De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 21 augustus pagina 9

21 augustus 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER/WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VOOR VROUWEN 3J I T EEN JONGE REPUBLIEK DOOR HENRIETTE SNOEK III. ?T* EN slotre nog een staaltje van Finsche '?*? gastvrijheid: Het geurde aromatisch door het huis toen ik ?wakker werd; ik was spoedig gekleed. Zou zou? Jawel hoor, beneden gekomen had mijn voor gevoel mij niét bedrogen, er was een heerlijk .knappend houtvuur in de Witporseleinen kachel. De koperen deuren waren open en de vertikaal en horizontaal gebouwde stapel blokken zichtbaar, ?waarde roode vlammentongen tegen opkronkelden. Het regende, het had 's nachts geregend en het zag er uit of het den gansenen dag regenen zou en .daarom had men de vriendelijke attentie gehad de kachel aan te maken. Denk eens, in Augustus. Bovendien geurde de koffie en er stond behalve alle, denkbare soorten koekjes nog klaar: Skorpa <kleine beschuit meestal van tarwemeel) zoet brood een soort cake eigenlijk, krakelingen, noch zoet, noch zout, maar knappend evenals het Knackebrod dat zér dun is ter grootte van een ferme pannekoek en machinaal wordt gemaakt. Verder voor de liefhebsters brood met kummel, zuur brood, en als een vriendelijkheid voor mij, een soort demonstratie: het Surtbröd of halkaka. Dit brood, rond, met een gat er in wordt aan listen op een stok gestoken, die op de boerderijen tusschen de balken hangt. Misschien is het versch -gebakken te eten voor een stadsmensen; het stukje dat ik probeerde kon ik niet vermalen. Hoeveel soorten brood hier wel bestaan kwam ik niet te weten, men raakt er den tel bij kwijt. ' Alleen herinner ik mij nog het groote ronde brood waar visch in gebakken is en kalakukkoo heet, dit brood Werd o.a. op de markt te Viborg verkocht. In het vriendelijke vertrek, waarde zwarte piano vreemd stond bij al het Wit der meubels, hielden wij een genoegelijk morgenpraatje. En nu Werd ik zóó vriendelijk uitgenoodigd, om in een twee persoons schommelstoel te komen zitten, dat ik niet weigeren kon. De tijd vloog om en de bel op het huis luidde voor het eigenlijke ontbijt om 10 uur of halfelf. Het ontbijt bestaat altijd uit havermout ? en aardappelen in de schil gekookt, die in een servetje gevouwen in een schaaltje op tafel komen, dit wat het warme gedeelte betreft. Het koude gedeelte bestaat uit visch, in gelei, in blik, of gebakken, en vleesch of kaas. Men kan het daar voorloopig een tijdje op uithouden, maar het hoeft ,niet, want als er geen hoofdmaaltijd is, dan drinkt :men intusschen Weer koffie of thee met de noodige lekkernijen. Van den motortocht naar het eiland, dat de .gastvrouw drie kwartier verder in het Ladogameer bezit, zou om het slechte Weer dien dag niets komen. Maar Mevrouw W. zoude Sauna" de finsk badstuga voor mij laten aanleggen dan kon ik met het echt Finsche bad kennis maken. Drie a vier uur van te voren moeten de vuren worden aangemaakt en fru Dottorinna koos voor mij het privébadhuisje, ? dat vlak bij de villa harer moeder voor deze was gebouwd. Ook bij het meer stond een badhuis, wat grooter, en voor familiegebruik der boeren en van het r personeel bestemd. Het aardige roodgeschilderde " houten huisje met de helderwitte lijsten om deur en raampjes ligt tusschen rozestruiken. Het huisje, en ook de vertrekken natuurlijk, zijn laag van ver dieping om zoo weinig mogelijk warmte te loor te laten gaan. ' Een klein vooryertrekje geeft toegang tot het kleedkamertje; beide vertrekjes en ook het eigen lijke badkamertje, hebben ongeschilderde houten vloeren. Overal heeft men den bodem met helder witte lakens bedekt. In het kleedkamertje staat een soort steenen fornuis, dat natuurlijk met hout wordt gestookt; in een reservoir wordt kokend water gereed gehouden waaruit de emmers in de badkamer worden gevuld, en een groote ronde houten . deksel dient tot afsluiting. Een geul in den planken vloer vormt het ver lengde van die uit het badkamertje en is afvoer kanaal. Verder is er een bank waar men zich kan uitkleeden. Dooreen laag deurtje komt men dan in het bad kamertje, waar het steenen fornuis tot de zoldering reikt. In dit fornuis is n stookgat en verder aan ? een andere zijde, en veel hooger, een opening waar men iets van de inwendige inrichting kan onder. scheiden. ,Er liggen zér groote steenen in die : gloeiend worden; een dienstmeisje is als ik binnenGEKLEED TOILETJE Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Neliy ffeyligers Japon van licht lila crêpe de Chine met zilveren motieven. Onderrokje in tint donkerder lila kom druk bezig er water op te gieten, dat sissend op de steenen verdampt. Terwijl het kleine ver trekje zich geheel met warmen damp vult ga ik de treden van het trapje op naar de verhooging, waar zich tegenover elkaar twee banken bevinden. De eene bank, waar ik op ga zitten, staat tegen den oven ! Warm karweitje, dat beloof ik u ! Daar komt mijne reisgenoote, (mijn aardige gastvrouw uit Helsingfors) die zich intusschen in het andere vertrekje uitkleedde, mij op de bank gezelschap houden. Ik dacht: vriezen We dood, dan vriezen we dood", maar ik kon deze vaderlandsche uit drukking, zonder verlies aan kernachtigheid niet vertalen. Het dienstmeisje vertelde nu, dat ik mij op den houten bank met het houten hoofdkussentje languit moest neerleggen en onderwijl zat mijne Finsche tolk zich te arnuseeren met mijn op merkingen. Wij hadden veel schik en het dienst meisje, dat allén Finsch verstond, lachte van harte mee, als fröken W. haar de verhalen over bracht. Intusschen is het meisje bezig geweest een boschje berkentakken met Water te overgieten en te verwarmen. Het geurt er heerlijk en men kan niets rondom meer zien van den damp ! Dan begint ze mij te geeselen met haar berken blaadjes en flink ook, maar het doet geen pijn het bloed komt in beweging ! Als men voldoende geslagen is, wordt men ingezeept en van top tot teen gewasschen. Daarna wordt men overgoten successievelijk met warm, lauw en koud water en met een badlaken om verdwijnt men in het kleedvertrek. D.W.z. ik deed het zoo. Mijne Finsche reisgenoote deed het chter! Want terwijl ik mij nog aankleedde, liep ze regel recht naar buiten ! Een, twee, drie, stapt ze in een badkuip met koud water, die voor de deur tusschen de rozen staat! Even zegt ze brr...., als ze boven dien met koud water wordt overgoten, maar ze Werd niet verkouden-! Meestal liggen de badhuizen direct aan het meer, waar de menschen zich dan zóó uit de badkamer komen onderdompelen. Als er ijs is dan rollen ze zich maar in de sneeuw voor de deur! Een Finsch gezin gaat iedere week in de Sauna" man, vrouw en kinderen, allen tegelijk ! Er wordt van de uitwerking ook bij ziekten zooveel heil verwacht, dat men zegt: De patiënt is verloren als het bad en de borrel niet helpen !" Wat zou onze zindelijke Hollandsche boerin daarvan zeggen, die zich tweemaal per jaar een goede beurt geeft Wat blieft u?.... Is het maar n maal? BRYN MAWR DOOR N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS TT\ IT Amerikaansche meisjes-college onderscheidt *-^ zich van het Vassar, Wellesley en Smithcollege, doordat het een beperkt aantal leerlingen heeft en het meest cosmopolitisch is, (het telt leerlingen uit 28 verschillende Staten en 13 vreemde landen), maar ook, doordat het een toelatingsexamen als eisch stelt. Op andere colleges worden de meisjes toegelaten, indien zij een schoot voor M.U.L.O. hebben afgeloopen. Dit toelatings examen, waaraan hooge eischen worden gesteld, is dan ook oorzaak dat het aantal leerlingen meer beperkt is. Daar het einddiploma dezer meisjescolleges geen recht geeft op den Mr.- of Dr.titel, is op Bryn Mawr de gelegenheid geopend nog verder te studeeren, waardoor men in verschillende vakken kan promoveeren. Aan deze colleges zijn ook vele manlijke leerkrachten verbonden, waaronder een maal Woodrow Wilson, als leeraar in de geschie denis. Met trots wordt dit steeds gememoreerd. Op dit college wordt nauwkeurig aanteekening gehouden hoe het de leerlingen in haar verder leven gaat en zoo vinden wij o.a. vermeld, dat, sinds de stichting in 1885, van de oud-leerlingen in 1924 plm. 45 pCt. gehuwd waren, met opsomming van het aantal zonen en dochters dat zij bezitten. Of dit percentage bereikt werd ondanks of omdat zij gegradueerd waren, schrijft de nauwkeurige stati-sticuser niet bij, wel dat zij allen goede huwelijken deden met professoren, leeraren, advocaten, doktoren, enz. Van de 1114 ongehuwde oud-leerlingen zijn 328 bij het onderwijs, 93 in het sociale werk, 56 dokter in d« medicijnen en 18 rechtsgeleerden. Het bestuur van Bryn Mawr betreurt het, dat slechts 15 pCt. van de leerlingen van een openbare school komen. De anderen komen van privaatscholen waar men haar voor het toelatingsexamen klaar stoomt. Toen dr. Joseph W. Taylor, een kwaker, in 1885 zijn fortuin beschikbaar stelde om dit college te stichten, wilde hij dat Miss W. Carey Thomas Presidente zou worden. Doch de andere kwakers overtuigden hem, dat dit toch niet ging, dat zij veel te jong was, hoewel zij hare studiën aan een andere Universiteit reeds voltooid had. Zoo werd de leiding aan een man opgedragen; doch in 1894 werd miss Thomas toch tot dit ambt geroepen, dat zij tot 1922 bekleedde. Wel gingen er toen weer stemmen op, dat er een man aan het hoofd moest staan, doch het waren voornamelijk de alumnae, de oud-studenten, die hier, evenals op de andere colleges, zeer veel in te brengen hebben, die zorgden dat Dr. Marion Edward Park haar op volgster werd.Deze had zelf haar geheele opvoeding te Bryn Mawr genoten en er haar Mr.- en Dr.graad gehaald. Daarna studeerde zij nog aan twee andere hoogescholen, die voornamelijk voor mannen bestemd zijn, nam. aan die van John Hopkins te Baltimore en aan de Classical School of Athens. De ondervindingen die zij daar heeft opgedaan brengt zij in Bryn Mawr in toepassing, o.a. het meer specialiseeren. Bij de oprichting van dit college werd bepaald dat dochters van kwakers den voorrang zouden hebben. Doch dit principe heeft men allengs laten varen en meer liberale begrippen toegepast. Het eenige wat uit den kwaker-tijd is over gebleven is het verbod, dat bij danspartijtjes jonge mannen worden uitgenoodigd. De school tracht in alles zoo breed mogelijk te zijn en hare leerlingen geen dwang op te leggen in geestelijken zin. Alle takken van kunst worden er b30efend. Het best wordt dit geïllustreerd door twee artikelen uit de ,,Christian Association", een vereeniging waarbij haast alle leerlingen zijn aange sloten. Deze luiden: Art. 11. The aim of this Association shall be: to unite its members in thought and Christian work. Art. III. Membership in this Association shall be open to every one in the college, who desires to live after the example of Christ. These articles are to be interpreted by every person for herself. Vraagt steeds PATRIA BISCUITS VANOUDS HET BESTE MERK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl