Historisch Archief 1877-1940
No. 2566
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR.NEDERLAND
UIT DE NATUUR:
EEN WET OP HET BEHOUD VAN
NATUURSCHOON
DOOR DR. JAC. P. THIJSSE
III
V\7" IJ hebben reeds een wet tot
bev* scherming van onze vogels, uit
gezonderd die van de zwarte lijst. De
kikvorschen en mollen verheugen zich
eveneens in wettelijke bescherming en
zoo is het ook tot op zekere hoogte
gesteld met de visschen en het jacht wild.
De meeste van onze zoogdieren komen
er echter bitter slecht af, ze worden in
de jachtwet gebrandmerkt als schade
lijk gedierte" en het lijkt dus haast een
verdienste, ze te vervolgen en te ver
delgen. De prachtige edelmarter, de
klassieke vos en de niet minder klassieke
das of de nederiger geplaatste bunsings
en hermelijnen staan bloot aan
algerneene voortdurende en onbarmhartige
vervolging. De rhuwe Jachtwet heeft
zich,' van het buitengewoon interessant
wetenschappelijk vraagstuk over het
nut en de betcekenis van onze in 't wild
levende roofdieren al zeer gemakkelijk
afgemaakt en ze zonder pardon naar
den galg verwezen.
De ongewervelde dieren hebben
voorloopig in ons land nog geen bescherming
van noode; ze worden niet
noemenswaard bedreigd. In Engeland is dat
anders, daar denkt men er hard over
om sommige vlindersoorten te bescher
men, die door verzamelaars te fel
worden vervolgd. Heel enkele plan
tensoorten, o.a. de blauwe zeedistel,
worden in sommige kustdorpen bij
politieverordening beschermd. Overi
gens bestaat er nog geen wettelijke be
scherming voor planten, hoewel hier
enkele soorten wél door verzamelaars
bedreigd worden en zelfs al uitgeroeid
zijn. Op nog grooter schaal wordt onze
t wilde Flora besnoeid door de ontgin
ningen.
De ervaring, opgedaan met de
Vogelwet en de Jachtwet zouden mij ervan
weerhouden, om te denken aan een wet
tot bescherming van onze wilde planten,
op gelijke leest geschoeid. Ik geloof, dat
bescherming van onze Flora het best
wordt bereikt door een regeling van de
bescherming van geheele landschappen.
Ook dit is reeds in praktijk gebracht
door de Vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten.
Artikel l van onze wet op het behoud
van natuurschoon zou kunnen luiden:
Er worden in ons Rijk voor het jsehoud
van natuurschoon landschappen aange
wezen, diébelangrijk zijn door hun vege
tatie, hun dierenwereld, hun .geologische
gesteldheid of om hun aesthetische
beteekenis. Deze aanwijzing geschiedt door
den Minister van Binnenlandsche Zaken
op voordracht van een daartoe inge
stelde commissie.
Dérest volgt van zelf. Die land
schappen worden gewijd aan het behoud
van natuurschoon. Zij zullen in vol
gende eeuwen getuigen van de oorspron
kelijke flora en fauna van ons land en
verdienen dus werkelijk den naam van
natuurmonumenten. De commissie moet
uitmaken, of die flora en fauna en geo
logische gesteldheid werkelijk waard is,
om behouden te blijven, maar ook of het
mogelijk is, ze te behouden te midden
van een dichte en roerige bevolking. Zij
moet dus bestaan niet alleen uit biologen
en kunstenaars, maar ook uit ingenieurs
en financiers. Zij zal toch niet alleen
de natuurmonumenten aanwijzen, maar
ook voor elk natuurmonument een
reglement ontwerpen, waarnaar het zal
worden beheerd. Sommige natuurmonu
menten zullen volstrekt ongerept moeten
blijven en niet eens voor iedereen op
eiken tijd toegankelijk zijn. In andere
zullen wandelaars vrijelijk mogen rond
dolen en zal men voor hun gerief zelfs
paden aanleggen en pleisterplaatsen.
Ook kan in vele natuurmonumenten
jacht, visscherij, boschbedrijf worden
uitgeoefend, zonder dat het natuur
schoon, waarom het te doen is, schade
zou lijden. De natuurmonumenten van
de Vereeniging leveren hiervan allerlei
voorbeelden: Griend, ongerept en slechts
bij uitzondering bezocht,
HagenauRhederoord voor ieder toegankelijk, met
boschbedrijf, land- en tuinbouw en
jacht, doch met volledige bescherming
van schadelijk gedierte en de beplan
tingen zoo opgevat, dat nimmer karak
teristieke landschapsbeelden verdrinken
in een boomenzee. Het Naardermeer
mag alleen bezocht worden onder geleide.
Ongeveer een tiende deel van het opper
vlak blijft volmaakt ongerept en wordt
zoo goed als nooit betreden. Op het
overige deel wordt gejaagd, gevischt,
riet en ruigt gesneden, boerderij ge
dreven, zoodat daar een aantal gezinnen
een goed bestaan vinden en het natuur
monument de middelen vindt, om zijn
schulden te delgen. AI die natuurmonu
menten hebben hun eigen boekhouding,
hun eigen reglement, in overeenstemming
met den aard van h2t natuurschoon,
dat men wenscht te behouden. Maar we
hebben een wet noodig, om aan de ver
bodsbepalingen van sommige reglemen
ten kracht bij te zetten.
Het is gewenscht dat de natuurmonu
menten bezitting zijn van de Staat,
Provincie en Gemeenten of van lichamen
die zich wijden aan het behoud van
natuurschoon. Wij gaan al aardig dien
weg op. Verscheidene gemeenten hebben
zich voor het behoud van natuurschoon
reeds belangrijke offers getroost. Alleen
is hun opvatting van natuurschoon
dikwijls nog naïef en schijnen zij te
denken, dat het hem alleen zit in boomen
en vogels. De Provincie Noord-Holland
deed een goeden greep met den aankoop
van het landgoed Castricumsche duinen.
De Staat stichtte eenige natuurmonu
menten in het SEaatsdomein, maar kon
in de laatste jaren slechts weinig of
niets aankoopen, iedereen weet waarom.
De Vereeniging tot Behoed van Natuur
monumenten gaat stevig haar gang en
zal waarschijnlijk binnenkort wel weer
aan de markt komen met een rentelooze
leening van een paar ton. 't Is natuurlijk
veel prettiger, om voor een bekend en
goed doel je geld renteloos te leenen aan
de Vereeniging, dan altijd nog maar
meer en meer te betalen aan den Fiscus,
die het op zoo velerlei onbegrepen
manier weer uitgeeft. Maar ik dwaal af!
De natuurmonumenten kunnen dus
bezitting zijn van Overheid of van
lichamen van openbaar nut (zoo heet
het, geloof ik). Echter kunnen ze ook
het bezit zijn van particuliere personen.
Denk maar eens na. Zoodra onze Com
missie natuurmonumenten gaat aan
wijzen zal zij stellig en zeker ook de
Middagter Allee op de lijst zetten en o.a.
ook de eikenallée van het slot Ruurloo,
de Groote en Kleine Meene en het
Zwanewater. Zoo zou ik er nog wel een
vijfentwintig kunnen noemen en dat
zonder blikken of blozen. Hier hebben
wij dus een aanranding van het
privaatbezit, want die plaatsing op de lijst
beteekent een reglement, een beperking
van de rechten van den eigenaar. Even
wel lijkt dit erger dan het is, want in
verreweg de meeste gevallen zullen de
eigenaars zelf zooveel van hun lanen,
bosschen, duinmeertjes, heidelandschap
pen houden, dat de bestendiging van
den toestand overeenkomt met hun
innigste wenschen. Dat neemt niet weg,
dat er-stoffelijke belangen mee gemoeid
kunnen zijn, hetzij voor de bezitters,
hetzij voor hun erfgenamen en dan zal
vriend Fiscus voor den dag moeten
komen met compensaties en concessies.
In sommige gevallen zal plaatsing op de
lijst aankoop ten gevolge hebben,
misschien zelfs onteigening. In dit
laatste geval is reeds voorzien in de
Boschwet, men zou de procedure uit die
wet, misschien verbeterd en vereen
voudigd, kunnen overnemen en onze
Wet op Behoud van Natuurschoon.
Met dat aanwijzen van natuurmonu
menten is onze Commissie natuurlijk
niet zoo heel gauw gereed. Niemand kent
het natuurschoon van Nederland in zijn
vollen omvang. Nog de vorige week
heb ik een natuurmonument van den
eersten rang ontdekt, waar ik nog nooit
een voet had gezet en dat ik nog nooit
CENTRALE VERWARMINGEN
5IERLUKE RADIATGREM = DE KETEL EEN VULKACHEL
HERINGA iWUTHRICH
HAARLEM.TEL.II966
DEN HAAG. TEL.R ^10. AM5TERDAM. TEL.
W. L E T Z E R
LAREN (GOOI)
Hoekhuis Brink naast Hotel Hamdorff, Telefoon 325
Mevrouw.
Wij kunnen U meer dan 3 O VERSCHILLENDE soorten
VLEESCHWAREN leveren,
KOUDE en WARME SCHOTELS.
Hors d'oeuvre variés. Croquettes. Sandwiches.
Wild en Gevogelte.
ONZE NIEUWE
PRIJZEN ZIJN:
15 Cent
40 Cent
60 Cent
Complete Badkamer
van af f 285. ~.
Prima drukautomaat, Bad, Kranen, Bidet,
Waschtafel met marmer en spiegel.
G, J. DE KONING 6 ZOON
Keizersgracht 447, A'dam
W. J. VOGEL Jr.
2e Jan van der Heijdenstr. 3
b. h. Sarphatipark
Telefoon 24747
B EG RAFENISSEN
CREMATIE
TRANSPORTEN
had hooren noemen. En, erger nog, een
natuurmonumentaal bosch in den Ach
terhoek, dat zeer hoog bij mij stond
aangeschreven is gekapt en omgeploegd
zonder dat er een haan naar gekraaid
heeft, trots Boschwet en alles. Al hebben
wij een wet op het behoud van natuur
schoon, dan loopen wij in de eerste jaren
nog altijd gevaar, dat onbekend natuur
schoon van den eersten rang verloren
gaat. Daarom zou ik in de wet ook een
bepaling wenschen, die inhield dat alle
gewestelijke uitbreidingsplannen, ont
werpen voor wegen, kanalen, concessie
aanvragen voor ontginningen etc. aan
de Commissie ter inzage worden ge
zonden, om daarop te dienen van advies.
Dikwijls is het mogelijk, wij weten het
bij ondervinding, om door een kleine
wijziging, zonder het beoogde doel te
schaden, natuurschoon van beteekenis
te redden.
Mij dunkt, wij kunnen op deze manier
al een heel eind opschieten, om het
merkwaardigst natuurschoon van ons
mooie Nederland te behouden en voor
elke dieren- of plantensoort een vol
doend aantal sanctuaria te vinden. We
mogen niet te karig zijn met die natuur
monumenten. Al zijn het er honderd,
dan is het nog niet te veel. Een dozijn
daarvan zouden een uitgestrektheid
kunnen hebben van duizend hektaren
of meer, de andere kunnen kleiner zijn,
tot enkele hektaren toe. De reglementen
zullen zeer uiteenloopen, maar vele
zullen de bepaling bevatten, dat in het
gebied geen enkele plant, geen enkel dier
mag worden vervreemd, dan met
bijzondere vergunning. Daar staat dan
weer tegenover, dat de toegang tot de
natuurmonumenten zoo ruim mogelijk
zij en dat de beheerders ervan in kaart
en woord en beeld de beteekenis van de
verschillende landschappen zoo aan
genaam mogelijk toelichten. Het gaat
toch in de eerste plaats om de menschen
zelve.