De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 21 augustus pagina 13

21 augustus 1926 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2568 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND n jarenlang 's middags de verzamelplaats der artisten was. In eene circulaire prijst Koster zijn schouwburg aan met hoogklinkende woorden, zooals: de Directie heeft zich als regel gesteld, om steeds voor ongemeene afwisseling bij hare voorstellingen te zorgen." Zij heeft geëngageerd het schitte rende Engelsche burlesque gezelschap, dat zelfs in het Paleis van den Hertog van Wellington optrad, enz. enz.!" Ofschoon dus begonnen werd met een soort Caf Chantant, immers het beroemde Engelsche gezelschap bestond uit Equilibristen, Clowns, Zangers enz. en de entree-prijs slechts 45 cent bedroeg (de inbegrepen vertering was afgeschaft) kwam het publiek niet zooals Koster had gehoopt en in October 1868 enga geert hij daarom een Fransen Vaudevilje-gezelschap, dat op 10 October ter opening van het nieuwe Tooneej (zooals 't programma luidt) 3 operettetjes opvoert, waaronder: La Chatte, metamorphosée en femme", van Offenbach. Doch ook dit genre trekt niet meer en Koster roept de hulp in van het Rotterdamsche gezelschap Louis Bouwmeester en Comp., dat met groot succes er de eerste maanden van 1869 optreedt in alle groote stukken van het romantische genre als de Gebochelde", Walter de Genuees", de Zwarte dokter", enz. Aan dit gezelschap zijn verbon den: Louis Bouwmeester, Frits Bouwmeester, Mevrouw Frenkel-Bouwtneester, Eduard Bamberg,'E. Bachigaloupi Tourniaire, enz. Ofschoon de entree verhoogd is tot 75 rent, is de zaal alle avonden vol, vooral om de Bouwmeesters, die hier voor de eerste maal (Januari 1869) gezamenlijk optreden. Het programma van dien avond vermeldt: TIVOLI' INTERIEUR AMSTERDAMSCHE SCHOUWBURGEN IN DE 19^ EEUW DOOR H. K. TEUNE Is sympathie aangenaam of lastig? Vroolijke Vaudeville in l acte, naar 'l Fransch. Theodoor ( Albert ( Ernestine-grisette Personen: , Louis Bouwmeester Fritz Bouwmeester Mevrouw Frenkel VI. Tivoli in de Nes AAN de andere zijde van de Kuipersteeg, dan waar de Salon van Duport" zich verhief, stond jaren lang een groot koffiehuis, dat tijdens de laatste jaren van genoemden Salon met den naarn ,,de Star" werd aangeduid. Hier was de verzamel plaats der artisten en hier was het ook, dat Willem Koster, exploitant van het gebouw Tivoli" aan de Leidsche barrière (waar nu het Tesselschade-ziekenhuis staat)besloot de zaak van Duport voort te zetten, zij 't dan op andere en betere manier. Toen bekend werd, dat de Salon" zou worden verkocht en Koster op de veiling beneden het bod der Ver«eniging St.Vincentius a Paolo" was gebleven, kocht hij de Star" en richtte op 16 December 1867 (dus een maand na genoemden verkoop) zich tot Burgemeester en Wethouders der Gemeente Amsterdam, met het volgende request: ? Geeft eerbiedig te kennen, Willem Koster, Wonende te Amsterdam, Park Tivoli, Buitensingel bij de Leidsche barrière, dat hij door aankoop 5s eigenaar geworden van een perceel, gemerkt No. 41, staande in de Nes alhier, waarin tot heden een logementhouders-affaire is uitge oefend, dat hij dat perceel wenscht te doen afbreken «n verbouwen en in te richten tot een Theater?en Concertzaal, waarin hij vanaf l September aanstaande voorstellingen hoopt te geven, . dat hij, voor hij daartoe overgaat, UwEdel achtbaren, voor zooveel noodig, daartoe ver zoekt de vereischte vergunning, belovende hij zich stipt te onderwerpen aan alle te dezer zake door UwEdelachtbaren gemaakte of nog te maken bepalingen. 't Welk doende, enz. Was get. UwEdelachtbaren dienstwillige TIVOLI WILLEM KOSTER, Directeur van < het Zomertheater Tivoli alhier, Directeur van ^ Theater Frascati, Rotterdam.'. Op 4 Januari 1868 volgt op dit verzoek een gunstig advies van den toenmaligen Commissaris van politie F. de Klopper en op 14 Januari 1868 wordt door Bur gemeester en Wethouders de toestemming tot afbraak en opbouw verleend. 17 September 1868 wordt het nieuwe Theater, dat den naam Tivoli" ontving, geopend. Koster had zijn tijd begrepen. Buiten de tooneel- en concertzaal, die wel iets leek op die van Duport, maar grooter was en beneden vaste zitplaatsen had, waren twee koffie kamers ingericht, waartoe ook het publiek, dat niet de voorstellingen bezocht, toegang had en waarvan TIVOLI GROOTE KOFFIEKAMER Afwisselend met dit gezelschap speelt er in 1869 1870 het gezelschap van Victor Driessens, waardoor voor 't eerst op de Hollandsche planken verschijnen de heeren: Henri van Kuyk en Henri Morriën. Vooral deze laatste heeft jarenlang in den schouwburg Tivoli geschitterd en mag met recht de vader der Operette" genoemd worden. Speelde hij nog bij Driessens kleinere rollen, toen deze in September 1870 directeur werd van den Salon des Variété's in de Amstelstraat, nam Henri Morriën de directie over van Tivoli*', om EXTERIEUR Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS Telefoon 22223 die te houden tot 1876. Een ontwikkeld man, begaafd met een geschoolden, licht aansprekenden tenor; daarbij het tooneel tot in alle finesses kennende, begreep hij, dat het publiek, beu van de flauwe vaudevilles of van de groote drama's, meer neigde naar den kant der zangspelen en ofschoon zijn repertoire ook nog blijspelen inhield, begon hij met de Dragonders van Villars" waarin hijzelf Belhumy creëerde en Me vrouw Spoor-Geytenbeek 4de Rose-Friquet. Deze opvoering was een evenement, vooral doordat ook Mevr. Spoor zich ontpopte als een operette-zangeres van eerste grootte. Achtereenvolgens komen dan: de Groothertogin van Gerolstein", Giroflé-Girofla", Genoveva van Brabant (van Offenbach), dan weer de Opera Martha" met Mevr. Kaisser (een zangeres van groote bekwaamheid) in de hoofdrol en vervol gens: de dochter van Mad. Angot" van Charles Lecocq en Orpheus in de Onderwereld" (dat door 3 schouwburgen Tivoli, Grand Theater, Salon des Variété's tegelijk werd opgevoerd), 't Leven te Parijs", enz. Deze jaren vormen den gulden tijd van Tivoli". In 1877 wordt de directie overgenomen door L. M. Roos, die een nieuw blijspel-ensemble brengt, waarbij Mina Budermann van Dijk, Budermann en Kelly, doch dit gezelschap wordt in 1878 beheerd door W. Pierre de Boer, die na een jaar van blijspelen en drama's geheel terugkeert tot het Café-Chantant met afwisselende programma's en 's winters met bals. ' Ook Fritz van Haarlem geeft er gedurende enkele jaren z'n groote programma's en 't schijnt met Tivoli als schouwburg gedaan te zijn, als in 1886 de directie in handen komt van Charles de la Mar, die er gedurende de eerste' jaren het groote romantische genre geeft, vooral Napoleon-stukken, waarin hij zelf deze groote figuur uitbeeldt. Nap de la Mar debuteert er in Kleine Jacques" en 't is op een morgen, dat hij z'n duiven voerend, omlaag valt door het boven raam van de koffiekamer, op het biljard, waardoor hij z'n rechterarmspieren zoo beleedigt, dat hij deze nooit meer geheel kan gebruiken. Toch wil het niet en in 1888 roept de la Mar L. H. Chrispijn te hulp, om tenminste de zomermaanden door te komen. Deze, zinnend op iets nieuws, monteert de Macht der Duisternis" van Leo Tolstoi, een der eerste werken van de natura listische school en met artisten als Charles de la Mar, Mevr. de la Mar-Kleij, Daan van Ollefen, Lena van Ollefen-Key, Mina Keij, L. H. Chrispijn, A. Tennissen wordt een artistiek geheel ver kregen, dat de Amsterdamsche pers vol be wondering over deze voorstelling doet schrijven, de pers, die zich in die jaren voorgoed met voorstellingen, spelers en stukken bemoeit Dan moet de la Mar iets nieuws verzinnen, om publiek te trekken en hij doet dit, door de opvoering van de Fransche kluchten, die later zoo bekend werden onder den naam het Protgenre". Dokter Jopie", Parfum". Dergelijke schuine blijspelen trekken de uitgaande Am sterdamsche jeugd, die 's avonds in de week den schouwburg vult, terwijl op Zaterdag en Zondag een romantische draak wordt gegeven, als Michael Strogoff", Moskou en St. Helena" en dergelijken. Maar als zijn beste krachten hem verlaten, zooals Guusje Poolman, Henri Poolman, Daan van Ollefen en vrouw en als de zoozeer geliefde komiek Tennissen op den avond van de la Mar's veertig-jarig jubileum door een ongeluk den dood vindt, is het langzamerhand met zijne directie in Tivoli gedaan. Wel tracht hij nog door het geven van sensatiestukken, zooals de Geheimen van de Weesinrichting Neerbosch" (naar aanleiding van de onthullingen van een zekeren van Deth geschreven) het publiek te lokken, we) engageert hij nieuwe krach ten ais Marius Spree, Jeanne Monch e.a., maar met Tivoli is 't gedaan. Het gebouw en vooral het tooneel en de kleedkamers zijn langzamerhand zoo in verval geraakt, dat vernieuwing, vooral met het oog op brandgevaar dringend noodzakelijk is. Als echter voor die vernieuwing geen geld aanwezig is, de la Mar in 1894 het gebouw verlaat en geen enkele directie het meer bespelen wil, wordt het in openbare veiling gebracht en aangekocht door den tabakshandelaar Harkema, die het in 1895 laat afbreken om er zijn kantoren te vestigen. Zoo eindigde dit bij oude Am sterdammers zoo geliefde theater, waar zoovele jaren de operette-kunst bloeide en waar zoovelen der eerste Nederlandsche tooneelspelers roem en eer hadden behaald.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl