Historisch Archief 1877-1940
off GROENE AMSTERDAMMER,' WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
HENRI PIECK
A L L E R N I E UJW S T E
INTERIEURKUNST
DOOR T. LANDRE
Henri Pieck
WANNEER wij, na jarenlang zwijgen over
deze dingen, ons toch weer laten verleiden
het bloed blijft kruipen waar het niet gaan kan,
om te schrijven over de kunst van het meubelmaken,
dan is er een onoverwinnelijke behoefte om het
overkropt gemoed te luchten in dat eene woord,
dat ons de laatste jaren altijd weer in den geest en
op de tong kwam bij het beschouwen van moderne" .
meubelen, en van heel wat moderne" architectuur
óók, dat eene Woord, dat, om de waarheid te zeggen,
eigenlijk alle verder 'geschrijf overbodig maakt,
daar het gansche beschouwingen en uiteenzettingen
afdoende vervangt. Het helpt niet of wij al overwegen,
dat het toch misschien niet verstandig is, al dadelijk
weer zoo steigerend en schichtig van stal te loopen,
in een tijd immers waarin verstandig synoniem is
met cynisch.
Want dat ne woord wil en moet gezegd worden,
dat ne woord, Jazz".
|*Wat nu is Jazz"? Wij weten het niet, zoomin als
Wij van eenige andere mode weten wat zij eigenlijk
is, waar zij vandaan komt, uit welken bijzonderen
vorm van ontucht zij is ontstaan, waar zij om 's he
mels wil de vuile en onsamenhangende taal vandaan
heeft, die zij praat, en hoe er ooit nog iets resjaffes
van haar terecht moet komen. Maar het toeval wil,
dat wij juist dit jaar min of meer officieel zijn
ingelicht omtrent Jazz", door middel van enkele
demonstraties van een Amerikaansch gezelschap
muzikanten. Dat Wil zeggen, wij persoonlijk hebben
ons niet om een van onze kostelijke buitensche zomer
avonden laten brengen door het verlangen om aan
deze sensationeele gebeurtenis deel te hebben, maar
wij hebben dan toch even een idee van het geval
kunnen krijgen. Wij moesten, in Amsterdam zijnde,
op de aanplakzuilen aanschouwen het beeld van een
patjepeëig heer, die de meester van deze moderne
kunst", dan wel de baas van het spul, bleek te zijn,
en die, inderdaad, opvallende gelijkenis vertoonde
met van die dikke, welgedane en cynische heeren,
die de mode creèeren", van wie ons in buitenlandsche
caricatuu'r-prenten wel het Wezen wordt vertoond.
?En wij hebben ons door lieden die de vertooning
dan wel hadden bijgewoond, laten inlichten, dat het
alles bij elkaar was een met perverse virtuositeit
beraamde en uitgevoerde reeks van pogingen om
tot krankzinnig wordens toe te prikkelen al de lage,
minderwaardige menschelijke eigenschappen en
geneigdheden, die in tijden van kuituur worden onder
drukt en overwonnen, maar die in dezen tijd ver
heven zijn tot deugd en sieraad. Dat is dus die Jazz",
waarvan de naam, naar wij zeiden, kan volstaan ter
karakteriseering van veel, helaas van het meeste,
dat ons thans wordt voorgezet als de allermodernste
meubelkunst, en ook, ja, als de allermodernste archi
tectuur. m# *? ?
Er zijn punten van verschil, ongetwijfeld. Zoo is
erin de meeste producten van allermodernste
meubelkunst", flagrante tegenstelling met wat wij van
de recente Jazz-demonstraties vernamen, geen
spoor van technische virtuositeit, integendeel, zij
zijn in den regel voorbeelden van zielig onbeholpen
timmermanswerk, in elkaar geflanst zonder eenig
begrip, laat staan eenige kennis, van
meubelmakerstechniek. Een ander verschil, van veel meer
beteekenis omdat het een principieel verschil is te achten, is,
dat de muzikale Jazz is ontstaan uit een bewust
streven pour pater Ie bourgeois-prolétaire,
wat waarachtig niet zoo gemakkelijk is nu dit zonder
linge genus, waartoe langzamerhand de geheele
samenleving wel bezig schijnt zich te nivelleerenj
door het aanschouwen van tal van vroegere pogingen
op ander gebied, maar in dezelfde richting, al stevig
blaséis geraakt, terwijl de jazz in de technische
en versierde kunsten, om voor het gemak dit woord
maar te misbruiken, naar het ons wil voor
komen meer een gevolg is van de langzamerhand
tot krankzinnige radeloosheid opgekropte wanhoop
waarin de bedrijvers van die kunsten" geraakt zijny
doordat zij niet wisten,en hoe langer hoe verderaf
raakten van te weten, wat zij eigenlijk deden, wat zij
eigenlijk behoorden te doen, wat hun taak was, hun
plicht, ais men wil, hun missie. Want zij hebben ver
geten, dat zij behoorden te zijn de
Johannes-deDoopers van een nieuwe kuituur, een bewustzijn
HENRI PIECK
VITRINE
dat een vorige periode zoo sterk beheerschte, dat het
telkens weer leidde tot het ontijdig en voorbarig
decreteeren van een nieuwen stijl", wat natuurlijk
óók verkeerd was, zij hebben het opgegeven, wat
in de eerste plaats hun taak was, te zoeken naar de
ontwikkeling van een inderdaad moderne vormge
ving voor de producten van moderne technieken,
die taak overlatend aan louter zakelijke bouwers
van automobielen en ijzerconstructies en pakhuizen
in gewapend beton, terwijl zij zelven zich verslinger
den aan een mentaliteit, die aangeduid wordt met
het gevloekte woord,.artistiek", Sesam-open-u voor
de poort die leidt van de kunst naar de mode, waar
Jazz ten troon zit. Daar was vrij entree voor allerlei
grauwe jongens van de vlakte die handig waren
in het tegen elkaar zetten van kleuren" en het
groepeeren van massaas", enz., in al die gladde
trucjes waarmede het groteske narrenpak van Jazz
wordt in elkaar geflanst. En immer grooter werd de
INTERIEURS MODEMAGAZIJN
verwarring en de verbouwereerdheid. Zoo leden de
goeden door de kwaden, die besmettelijke
jazzziekte verspreidden waar zij kwamen, en de aange
taste goeden in hun delireerende ziekheid maakten
zich fantasieën in een romantiek van het jaar nul,
voor ons, peperende toeschouwers, die smachtten
naar de romantiek van het jaar 2000, en zoo hevig
werd hun brein verbijsterd, dat zij gansche kazernes
van schamele woonhokjes van voren afsloten met
misplaatst monumentale gevels in baksteenen
gewapend-beton-bouw....
Zooals wij zeiden, het was ons onmogelijk den
ouden, lang gestaakten arbeid van het schrijven
over deze dingen te hervatten zonder even dat giftige
woord jazz" uit te spuwen. En nu treft het wel
ongelukkig, dat deze hervatting juist samenvalt
met het vestigen van de aandacht op een door Henri
Pieck ontworpen winkel-interieur in Haarlem, dat
wij dezer dagen hebben bekeken. En wij willen daarom
terstond de meening afwijzen, dat bovenstaande
sombere en verwijtende beschouwingen door het werk
van Henri Pieck zouden zijn geïnspireerd. Integen
deel, wij hebben uit dit werk in Haarlem den indruk
gekregen, dat Henri Pieck wel degelijk een begrip
heeft van waar het naar toe moet, van wat het doel is.
Zeker, wij kunnen ons voorstellen dat triplexhout
in de toekomst nog heel anders, en veel rationeeler,
zal worden toegepast dan het door Henri Pieck
voor dit winkel-interieur is verwerkt, maar toch
blijkt ook uit de wijze waarop hij het heeft gebruikt,
dat hij een begrip heeft van het zeer eigen karakter
van triplexhout en van het feit dat dit eigen karakter
moet spreken door eigen vormen, 't Is waar dat
hij die karakteristieke vormen nog wat te veel
heeft beperkt tot massale hoofdvormen, met
verwaarloozing van alle détailvormgeving, ten aanzien
waarvan juist triplexhout een groote veelheid van
mogelijkheden biedt, maar aan den anderen kant
moet erkend worden, dat hij niettegenstaande deze
beperking, of wellicht juist door deze beperking,
erin geslaagd is de uiterst ongelukkige en verknoeide
holle ruimte, waarover hij beschikte, te verdeelen in
een aantal goed geproportioneerde en goed bij elkaar
aansluitende ruimten.Meer lof nog komt hem toe. Zoo
bijvoorbeeld, dat hij door vorm en groepeering van
zijn meubelen, maar vooral ook door de wijze van
betimmeren, eenigen van de talrijke zeer felle fouten
van den bouwer gelukkig heeft weten te herstellen,
zoo ook dat hij gezocht heeft naar kleuren, die passen
in den vriendelijk deftigen, misschien zou het
woord chic hier juister zijn, toon, die in een winkel
als deze,een winkel van kleedingen hebbedingen voor
dames, behoort te zijn. Het rood en bijna-zwart,
waarmede hij zijn hout kleurde, zijn sierlijk levendig,
en toch goede houtkleuren.
Toch vermogen wij ook Henri Pieck niet geheel
vrij te pleiten van Jazz, niet in de meubelen en in de
betimmering, maar in de decoraties, welke hij op de
muren bracht om zijn meubelen een iets beteren
achtergrond te geven dan zij zouden gehad hebben
in de rauwe af ge pleisterde wandvlakken. Het wil er
bij ons nog steeds niet in, dat dit systeemlooze samen
stel van strepen en blokken en vakken en cirkels
in contrasteerende vlakke kleuren en zwart, iets meer
is dan mode, dan jazz, even betèekenisloos als mode,
evenzeer een aberratie als jazz. Nemen wij voor de
vriendelijkheid aan, dat Pieck juist deze wijze van
decoratie heeft toegepast als symbool van het geval
dat hij ter bewerking had immers een modewin
kel, soit, maar 't is jazz.
Blaricum.