De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 21 augustus pagina 3

21 augustus 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2568 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PIERREFONDS DOOR DR. H. BRUGMANS J EUVELLAND met uitgestrekte bosschen, zoo is 1 * het karakter van het land in al zijn eenvoud en 'schoonheid. Pierrefonds ligt aan de grens van het .groote woud van Compiègne, dat ongeveer zoo groot tis als onze provincie Utrecht. Over het plateau, waarop «en deel van het stadje ligt, ziet men in de verte Jiet groote bosch van Villers Cotterets liggen, dat den orizon afsluit. Een welig natudrschoon, dat alleen ?door den oorlog hier en daar wat Is geschonden, maar nlat ook door vreedzame vreemdelingen nog weinig is ibezocht. Een heerlijk land van glooiende heuvels en weel derige bosschen. Maar ook een land van veel historie. Frankrijk is in al zijn moderniteit een oud land, dat een historische groei van eeuwen achter zich heeft en ?daarvan overal nog de sporen en de monumenten ook (draagt. Nergens misschien loopt de geschiedenis zoo Tegelmatig en zoo in vaste lijnen als in Frankrijk. Niettegenstaande de schijnbare wisselvalligheid en grilligheid loopt door de Fransche geschiedenis een 'vaste lijn van nationale ontwikkeling: alleen Engeland ;is in dat opzicht met Frankrijk te vergelijken. Nergens ibijna ziet men de geschiedenis van eeuwen zich zoo «duidelijk voor zijn oogen afspelen als hier. Zeer duidelijk spreekt dat in Pierrefonds en om geving. Hier is hét land der Suessiones, de stam der Galliërs, die aan Soissons zijn naam heeft gegeven. Hier zijn wij in het oude land van Valois, dat aan Frankrijk een dynastie schonk van imposante komingen. Hier eindelijk zijn wij midden in de vuurlinie ?van den grooten oorlog. Dat alles heeft zijn stempel gedrukt op' het land. Een weinig van den grooten weg af ligt Champlieu, ihans een gehucht van misschien veertig zielen. Maar ?voor eeuwen was hier een oud-Romeinsche vestiging: «een goed bewaard Romeinsch theater, waar een twintig jaar geleden nog eens een klassiek stuk is gespeeld; een haast volledig geïnstalleerd badhuis; ?een kleine Apollotempel met belangrijk beeldhouw werk; eindelijk merkwaardige catacomben met de bekende Christelijke symboliek: dat alles geeft ?Champlieu te zien. De ruïne van een romaansche kerk voltooit een beeld van vergane grootheid. Beter nog kan men een oude romaansche kerk waarnemen in St. Jean-aux-Bois, midden in het woud van Com piègne: de zware muren en de smalle ramen zijn hier :goed bewaard, ook waar de gothiek den romaanschen stijl heeft verdrongen. Het kerkje ligt nog geheel in -den kring van heel oude huizen, oorspronkelijk stellig -claustrale huizen van een kapittel of klooster; neg komt men binnen de omheining dier huizen over een oude gemetselde brug en door een poort, door zware torens geflankeerd. Stilte hangt als van ouds over de kerk en haar kloosteromgeving; de overgang van klooster tot dorp is nauwelijks waarneembaar. De kerk van St. Jean-aux-Bois heet uit de twaalfde ' eeuw: in haar oudere gedeelten het heilige graf b.v. is zij stellig ouder. De gothiek kan hier natuurlijk fuit de twaalfde eeuw zijn. Maar hoe ongelooflijk snel iheeft zij zich ontwikkeld tot de heerlijke kunst der Fransche kathedralen. Niet veraf ligt Soissons, dat ?de werkzame hand legt aan het herstel van zijn veel ^geschonden kathedraal. Dit is restauratie zeker, maar daarnaast even zeker herbouw. Iets anders ware hier niet mogelijk, nu het hier een gebouw geldt, ? dat blijvend voor den eeredienst is bestemd. Het ,koor en het dwarsschip doen weer dienst; het lang:schip met de zijschepen is nog in staat van wording. Hier kan men den gruwel der verwoesting nog zeer -duidelijk en zeer treffend waarnemen. De eene toren ^steekt nog twee steenen vingeren dreigend en smee,4cend tegelijk ten hemel; van de andere is ongeveer : niets meer over. Van twee andere kerken staat weinig . meer dan de voorgevel. Ook de omgeving der kathe?draal, de kern der stad, is zoo grondig verwoest, dat ?«en geheel nieuw stratenplan getraceerd is kunnen worden: de kathedraal, die, oorspronkelijk vrij eng ingebouwd lag, komt nu aan een plein te staan. De verwoesting der binnenstad treft te meer, nu de '.buitenwijken zoo goed als ongedeerd bleven. Wederopbouw daarvan spreekt ook het kasteel ?van Pierrefonds. Maar hier drong niet de noodzakelijk heid van een herstel van een gebouw ten behoeve van : zijn eigenaardige oorspronkelijke en duurzame be. stemming. Pierrefonds, dat sedert eeuwen een groote reputatie heeft gehad,'is de stichting van Lodewijk van Orleans in het begin der vijftiende eeuw. Hij wilde een kasteel hebben, dat tevens een paleis was; hij is daaarin volkomen geslaagd. De zware en toch ook weer zoo elegante burgerlijke gothiek van de vijftiende eeuw is hier in aantrekkelijkenjeenvoud tot VANNELLE'STABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR STAATS5POOR W E G b N Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensick iets waarlijk monumentaals gewor- H p T den. Van buiten een grimmige forteres; van binnen een weeldepaleis zoo is Pierrefonds. Zoo grimmig, dat Richelieu het weerloos heeft ge maakt; een zoo sterk slot zoo dicht bij de hoofdstad was den kardinaal ondragelijk; nog kostte het hem twee jaar om het kasteel te bemachtigen. Pierrefonds bleef een ruine, tot Napoleon III besloot tot zijn her stel. Het is een van de meest be kende restauraties van den grooten Violet Ie Duc. Men zou zulk een volledige herbouw tegenwoordig stel lig niet meer tot stand brengen. Maar de met evenveel liefdevolle toewijding als technische vaardigheid en ook spelende fantasie tot stand gebrachte restauratie van Pierrefonds is wel buitengewoon merkwaardig en ook zeer leerzaam. Het kasteel is onbewoond en ledig en daardoor hol en onhuiselijk. Maar met wat verbeelding kan men zich de dagen van de late middeleeuwen in Pierre fonds voorstellen, toen het ridderwez,en in zijn nadagen jwas zonder het zelf te beseffen, toen de zwakzinnige koning Karel VI met geen mogelijk. heid orde kon scheppen in een ver warden tijd van overgang, toen Bourguignons en Armagnacs elkander in feilen partij kamp bestreden. Deze Lodewijk van Orleans, die in 1406 zijn kasteel met de verfijnde pracht van die dagen inwijdde, viel het volgende jaar in de straten van Parijs onder de dolkstooten van [de huurlingen van den Bourgondiër. Pierrefonds ligt aan den rand van het woud van Compiègne. Bij deze stad had al Frans I een jachtslot; in het bosch hebben tal van Fran sche koningen gejaagd. Daar sloot Lodewijk XIII in 1624 een bekend verdrag met de Republiek der Qeunieerde Provinciën. Maar zijn roem kreeg Compiègne eerst in de acht tiende en vooral in de negentiende eeuw. Lodewijk XV, die den druk ALS WE DAT BEDRIJF NIET ZELF TER HAND GAAN NEMEN, van het imposante Versailles te zwaar KOMEN WE NOOIT VOORUIT!" ondervond voor zijn epigonendom, ' begon te Compiègne den bouw van ^=^ ? een nieuw paleis in den strengen, klassieken stijl van zijn dagen. Even vóór de revolutie werd het kasteel door zijn kleinzoon Lodewijk XVI voltooid. De koning heeft er dus niet veel rustige dagen kunnen slijten: toch zijn er in Compiègne nog herinneringen aan Marie Antoinette genoeg. Maar niet de Bourbons spreken hier het luidst, maar de Bonapartes. Napoleon I was hier gaarne: hij bouwde de imposante feestzaal met zijn statige Korinthi.^ch zuilen; hier begroette hij Maria Louise: hier zijn de bibliotheek, de werkkamer, de slaapkamer van den Keizer nog even intact als de muziekkamer, het boudoir en de slaapkamer der Keizerin. Ook hierin volgde Napoleon III de voorbeelden van zijn doorluchten oom: onder hem was Compiègne het tooneel van het elegante, petillante, ook wat frivole hofleven van het tweede keizerrijk. Nog meer dan de Keizer heeft Keizerin Eugénie de herinneringen van dien schitterenden tijd in Compiègne gelaten. Het laatst was Compiègne getuige van den glans van een hof in 1901, toen president Loubet hier de Czaar en de Czarina gedurende een week regaleerde. En dan ook en vooral van den allerjongsten tijd spreekt deze streek. Wij zijn hier op het oorlogsterrein en zelfs in de vuurlinie: vooral in 1914 en 1918 is hier scherp gevochten. Compiègne, Pierrefonds en Villers-Cotterets hebben alle het oorlogskrtiis ont vangen, de hoogste onderscheiding, waarover de Fransche regeering beschikt. Nog herinneren ver woeste kasteelen, kerken, huizen en bosschen aan den oorlog: veel ligt nog in puin, al gaat de wederopbouw regelmatig voort. Maar wij zijn hier ook in de streek, waar de oorlog eindigde. Wandelt men van het station Rethondes een half uurtje het bosch van Compiègne in, dan komt men aan een ruime open plek, de carrefour de l'armistice". Het is hier thans stil: de wind ruischt alleen door het hooge geboomte. Nog liggen hier de rails van den militairen spoorweg, die in den oorlog werd gebruikt voor het vervoer van de zware Fransche artillerie. Deze plek, ver van alle centra van politiek en strategie koos maarschalk Foch uit voor de onderhandelingen over den wapenstilstand. Zware hardsteenen platen wijzen de plaatsen aan, waar de wagon van den maarschalk en die van de Duitsche gemachtigden stonden. Het resultaat staat op een zwaren deksteen vermeld, die in het midden van den carrefour op een monumentalen onderbouw is geplaatst: lei 11 Novembre 1918 succomba l'orgueil de l'empire allermand, vaincu par les peuples libres qu'il voulait assuiettir". Men kan deze opvatting bestrijdbaar vinden. Maar de plaats zelf en de omgeving werken in hooge mate suggestief. Intusschen loopt de geschiedenis van Frankrijk door. Het was buitengewoon belangwekkend van nabij in een weinig politiek milieu de spannende ge beurtenissen van de laatste weken te volgen. De val van Caillaux, door Herriot in den kuil gestort, waarin deze zelf twee dagen later zou vallen dan het op treden van Poincaré, de groote wetten, in weinige dagen door beide kamers aangenomen, alles bekroond door een grondwetsherziening, die in n dag tot stand kwam, met als gevolg de stijging van den franc men moet dat om zich heen hebben gezien om de beteekenis daarvan te begrijpen. Men kan over de doelmatigheid van Poincaré's wetten van meening verschillen, maar n ding staat vast: door hem is bij millioenen Franschen het vertrouwen herleefd in de toekomst van hun land. De noodlottige daling is tot staan gebracht: er komt weer licht in de duisternis. En vooral: men heeft het gevoel herwonnen, dat geen volk kan ontberen, dat er waarlijk wordt geregeerd: geen redekavelend politicus, maar een werker en een denker staat aan het hoofd der regeering. Geen man, die over alles meepraat en van alles tegelijk wil, maar een man, die een vast plan in zijn hoofd heeft en dat wil en zal uitvoeren, een man, die weet wat hij wil. Zoo is Poincaré: het groote vertrouwen, dat hem dadelijk tegemoet golfde, maakte hem onweerstaan baar. Wat niemand was gelukt, bracht hij tot stand. Zoo was de indruk ver buiten het politieke leven, ver buiten Parijs.En dat is natuurlijk al heel veel gewonnen. BIJ DE GROOTSTE MEUBELFABRIEK VAN ONS LAND K R IJ G T OOK DE KLEINSTE ORDER l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl