten en zij geven dan ook de
meeningen weer, die hun gastheèreh hnn influisteren.
De tweede groep omvat hen, die de Russische
toestanden door een anderen bril bekijken, nl. door
dien van de uiterste rechtschen, door den bril van de
menschen, die volkomen ongeschikt zijn voor de
zware taak, het reusachtige land te besturen. Wie de
Russische verhoudingen keilt, die ontdekt reeds
.dadelijk, dat de heer Grondijs 1) hoofdzakelijk heeft
rondgekeken onder de menschen van de laatste groep.
Grondijs beziet de geweldige gebeurtenissen,
waarvan hij getuige is geweest, op dezelfde wijze als
een Russisch edelman, die door de revolutie straatarm
is geworden, wiens landgoederen door de boeren in
beslag zijn genomen, het doet. Het historisch onaf
wendbare van de gebeurtenissen ontgaat den schrijver
ten eenenmale, en hij spreekt over de booze revolu
tionairen, wier propaganda zulke funeste resultaten
heeft gehad, ja zelfs over de Joden, die bijna de hoofd
oorzaak van alle ellende zouden geweest zijn; Hier
is de overeenkomst tusschen de redeneering van den
Hollander Grondijs en de onwetende, bekrompen,
officieren van het tsaristische leger, met wie hij zoo
graag omging, bijzonder groot. En ook hierin toont
Dr. Grondijs niet voldoende begrip te hebben van
de krachten, die tot het vreeselijke drama in Rusland
hebben geleid. Grondijs wil niet inzien, dat de revolutie
slechts het einde van een proces was, waarvan
het begin eeuwen geleden te zoeken is. Waren de
hoogere klassen niet zoo dom en bekrpmpen, waren
zij in staat den toestand van het land bijtijds in te
zien, dan hadden zij in 1905, bij de eerste convulsies
van het zieke land ingegrepen; toen was dit nog
mogelijk, toen zou een dergelijk ingrijpen Rusland
nog hebben kunnen redden, maar de adel was niet
in staat den toestand te overzien, en het dreef het
land verder naar den afgrond. De adel en de omgeving
van den tsaar, dat zijn de hoofdschuldigen,
voorzoover men in het algemeen over schuld" en schul
digen" bij historische processen kan spreken.
Wanneer wij vergelijken de mededeelingen en
beschouwingen van dr. Grondijs met hetgeen wij nu
na de publicatie van de ontelbare memoires van de
menschen, die tijdens de door Grondijs beschreven
gebeurtenissen, de leiding hadden, dan zien wij, hoe
weinig hij in staat was onpartijdig te blijven, critisch
tegenover de mededeelingen van zijn vrienden te staan.
De schrijver toont ook niet te hebben begrepen,
wat de ooraak van den burgeroorlog was, welke
krachten zulke groote legers uit het Noorden naar
het Zuiden dreven. Dit merkwaardige feit door den
invloed van de bolsjewiki te verklaren zou al te opper
vlakkig zijn en zou de beteekenis van de bolsjewiki
in die periode te sterk overdrijven. Evenmin begrijpt
de schrijver, waarom de boeren overal aan de bolsje
wiki de voorkeur gaven boven zijn vrienden, de
witten", die het land wilden ,,bevrijden". De Rus
sische boer is niet zoo stom als men vaak denkt, en
hij wist, wat hij deed. Het waren zeer belangrijke
economische en sociale oorzaken, die de boeren er toe
brachten aan de bolsjewiki de voorkeur te geven
boven de witten, en de geschiedenis heeft aangetoond,
dat de boeren juist gezien hebben. \
Waar de schrijver eenvoudig de dingen beschrijft,
die hij heeft gezien, daar geeft hij tafereelen, die den
lezer in staat stellen, zich een beeld te vormen van
hetgeen de schrijver heeft gezien en gehoord. Ondanks
de gebreken, die het boek bezit, is het toch het lezen
waard.
7? j
1) In Episoden uit den Russischen Revolutie-oorlog,
door- Dr. L. H. Grondijs. (H. D Tjeenk Willink en
Zoon, Haarlem 1925).
ZOMERTOONEEL
DOOR HENRIK SCHOLTE
Openluchttheater Velserend: Sophokles'
Philoktetes"
C OPHOKLES wordt voor Openlucht voorstellingen
^ nog al eens gebruikt, vaker nog misbruikt.
Minder dikwijls kiest men daartoe den Philoktetes".
? Bij de angstig geringe ontvankelijkheid van het groote
publiek voor bijna elke klassieke tragedie is dat ook
geen wonder. De geweldige noodlotsconflicten van
Sophokles' vier groote stukken suggereeren ook den
niet-klassiek gevormden toeschouwer iets van hun
verhevenheid. Anders echter is het met den op zichzelf
staanden, zeer innerlijk werkenden Philoktetes".
Ook dit gegeven is, in zijn eersten opzet althans,
een brok van Homeros' rijken disch", om Aischulos'
woorden te gebruiken. De ,held, bij den aanvang van
den Trojaanschen tocht-om zijn voetwonde op een
eiland achtergelaten, slechts in het bezit van Herakles'
onfeilbaren boog, is door het orakel aangewezen om
in vereeniging met Achilleus' zoon, Neoptolemos,
Troja in het tiende jaar te veroveren. List van
Odusseus overweldigt den armen balling, maar
Neoptolemos, aanvankelijk medeplichtige in dien
toeleg, wordt door een dieper inzicht in Philoktetes'
lijden gelouterd en bij de katastrophe geeft Herakles,
op een wolk verschijnend, aan het Noodlot zijn ver
zoenende wending.
Harmonisch verloopt deze crisis; de koren geven
zich, onpartijdig-medelevend, aan lyrische reflecties
over en in de groote pathos-scène komt, menschelijk
en edel, het verbond tot stand tusschen den eenzamen
held Philoktetes en den jongen, gevoeligen derden
speler" (volgens het Sophokleïsche schema)
Neoptolemos. De phasen van den antagonist zuiveren zich met
het verloop der tragedie: Odusseus wordt, via het
masker van den skopos, den als koopvaarder ver
momden spie, de deus ex machira Herakles. Zoo is
deze gansche tragedie, rein en gebonden, n zuivere
getuigenis van den Griekschen ethos, en de oude Nood
lotsgedachte, die wreed en verschrikkelijk was, wordt
hier als menschelijk-gerechtvaardigde verlossing op
nieuw bezield.
Het soepele vers blijft weliswaar beneden de
machtige vlucht der Antigone-koren, maar toch
kent de Philoktetes" natuurtafereelen en vooral de
slaap-hymne in het tweede stasimon, die tesamen
met de milde karakterschepping deze tragedie een
plaats verleenen in de binnenste schatkamer van het
Attisch tooneel.
Wil men een dergelijke tragedie heden ten dage nog
opvoeren, dan is een bepaalde categorie dilettanten
(studenten en gymnasiasten) daartoe zeker
verkiesel ijker dan beroepstooneelspelers. De Grieksche
voorstelling der Antigone" heeft destijds bewezen,
dat er voor de koren werkelijk schoone, oratorium
achtige oplossingen te vinden zijn. Een kundige,
klassiek geschoolde regie is hierbij meer waard dan
individueel-sterke rolbezetting.
Het Haarlemsch dilettantengezelschap
Melpomene" miste echter vrijwel al de kwaliteiten.
jg' LandspeH/e Baarn
In de bosschen van De Eult", op de plek waar
destijds het landhuis der familie Bicker (later Deutz)
gestaan heeft, werd op 2 Aug. j.l., in tegenwoordigheid
van H. M. de Koningin-Moeder, een historisch
landspel gegeven. De handeling der pantomime stelde
voor: een jachtpartij in tegenwoordigheid van het
Kind van Staat" en zijn voogd Johan de Witt. Deze
laatste wordt tijdens het spel door een koerier weg
geroepen en keert aan het slot terug met de
mededeeling van onze zege in den Vierdaagschen Zeeslag
(d.w.z. hij houdt de menschen vier vingers voor, wat
ook duidelijk is). Intusschen heeft de boerenbevolking
aan den Prins van Oranje hulde gebracht.
Ziedaar de wat magere actie voor dit kostbaar
uitgevoerd landspel. Met deze costumes en deze
entourage had men toch wel meer kunnen bereiken.
Nu bleef het een weliswaar sierlijke, maar doellooze
maskerade van ronddrentelende personen, waarbij
men gauw uitgekeken was. Toch viel op, hoe levendig
en natuurlijk enkele medespelenden zich in hun
waan hadden ingeleefd; ik noem slechts de Prins van
Oranje en Wendela Bicker. Juist hun had gelegenheid
gegeven moeten worden om, ook binnen de grenzen
der pantomime, belangrijker dingen te presteeren.
De inlasch van een mooi-gedanste menuet en een
gavotte was voor gasten en toeschouwers wel het
aardigste vermaak op deze jachtpartij.