Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2567
l'
i
HET BEMUURDE STUK WAL VAN NIEUWPOORT AAN DE
LEKZIJDE
DE ZONNE DIJK, DE SCHEIDING VAN ALBLAS EN DE
VIJ FHEEREN LANDEN
HOLLANDSCHE
TAFEREELEN
DOOR HERMAN DE MAN
LANGS GRAAFSTROOM EN ALBLAS
/. Over de Zouwe en Ie Nieuwpoor
HOLLAND als polderland is verdeeld in groote
bestuurlijke parten, die er eigen reglementen op na
houden, welke soms uit de veertiende eeuw dateeren.
Omstreeks 1860 heeft een rijksreglement veel wat in
strijd was met de nieuwe toestanden geunificeerd,
maar binnen het kader van dat rijksreglement zijn
een leger oude rechten en bepalingen van kracht
gebleven, en wel vooral, omdat de rijksregeling van
meet af bedoeld was uitsluitend als een regeling
van de verhouding van den polder tot den Staat.
In de verhouding van de ingelanden tot den polder
trad de unificatie niet, of niet noemenswaard, en
hierdoor behielden de polders een wezenlijke auto
nomie, zoodat de eeuwenoude historisch-gegroeide
eigenaardige rechtspositie der polderbesturen grooten
deels gehandhaafd bleef.
Nu moet men onderscheid maken tusschen polders,
waterschappen, grootwaters<~happen en
dijkhoogheemraadschappen. Een polder is een waterschap
dat door inpoldering ontstond, een grootwaterschap
(Wij kennen uitsluitend nog het rootwaterschap
Woerden) is een combinatie van polders en water
schappen gegroepeerd om een zelfden
uitwateringsboezem, die op gezamenlijke rekening bemalen wordt;
een Hoogheemraadschap is een dergelijk instituut,
doch met een andere benaming en een
Dijkhoogheemraadschap is een Heemraadschap dat mede met
de zorg over een rivierdijk belast is. Voorts kennen we
nog de afzonderlijke Dijkcollege's, die uitsluitend
beheer over den dijk en niet over de achterliggende
landen hebben, o.a. de Hoogheemraadschappen
Lekdijk Bovendams en Lekdijk Benedendams en den
IJseldam. Dergelijke college's heeten in den volks
mond de Kale Dijkstoelen.
Langs de Lek liggen groote en oude knapen van
Hoogheemraadschappen. Zeer eerwaarde colleges, da
teerend nog uit de 14e eeuw, den tijd der
Bisschopsprivilegiën. Tot nogtoe zwierven wij doorgaans door
den Krimpenerwaard, 't voormalig Maarschalksambt
en den Lopikerwaard in deze tafereelen, ditmaal
gaat de tocht naar de grens van den Alblasserwaard
en de Vijfheerenlanden.
De Vijfheerenlanden strekken aan de Lek, van
Everdingen (den Diefdijk) naar Ameide en aan de
Linge van Asperen tot Gorinchem. De naam van dit '
groote polderdistrict is ontleend aan de vijf Heeren,
die de indijking hebben mogelijk gemaakt, en wel
die van Arkel, Vianen, Hagestein, Everdingen en
Leerdam. Het is een gebied, dat van vechthistorie be
laden is, dat schatten bevat aan wapenromantiek en
ridderavonturen, waarin een ontzaglijke ingetoomde
. strijd van zielen tegen zielen om de wijze van de
waarlijke godsvereering is gestreden, en daardoor hangt
nog altoos over deze polders een zware doem. De
Vijfheerenlanden is geen vroolijk gebied, de bewoners
kennen er de leute niet. Het zijn rechtzinnig vrome
mannen en vrouwen, met strakke plichtsbewuste
HET adres voor prima
PARKETVLOEREN
tegen sterk concurreerende prijzen is
FRED. MEIJER Amsterdam
v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908
gelaten, wezens van de ingetogen eenderheid, die het
vreemde schuwen, als zijnde het ongeoorloofde.
En dat is nog merkwaardiger, omdat deze voorma
lige Ridderlanden worden begrensd door gebieden,
waar gansch andere levenshouding geldt. Het
Culemborgsche Veld is arm maar vreugdig; de
Burenscheen Tielerwaard zijn doorspikkeld met een joyeuzen
pastoralen geest, daar is nog werkelijk een zekere
Cremersche gesteldheid merkbaar. En de Alblasser
waard is gekenmerkt door weer een-gansch andere
sfeer, en daarover ga ik U wat verhalen.
De grens tusschen de Vijfheerenlanden (spotters
zeggen de Vijfleerenhanden) en de Alblasserwaard,
vormt de Zouwedijk van Meerkerk naar Ameide. Op
een ijlen fijnkouden wintermorgen trok ik eens langs
de oude dorpen van de Vijfheerenlanden, op de Zouwe
aan. Ik reed over de Zederik, het kronkelende grillige
waterloopje (daar den Zeerik genaamd) naar Hels
dingen, en vandaar over 't bomijs der polderslooten
naar Leksmond. Omdat ik mijn hielband niet al te
zeer vertrouwde, bond ik in dat peuterig Lekdorp af.
Een grijs zadelmakertje in den Heere toog aan 't werk.
Zijn nietig rond kopje boven de werkbank uit, nikte
? wSm 'fS-"feS *??
,
IKB4 «l
GRACHTJE EN STADHUIS VAN NIEUWPOORT
zeker en venijnig, toen hij, recht op den man af, in
formeerde naar des schaatsers dunk over de vragen
van Hemel en Eeuwigheid.
Ik dacht meewarig aan de eerste Christentijden,
toen de vraag der idealisten: Wat dunkt u van den
Christus?een verbondstee ken van deze vervolgden was.
Meewarig, zeg ik, want hoe droevig stemde het, op
dit blijmoedig geloof terug te peinzen, in verband
met dit Calvijnsche zadelmakertje, dat de vreugde
om het glorieantwoord: Hij is waarlijk opgestaan in
zich en zijn geslacht, zijn soortgenoten, voorvade
ren en nakomeling >n versmoord heeft door angst.
Angst om den wrckenden God, angst om de voor
bestemde verdoemen's, angst om de nietigste scrupules
die hij in een nac''.tmerriestemming tot zonde weet
om te vormen en op te zwiepen.
En ik, die met kr.ken tintelend van de kou en met
stijve afgebonden enkels, innerlijk gloeiend en sterk
en blij om den schoonen vriesdag en om 't geluk van
het leven, daar binnentrad, en me neerboog in het lage
werkkamertje, waar het naar leer en pek rook, ik
kon dien dag voor mijn goeden Vriend en Vader, deu'
Schepper van 't heelal geen angst voelen, maar niets,
dan hartelijke kameraadschap, mannelijke vriend
schap.
Straks zou ik weer wegzweven op mijn
langeijlsters, naar de breede Zouwe, om er 't Hollandsche
winterlandschap te komen completeeren met mijn
voortjachtend gebogen rijderspostuur, 'k zou lachen
tegen de dametjes, de lieve schepseltjes Gods; plagerig;
zou ik stevige boerenwijven van heur man troonen,,
om een baantje te doen.... en zou ik dan toch
verdoemd zijn?
Mijn vastigheid is", zei het schoenmakertje met
statenbijbelgewisheid, de meesten onzer zijn ver
doemd ... .bereidt je voor, meneer! De Heere Heere
is een streng rechter; wij menschen dwalen van dag.
naar dag."
Ik keek naar buiten. De mooie blanke ochtendzon
straalde wintersch over de ingesneeuwde daken..
Wat was de wereld schoon, en hoe schoon deze
vreugdedag! Mijn werk was gereed; van mijn plichten had ik
me naar beste weten gekweten. En thans trok ik uit
door God's witten wondertuin, om onbekommerd
en met dankbaar gemoed, als een vrome belijder van
Hollandsche schoonheid, door die witte eindeloosheid.
te glijden. Stapelde ik,de in zonde geborene, nu weer
zonde? Het wisse ronde grijze kopje tegenover me..
joeg de rust uit me weg. Het suggereerde me
grijpduivels, brandduivels en jeukduivels; steekduivels,
vierendeelduivels, bokkepootduivels, solverduive-ls:.
knijpduivels met grillige heete tangen.... een
compleet Hieronymus Bosch-arsenaal; wezens met
venijnige bekken, walgelijke slijmlippen en waggelende
buiken op knekeldunne pootjes, die uitloopen in.
spitse nagels. Daar doorheen fladderden fatale
stankafscheidende monstervleermuizen, die de ver
doemden omstrengelden, en wegvoerden door den
solferdamp naar nóg geniepiger marteloorden.
f!» Maar het blanke uitzicht door de geringe ruitjes deed
mij vertrouwen herwinnen. De Schenker van al deze
heerlijkheden kan 't op ons toch zoo niet gemunt
hebben. Mijn vastigheid is," zei ik statig weerom..
dat weeën liefhebbenden Vader hebben, die zooveel
van alle aardsche rakkers houdt, dat we 't heel bruin
zullen moeten bakken, om verdoemd te zijn."
O ijdele mensen," waarschuwde nog het
zadel-makertje, liet me enkele dubbeltjes betalen en gaf
mijn schaats weerom. En ik liet hem achter, in
dezelfde bittere dorheid, met voor zijn oogen een
Vader met den knoet.
Hier lag zuiver, ontstellend zuiver, de tragiek van
dit gewest open. Wij mogen niet vermetel vertrouwen
op Gods hulp, zonder dat we ons die hulp waardig.
maakten, maarstellig mogen we hopen op de rechtvaar
digheid en de belooning. Doch dat zadelmakertje
(en met hem heel dat gepredestineerd gewest) hoopt.
niet, maar vreest; heeft in God geen vriend maar een
te vreezen Wreker; voor hem heeft Hij, die den haat
brak en de Liefde als opperste goed stelde, van
wereldpaal tot wereldpaal, waarlijk te vergeefs geleefd.
Buiten dompelde ik me in de blijdschap. In n
wilden trek ijlde iknaar Meerkerk, hetflorisanterdorp.
waar de winkels grooter zijn, de herbergen voornamer
aanzien hebben en de menschen blijder kijken.
En daar begint de Zouwe, het breede, met rietkragen
bezoomde water, de bergboezem van het
schutwater waar de Keulsche Vaart bij Vianen en
GorinPaviljoen Vondelpark"
Tel. 24190-27595
Groote en kleine Zalen voor Déjeuners,
Diners, Soupers, Bals en Recepties
Huize ZOMERDIJK BUSSINK.