De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 28 augustus pagina 1

28 augustus 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

iroene y^mstcroaramer. sekblad voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel .in auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM Me.uxwr.on TOE AND HEEL OPGERICHT IN 1877 No. 2569 ZATERDAG 28 AUG. 1920 DE STAATSGREEP IN GRIEKENLAND VROEGER hielden de republiekjes in MiddenAtnerlka het record van het grootste aantal revoluties. : Maar in onzen tijd hebben ze de vlag moeten strij ken voor Portugal waar het altijd bal" is en dit land heeft nu weer een ernstigen mededinger gekregen aan Griekenland. De vorige week lazen wij nog, dat de regeering" d.w.z. generaal Pangalps den leider van de liberale partij in hechtenis had doen nemen en hem naar een eiland in de Aegeische Zee had laten trans porteeren. Openhartig werd er aan toegevoegd, dat dit was geschied om aan de aanvallen der oppositie tegen het huidig regeeringsstelsel een einde te maken" Dit bericht behoefde op zich zelf nog geen aanleiding tot het vermoeden te geven, dat aan Pangalos de grond onder de voeten warm begon, te worden. Het gevangen zetten van het hoofd der oppositie strookte met de regeeringsmethodes van dezen dictator; kritiek duldde hij niet; hij verlangde met onderscheiding te worden behandeld; tegelijk met de bovengenoemde mededeeling vernamen wij, dat de redacteur van een Grieksche courant door den krijgsraad" tot een geldboete was veroordeeld, omdat hij bij sommige gelegenheden had verzuimd aan generaal Pangalos, wanneer hij dezen in zijn blad noemde, zijn vollen titel te geven. Maar dat er nog iets anders aan de hand was, dan het geven van zulke dure lessen in de wellevendheid aan journalisten en het muilbariden van politieke tegenstanders, mocht men afleiden uit het feit, dat ook een aantal officieren achter slot en grendel waren gezet, en vooral uit de slotalinea van het bericht over de arrestaties: de pogingen om een opstand onder het leger te verwekken zijn mislukt; de troepen hebben overal een onberispelijke tucht bewaard". In deze onberispelijkheid hebben zij echter niet volhard; een paar dagen later kwam er aan het r gimePangalos een einde, en wel op dezelfde manier, waarop het tot stand was gekomen, n.l. door een militairen staatsgreep; generaal Kondilis heeft zich met geweld meester gemaakt van het gezag. Wanneer de revolutie op niets anders uitliep dan dat de eene generaal zich in plaats van den anderen stelde, zou men kunnen vragen, wiens beurt het straks zal worden. Maar het schijnt eenige voorzichtigheid past altijd, en vooral bij berichten over revoluties, die uit den koker van de overwjnnaars komen en al het goeds verkondigen, dat het volk van hen te wachten heeft het schijnt, dat men hier niet alleen met een wisseling van machthebbers te doen heeft, maar dat er ook ver andering zal komen in het regeeringsstelsel. Pangalos had zich niet alleen gehaat gemaakt door de hardhandige manier, waarop hij zijn tegenstanders te lijf ging, maar ook vrijwel op zijn eigen houtje een grondwet afgekondigd en de volksvertegenwoor diging als een quantiténégligeable beschouwd. Kondilis laat weten, dat hij den parlementairen regeeringsvorm zal herstellen en de censuur afschaft. In hoeverre het hem mogelijk zal zijn, het politieke leven weer in geregelde banen te leiden en een einde te maken aan de overheersching van militaire cóterieën, dient te worden afgewacht. Er zijn echter enkele dingen, waaruit men mag afleiden, dat hij althans den wensch daartoe koestert. In de eerste plaats heeft hij het presidentschap van de republiek aangeboden aan admiraal Kondoeriotis, die reeds meermalen heeft getoond niet tot de partij gangers te behooren en boven alles het belang van zijn land te willen dienen. Maar achterdochtige menschen zouden kunnen vermoeden, dat hij juist aan een algemeen geacht man als Kondoeriotis, en iemand die zijn eigen grootheid niet zoekt, dien schijn van de macht wil opdragen om des te gemakkelijker het wezen daar van voor zich zelf te behouden. Dat het hem echter ernst is met zijn voornemen om een einde te maken aan de militaire dictatuur, zou men reeds mogen verwachten uit de aankondiging, dat hij overleg wil plegen met de partijleiders en een nationale regeering hoopt te vormen, maar vooral uit hetgeen hij heeft gezegd over de noodzakelijkheid om de officieren voortaan te beperken tot de uitoefe ning van hunne beroepstaak en, door verbetering van hunne opleiding, hen voor die taak meer geschikt te maken en hun zooveel belangstelling daarvoor in te boezemen, dat zij het politiseeren eraan geven. Het is mogelijk, dat deze laatste kwaal reeds te diep heeft ingevreten en ook door de behandeling van een streng heelmeester niet spoedig zal worden uitgeroeid; er zal inderdaad in Griekenland heel wat moeten veranderen, voordat de militairen zich ont houden van bemoeiing met en ingrijpen in de politiek; maar ook zij, die, zoo al niet aan de oprechtheid der bedoelingen van generaal Kondilis, dan toch aan de mogelijkheid willen twijfelen, of hij in staat zal zijn ze te verwezenlijken, zullen moeten erkennen, dat de aankondiging van deze voornemens der nieuwe regee ring, vlak na den staatsgreep en om dezen door het Grieksche volk te doen goedkeuren, er op wijst dat de wenschen van dit volk in deze richting gaan. In n opzicht zal men de verklaringen van het nieuwe bewind met eenige reserve moeten aanvaarden. Het heeft namelijk te kennen gegeven, dat er in de buitenlandsche politiek van Griekenland geen ver andering zal worden gebracht. Zulk een betuiging wordt gewoonlijk door een nieu we regeering afgelegd, om de andere mogendheden gerust te stellen en eventueel den pas af te snijden aan pogingen van het buitenland om zich te bemoeien met de aangelegenheden van het land, waar een staats greep heeft plaats gehad. Maar in dit geval is er te meer aanleiding, om er geen volstrekt geloof aan te slaan, daar generaal Kondilis zelf een enkel voorbehoud heeft gemaakt. Pangalos had een verdrag met Zuid-Slaviëgesloten, dat echter nog niet in het Grieksche Staatsblad was afgekondigd. Omtrent dit verdrag nu heeft Kondilis gezegd, dat het door de nieuwe regeering zorgvuldig zal worden onderzocht en dat deze er hare goedkeuring aan zal hechten, indien het voldoening schenkt"; zij wil het echter ook door de volksvertegenwoordiging laten bekrachtigen; in afwachting van dit alles is de publi catie van het verdrag dan ook voorloopig uitgesteld. Dit lijkt veel op een mededeeling, dat het verdrag met Zuid-Slaviënaar de prullemand zal worden ver wezen en doet veronderstellen dat het nieuwe bewind in Griekenland een andere Balkan-politiek denkt te volgen dan Pangalos wat vooral in Bulgarije met belangstelling zal zijn vernomen. Zooals Mussolini de ooren gespitst zal hebben bij een andere confidentie over de buitenlandsche politiek van Griekenland, die Kondilis aan den correspondent van de Vossisclie Zeitung heeft gedaan. DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertent.ën ? 0.75 per regel INHOUD* 1. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, De Staatsgreep in Griekenland. 2. Oen. Maj. P. O. van Drunen, Ons Leger en het Zwitsersche stelsel H. Middendorp, Boek bespreking, 3. Dr. Jan Romein, Een wending in de internatio nale politiek Joh. Braakensiek, Revolutie in Griekenland. 4. Prof. Dr. H. Brugtnans, De Vijzelstraat. 5. L. J. Jordaan, De nieuwe spoorweg-ukase Spreekzaal. 6. Annie Salomons, Bijkotnstigheden. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur Mr. J. C. Bloem, Poëzie en Consumptie. 9. Elis M. Rogge, Voor Vrouwen. 10. Herman de Man, Hollandsdie Tafereelen. 11. A. Piasschaert, Schilderkunst Otto van Tus senbroek, Toegepaste Kunst. 12. Prof. Dr. J. Prinsen, Boekbespreking A. Piasschaert Schilderkunst. 13. Wybo Meyer. Handel en poëzie. 15. Paul Sabel, Financiën. 16. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes H. Verstijnen, Dierstudie Charivarius, Charivaria. 17. Uit het Kladschrift van Jantje Charivarius, De Geschiedenis des Vaderlands. 18. Herman Middendorp, Om zestig millioen, met teeken, door Prof.J. H.JurresenG. Westermann. 20. Richard Heuckeroth, Radio Cel 2, Telefoon. Omslag: Problemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De Amsterdamsclie Gemeentebegrooting voor 1927. Zij had betrekking op Dodekanesië: Rhodus en elf andere eilanden bij de Z.W.-kust van Klein-Azië, die Italiëbezet heeft in den oorlog, dien het wegens Tripolitaniëtegen Turkije voerde, en sedert in zijne macht heeft gehouden, hoewel Griekenland op dit deel van den Turkschen buit aanspraak blijft maken, omdat de bevolking van die eilanden grootendeels uit Grieken bestaat. Met hetzelfde meesterschap over de diplomatieke taal, waarvan reeds zijne verklaring omtrent het ver drag met Zuid-Slaviëgetuigde, heeft Kondilis van de kwestie van Dodekanesiëgezegd, dat zij geen nadeeligen invloed zal uitoefenen op de vriendschappe lijke betrekkingen tusschen Griekenland en Italië, daar Mussolini, die zelf een patriot is, immers niet zal wenschen, dat Griekenland de rechten der be volking niet zal eerbiedigen". Dit begin belooft veel zoowel voor het diploma tiek talent van Kondilis, als voor de vriendschappe lijke betrekkingen tusschen Griekenland en Italië" KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl