De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 14 augustus pagina 6

14 augustus 1926 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2567 BIJKOMSTIGHEDEN DOOR ANNIE SALOMONS CCXXX t_T ET typische van de Oostkust van *? *? Sumatra is, dat men er, naast het rechtstreeks bestuurd gebied, waar de verhouding is, zooals tusschen regeering en volk in Holland, de vier sultanaten: Deli, Serdang, Langkat en Asahan intact heet gelaten. Practisch is de invloed van het gouvernement hier na tuurlijk e ven groot als in de rechtstreeks bestuurde streken, maar in theorie zijn het min of meer zelfstandige vasalstaatjes, die een tractaat met Nederland hebben gesloten, en die op hun gebied een eigen Wetgeving zouden kunnen hebben, als niet, óf door dat tractaat zelf, of door die bizondere Indische instelling, die men printah aloes" (beleefd bevel) noemt, onze wetten bijna letterlijk door de sultans voor hun sultanaten waren overgenomen. Zoo vinden we dus in Medan, dat het knooppunt is van alle bestuurscirganisaties, vertegenwoordigers van Jiet centraal gezag, met als top de gouver neur, en vertegenwoordigers van het zelfbestuursgezag, met als top den sultan van Deli. Zooals de sultan zijn sultanaat weer verdeelt in districtjes, zoo is ook de Oostkust van Sumatra" ingedeeld in afdeelingen, aan wier hoofd een assistentresident, en in onderafdeelingen, aan wier hoofd een controleur staat. De steden hebben hun apart gemeentelijk bestuur van een burgemeester, zoodat er in deze kleine stad heel wat gezag" is opgehoopt. Met deze verdeeling van gouvernetnents- en zelfbestuursgezag correspon deert ook de re chtspraak: we bezitten een gouvernementsrechtspraak, (die zoowel wat recht als rechters betreft weer in tweeën is gesplitst, nl. die over Europe anen en daarmee gelijkgestelden; en die over inlanders en daarmee gelijkgestelden),en we hebben de rechtspraak van het sultanaat. In naam spreekt hier de sultan recht, met zijn rijksgrooten vereenigd in de Kerapata;:; maar in wer kelijkheid zit aan de rechterhand van den voorzitter een ambtenaar van het binnenlandsch bestuur; wiens invloed verborgen wordt onder den onschuldigen titel van adviseur. Zoo blijft dit wereldje iets aparts, en wie wel eens op manenachten in den sultanskampong wandelt, voelt hier inderdaad een zeer speciale sfeer, en toch voortdurend in contact met Westersche opvattingen. Slechts een enkelen keer, bij feestelijkheden, doet het ook naar buiten van zich spreken, zooals deze week, nu de oudste zoon van den sultan officieel tot kroonprins werd gekroond en den dag er na zijn KLEINE MEUBELEN IN EIKENHOUT-PRIMA UITGEVOERD* IN ELKE GEWENSCHTE KLEUR ONTWERP W.PENAAT METZÖC2 . LIBERTY AGENCY vrouw tot prinses werd verheven. Den eersten dag was de plechtigheid alleen voor mannen toegankelijk; bij het ceremonieel van den tweeden werden enkel dames genoodigd. Op het plein voor het paleis waren fleurige tenten opgeslagen; er werd stilletjes gedanst door een paar kleurig gekleede ronggengs, wat in het grijze licht van den regenmorgen een wonderlijk triesten indruk maakte, en er stonden wat inlanders te kijken naar de aanstuivende auto's. In de ontvangzaal stond de gele troon^al opgeslagen, en aan weerskanten zaten eenige vrouwen, om de prinses dadelijk met gouden waaiers koelte te kunnen toewuiven. Aan beide zijden stond een vergulde slee, waarop anders mlandsche muziekinstrumenten rusten, maar waarin nu zilveren doosjes met sirih waren geborgen; en links aan den voet van den troon prijkte een kunstig bouwsel van groen en geel, versierd met gouden blaren, dat rijst en geel gekleurde eieren bleek te bevatten, het symbool van de vruchtbaarheid. Aan den anderen kant van de zaal, bruin gezicht naast^bruin gezichtje, zaten zeker wel honderd maleische vrouwen en meisjes op den grond, met kinderen van alle leeftijden in haar armen, een gewemel van de prachtigste helle kleuren met hier en daar een armelijk Europeesch matrozenkieltje er tusschen. Intusschen was de sultan met drie van zijn zoons druk in de weer om zijn gasten te verwelkomen. De kroonprins, wiens hoofddoek stijf stond van het bladgoud, waarmee hij was versierd, droeg een donker gewaad, maar de twee jongere prinsen waren in beige en saumont, en in een zeldzaam mooi groen gekleed. De vader van het a.s. prinsesje droeg oud blauw satijn, en de moefti, die haar straks tot haar waardigheid zou ver heffen, had een wijden, donkeren mantel en een witte tulband. Maar al deze kostbare gewaden, de zware sarongs met goudweefsel, de zeldzame hoofddoeken, zijn poesaka(erfenis); z;gaan,onverslijtbaar, over van geslacht op geslacht, maar de handwerkers kaste, die deze schoone stoffen weefde, heel dat rijken kunstzin nig bedrijf is vrijwel uitgestorven. Precies op tijd kwam de kleine stoet binnen; een onzichtbaar strijkje speelde het Wien Neerlands bloed; voorop liepen meisjes in groen en geel, die hooge pluimen droegen; zij zetten zich rechts aan den voet van den troon; kleine meisjes in het roze hurkten aan den lin kerkant. Dan kwam het jonge vrouwtje, geëscorteerd door vrouwelijke familie leden, allen in het zwart*der hofdracht. Ze was niet zóó jong als ik had gedacht; onder haar wit onbewogen gezichtje stond haar zwarte kleed stijf uit van de zware edelsteenen; ze liet haar schoentjes vóór de onderste trede, en zette zich' tegen het lange kussen, als een kostbaar afgodsbeeldje. Dienaressen wuifden haar met gouden waaiers koelte toe; zij zat onbeweeglijk, zonder* op te zien; ze zat zóó stil, dat zelfs het licht in haar diamanten kroontje niet bewoog. Ze was een stukje ongerepte Oostersche wereld, schoon en geheimzinnig, terwijl de prin sen,die tegelijk ceremoniemeesters waren en genoeglijk onder elkaar stonden te praten en te overleggen, ons vertrouwd en Westersch aandeden. (Slot volgt) HET MIEUWE 5VSTEEM CENTRALE VERWARMINGEN SIERÜJKE RADIATOREM = GE KETEL EEM VULKACHEL HERINGA WUTHRICH HAARLEM.TEUI966 DEN HAAG. TELR.^IO. AM5TERDAM. TEI TE 00/TEPBEEK LEVERT SETIMMKINttN WOON INPKHTINJEN EN VEG/IEGINÓEN Spoor's Mosterd W. A. Spoor Jr., Culemborg1. N. V. PAERELS AMSTERDAM C O MPLETE jff e u b i L e c r L n g Betimmeringen Rokin 128, Tel. 44541 OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Lcidschcstraat 22 - Amsterdam Cliché's Van Leer Amsterdam Abonneert U op De Vrouw en haar Huis" Prijs per jaar f 10 Franco p.p. f 10.75 Proefnr. op aanvraag Uitgave Van Holkema 6 Warendorf's Uitg. Mij. A'dam DE VEREENIGDE STATEN VAN EUROPA EN DE CHARIVARIA A NNIE Salomons behandelt in haar ?**? bijkomstigheid van roene No. 2565 de rubriek 'Charivaria' en eindigt met deze woorden: Ik loop sindsdien te tob ben over de propaganda voor het inter nationale recht, en de van alle vreemde smetten vrij te houden taal, waarvoor dezelfde menschen (en ik ook) met zekerheid opkomen; en ik kan toch maar niet precies vinden, waarin we gelijk hebben." Haar stukje heeft vrij wat corres pondentie opgejaagd, die ik met een niet gevraagd antwoord aan Annie Salomons moge besproeien. Tob niet, Annie, of liever tob wel, want anders schrijf je misschien niet meer, maar over wat anders. Ik geloof dat de zaak doodeenvoudig is. Wij willen de vreemde smetten weren, niet omdat ze vreemd zijn, maar omdat het smetten zijn. Het vreemde, dat onze taal verrijkt en mooier maakt, althans niet leelijker, is welkom. Geen taal kan leven zonder aanvulling uit den vreemde. Maar de Charivaria bevatten alleen leelijke en overbodige insluipsels. En of die nu van buiten of van binnen komen, is onverschillig. Ik verbaas me, dat niet ieder weldenkend mensch mij steunt in den strijd tegen de taalbederverij; want deze is altijd het gevolg van luiheid, slordigheid, onwetendheid, naaperij, deftigdoenerij, aanstellerij, en nog 'n half dozijn ij-eren meer, allemaal even onwelriekend. Het is geen kwestie van smaak of wansmaak alleen, het is een zaak van karakter. Het is een van de modernste overtuigingen, dat de taal het heele volk is," zeg je. Hier zit de fout. Ik wantrouw modernste overtuigingen; ze zijn meestal mis, ook deze, die trouwens zoo heel modern niet is. Halbertsma zei al een eeuw geleden: ,,De taal is de ziel der natie, zij is de natie zelve"?ten onrechte, dunkt me. De taal van Amerika is Engelsch, die van Oostenrijk Duitsch, en wat moet Zwitserland met die mooie spreuken beginnen?Als ik taalbederverij bestrijd, is het niet uit vaderlandsliefde die is zeer gematigd van temperatuur bij me maar uit taai-liefde. Onze taal is was? mooi, en als men iets moois leelijk tracht te maken, wat onze krantenlieden, geleerden en bellettristen doen, verzet ik me. Ik zou voor het Hollandsch vechten al werd het alleen gesproken in Timboektoe. Maak pro paganda voor het internationale recht ik doe mee, en als we de Vereenigde Staten van Europa krijgen, waarvan ik droom, is er dan n reden vervallen om de verschillende talen frisch en zuiver te houden? CHARIVARIUS v.VOLLENHOVEN 'S STOUT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl