Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2567
BIJKOMSTIGHEDEN
DOOR ANNIE SALOMONS
CCXXX
t_T ET typische van de Oostkust van
*? *? Sumatra is, dat men er, naast het
rechtstreeks bestuurd gebied, waar de
verhouding is, zooals tusschen regeering
en volk in Holland, de vier sultanaten:
Deli, Serdang, Langkat en Asahan
intact heet gelaten. Practisch is de
invloed van het gouvernement hier na
tuurlijk e ven groot als in de rechtstreeks
bestuurde streken, maar in theorie zijn
het min of meer zelfstandige
vasalstaatjes, die een tractaat met Nederland
hebben gesloten, en die op hun gebied
een eigen Wetgeving zouden kunnen
hebben, als niet, óf door dat tractaat
zelf, of door die bizondere Indische
instelling, die men printah aloes"
(beleefd bevel) noemt, onze wetten
bijna letterlijk door de sultans voor hun
sultanaten waren overgenomen.
Zoo vinden we dus in Medan, dat het
knooppunt is van alle
bestuurscirganisaties, vertegenwoordigers van Jiet
centraal gezag, met als top de gouver
neur, en vertegenwoordigers van het
zelfbestuursgezag, met als top den sultan
van Deli. Zooals de sultan zijn sultanaat
weer verdeelt in districtjes, zoo is ook de
Oostkust van Sumatra" ingedeeld in
afdeelingen, aan wier hoofd een
assistentresident, en in onderafdeelingen, aan
wier hoofd een controleur staat. De
steden hebben hun apart gemeentelijk
bestuur van een burgemeester, zoodat
er in deze kleine stad heel wat gezag"
is opgehoopt.
Met deze verdeeling van
gouvernetnents- en zelfbestuursgezag correspon
deert ook de re chtspraak: we bezitten een
gouvernementsrechtspraak, (die zoowel
wat recht als rechters betreft weer in
tweeën is gesplitst, nl. die over Europe
anen en daarmee gelijkgestelden; en die
over inlanders en daarmee
gelijkgestelden),en we hebben de rechtspraak van
het sultanaat. In naam spreekt hier de
sultan recht, met zijn rijksgrooten
vereenigd in de Kerapata;:; maar in wer
kelijkheid zit aan de rechterhand van
den voorzitter een ambtenaar van het
binnenlandsch bestuur; wiens invloed
verborgen wordt onder den onschuldigen
titel van adviseur.
Zoo blijft dit wereldje iets aparts,
en wie wel eens op manenachten in
den sultanskampong wandelt, voelt
hier inderdaad een zeer speciale sfeer,
en toch voortdurend in contact met
Westersche opvattingen. Slechts een
enkelen keer, bij feestelijkheden, doet
het ook naar buiten van zich spreken,
zooals deze week, nu de oudste zoon
van den sultan officieel tot kroonprins
werd gekroond en den dag er na zijn
KLEINE
MEUBELEN
IN EIKENHOUT-PRIMA
UITGEVOERD* IN ELKE
GEWENSCHTE KLEUR
ONTWERP W.PENAAT
METZÖC2 .
LIBERTY AGENCY
vrouw tot prinses werd verheven. Den
eersten dag was de plechtigheid alleen
voor mannen toegankelijk; bij het
ceremonieel van den tweeden werden
enkel dames genoodigd.
Op het plein voor het paleis waren
fleurige tenten opgeslagen; er werd
stilletjes gedanst door een paar kleurig
gekleede ronggengs, wat in het grijze
licht van den regenmorgen een wonderlijk
triesten indruk maakte, en er stonden
wat inlanders te kijken naar de
aanstuivende auto's.
In de ontvangzaal stond de gele
troon^al opgeslagen, en aan weerskanten
zaten eenige vrouwen, om de prinses
dadelijk met gouden waaiers koelte te
kunnen toewuiven. Aan beide zijden
stond een vergulde slee, waarop anders
mlandsche muziekinstrumenten rusten,
maar waarin nu zilveren doosjes met
sirih waren geborgen; en links aan den
voet van den troon prijkte een kunstig
bouwsel van groen en geel, versierd met
gouden blaren, dat rijst en geel gekleurde
eieren bleek te bevatten, het symbool
van de vruchtbaarheid.
Aan den anderen kant van de zaal,
bruin gezicht naast^bruin gezichtje, zaten
zeker wel honderd maleische vrouwen
en meisjes op den grond, met kinderen
van alle leeftijden in haar armen, een
gewemel van de prachtigste helle kleuren
met hier en daar een armelijk Europeesch
matrozenkieltje er tusschen.
Intusschen was de sultan met drie van
zijn zoons druk in de weer om zijn gasten
te verwelkomen. De kroonprins, wiens
hoofddoek stijf stond van het bladgoud,
waarmee hij was versierd, droeg een
donker gewaad, maar de twee jongere
prinsen waren in beige en saumont,
en in een zeldzaam mooi groen gekleed.
De vader van het a.s. prinsesje droeg
oud blauw satijn, en de moefti, die haar
straks tot haar waardigheid zou ver
heffen, had een wijden, donkeren
mantel en een witte tulband.
Maar al deze kostbare gewaden,
de zware sarongs met goudweefsel,
de zeldzame hoofddoeken, zijn
poesaka(erfenis); z;gaan,onverslijtbaar,
over van geslacht op geslacht, maar de
handwerkers kaste, die deze schoone
stoffen weefde, heel dat rijken kunstzin
nig bedrijf is vrijwel uitgestorven.
Precies op tijd kwam de kleine stoet
binnen; een onzichtbaar strijkje speelde
het Wien Neerlands bloed; voorop
liepen meisjes in groen en geel, die hooge
pluimen droegen; zij zetten zich rechts
aan den voet van den troon; kleine
meisjes in het roze hurkten aan den lin
kerkant. Dan kwam het jonge vrouwtje,
geëscorteerd door vrouwelijke familie
leden, allen in het zwart*der hofdracht.
Ze was niet zóó jong als ik had gedacht;
onder haar wit onbewogen gezichtje
stond haar zwarte kleed stijf uit van de
zware edelsteenen; ze liet haar schoentjes
vóór de onderste trede, en zette zich'
tegen het lange kussen, als een kostbaar
afgodsbeeldje. Dienaressen wuifden haar
met gouden waaiers koelte toe; zij
zat onbeweeglijk, zonder* op te zien;
ze zat zóó stil, dat zelfs het licht in haar
diamanten kroontje niet bewoog. Ze was
een stukje ongerepte Oostersche wereld,
schoon en geheimzinnig, terwijl de prin
sen,die tegelijk ceremoniemeesters waren
en genoeglijk onder elkaar stonden te
praten en te overleggen, ons vertrouwd
en Westersch aandeden.
(Slot volgt)
HET MIEUWE 5VSTEEM
CENTRALE VERWARMINGEN
SIERÜJKE RADIATOREM = GE KETEL EEM VULKACHEL
HERINGA WUTHRICH
HAARLEM.TEUI966
DEN HAAG. TELR.^IO. AM5TERDAM. TEI
TE 00/TEPBEEK
LEVERT
SETIMMKINttN
WOON INPKHTINJEN
EN VEG/IEGINÓEN
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Culemborg1.
N. V. PAERELS
AMSTERDAM
C O MPLETE
jff e u b i L e c r L n g
Betimmeringen
Rokin 128, Tel. 44541
OVERHEMDEN
NAAR MAAT
FR. SINEMUS
20 Lcidschcstraat 22 - Amsterdam
Cliché's
Van Leer
Amsterdam
Abonneert U op De Vrouw
en haar Huis"
Prijs per jaar f 10 Franco p.p.
f 10.75 Proefnr. op aanvraag
Uitgave Van Holkema 6
Warendorf's Uitg. Mij. A'dam
DE VEREENIGDE STATEN
VAN EUROPA EN DE
CHARIVARIA
A NNIE Salomons behandelt in haar
?**? bijkomstigheid van roene No. 2565
de rubriek 'Charivaria' en eindigt met
deze woorden: Ik loop sindsdien te tob
ben over de propaganda voor het inter
nationale recht, en de van alle vreemde
smetten vrij te houden taal, waarvoor
dezelfde menschen (en ik ook) met
zekerheid opkomen; en ik kan toch maar
niet precies vinden, waarin we gelijk
hebben."
Haar stukje heeft vrij wat corres
pondentie opgejaagd, die ik met een
niet gevraagd antwoord aan Annie
Salomons moge besproeien.
Tob niet, Annie, of liever tob wel,
want anders schrijf je misschien niet
meer, maar over wat anders. Ik geloof
dat de zaak doodeenvoudig is. Wij
willen de vreemde smetten weren, niet
omdat ze vreemd zijn, maar omdat het
smetten zijn. Het vreemde, dat onze
taal verrijkt en mooier maakt, althans
niet leelijker, is welkom. Geen taal
kan leven zonder aanvulling uit den
vreemde. Maar de Charivaria bevatten
alleen leelijke en overbodige insluipsels.
En of die nu van buiten of van binnen
komen, is onverschillig. Ik verbaas me,
dat niet ieder weldenkend mensch mij
steunt in den strijd tegen de
taalbederverij; want deze is altijd het gevolg
van luiheid, slordigheid, onwetendheid,
naaperij, deftigdoenerij, aanstellerij, en
nog 'n half dozijn ij-eren meer, allemaal
even onwelriekend. Het is geen kwestie
van smaak of wansmaak alleen, het is
een zaak van karakter. Het is een van
de modernste overtuigingen, dat de
taal het heele volk is," zeg je. Hier
zit de fout. Ik wantrouw modernste
overtuigingen; ze zijn meestal mis, ook
deze, die trouwens zoo heel modern niet
is. Halbertsma zei al een eeuw geleden:
,,De taal is de ziel der natie, zij is de
natie zelve"?ten onrechte, dunkt me.
De taal van Amerika is Engelsch, die
van Oostenrijk Duitsch, en wat moet
Zwitserland met die mooie spreuken
beginnen?Als ik taalbederverij bestrijd,
is het niet uit vaderlandsliefde die is
zeer gematigd van temperatuur bij me
maar uit taai-liefde. Onze taal is
was? mooi, en als men iets moois
leelijk tracht te maken, wat onze
krantenlieden, geleerden en bellettristen
doen, verzet ik me. Ik zou voor het
Hollandsch vechten al werd het alleen
gesproken in Timboektoe. Maak pro
paganda voor het internationale recht
ik doe mee, en als we de Vereenigde
Staten van Europa krijgen, waarvan
ik droom, is er dan n reden vervallen
om de verschillende talen frisch en
zuiver te houden?
CHARIVARIUS
v.VOLLENHOVEN 'S STOUT