De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 21 augustus pagina 1

21 augustus 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene cckbl «[f voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehopren TELEFOON - 50049 , SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris 'der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM TOE AND HEEL OPGERICHT IN 1877 No. 2568 ZATERDAG 21 AUG. 1926 HET VERDRAG TUSSCHEN ITALIËEN SPANJE r l "OEN Mu§solini honger had" zoo luidt het opJ- schrift van een artikel in het Journal desDébats, waarin een brief van Mussolini wordt medegedeeld uit zijn armen tijd, nu bijna 24 jaren geleden, toen hij zonder een cent op zak naar Zwitserland trok om daar werk te zoeken en 's nachts een slaapplaats vond Onder de Groote Brug van Lausanne. Zijn bekomst kan hij tegenwoordig eten, maar nu kwelt hem een andere honger: de begeerte naar roem en macht voor Italië. Vroeger waren de paar stuivers, die een landgenoot in den vreemde hem toestopte, voldoende om een einde te maken aan het jeuken van zijne maag; de eerzucht, die hem thans prikkelt, wordt minder gauw bevredigd. Gouden bergen heeft hij zijn aanhangers beloofd. Het groote Rome van den keizerstijd zou herleven; de hoofdstad van Italiëzou weder de ziel worden van de Latijnsche wereld. En niet in een verre toekomst zou dat droombeeld verwezenlijkt worden; zoo lang zou hun ongeduld niet behoeven te wachten; reeds aanstonds zou de buit worden binnengehaald; 1926 zou voor Italiëeen Napoleontisch jaar" worden. Toen Mussolini die belofte liet wapperen, bestond nog het vooruitzicht, dat de Italiaansche vlag in een deel van Klein-Aziëzou kunnen worden geplant. Zoolang het geschil over Mosoel tusschen Engeland en Turkije nog niet was opgelost, mocht Italië, als belooning voor den steun, dien het in een eventueelen oorlog aan Engeland zou verleenen, op het verkrijgen van een stuk van den Klein-Aziatischen wal hopen, tegenover Rhodus. Die droom vervloog, toen het aan de Britsche diplomatie was gelukt Mosoel aan het Engelsche mandaatland Irak toe te voegen, zonder daarvoor het zwaard uit de scheede te trekken; de berooide Turk liet zich met een fooi-afkoopen. De laatste maal, dat wij te dezer plaatse van Musso lini gewaagden, konden wij dan ook schrijven: Arme Mussolini! Naar Klein-Aziëzal dus de Italiaansche vlag niet worden gedragen". Maar ergens, zoo voegden wij eraan toe, zal Engeland hem tevreden moeten stellen: in Abessynië? of elders?" Op die vraag kent men thans reeds het antwoordEngeland en Italiëhebben sedert bekend gemaakt, dat zij een overeenkomst aangingen, waarbij zij be loofden elkaar geen concurrentie te zullen aandoen bij het verkrijgen van concessies voor het maken van «en spoorweg in Abessynië. Dat klinkt onschuldig genoeg; maar wie de geschiedenis van de koloniale .?expansie kent, weet dat de weg naar een protectoraat ?of een volledige inbezitneming geplaveid is met eco nomische concessies. In Abessyniëzelf koestert men dan ook groot wan trouwen in de bedoelingen van Engeland en Italië; zooals men weet, heeft dit land onlangs zijn beklag ingediend bij den Volkenbond. Terecht heeft Dr. Romein, toen hij in een vorig nummer van dit week blad over de Abessijnsche kwestie schreef, erop gewe2en, dat de behandeling van dit protest door de a.s. vergadering van den Volkenbond als toetssteen kan ?dienen voor de beantwoording van de vraag, of met Genève een nieuw tijdvak in de internationale politiek is aangebroken, dan wel of de oude imperialistische politiek zal worden bestendigd. Met name voor de kleine mogendheden is daar de taak weggelegd, het opslokken van de kleine visschen door de groote te waken. Doch ook elders heeft de Italiaansche diplomatie zich geroerd. Tusschen Italiëen Spanje is een vriendschaps verdrag gesloten, waarbij beide mogendheden elkaar beloofden, eventueele geschillen door arbitrage te zullen doen beslechten en onzijdig te zullen blijven, wanneer de andere ten gevolge van een niet uitgelokten aanval in oorlog geraakt. Ook van dit verdrag kan men zeggen, dat het buitengewoon onschuldig klinkt en volkomen in over eenstemming is met de pacifistische gevoelens, die in onzen tijd ook door de meeste groote mogendheden met de lippen worden beleden; alleen zou men de opmerking kunnen maken, dat Mussolini in pacifis tisch v gewaad eenigszins vreemd aandoet. Ook zou men kunnen vragen, waartoe zulke overeenkomsten eigenlijk nog dienen en of het voor leden van den Volkenbond nog noodig is elkaar te beloven, dat zij niet naar het zwaard zullen grijpen, maar hunne geschillen langs vreedzamen weg zullen beslechten. De belofte van onzijdigheid kan bovendien elk der beide mogendheden in strijd brengen met hare ver plichtingen als lid van den Volkenbond, wanneer n.I. die belofte ook zou gelden voor een oorlog, waarin de andere geraakte door het schenden van zijn ver plichtingen als lid van dien Bond. Om over dat laatste punt te kunnen oordeelen, zou men de volledige en letterlijke bewoordingen van het verdrag moeten kennen. Dit laatste is het geval niet; een blad als de Times schreef zelfs: slechts een opper vlakkig beoordeelaar kan wanen, dat het verdrag geen verbintenissen bevat, die ten minste van even veel gewicht zijn als de openbaar gemaakte". En de toon, waarop de fascistische organen in Italiëover het verdrag schrijven, bevestigt het vermoeden, dat de strekking ervan op verre na niet zoo onschuldig is, als men zou moeten afleiden uit hetgeen van den inhoud bekend is geworden. Indien de beide mogendheden niets anders hadden gedaan dan een arbitrage-verdrag met elkaar te sluiten, zou er voor het officieuse orgaan van Mussolini geen aanleiding zijn, te gewagen van de noodzakelijk heid %n in de Middellandsche Zee tot een betere ver deeling van invloed te komen, die met de economische belangen en de historische rechten der betrokken landen strookt. Met die betrokken landen" bedoelt het blad ook Engeland, dat immers een levensbelang heeft bij het behoud van een goede verbinding met Britsch-Indiëen daarom als belanghebbende bij de Middellandsche Zee moet worden beschouwd. Klaar blijkelijk wil het Engeland gunstig stemmen voor het verdrag en doen uitkomen, dat dit niet tegen Engeland's positie in de Middellandsche Zee is gericht. Maar vermoedelijk wel tegen die van Frankrijk. De meeste Fransche bladen hebben er dan ook die bedoeling in gezien en beschouwen het tractaat als een uiting van het Italiaansche imperialisme, dat aan Frankrijk een deel van zijn koloniaal gebied aan de overzijde der Middellandsche Zee wil ontnemen. De tegenstelling tusschen Italiëen Frankrijk, in den laatsten tijd reeds zoo dikwijls gebleken en ook zicht baar in het thans op het Balkanschiereiland dreigende conflict, waarbij Frankrijk de politiek van ZuidSlaviëbegunstigt en Italiësteun in den rug aan Bul garije verleent, zal dus nog worden verscherpt. Om zijn doeleinden te bereiken, heeft Italiësamen werking gezocht met Spanje. Zoolang dit laatste rijk oorlog in Marokko had te voeren en dezen niet tot een goed einde kon brengen zonder de krachtige hulp van Frankrijk, moet het zich onthouden van een DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentiën f 0.75 per regel INHOUD: 10. 11. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 20. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, Het verdrag tusschen Italiëen Spanje. Mr. C. H. Ouépin, Mr. E. S. Orobio ie Gastro t C. Thomassen, De resultaten van ons onderwijs. Joh. Braakensiek, Het autobusbedrijf der Spoor wegen Prof. Dr. H. Brugmans, Pierrefonds. T. M., Zuid-Ameriltaansche Reisbrieven. L. J. Jordaan, De Amsterdamsche Belastingverhooging J. Ornstein Hoofiën, Isralfs wezen en willen. Annie Salomons, Bijkomstigheden. Dr. Jac. P. Thijsse, Onze Kwelgeesten J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den Dans. Elis M. Rogge, Voor Vrouwen. Willem van Doorn, Nieuwe Engelsche boeken. W. D. van Wijngaarden, Tentoonstelling van Egyptische Kunst Spreekzaal. A. Plasschaert, Schilderkunstkroniek J. O. Sinia, Onze Koloniën. H. K. Teune, Amsterdamsche Schouwburgen. Jhr. Mr. H. Smissaert, Rijksverzekeringsbank en Raden van Arbeid Jan D. Voskuil, Toege paste Kunst. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes H. Verstijnen, Dierstudie Charivarius, Charivana. Uit het Kladschrift van Jantje Charivarius, Vaderlandsche Geschiedenis. Herman Middendorp, Om zestig millioen, met teeken, dóór Prof. J. H. Jurres en G. Westermann. Richard Heuckeroth, Radio Kumgra Nosalis, Rijm Cel 2, Telefoon. Omslag: Problemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Het Verdrag tus schen Italiëen Spanje. Ringfei Kersen Pralines r Byzondepfrisschéf (^aangename smaa|| £/ op dut naam Jlèny&zt aan <tea onóevfant vam; de anti-Fransche politiek. Nu Abdel Krim zich echter gevangen heeft gegeven en van het oorlogsvuur in Marokko nog slechts enkele vonken nagloeien, lag voor Spanje de weg tot toenadering met Italiëopen. De eerste vrucht, die Spanje van het verdrag hoopt te plukken, zal wel de inbezitneming van Tandzjer en omliggend gebied zijn. Zooals men weet, stond dit gedeelte van Marokko tot dusverre onder internatio naal beheer. Juist dezer dagen echter heeft Primo de Rivera in een gesprek met een vertegenwoordiger van een groot Spaansch dagblad verkondigd, dat het een onrechtvaardigheid is geweest om Tandzjer en de daarbij behoorende strook niet op te nemen in het gedeelte van Marokko, dat onder Spaansch pro tectoraat is gesteld. Een tweede resultaat, dat Spanje er misschien van verwacht, kan de zoo vurig begeerde vaste zetel in den Volkenbondsraad zijn; tot de vervulling van dien wensen zal Italiëdan moeten medehelpen. In dit verband is het niet zonder beteekenis, dat het verdrag tusschen Spanje en Italiëeerst na de a.s. Septembervergadering van den Volkenbond bij het Secretariaat ter registratie zal worden ingediend. Welke bepaalde bedoelingen Italiëer door hoopt te verwezenlijken, behoort nog tot de raadselen, die de Sphinx aan de Tiber opgeeftj KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl