Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2567
HET KLOOSTER D E R S T. P A U L U S - B R O E D E R 5 (Kaart van Corne/is Anfhonisz.)
DOOR PROF. DR. H. BRUGMANS
XXX VI. De oude Walenkerk
"\T17" IE het rumoer van de Damstraat en de
Hoog* * straat ontvliedt door den Achterburgwal op
te wandelen, bevindt zich schuin achter het stadhuis
al spoedig op een vierkant pleintje. Links en rechts
staan min of meer oude huizen; de achtergrond wordt
gevormd door een hoog kerkgebouw, waarin de oude
gotische vormen nog duidelijk zijn te herkennen. De
gemoedelijke en weldadige rust op dit pleintje stemt
ons van zelf tot bespiegeling over verleden en heden;
want dat wij hier op historischen bodem staan, moet
ook de oppervlakkige toeschouwer waarnemen.
De kerk, die het pleintje domineert, is die der
Waalsche gemeente. Maar zij gaat nog verder in de
geschiedenis van Amsterdam terug dan de Walen;
wij hebben hier een oude kloosterkapel vóór ons, een
der weinige, die ons van het middeleeuwsche Amster
dam zijn overgebleven. Want wij staan hier voor de
laatste rest van het klooster der St. Paulusbroeders.
De St. Paulusbroeders of Paulianen leefden naar den
derden regel van St. Franciscus. Wanneer het
Amsterdamsche klooster is gesticht, weten wij niet geheel
zeker. Een opschrift op een balk in de kerk zegt:
Cette glise a téfondée Ao. MCCCCIX,
raccommodée Ao. MDCXLVII, agrandie Ao. MDCLXI". Dit
opschrift is dus op zijn vroegst uit het derde kwart der
zeventiende eeuw; waarop de juistheid van het stich
tingsjaar der kerk berust, kan niet meer worden
nagegaan. Maar op zich zelf is het jaartal 1409 niet
onwaarschijnlijk. Immers in een schepenbrief van
15 November 1415 bekende een zekere Corstginsz
schuldig .te zijn den broederen van Sinte Franciscus
reghele, die van Penitentiën geheten is, des huus-ende
convents van Sinte Pauwels binnen der vriheden van
Aemstelredamme, buten an die nije grafte staende,
viertich goede goudene Engelse Edwardus of
Ricardus nobelen".Daaruit blijkt, dat het klooster althans
reeds in 1415 bestond. Het kan dan in het begin
der vijftiende eeuw zijn gesticht; in dat geval kan
dus de kerk in 1409 zijn gebouwd.
De ligging van het gesticht wordt in den brief om^
schreven an die nije graft", dat wil zeggen: aan den
Oude Zij ds-Achterburgwal. Hoe ver het zich toen
uitstrekte, is onbekend. Maar het staat vast, dat het
klooster zich in den loop der tijden uitbreidde tot
aan den stadswal, dus tot aan den tegenwoordigen
Kloveniersburgwal. Het was dus een groot en uitge
strekt klooster, dat naar de tegenwoordige situatie
werd begrensd door den Achterburgwal,de Hoogstraat,
den Kloveniersburgwal en de Dwarsspinhuissteeg.
Het geheele complex, dat thans wordt gevormd door
het Oost-Indisch huis en het daaraan verbonden
gebouw van het oude St. Jorishof in de Dwarsspinhuis
steeg behoorde tot het terrein der St. Paulusbroeders.
Van de geschiedenis dezer St. Paulusbroeders is
niet zoo heel veel bekend. Wij weten, dat eenige der
broeders zich in 1457 naar Hoorn hebben
begeven en daar een nieuw klooster hebben gesticht.
Omtrent den toestand van het Amsterdamsche
klooster in de tweede helft der vijftiende eeuw geven
een paar scheidingsbrieven licht. Uit een oorkonde
van 29 November 1470 blijkt, dat er toen
vijf-entwintig monniken en vier of vijf conventualen of
kostgangers in het huis waren of althans mochten zijn.
Later blijkt het gesticht te zijn vergroot; althans door
een brief van 8 September 1493 werd vergund het
v.RossErrs
_ ui ii
l verkrijgbaar * [sffj" p. Kalf ons pakje
Hef Walenpldnf/e, 1926
getal der monniken tot veertig en dat der kostgangers
tot zes of acht uit te breiden. De gewone kerkelijke
voorrechten vielen van zelf de broeders ten deel. De
uitbreiding van het getal broeders ging met die van
het klooster gepaard; wij weten, dat de nieuwe ge
bouwen met het kerkhof den 4en Februari 1406 wer
den gewijd.
Van het geestelijk leven der broeders weten wij zeer
weinig; wij mogen aannemen, dat zij vroom en trouw
hun godsdienstige en kerkelijke plichten hebben waar
genomen. In het bijzonder wordt van hen vermeld,
dat zij zich toelegden op de schrijfkunst; zij schreven
boeken en brieven; blijkens de stedelijke rekeningen
heeft de stadsregeering meer dan eens van hun diensten
in dit opzicht gebruik gemaakt. Voor de beteekenis
van het klooster pleit het ook, dat het generaal ka
pittel van hun orde, dat telken jare bijeenkwam, meer
dan eens in het Amsterdamsche klooster vergaderde.
In de zestiende eeuw geraakte het klooster als
zooveel andere in verval. De geest der
reformatie
klopte ook aan deze kloosterpoort. In 1541 blijkt het
gesticht zoo goed als geheel verlaten te zijn. In 1558
doet de vroedschap een poging om het convent, dat
destijds zoo goed als geheel vaceerde", voor destatf,
te verkrijgen voor een gasthuis,'.waarvoor het bijzonder
geschikt werd geoordeeld. In Amsterdam heerschte
als zoo dikwijls een gevaarlijke pest en men had gast
huisruimte noodig voor de arme zieken. Dat juist aan
dit klooster werd gedacht, vindt zijn verklaring hierin^
dat al vroeger een deel daarvan aan de stad was ge
komen; wij zien hier dus opnieuw een bewijs van den,
achteruitgang van het gesticht. Reeds in 1532 had de
stad een gedeelte van de open terreinen van het
klooster aangekocht. In 1555 was de stad eigenares.
geworden van den kloosterboomgaard, die volgen?
de acte vijftig en een halve vierkante roede groot was;
die boomgaard lag ongeveer op de plaats, waar tegen
woordig het Oost-Indisch huis staat. Wat er in 1558
is gebeurd, hooren wij verder niet. Maar in 1574 kreeg;
de stad andermaal erven in handen bij de sacristie,.
tusschen het dolhuis en de Hoogstraat.
De dagen van het klooster waren toen reeds geteld.
In 1578, toen de alteratie voor Amsterdam de
middel
eeuwen afsloot, kwamen de kloostergebouwen aan de
stad. De St. Paulusbroeders verkeerden toen in
zoobehoeftige omstandigheden, dat zij zelf aan het stads
bestuur vergunning vroegen om van het klooster en
de inkomsten afstand te mogen doen onder voor
waarde, dat hun levensonderhoud werd toegestaan..
Op dien grondslag werd den l Augustus 1579 tusschen
de regenten van het St. Jorishof en de Paulianen een
contract gesloten. Er waren toen niet meer dan zes.
monniken en vier kostgangers in het oude klooster..
Dit gebouw werd nu bestemd tot een proveniershuis:,
de proveniers uit het St. Jorishof in de Kalverstraat
werden hierheen overgebracht; ook de naam St.
Jorishof ging op het oude gesticht over. Tot in den»
Franschen tijd heeft deze stichting bestaan. Maar
toen koning Lodewijk zijn residentie naar Amster
dam verlegde, moest ruimte worden gevonden voor
de verschillende rijksbureaux. Zoo moest het St..
Jorishof worden ontruimd; hier werden de bureaux
van de grootboeken der nationale schuld gevestigd,,
die er tot voor enkele jaren zijn gebleven. Op het
terrein van het klooster werd in de zeventiende
eeuwhet Oost-Indisch Huis gebouwd, dat met
veranderdebestemming nog steeds een sieraad is van Amsterdam.,
De gronden aan de Hoogstraat werden met burger
woningen bebouwd.
Het eenige wat van het oude klooster is overge
bleven, is de kerk. Zij werd toegewezen aan de Waal
sche gemeente, die haar nog steeds in gebruik heeft..
Blijkens het opschrift, waarvan wij spraken is zij
hersteld in 1647 en vergroot in 1661. Die vergrooting
geschiedde naar de zijde van het Walenpleintje, waar
een travee werd bijgebouwd; toen is ook de tegen
woordige gevel tot stand gekomen. Zoo handhaaft
dus de Oude Walenkerk de herinnering aan vroomheid
en wijding in het oude en nieuwe Amsterdam.
Grand CaféRestaurant DE HEEMRAAD"
N. BINNENWEG 276 ROTTERDAM
8 B i Har ds Orchestre SPRATO