Historisch Archief 1877-1940
No. 2568
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PIERREFONDS
DOOR DR. H. BRUGMANS
J EUVELLAND met uitgestrekte bosschen, zoo is
1 * het karakter van het land in al zijn eenvoud en
'schoonheid. Pierrefonds ligt aan de grens van het
.groote woud van Compiègne, dat ongeveer zoo groot
tis als onze provincie Utrecht. Over het plateau, waarop
«en deel van het stadje ligt, ziet men in de verte Jiet
groote bosch van Villers Cotterets liggen, dat den
orizon afsluit. Een welig natudrschoon, dat alleen
?door den oorlog hier en daar wat Is geschonden, maar
nlat ook door vreedzame vreemdelingen nog weinig is
ibezocht.
Een heerlijk land van glooiende heuvels en weel
derige bosschen. Maar ook een land van veel historie.
Frankrijk is in al zijn moderniteit een oud land, dat
een historische groei van eeuwen achter zich heeft en
?daarvan overal nog de sporen en de monumenten ook
(draagt. Nergens misschien loopt de geschiedenis zoo
Tegelmatig en zoo in vaste lijnen als in Frankrijk.
Niettegenstaande de schijnbare wisselvalligheid en
grilligheid loopt door de Fransche geschiedenis een
'vaste lijn van nationale ontwikkeling: alleen Engeland
;is in dat opzicht met Frankrijk te vergelijken. Nergens
ibijna ziet men de geschiedenis van eeuwen zich zoo
«duidelijk voor zijn oogen afspelen als hier.
Zeer duidelijk spreekt dat in Pierrefonds en om
geving. Hier is hét land der Suessiones, de stam der
Galliërs, die aan Soissons zijn naam heeft gegeven.
Hier zijn wij in het oude land van Valois, dat aan
Frankrijk een dynastie schonk van imposante
komingen. Hier eindelijk zijn wij midden in de vuurlinie
?van den grooten oorlog.
Dat alles heeft zijn stempel gedrukt op' het land.
Een weinig van den grooten weg af ligt Champlieu,
ihans een gehucht van misschien veertig zielen. Maar
?voor eeuwen was hier een oud-Romeinsche vestiging:
«een goed bewaard Romeinsch theater, waar een
twintig jaar geleden nog eens een klassiek stuk is
gespeeld; een haast volledig geïnstalleerd badhuis;
?een kleine Apollotempel met belangrijk beeldhouw
werk; eindelijk merkwaardige catacomben met de
bekende Christelijke symboliek: dat alles geeft
?Champlieu te zien. De ruïne van een romaansche kerk
voltooit een beeld van vergane grootheid. Beter nog
kan men een oude romaansche kerk waarnemen in
St. Jean-aux-Bois, midden in het woud van Com
piègne: de zware muren en de smalle ramen zijn hier
:goed bewaard, ook waar de gothiek den romaanschen
stijl heeft verdrongen. Het kerkje ligt nog geheel in
-den kring van heel oude huizen, oorspronkelijk stellig
-claustrale huizen van een kapittel of klooster; neg
komt men binnen de omheining dier huizen over een
oude gemetselde brug en door een poort, door zware
torens geflankeerd. Stilte hangt als van ouds over de
kerk en haar kloosteromgeving; de overgang van
klooster tot dorp is nauwelijks waarneembaar.
De kerk van St. Jean-aux-Bois heet uit de twaalfde
' eeuw: in haar oudere gedeelten het heilige graf b.v.
is zij stellig ouder. De gothiek kan hier natuurlijk
fuit de twaalfde eeuw zijn. Maar hoe ongelooflijk snel
iheeft zij zich ontwikkeld tot de heerlijke kunst der
Fransche kathedralen. Niet veraf ligt Soissons, dat
?de werkzame hand legt aan het herstel van zijn veel
^geschonden kathedraal. Dit is restauratie zeker,
maar daarnaast even zeker herbouw. Iets anders
ware hier niet mogelijk, nu het hier een gebouw geldt,
? dat blijvend voor den eeredienst is bestemd. Het
,koor en het dwarsschip doen weer dienst; het
lang:schip met de zijschepen is nog in staat van wording.
Hier kan men den gruwel der verwoesting nog zeer
-duidelijk en zeer treffend waarnemen. De eene toren
^steekt nog twee steenen vingeren dreigend en
smee,4cend tegelijk ten hemel; van de andere is ongeveer
: niets meer over. Van twee andere kerken staat weinig
. meer dan de voorgevel. Ook de omgeving der
kathe?draal, de kern der stad, is zoo grondig verwoest, dat
?«en geheel nieuw stratenplan getraceerd is kunnen
worden: de kathedraal, die, oorspronkelijk vrij eng
ingebouwd lag, komt nu aan een plein te staan. De
verwoesting der binnenstad treft te meer, nu de
'.buitenwijken zoo goed als ongedeerd bleven.
Wederopbouw daarvan spreekt ook het kasteel
?van Pierrefonds. Maar hier drong niet de noodzakelijk
heid van een herstel van een gebouw ten behoeve van
: zijn eigenaardige oorspronkelijke en duurzame
be. stemming. Pierrefonds, dat sedert eeuwen een groote
reputatie heeft gehad,'is de stichting van Lodewijk
van Orleans in het begin der vijftiende eeuw. Hij
wilde een kasteel hebben, dat tevens een paleis was;
hij is daaarin volkomen geslaagd. De zware en toch
ook weer zoo elegante burgerlijke gothiek van de
vijftiende eeuw is hier in aantrekkelijkenjeenvoud tot
VANNELLE'STABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
STAATS5POOR W E G b N
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensick
iets waarlijk monumentaals gewor- H p T
den. Van buiten een grimmige
forteres; van binnen een weeldepaleis
zoo is Pierrefonds. Zoo grimmig,
dat Richelieu het weerloos heeft ge
maakt; een zoo sterk slot zoo dicht
bij de hoofdstad was den kardinaal
ondragelijk; nog kostte het hem twee
jaar om het kasteel te bemachtigen.
Pierrefonds bleef een ruine, tot
Napoleon III besloot tot zijn her
stel. Het is een van de meest be
kende restauraties van den grooten
Violet Ie Duc. Men zou zulk een
volledige herbouw tegenwoordig stel
lig niet meer tot stand brengen.
Maar de met evenveel liefdevolle
toewijding als technische vaardigheid
en ook spelende fantasie tot stand
gebrachte restauratie van Pierrefonds
is wel buitengewoon merkwaardig
en ook zeer leerzaam. Het kasteel
is onbewoond en ledig en daardoor
hol en onhuiselijk. Maar met wat
verbeelding kan men zich de dagen
van de late middeleeuwen in Pierre
fonds voorstellen, toen het
ridderwez,en in zijn nadagen jwas zonder het
zelf te beseffen, toen de zwakzinnige
koning Karel VI met geen
mogelijk. heid orde kon scheppen in een ver
warden tijd van overgang, toen
Bourguignons en Armagnacs elkander
in feilen partij kamp bestreden. Deze
Lodewijk van Orleans, die in 1406 zijn
kasteel met de verfijnde pracht van
die dagen inwijdde, viel het volgende
jaar in de straten van Parijs onder
de dolkstooten van [de huurlingen
van den Bourgondiër.
Pierrefonds ligt aan den rand van
het woud van Compiègne. Bij deze
stad had al Frans I een jachtslot;
in het bosch hebben tal van Fran
sche koningen gejaagd. Daar sloot
Lodewijk XIII in 1624 een bekend
verdrag met de Republiek der
Qeunieerde Provinciën. Maar zijn roem
kreeg Compiègne eerst in de acht
tiende en vooral in de negentiende
eeuw. Lodewijk XV, die den druk ALS WE DAT BEDRIJF NIET ZELF TER HAND GAAN NEMEN,
van het imposante Versailles te zwaar KOMEN WE NOOIT VOORUIT!"
ondervond voor zijn epigonendom, '
begon te Compiègne den bouw van ^=^
? een nieuw paleis in den strengen,
klassieken stijl van zijn dagen. Even vóór de revolutie
werd het kasteel door zijn kleinzoon Lodewijk XVI
voltooid. De koning heeft er dus niet veel rustige
dagen kunnen slijten: toch zijn er in Compiègne nog
herinneringen aan Marie Antoinette genoeg. Maar
niet de Bourbons spreken hier het luidst, maar de
Bonapartes. Napoleon I was hier gaarne: hij bouwde
de imposante feestzaal met zijn statige Korinthi.^ch
zuilen; hier begroette hij Maria Louise: hier zijn de
bibliotheek, de werkkamer, de slaapkamer van den
Keizer nog even intact als de muziekkamer, het
boudoir en de slaapkamer der Keizerin. Ook hierin
volgde Napoleon III de voorbeelden van zijn
doorluchten oom: onder hem was Compiègne het tooneel
van het elegante, petillante, ook wat frivole hofleven
van het tweede keizerrijk. Nog meer dan de Keizer
heeft Keizerin Eugénie de herinneringen van dien
schitterenden tijd in Compiègne gelaten. Het laatst
was Compiègne getuige van den glans van een hof in
1901, toen president Loubet hier de Czaar en de
Czarina gedurende een week regaleerde.
En dan ook en vooral van den allerjongsten tijd
spreekt deze streek. Wij zijn hier op het oorlogsterrein
en zelfs in de vuurlinie: vooral in 1914 en 1918 is
hier scherp gevochten. Compiègne, Pierrefonds en
Villers-Cotterets hebben alle het oorlogskrtiis ont
vangen, de hoogste onderscheiding, waarover de
Fransche regeering beschikt. Nog herinneren ver
woeste kasteelen, kerken, huizen en bosschen aan den
oorlog: veel ligt nog in puin, al gaat de wederopbouw
regelmatig voort. Maar wij zijn hier ook in de streek,
waar de oorlog eindigde. Wandelt men van het
station Rethondes een half uurtje het bosch van
Compiègne in, dan komt men aan een ruime open
plek, de carrefour de l'armistice". Het is hier thans
stil: de wind ruischt alleen door het hooge geboomte.
Nog liggen hier de rails van den militairen spoorweg,
die in den oorlog werd gebruikt voor het vervoer van
de zware Fransche artillerie. Deze plek, ver van alle
centra van politiek en strategie koos maarschalk Foch
uit voor de onderhandelingen over den wapenstilstand.
Zware hardsteenen platen wijzen de plaatsen aan,
waar de wagon van den maarschalk en die van de
Duitsche gemachtigden stonden. Het resultaat staat
op een zwaren deksteen vermeld, die in het midden
van den carrefour op een monumentalen onderbouw
is geplaatst: lei 11 Novembre 1918 succomba
l'orgueil de l'empire allermand, vaincu par les
peuples libres qu'il voulait assuiettir". Men kan deze
opvatting bestrijdbaar vinden. Maar de plaats zelf
en de omgeving werken in hooge mate suggestief.
Intusschen loopt de geschiedenis van Frankrijk
door. Het was buitengewoon belangwekkend van
nabij in een weinig politiek milieu de spannende ge
beurtenissen van de laatste weken te volgen. De val
van Caillaux, door Herriot in den kuil gestort, waarin
deze zelf twee dagen later zou vallen dan het op
treden van Poincaré, de groote wetten, in weinige
dagen door beide kamers aangenomen, alles bekroond
door een grondwetsherziening, die in n dag tot
stand kwam, met als gevolg de stijging van den franc
men moet dat om zich heen hebben gezien om de
beteekenis daarvan te begrijpen. Men kan over de
doelmatigheid van Poincaré's wetten van meening
verschillen, maar n ding staat vast: door hem is bij
millioenen Franschen het vertrouwen herleefd in de
toekomst van hun land. De noodlottige daling is tot
staan gebracht: er komt weer licht in de duisternis.
En vooral: men heeft het gevoel herwonnen, dat geen
volk kan ontberen, dat er waarlijk wordt geregeerd:
geen redekavelend politicus, maar een werker en een
denker staat aan het hoofd der regeering. Geen man,
die over alles meepraat en van alles tegelijk wil, maar
een man, die een vast plan in zijn hoofd heeft en dat
wil en zal uitvoeren, een man, die weet wat hij wil.
Zoo is Poincaré: het groote vertrouwen, dat hem
dadelijk tegemoet golfde, maakte hem onweerstaan
baar. Wat niemand was gelukt, bracht hij tot stand.
Zoo was de indruk ver buiten het politieke leven, ver
buiten Parijs.En dat is natuurlijk al heel veel gewonnen.
BIJ
DE GROOTSTE
MEUBELFABRIEK VAN
ONS LAND
K R IJ G T
OOK DE
KLEINSTE
ORDER
l