Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER/WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR VROUWEN
3J I T EEN JONGE
REPUBLIEK
DOOR HENRIETTE SNOEK
III.
?T* EN slotre nog een staaltje van Finsche
'?*? gastvrijheid:
Het geurde aromatisch door het huis toen ik
?wakker werd; ik was spoedig gekleed. Zou
zou? Jawel hoor, beneden gekomen had mijn voor
gevoel mij niét bedrogen, er was een heerlijk
.knappend houtvuur in de Witporseleinen kachel.
De koperen deuren waren open en de vertikaal en
horizontaal gebouwde stapel blokken zichtbaar,
?waarde roode vlammentongen tegen opkronkelden.
Het regende, het had 's nachts geregend en het
zag er uit of het den gansenen dag regenen zou en
.daarom had men de vriendelijke attentie gehad de
kachel aan te maken. Denk eens, in Augustus.
Bovendien geurde de koffie en er stond behalve
alle, denkbare soorten koekjes nog klaar: Skorpa
<kleine beschuit meestal van tarwemeel) zoet
brood een soort cake eigenlijk, krakelingen,
noch zoet, noch zout, maar knappend evenals het
Knackebrod dat zér dun is ter grootte van een
ferme pannekoek en machinaal wordt gemaakt.
Verder voor de liefhebsters brood met kummel,
zuur brood, en als een vriendelijkheid voor mij,
een soort demonstratie: het Surtbröd of halkaka.
Dit brood, rond, met een gat er in wordt aan
listen op een stok gestoken, die op de boerderijen
tusschen de balken hangt. Misschien is het versch
-gebakken te eten voor een stadsmensen; het stukje
dat ik probeerde kon ik niet vermalen.
Hoeveel soorten brood hier wel bestaan kwam
ik niet te weten, men raakt er den tel bij kwijt.
' Alleen herinner ik mij nog het groote ronde brood
waar visch in gebakken is en kalakukkoo heet, dit
brood Werd o.a. op de markt te Viborg verkocht.
In het vriendelijke vertrek, waarde zwarte piano
vreemd stond bij al het Wit der meubels, hielden
wij een genoegelijk morgenpraatje. En nu Werd ik
zóó vriendelijk uitgenoodigd, om in een twee
persoons schommelstoel te komen zitten, dat ik
niet weigeren kon. De tijd vloog om en de bel op
het huis luidde voor het eigenlijke ontbijt om 10 uur
of halfelf. Het ontbijt bestaat altijd uit havermout
? en aardappelen in de schil gekookt, die in een
servetje gevouwen in een schaaltje op tafel
komen, dit wat het warme gedeelte betreft. Het
koude gedeelte bestaat uit visch, in gelei, in blik,
of gebakken, en vleesch of kaas. Men kan het daar
voorloopig een tijdje op uithouden, maar het hoeft
,niet, want als er geen hoofdmaaltijd is, dan drinkt
:men intusschen Weer koffie of thee met de noodige
lekkernijen.
Van den motortocht naar het eiland, dat de
.gastvrouw drie kwartier verder in het Ladogameer
bezit, zou om het slechte Weer dien dag niets
komen.
Maar Mevrouw W. zoude Sauna" de finsk
badstuga voor mij laten aanleggen dan kon ik met het
echt Finsche bad kennis maken. Drie a vier uur van
te voren moeten de vuren worden aangemaakt en
fru Dottorinna koos voor mij het privébadhuisje,
? dat vlak bij de villa harer moeder voor deze was
gebouwd.
Ook bij het meer stond een badhuis, wat grooter,
en voor familiegebruik der boeren en van het
r personeel bestemd. Het aardige roodgeschilderde
" houten huisje met de helderwitte lijsten om deur
en raampjes ligt tusschen rozestruiken. Het huisje,
en ook de vertrekken natuurlijk, zijn laag van ver
dieping om zoo weinig mogelijk warmte te loor te
laten gaan. '
Een klein vooryertrekje geeft toegang tot het
kleedkamertje; beide vertrekjes en ook het eigen
lijke badkamertje, hebben ongeschilderde houten
vloeren. Overal heeft men den bodem met helder
witte lakens bedekt.
In het kleedkamertje staat een soort steenen
fornuis, dat natuurlijk met hout wordt gestookt;
in een reservoir wordt kokend water gereed
gehouden waaruit de emmers in de badkamer
worden gevuld, en een groote ronde houten
. deksel dient tot afsluiting.
Een geul in den planken vloer vormt het ver
lengde van die uit het badkamertje en is afvoer
kanaal. Verder is er een bank waar men zich kan
uitkleeden.
Dooreen laag deurtje komt men dan in het bad
kamertje, waar het steenen fornuis tot de zoldering
reikt. In dit fornuis is n stookgat en verder aan
? een andere zijde, en veel hooger, een opening waar
men iets van de inwendige inrichting kan
onder. scheiden. ,Er liggen zér groote steenen in die
: gloeiend worden; een dienstmeisje is als ik
binnenGEKLEED TOILETJE
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door
Neliy ffeyligers
Japon van licht lila crêpe de Chine met zilveren
motieven. Onderrokje in tint donkerder lila
kom druk bezig er water op te gieten, dat sissend
op de steenen verdampt. Terwijl het kleine ver
trekje zich geheel met warmen damp vult ga ik de
treden van het trapje op naar de verhooging, waar
zich tegenover elkaar twee banken bevinden.
De eene bank, waar ik op ga zitten, staat tegen
den oven ! Warm karweitje, dat beloof ik u !
Daar komt mijne reisgenoote, (mijn aardige
gastvrouw uit Helsingfors) die zich intusschen in
het andere vertrekje uitkleedde, mij op de bank
gezelschap houden.
Ik dacht: vriezen We dood, dan vriezen we
dood", maar ik kon deze vaderlandsche uit
drukking, zonder verlies aan kernachtigheid
niet vertalen.
Het dienstmeisje vertelde nu, dat ik mij op
den houten bank met het houten hoofdkussentje
languit moest neerleggen en onderwijl zat mijne
Finsche tolk zich te arnuseeren met mijn op
merkingen. Wij hadden veel schik en het dienst
meisje, dat allén Finsch verstond, lachte van
harte mee, als fröken W. haar de verhalen over
bracht.
Intusschen is het meisje bezig geweest een
boschje berkentakken met Water te overgieten en
te verwarmen. Het geurt er heerlijk en men kan
niets rondom meer zien van den damp !
Dan begint ze mij te geeselen met haar berken
blaadjes en flink ook, maar het doet geen pijn
het bloed komt in beweging ! Als men voldoende
geslagen is, wordt men ingezeept en van top tot
teen gewasschen. Daarna wordt men overgoten
successievelijk met warm, lauw en koud water
en met een badlaken om verdwijnt men in het
kleedvertrek. D.W.z. ik deed het zoo.
Mijne Finsche reisgenoote deed het chter!
Want terwijl ik mij nog aankleedde, liep ze regel
recht naar buiten ! Een, twee, drie, stapt ze in een
badkuip met koud water, die voor de deur tusschen
de rozen staat! Even zegt ze brr...., als ze boven
dien met koud water wordt overgoten, maar ze
Werd niet verkouden-! Meestal liggen de badhuizen
direct aan het meer, waar de menschen zich dan
zóó uit de badkamer komen onderdompelen. Als
er ijs is dan rollen ze zich maar in de sneeuw
voor de deur!
Een Finsch gezin gaat iedere week in de Sauna"
man, vrouw en kinderen, allen tegelijk !
Er wordt van de uitwerking ook bij ziekten
zooveel heil verwacht, dat men zegt: De patiënt
is verloren als het bad en de borrel niet helpen !"
Wat zou onze zindelijke Hollandsche boerin
daarvan zeggen, die zich tweemaal per jaar een
goede beurt geeft Wat blieft u?.... Is het
maar n maal?
BRYN MAWR
DOOR
N. MANSFELDT?DE WITT HUBERTS
TT\ IT Amerikaansche meisjes-college onderscheidt
*-^ zich van het Vassar, Wellesley en
Smithcollege, doordat het een beperkt aantal leerlingen
heeft en het meest cosmopolitisch is, (het telt
leerlingen uit 28 verschillende Staten en 13
vreemde landen), maar ook, doordat het een
toelatingsexamen als eisch stelt. Op andere colleges
worden de meisjes toegelaten, indien zij een schoot
voor M.U.L.O. hebben afgeloopen. Dit toelatings
examen, waaraan hooge eischen worden gesteld,
is dan ook oorzaak dat het aantal leerlingen meer
beperkt is.
Daar het einddiploma dezer meisjescolleges geen
recht geeft op den Mr.- of Dr.titel, is op Bryn
Mawr de gelegenheid geopend nog verder te
studeeren, waardoor men in verschillende vakken
kan promoveeren. Aan deze colleges zijn ook vele
manlijke leerkrachten verbonden, waaronder een
maal Woodrow Wilson, als leeraar in de geschie
denis. Met trots wordt dit steeds gememoreerd.
Op dit college wordt nauwkeurig aanteekening
gehouden hoe het de leerlingen in haar verder leven
gaat en zoo vinden wij o.a. vermeld, dat, sinds de
stichting in 1885, van de oud-leerlingen in 1924
plm. 45 pCt. gehuwd waren, met opsomming van
het aantal zonen en dochters dat zij bezitten. Of
dit percentage bereikt werd ondanks of omdat zij
gegradueerd waren, schrijft de nauwkeurige
stati-sticuser niet bij, wel dat zij allen goede huwelijken
deden met professoren, leeraren, advocaten,
doktoren, enz.
Van de 1114 ongehuwde oud-leerlingen zijn
328 bij het onderwijs, 93 in het sociale werk,
56 dokter in d« medicijnen en 18 rechtsgeleerden.
Het bestuur van Bryn Mawr betreurt het, dat
slechts 15 pCt. van de leerlingen van een openbare
school komen. De anderen komen van
privaatscholen waar men haar voor het toelatingsexamen
klaar stoomt.
Toen dr. Joseph W. Taylor, een kwaker, in
1885 zijn fortuin beschikbaar stelde om dit college
te stichten, wilde hij dat Miss W. Carey Thomas
Presidente zou worden. Doch de andere kwakers
overtuigden hem, dat dit toch niet ging, dat zij
veel te jong was, hoewel zij hare studiën aan een
andere Universiteit reeds voltooid had. Zoo werd
de leiding aan een man opgedragen; doch in 1894
werd miss Thomas toch tot dit ambt geroepen, dat
zij tot 1922 bekleedde. Wel gingen er toen weer
stemmen op, dat er een man aan het hoofd moest
staan, doch het waren voornamelijk de alumnae, de
oud-studenten, die hier, evenals op de andere
colleges, zeer veel in te brengen hebben, die
zorgden dat Dr. Marion Edward Park haar op
volgster werd.Deze had zelf haar geheele opvoeding
te Bryn Mawr genoten en er haar Mr.- en Dr.graad
gehaald. Daarna studeerde zij nog aan twee andere
hoogescholen, die voornamelijk voor mannen
bestemd zijn, nam. aan die van John Hopkins te
Baltimore en aan de Classical School of Athens.
De ondervindingen die zij daar heeft opgedaan
brengt zij in Bryn Mawr in toepassing, o.a. het
meer specialiseeren.
Bij de oprichting van dit college werd bepaald
dat dochters van kwakers den voorrang zouden
hebben. Doch dit principe heeft men allengs laten
varen en meer liberale begrippen toegepast.
Het eenige wat uit den kwaker-tijd is over
gebleven is het verbod, dat bij danspartijtjes jonge
mannen worden uitgenoodigd.
De school tracht in alles zoo breed mogelijk te
zijn en hare leerlingen geen dwang op te leggen in
geestelijken zin. Alle takken van kunst worden er
b30efend.
Het best wordt dit geïllustreerd door twee
artikelen uit de ,,Christian Association", een
vereeniging waarbij haast alle leerlingen zijn aange
sloten.
Deze luiden:
Art. 11. The aim of this Association shall be: to
unite its members in thought and Christian work.
Art. III. Membership in this Association shall
be open to every one in the college, who desires to
live after the example of Christ. These articles
are to be interpreted by every person for herself.
Vraagt steeds
PATRIA BISCUITS
VANOUDS HET BESTE MERK