Historisch Archief 1877-1940
v
J4o. 2569
- DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
EEN PERIODE VAN VOORSPOED VOOR
DE BILLITON-MAATSCHAPPIJ
DOOR PAUL SABEL
De exploitatie-maatschappij verdient
meer dan 100 pCt, op haar kapitaal
V~\ E Billiton Maatschappij behoort
"-^ tot onze oudste en eerwaardigste
.koloniale ondernemingen. Zooals bekend
heeft zij haar ontstaan te danken aan
Jiet energieke doorzettingsvermogen van
Prins Hendrik der Nederlanden, broeder
van Z.M. Koning Willem III, die dan ook
bij de oprichting der vennootschap op
29 September 1860 in Artikel I harer
statuten als haar beschermheer werd
erkend. Sedert 1852 was Prins Hendrik
tezamen met den bij de oprichting der
vennootschap reeds overleden heer
Vin?cent Oildemeester baron van Tuyll van.
Serooskerken in het bezit der concessie
tot het ontginnen van delfstoffen be
vattende gronden op het erland Billiton,
-terwijl de heer John Francis Loudon in
1857 voor een vijfde' deel als
mede?concessionaris werd erkend, waarna de
Prins en baron van Tuyll ieder nog voor
twee vijf de deelen in de concessie partici
peerden.
Wanneer men de geschiedenis van de
eerste jaren der vennootschap nagaat,
dan treft men reeds dadelijk bekende
namen aan, welke met haar in betrek
king stonden. Zoo was de jonge vennoot
schap verplicht de schulden over te
nemen, die de onderneming tegenover
?de heeren Van Hoboken en Zonen en
Reynst en Vinju had. Men werkte
toen reeds met Chineesche mijnwerkers,
zooals nog altijd het geval is.
Als eerste directeuren werden be
noemd de heeren Hugh Hope Loudon en
Pierre Jean Landry, terwijl voor de
eerste maal als commissarissen
fungeer'den de heeren Mr. W. R. baron van
Tuyll van Serooskerken, Jhr. H.
Steengracht d'Oosterland, Joost van
Vollenhoven, Mr. E. A. Berckmans de Weert
en G. L. J. van der Hucht. De beide
directeuren verzekerden zich voor hun
inbreng het recht op gezamenlijk 2 J pCt.
van de jaarlijksche bruto opbrengst
gedurende den loop der concessie en
eventuëele verlenging daarvan, doch de
Heer Loudon deed reeds dadelijk afstand
van zijn portie, zijnde IJ pCt. der bruto
revenuen, op voorwaarde evenwel, dat
gedurende het bestaan der vennootschap
jaarlijks ? 1800 als honorarium aan een
door commissarissen en de directie te
benoemen secretaris der vennootschap
zou worden betaald. De heer Landry had
blijkbaar meer vertrouwen in de toe
komst der onderneming, althans heeft
hij en later zijne erven steeds een aandeel
in de winsten /der vennootschap be
houden, zoodat de erven uit dien hoofde
over het boekjaar 1925 nog een bate van
? 156.480 toucheerden. Het honorarium
tvan -j 1800 voor den secretaris steekt
hierbij wel nogal af!
? Verscheidene keeren hebben de sta
tuten der vennootschap daarna een
wijziging ondergaan. In Juni 1892 werd
de concessie, die toen 40 jaren geloopen
had, verlengd tot 30 April 1927. Over de
verlenging der concessie is steeds veel
te doen geweest. Reeds in October 1917
bood de regeering een desbetreffend
voorstel aan de Tweede Kamer aan, dat
toen echter verworpen werd. Met het
oog op de bestaande neiging tot staats
exploitatie was de kans op verlenging
der concessie niet zoo groot, dat de
vennootschap de toekomst rustig tege
moet kon zien. Als voorloopige maat
regel werd toen eerst besloten tot op
richting eener dochtermaatschappij, de
Mijnbouw Maatschappij Stannum", die
in April 1920 tot stand kwam. Deze
onderneming, voor welker oprichting
zich ook de Straits Trading Company, l
het groote smeltlichaam te Singapore,
dat reeds vele jaren met de Billiton
Maatschappij in relatie staat en hare
ertsen verwerkt, sterk interesseerde,
zou in vriendschappelijke samenwerking
met de Billiton-Maatschappij trachten
zich een gelijksoortig en verwant ar
beidsveld elders te verschaffen. Zelfs
bestond de kans, dat dit arbeidsveld
naar buiten de Nederlandsche koloniën
zou verplaatst worden en aldus de
enorme goodwill, welke in de rijke
ervaring eener dergelijke maatschappij
gelegen is, voor Indiëzou verloren gaan.
Gelukkig echter zijn gouvernement en
vennootschap met elkander tot overeen
stemming weten te komen en werd een
geschikte oplossing gevonden in de op
richting van een gemengd bedrijf, waar
bij beide geïnteresseerd zouden blijven
en wel in dezelfde verhouding als voor
heen. Sedert 1892 toch ontving het
Rijk ook reeds 5/8 der netto winst en nu
werd een nieuwe maatschappij opge
richt, die zich met de eigenlijke exploi
tatie op Billiton zou belasten en van
welker kapitaal ad /16.000.000 de Neder
landsche regeering /10.000.000 en de
Billiton-Maatschappij ? 6.000.000 zou
krijgen. Deze exploitatie-maatschappij
kreeg den naam van Gemeenschappelijke
Mijnbouwmaatschappij Billiton en de
regeeringsaandeelen werden bestempeld
als aandeelen A, terwijl die der Billiton
Maatschappij aandeelen B zouden
heeten.
Behalve deze aandeelen B ontving de
Billiton Maatschappij ook nog een Bewijs
van Deelgerechtigdheid, groot ?3.054.469,
als vergoeding voor fietgeen haar bij
liquidatie in 1927 zou moeten zijn uitge
keerd. Dit Bewijs van Deelgerechtigd
heid is aflosbaar uit 25 pCt. der netto
winst over 1927 en volgende jaren, maar
blijkbaar wil men zich reeds vóór dien
tijd van deze verplichting ontdoen,
want uit de winst over 1925 werd reeds
de helft van dit bedrag of / 1.527.234
voor aflossing van het Bewijs van Dee!-x
gerechtigdheid gereserveerd. Waar de
zaken dit jaar ook weder voortreffelijk
gaan, staat niets in den weg om het
volgend jaar ook de andere helft te
reserveeren, zoodat men dan voortaan
met die verplichting geen rekening meer
behoeft te houden.
De Billiton Maatschappij is thans dus
nog slechts holding company en wel in
hoofdzaak van genoemde / 6.000.000
aand. B en het Bewijs van Deelgerech
tigdheid in de Gemeenschappelijke
Mijnb. Mij. -Hare overige deelnamen
bestaan in 996 aandeelen der Mijnbouw
Maatschappij Stannum, die thans nog
alleen op Midden-Sumatra werkzaam is,
en in een participatie in het
BauxietSyndicaat, opgericht in April van het
vorige jaar, waarin de Billiton-Maat
schappij voor de helft en de Mijnbouw
maatschappij Aequator en de
OostBorneo Maatschappij elk voor een vierde
deelnamen. Dit syndicaat heeft ten doel
het voortzetten van de tot nu toe door
de Oost-Borneo Maatschappij en het te
Bandoeng gevestigde Stikstofsyndicaat
verrichte exploratie van een
bauxietvoorkomen in de Riouw-Archipel en de
bestudeering van de mogelijkheid van
vestiging van een aluinaarde-industrie
in Nederlandsch-Indië. De werkzaam
heden van het syndicaat hebben nog
niet tot een definitieve uitkomst geleid.
Daar de Stannum tot dusverre nog
geen uitkeering heeft kunnen doen, is de
Billiton Mij. geheel aangewezen op het
dividend, dat zij op haar belang bij de
Gemeenschappelijke Mijnb. Mij. Billiton
(G.M.B.) ontvangt. Deze kon over 1924
74 pCt. en over 1925 zelfs 75 pCt. divi
dend uitkeeren, zoodat de moedermaat
schappij / 4.500.000 aan dividend ont
ving. Daar zij voorts nog 14 pCt. slot
dividend over 1924 incasseerde, had zij
in totaal / 5.340.000 alleen aan dividend
pp haar / 6.000.000 aand. B in de G.M.B.
in te komen. Na aftrek van onkosten
(waarvan ? 145.000 vergoed wordt door
de G.M.B.) en van het winstaandeel der
Erven Landry (/ 156.480) resteerde een
netto-winst van / 5.337.238, waarvan
?2.158.612 wordt gereserveerd en uit
het restant een dividend van 65 pCt.
(vorige jaar 60 pCt.) is uitgekeerd op de
aandeelen der tweede rubriek en een
dividend van 69.96 pCt. (vorige jaar
64.96 pCt.) op de aandeelen der eerste
rubriek, die gerechtigd zijn tot een
extra-dividend van 4.<)6 pCt. boven de
aandeelen der tweede rubriek.
Binnenlandsche Vaart Risico Sociëteit
Gevestigd te Amsterdam Heerengracht 260 262
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL:
Vijf Honderd Duizend Gulden
RESERVEKAPITAAL:
Honderd Zeventien Duizend Twee en Tachtig Gulden.
VERZEKERINGEN op alle Binnenwateren van Nederland, België, Frankrijk,
Duitschland, enz.
Ie. op CASCO en MACHINERIEËN van Stoomschepen, Schepen, enz.
2e. op GOEDEREN, INBOEDELS enz. p. Stoomb., Schepen, Spoorwagens, enz.
3e. op PASSAGIERSGOEDEREN, door de wereld.
4e. op WASCHGOEDEREN, naar en van de Bleekerijen in Nederland.
5e. op RIJWIELEN, in Nederland.
De binnenlandsche Vaart Risico Sociëteit te Amsterdam en The Marine Insu
rance Company Ltd. van 1836 gevestigd te Londen, SLUITEN VERZEKE
RINGEN per Post, Luchtpost, Van Gend & Loos en andere Expeditiën, op:
Geldswaardige papieren, Specie en Diamanten door de geheele wereld.
Inlichtingen worden volgaarne door de Directie en de Hoofdagenten
verstrekt.
MAATSCHAPPIJ VOOR
HYPOTHECAIR CREDIET
IN NEDERLAND
gevestigd te's-GRAVENHAGE.
Gelden beschikbaar
tegen concurreerende voorwaarden.
DE DIRECTIE.
Abonneert U op: ** ? *°«* *?
De Groene Amsterdammer
Dit gunstige resultaat heeft de Billiton
Mij natuurlijk te danken aan de schitte
rende financicele uitkomsten der G.M.B.,
die het vorige jaar alleen uit de tin
opbrengst een inkomen had van
/ 32.763.000. Met inbegrip van koers
verschillen, interest en terugontvangen
O.W.-belasting bedroeg hare bruto
winst totaal / 34.246.000 en haar
nettoinkomen, na aftrek van onkosten en be
lastingen / 17.702.000 tegen / 13.649.000
in 1924. De netto-winst beliep dus meer
dan 110 pCt. op het aandeelenkapitaal
van ? 16.000.000, hetgeen de groote
winstcapaciteit der maatschappij vol
doende in het licht stelt. Van deze
winst is / 863.000 voor afschrijvingen
aangewend, / 1.595.000 in het reserve
fonds gestort en / 1.527.234 gereser
veerd ter aflossing van het reeds eerder
vermelde Bewijs van Deelgerechtigdheid,
dat zich in het bezit der Billiton Maat
schappij bevindt. Uit het restant is een
dividend van 75 pCt. (v.j.'74 pCt.)
uitgekeerd, terwijl dan nog ?1.089.000
(v.j. nauwelijks ? 10.000) op nieuwe
rekening kon worden overgebracht.
Dit zeer bevredigende resultaat kon
worden bereikt, niettegenstaande de
productie werd beperkt tot 172.000
picols (tegen het vorige jaar 187.000
picols). De gemiddelde prijs per picol,
waartoe deze productie verkocht werd,
bedroeg echter ca. / 184 tegen het vorige
jaar / 165J, terwijl de kostprijs slechts
? 87.45 per picol was tegen het vorige
jaar ?86.70. De hoogere kostprijs was
begrijpelijkerwijze een gevolg van de
lagere productie.
De G.M.B, beschikt nog over aan
zienlijke ertsreserves, die in totaal
geschat worden op circa 2.300.000
picols tin. Ten -gevolge van de
vigeerende hooge prijzen kunnen thans ook
armere ertsen dan voorheen met winst
verwerkt worden. Hierdoor winnen de
ontginningen van primaire ertsen in
open bouw, schachten en tunnels aan
beteekenis. Er is dan ook reeds weder
tot heropening van de in 1916 gestaakte
diepmijn Klappa Kampit besloten. Met
den diepbouw kan het allerlaatste tin
nog uit den bodem gedolven worden en
het is van groot voordeel, dat deze
wijze van ontginning, dank zij den
gunstigen tinprijzen, aan de hand van de
elders en op Billiton zelf verworven
ervaringen ter hand kan worden ge
nomen. De kansen op een loonende
voortzetting van den diepbouw worden
des te grooter, naar mate de in dezen
gunstigen tijd verkregen resultaten het
bedrijf in staat stellen de ontginning en
de verwerking van primaire ertsen meer
economisch te doen zijn.
De oprichting van het gemengde
bedrijf heeft begrijpelijkerwijze de be
langstelling van de zijde van het Gouver
nement in de onderneming sterk ver
hoogd. Hieraan mag dan ook worden
toegeschreven, dat Z. Exc. Fock in
September van het afgeloopen jaar een
bezoek aan Billiton heeft gebracht,
hetgeen het eerste bezoek was, dat een
Gouverneur-Generaal sedert den aan
vang der exploitatie in 1852 aan het
eiland heeft gebracht. Ook valt nog te
memoreeren. dat sedert de oprichting
der G.M.B, samenwerking tusschen de
deskundigen van de
Billiton-onderneming en die van het staatsbedrijf op
Banka is ontstaan, waarvan beide
bedrijven zullen kunnen profiteeren.
Uit den aard der zaak is ook de ver
houding tot de Stannum, waarvan de
Billiton Mij. thans op een klein bedrag
na, het geheele kapitaal bezit (? 3.000
aand. Stannum waren omwisselbaar in
?1.000 aand. der tweede rubriek der
Billiton Mij), van zeer intiemen aard.
Waar de tinprijzen thans een hoogte
van ongeveer £ 300 per ton hebben
bereikt, zullen de financiëele resultaten
van dit jaar die van 1925 nog wel over
treffen, waaraan is toe te schrijven, dat
ook de noteeringen der beide rubrieken
aandeelen een belangrijke rijzing hebben
ondergaan. De hooge beurskoers der
aandeelen vindt zijn verklaring in de
alleszins gegronde verwachting op toe
komstige aanzienlijke dividenden en in
de zeer sterke financiëele positie der
Billiton Maatschappij, welke niet alleen
zichtbare reserves ten beloope van circa
/6.800.000(bij eenkapitaal van ?5.250.000)
bezit, maar voorts nog zeer belangrijke
stille reserves in de lage boekwaarde
harer ?6.000.000 aandeelen B. der
G.M.B. n.l. a pari, niettegenstaande
daarop een dividend van 75 pCt. is
uitgekeerd en nog hoogere uitkeeringen
verwacht mogen worden.