Historisch Archief 1877-1940
2567
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
EEN BLOEIEND INDISCff
HAVENBEDRIJF
DOOR PAUL SABEL
H!
Sabang heeft zijn positie van vóór den
oorlog herkregen
ET is nog niet zoo bijzonder lang, dat Sabang
? op het eiland We, geheel in het Noorden van onzen
Indischen Archipel tegenover Kota-Radja opAtjeh, als
havenplaats en kolenstation iets te beteekenen heeft.
Eerst in 1884 werd er over gedacht het kolenstation
op het eiland Breuëh, ten Zuid-Westen van We
?gelegen, te vervangen door een station op We, waarbij
men het oog had op de Zuid-baai van het eiland.
Dit plan is toen niet doorgegaan, nadat men er op
bescheiden schaal een proef mede genomen had.
In "Mei 1893 werd daarop onze vlag geheschen te
Sabang, op de Noordkust van het eiland We gelegen,
?dat de standplaats werd van een bestuursambtenaar
en .'militaire bezetting kreeg. In 1895 werd Sabang
vervolgens tot kolenstation gepromoveerd, waarna
het in 1897 telegrafisch werd aangesloten en in 1898
?een dok ter grootte van 2800 ton verkreeg. In 1903
kwam de haven eerst in rechtstreeksche
mailverbinding met het moederland te staan.
Int Intusschen was in 1898 te Batavia een naamlooze
vennootschap Zeehaven en Kolenstation Sabang"
opgericht, welker rechten en bezittingen in 1905
werden overgenomen door een gelijknamige
Nederlandsche naamlooze vennootschap, dezelfde welke
nog steeds te Amsterdam gevestigd is. Volgens hare
statuten heeft deze in de eerste plaats ten doel de
* uitvoering der overeenkomst door haar met den Minis
ter van Koloniën namens het Nederlandsch-Indische
Gouvernement aangegaan ten aanzien van de ex
ploitatie in den meest uitgebreiden zin van de zee
haven en het kolenstation aan de Sabangbaai. Krach
tens deze overeenkomst heeft het Gouvernement van
de vennootschap alle havenwerken, waarvan het tot
stand brengen in den regel de taak van de overheid
is", overgenomen en deze tot einde 1958 weder aan
?de vennootschap in erfpacht gegeven tegen betaling
van een erfpachtcanon, uitkomende op 3£ pCt.
van den kostprijs. Het onderhoud van terreinen,
steigers, kaden en corps-morts, is voor rekening van
het Gouvernement, dat van de pakhuizen en andere
onroerende goederen voor die van de vennootschap.
Verder is het Gouvernement gerechtigd tot een deel
der winsten, die de vennootschap in staat is te behalen
en wel in dier voege, dat jaarlijks aan het Gouver
nement wordt betaald een som gelijkstaande aan
5 pCt van het aan aandeelhouders uit te keeren divi
dend, voor zoover dit dividend 5 pCt. niet overschrijdt,
terwijl over hetgeen boven 5 pCt. als dividend wordt
uitgekeerd, t.ot 10 pCt. toe aan het Gouvernement
10 pCt. en over hetgeen boven 10 pCt. als dividend
wordt uitgekeerd, aan het Gouvernement 20 pCt.
wordt betaald.
Reeds spoedig na hare oprichting kwam de N.V.
Zeehaven en Kolenstation Sabang in het bezit van
alle aandeelen der N. V. Atjeh-Transport Maatschappij,
?die de exploitatie van het reedevervoer te Oleh-leh
en de stoomverbinding tusschen die reede en de
haven van Sabang ten doel heeft.
Ten einde te voorkomen, dat te eeniger tijd vreemde
belangen een overwegenden invloed op dit voor onze
koloniën zoo uiterst belangrijk gebleken haven- en
steenkolenbedrijf zouden kunnen uitoefenen, zijn de
aandeelen der vennootschap in handen gesteld van
de Centrale Trust Compagnie, die daartegen certi
ficaten A en certificaten B heeft uitgegeven. De
Certificaten A zijn aan het publiek ter inschrijving
aangeboden, terwijl de Certificaten B zich in handen
van de Nederlandsche Handelmaatschappij en van
enkelen harer vrienden bevinden.
De winstverdeeling op beide soorten Certificaten
is aldus geregeld, dat indien het dividend niet meer
dan 5 pCt. bedraagt, dit ten goede van de houders
der Certificaten A komt, maar indien het meer
bedraagt, van het meerdere 95 pCt. wordt uitgekeerd
aan de houders der Certificaten A en 5 pCt. aan de
houders der Certificaten B.; van alle, uitkeeringen
wordt l pCt. voor administratieloon in mindering
_ gebracht.
Ten gevolge van de nauwe betrekking, waarin de
vennootschap tot het Gouvernement staat, is bij haar
een Regeeringscommissaris in functie, als hoedanig
momenteel de Adviseur honorair van het Departement
van Koloniën J. Th. Viehoff optreedt.
De N.V. Zeehaven en Kolenstation Sabang heeft
steeds op bevredigende resultaten kunnen wijzen.
Vóór den oorlog was het dividend geleidelijk gestegen
ARHHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
PANDBRIEYEN BEURSKOERS
DIRECTIE M? 5.J.VAMZlJ5T-M? J.F.YERSTEEVEN
van 7 tot 12J pCt. in 1913. De oorlog had aanvanke
lijk minder gunstige gevolgen voor het bedrijf der
vennootschap, zoodat het dividend toen tot 10 pCt.
terugliep, maar later werd dit beter, zoodat het weder
gestadig aan kon toenemen en over 1918 zelfs 15 pCt.
kon worden uitgekeerd. Na den oorlog maakte zij
een ware bloei-periode mede, zoodat over 1919
25pCt. en over 1920 zelfs 36 pCt. kon worden uit
gekeerd, waarvan 20 pCt. in aandeelen a pari en
16 pCt. in contanten betaalbaar werd gesteld. Door
deze wijze van betaalbaarstelling steeg het aandeelen
kapitaal toen van ? 2.500.000 tot ? 3.000.000, waarop
het sedert is gebleven. Over 1921?1925 werd op het
verhoogde aandeelenkapitaal achtereen volgens uit
gekeerd: 20pCt., lOpCt., 12 pCt., 15pCt. en 16pCt.
Er staan 500 winstaandeelen uit, waarop over 1924
en 1925 respectievelijk / 100 en ? 110 per stuk betaal
baar werd gesteld.
Zooals te begrijpen valt, is de omvang van het
scheepvaartverkeer tijdens de oorlogsjaren sterk
verminderd. In 1913 werd de haven Sabang aange
daan door 1071 handelsschepen met 3.294.000 bruto
tonnenmaat. In 1918 was dit gedaald tot 423 schepen
met 691.000 tonnenmaat. Slechts langzaam is de
handelsbeweging der haven toen weder toegenomen,
maar de beide laatste jaren overtreft de bruto
tonnenmaat der schepen, die de haven aandoen, toch
weder die van vóór den oorlog, al blijft het aantal
handelsschepen nog steeds daarbeneden. In 1925
werd de haven nml.'door 836 schepen met 3.606.000
bruto tonnenmaat aangedaan, zoodat het aantal
schepen nog steeds meer dan 200 beneden dat van
vóór den oorlog blijft als gevolg van het grootere
type der schepen, die van de havenfaciliteiten van
Sabang gebruik maken. Behalve door genoemd aantal
handelsschepen werd de haven ook nog door 52
oorlogs- en gouvernementsschepen aangedaan.
De vennootschap houdt er een dok- en reparatie
bedrijf op na, dat de laatste jaren, in verband met
de malaise op scheepvaartgebied, uiteraard zeer slap
is geweest. Eerst in de laatste maanden van 1925
viel eenige opleving op dit terrein te bespeuren. Be
halve een vroeger marine-dok, dat zich in goeden
toestand bevindt, bezit de vennootschap ook een nieuw
dok van 5.000 ton, dat door de Nederlaridsche
Scheepsbouw Maatschappij is gebouwd en door het
Bureau Wijsmuller" in drie maanden tijds naar
Sabang werd gesleept, waar het in November 1924
in dienst kon worden gesteld.
Het ligt voor de hand, dat de vennootschap enorm
veel tot de ontwikkeling van het eiland, waar zij
haar werkzaamheid uitoefent, bijdraagt. De haven
is thans telefonisch verbonden met Kota-Radja en
met Medan en het verlichtingsnet, dat oorspronkelijk
alleen voor de hayen-etablissementen der vennoot
schap dienst deed, bedient thans de geheele plaats.
Dat het bestuur der vennootschap ook veel voor het
algemeen belang van het eiland gevoelt, bleek uit
de gift, die zij bij de herdenking van het 25-jarig
bestaan der haven in het begin van 1924 deed in het
belang van het Europeesche onderwijs en voor
oprichting van een ambachtscursus voor oosterlingen.
De vennootschap heeft belang bij de N.V. Rubber
en Theekistenfabriek (R.E.T.) Sabang, die een
geplaatst kapitaal van ? 500.000 bezat, waarvan
zich ? 100.000 in handen der N.V. Zeehaven en
Kolenstation Sabang en / 368.000 in die der N. V.
Houthandel v.h. P. M. en J. Jongeneel bevond. Op dit
kapitaal is het vorige jaar 90 pCt. afgeschreven,
zoodat het belang der N.V. Sabang bij de R.E.T.
Sabang daalde tot / 10.000. Bovendien ging de fabriek
der R.E.T. Sabang in eigendom aan de N.V. Sabang
over, die haar weder aan de N.V. R.E.T. Sabang
verhuurde. Na de reorganisatie is de omzet van
laatstgenoemde belangrijk toegenomen, zoodat mag
worden ondersteld, dat het verder bestaan der onder
neming thans verzekerd is. Te vermelden valt voorts,
dat de N.V. Sabang de in hare onmiddellijke nabijheid
liggende terreinen der gelikwideerde N.V. Cultuur
Maatschappij Tjot Bah Oe heeft overgenomen.
De netto winst steeg in 1925 tot / 758.000 tegen
/ 700.000 in 1924. Na reserveering van / 95.000 voor
diverse belangen (tegen het vorige jaar / 80.000)
kon het dividend, gelijk reeds medegedeeld, worden
opgevoerd van 15pCt. tot 16pCt. Op terreinen,
gebouwen enz. met een kostprijs van ? 3.224.000,
is thans in totaal / 2.149.000 afgeschreven, zoodat
zij thans nog voor ? l .075.000 te boek staan. De dokken
hebben een kostprijs van ? l. 113.000, waarop / 128.000
is afgeschreven, zoodat die thans nog voor / 985.000
op de balans voorkomen.
De reserves der vennootschap bedragen thans ruim
/ 1.280.000 buiten een personeelfonds van / 100.000.
Hare financieele positie was bij den aanvang van dit
jaar zeer krachtig. In ieder opzicht kan de vennoot
schap zich dus in een bevredigenden toestand ver
heugen.
Ook door het buitenland wordt de uitmuntende
outillage, die de haven Sabang aan het scheepsver
keer biedt, ten zeerste geroemd, zooals blijkt uit een
bijzonder waardeerende beschouwing, die de hoofd
redacteur van de Fransche periodiek,, Le Maritime",
de heer Henri Moreau, aan Sabang wijdde. Ons land
mag dan ook terecht trotsch zijn op het bezit van deze
belangrijke haven, die zeer gunstig gelegen is op een
der hoofdwegen der internationale scheepvaart,
immers op den weg naar het Verre Oosten, en die
ongetwijfeld nog een zeer krachtige ontwikkeling te
gemoet gaat.
BOUWT IN ncr
OOSTERPARK
BILTMÖVEN
INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE
TELEF.INT. N?
SCHILDERKUNST
DOOR A. PLASSCHAERT
Oe Fransche tentoonstellingen te Amsterdam
Terwijl een enkel werk van den glashelderen
Marquet, of n van Matisse, Mauguin of Guérin niet
in staat zijn de zoo geheeten Tegenwoordige Kunst in
het Suasso-Museum te redden, of eenigszins dragelijk
te maken, is het geval gansch anders gesteld met de
tent^instelling der Franschen in het Rijksmuseum.
Natuurlijk was dit een gemakkelijker te organiseeren
verzameling, want zij, wier werk hier te zien wordt
gegeven, waren reeds een tijd geklasseerd, zelfs het
publiek geloofde de kenners wel, de strijd over hen,
hoe hevig vroeger ook, was uitgevochten; de eens
miskenden bleken zij te zijn, wien de eer toekwam
van een tijdperk, en van de opvolgende geslachten.
Ge kunt niet zeggen, toch, dat deze tentoonstelling
voldoende is voor een' volledige kennis, Parijs zou
daarvoor moeten dienen !, maar vóór wie op de hoogte
zijn en wier gevoel beweeglijk bleef, was er toch meer
dan een aangename herinnering, die verlevendigd
werd, en was er zelfs, nu en dan, nog een verrassing.
Er waren, ik zal de bespreking niet chronologisch
houden, de verrassingen van Fragonard, waar de
gratie overwonnen werd door een drift uit teederheid
ontstaan (50) en waar de eenvoudige gevoelens, de
eeuwige, eenvoudiger werden geformuleerd, dan ge
van hem zoudt verwachten. -Cézanne kon overtuigen
der zijn geweest, maar de groote vrouwefiguur een
landschap, een stilleven, konden toch den weg wijzen
naar den schilder, wiens werk een natuurlijke eeuwig
heid (al is die eeuwigheid op een ander plan!)stil-weg
vertoont, en wiens eene stilleven aardscher en meer
sonoor van kleur is (No. 6), dan hij geacht werd te
kunnen zijn. Van een sterke bekorende aardschheid,
waarin de teederheid een volle gloed verwierf, is het
werk van Chardin, de stillevenschilder en den schilder
van figuur in interieur. Hij moet door zijne wijze van
zijn den Hollander zeer vertrouwd blijken, terwijl toch
in zijn kleur de andere natie onherroepelijk wordt
geconstateerd. De blijvende Corot is er, van de
typische stadsgezichten en van de figuren; die van
het haast vlietend landschap en de dansen der
nymphen, werd door den kijker, terecht niet gezocht.
Courbet valt niet mee (een innerlijker toon wenschen
wij), Daumier handhaaft zich in zijn rijke en innige
kleur, die, gaaf-doorgevoerd, klinkt van leven.
Degas heeft portretten, waarvan de nauwkeurige
psychologie vergroot wordt door.een nauwkeurige
deftige weg van schilderen. Toulouse-Lautrec doet
op schriller manier zijn ziel-kennend inzicht waar
deeren. Ingres is zinnelijk en nauw-definieerend;
Lenain landelijk-plomp; Lorrain een lichtvervulde
atmospheer, Manet, een rijk colorist, zwierig in het
vrouweportret; Poussin heeft een adel, die in de
teekeningen een heviger accent kan krijgen, en die
den teederen elegischen Puvis de Chavannes wat
bleek doet schijnen, en Watteau's weemoed als
haastvrouwelijk doet ervaren. De teekeningen versterken
deze opmerkingen soms, soms vullen zij haar aan, en
maken haar vollediger door toevoeging van kracht
of gratie aan het geschetste beeld. Natuurlijk zijn
hier ook schilders, die ge graag zaagt, vergeten, of
anderen hadden feller u voor de oogen kunnen zijn
gezet (daardoor ontstaat onvolledigheid of wordt een
onrechtvaardigheid begaan tegenover het zuivere
overzicht of tegenover de persoonlijkheden) maar
dat zijn van die dingen, die iedereen bij een keuze
kunnen overkomen. De tentoonstelling in het Rijks
museum blijft ondanks deze tekortkomingen, dui
zend-maal beter en meer bezienswaard dan die in het
Stedelijke Museum, want daar is een onrechtvaardig
heid tegenover het Fransch genie voortdurend troef;
daar is de gegeven inlichting misleidend. In het
Rijksmuseum zijn echter werken te zien, die elk,
hoe verschillend-geaard, minnaar der schilderkunst
een bewondering versterken, een genoegen bereiden,
of herinneringen tot een haast tastbaar leven weer
opwekken. Het lijkt mij daarom noodzakelijk, dat
iedereen, de genoegens daar te genieten, ga genieten.
Een gang daarheen is noodzakelijk !
Kunstzaal VAN LIER
«NS CSS uut het Pwtkaatoor te Una (N-H.) G\S sva
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NBGERPLASTIEK
Dagelijki ook dei Zondags geopend