Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE VIJZELSTRAAT IN AUGUSTUS 1926, GEZIEN VAN DE
KEIZERSGRACHT NAAR DE MUNT
DOOR PROF. DR. H. BRUGMANS
XXXVII. De Vijzelstraat
DE VIJZELSTRAAT TUSSCHEN KEIZERSGRACHT EN PRINSENGR ACHT
IN AUGUSTUS 1926
DE Vijzelstraat is en wordt verbreed. Op den hoek
van het Singel is het nieuwe hotel in aanbouw,
dat ook de Reguliersdwarstraat zal overspannen.
Van hier tot de Heerengracht is de bebouwing in
voorbereiding. Tusschen Heerengracht en Keizers
gracht is het groote gebouw der Nederlandsche
Handelmaatschappij voltooid. De huizen tusschen
de Keizersgracht en de Prinsengracht zijn of worden
afgebroken: ook hier schijnt de nieuwe bebouwing
reeds verzekerd. Een breede verkeersweg zal zoo tot
stand komen, die vermoedelijk naar het zuiden toe
zal worden doorgetrokken. Geruchten gaan reeds van
de demping van de Vijzelgracht en de amotie van de
hoogere burgerschool aan het einde van die gracht.
Voor hem, die de topografische ontwikkeling van
Amsterdam kent, is er iets eigenaardigs in dit geheele
geval en zelfs iets onlogisch. Immers de Vijzelstraat
behoort van ouds volstrekt niet tot de groote verkeers
wegen van Amsterdam, zoodat het wel de ironie van
den historischen groei is geweest, die juist deze straat
heeft gemaakt tot den grooten verkeersweg naar
zuidelijk Amsterdam. De groote uitbreiding van Am
sterdam in de zeventiende eeuw, die nog door geen nieu
weren uitleg is overtroffen, schiep een aantal
radiaalstraten, die het verkeer van de oude kernstad leidden
naar de verschillende poorten en zoo naar buiten.
Van het westen naar het oosten gerekend had men
de Haarlemmerstraat, de Leidschestraat, de
Utrechtschestraat, de Weesperstraat en de Muiderstraat
(Plantage Middellaan), die alle uitliepen pp de
gelijknamige poorten, de Haarlemsche, de Leidsche,
de Utrechtsche, de Weesper en de Muiderpoort. Zoo
kreeg het oude Amsterdam niet alleen voor die
dagen ruime verkeerswegen, maar ook goede en
snelle verbindingen met den engeren en wijderen
omtrek.
Met de Vijzelstraat lag de zaak geheel anders.
Plaatselijk was zij natuurlijk een belangrijke
verkeersader. Maar een verbinding met de buitenwereld had
zij niet: zij liep als nog steeds uit op de Vijzelgracht
en deze liep weer dood op de Lijnbaangracht en op
den vestingwal: een poort was hier niet, zelfs geen
sortie, zooals bij de Weteringstraat toch nog het geval
was. Zoo was de Vijzelstraat wel een radiaalstraat,
maar geen hoofdverkeersweg.
De Vijzelstraat sloot ook eigenlijk heel slecht bij
de oude stad aan. Van de Regulierspoort af ging
het verkeer natuurlijk in hoofdzaak rechtuit, waar
nu de Reguliersbreestraat is. De Vijzelstraat begon
op een vrij willekeurige plaats aan den buitenkant
van de Singelgracht. De kaart van Cornelis Antonisz.
geeft hier zelfs geen weg of pad e zien. Eerst de ver
grooting van 1585 schiep hier een straat. Aan deze
zijde werd Amsterdam toen uitgebreid van het Singel
tot de Reguliersdwarsstraat. Aan de Vijzelstraat is
dat nog heden te zien: deze straat was in haar eerste
gedeelte zeer smal en nog springen de huizen van het
Singel tot de Reguliersdwarsstraat aan de oostzijde
der Vijzelstraat verder naar voren dan de volgende.
Een smal straatje was het dus, dat' van het Singel
naar den nieuwen vestingwal liep en dat blijkbaar
van den aanvang af Vijzelstraat heeft geheeten.
Waarom en waarnaar? Waarschijnlijk naar een
gevelsteen, een uithangbord of een huiseigenaar of
-bewoner: mogelijk woonde op den hoek der straat
een apotheker of een drogist. In 1590 wordt als een der
bewoners van deze straat, dicht bij het Singel, ver
meld een zekere Cornelis Arentsz. Vijselaer. De naam
van zijn huis wordt evenwel niet opgegeven. In
1605 komt deze voor als kooper van het aan zijn
woning grenzende perceel De Blauwe Molen": ein
delijk wordt in 1632 Jan Vijselaer, waarschijnlijk een
Kunstzaal VAN LIER
?S9 fS ****t bet PoctkMtoor U Lam (N-H.) eva &o
ANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK
Digclijkt ook dei Zondag* geopend
DE VIJZELSTRAAT (OUDE TOESTAND)
GEZIEN VAN DE MUNT
zoon van Cornelis Arentsz., vermeld als de bewoner
van het huis ,,De Blauwe Molen". Zijn nu de Vijselaers
de doopvaders van de Vijzelstraat of heetten zij om
gekeerd naar de straat? Het eerste is wel iets meer
waarschijnlijk. Teekenen wij alleen nog aan, dat ook
nog andere steden van ons vaderland een Vijzelstraat
hebben.
Deze kleine, smalle Vijzelstraat, tusschen het Singel
en de Reguliersdwarsstraat, nauwelijks meer dan een
achterstraatje, heeft meer dan een halve eeuw bestaan.
Eerst de vergrooting van 1658 gaf haar een zeer be
langrijke uitbreiding. Tusschen 1660 en 1670 werd
zij doorgetrokken tot aan de toen ook aangelegde
Prinsengracht; zij kwam toen op de lengte en breedte,
die zij tot de tegenwoordige verbreeding heeft gehou
den. Toen ook werd in het verlengde van de Vijzel
straat de Vijzelgracht gegraven, die de Prinsengracht.
verbond aan de Lijnbaansgracht: aan het einde werd
daar alles afgesloten door den stadswal. Het onder
scheid tusschen het oude straatje en de nieuwe straat
bleef tot in de achttiende eeuw bewaard: toen sprak
men nog van de Oude en de Nieuwe Vijzelstraat.
Deze laatste naam bestaat nog. alleen voor een geheel
ander oord: zoo heeten nu nog de enkele huizen tegen
over de hoogere burgerschool aan het einde der Vijzel
gracht.
De zoo geworden toestand heeft ongeveer twee:
eeuwen bestaan. De Vijzelstraat was een winkelstraat.
van beteekenis, maar een verkeersweg van de waarde
der andere groote radiaalstraten is zij vóór dea
nieuwen tijd nooit geweest. Zij muntte weinig uit,
totdat in de tweede helft der negentiende eeuw de
nieuwe uitleg aan de overzijde der Singelgracht tot
stand kwam. De aanleg van buurt IJ IJ, de befaamde
Pijp, begon na 1870 met de traceering van de Frans
Halsstraat; zoo ging men van de Boerenwetering.
af verder. Die aanleg is in het algemeen niet zeer
gelukkig geweest. Maar n goeden greep heeft men
althans gedaan, toen men in het verlengde van de
Vijzelstraat een breede straat aanlegde, die de hoofd
straat kon en zou worden van de geheele nieuwe
buurt: de Ferdinand Bolstraat. Bij raadsbesluit van
18 December 1873 werd het eerste gedeelte van deze
straat aldus genoemd; sedert is zij voortdurend naar
het zuiden verlengd.
De aanleg van de Ferdinand Bolstraat is voor de
Vijzelstraat van groote beteekenis geweest. Een brug
werd gebouwd over de Singelgracht, een groote weg
werd aangelegd door het Weteringplantsoen: de ver
binding met de oude stad was tot stand gekomen.
Nog later werd die verbinding geaccentueerd dooi
den aanleg van de doorgaande tram. Het ligt voor
de hand, dat daarmede de beteekenis en ook het
karakter van de Vijzelstraat geheel is veranderd.
Van een straat, die eigenlijk geen eindpunt en geen
einddoel had, werd zij de toegangsweg tot een wijk,
die zich steeds uitbreidde en die steeds volkrijker
werd. Zoo nam het verkeer in de laatste decennia
steeds toe; vele van de oude huizen werden gesloopt
om plaats te maken voor groote magazijnen, die voor
een deel ook al weer ten bate der verbreeding zijn
gevallen; er kwam een moderniseering van de oude
Vijzelstraat tot stand, die niet uitsluitend verfraaiing ?
is geweest, maar die noodwendig was. Geen wonder,
dat allereerst deze straat in aanmerking kwam toen
er sprake was van de verbreeding van een der radiaal
straten der oude stad.
Die verbreeding is thans nog niet voltooid. Maar
reeds thans is het mogelijk zich een indruk te vormen
van het resultaat. Het hoofddoel, de verruiming ten
behoeve van het steeds toenemende verkeer, is
natuurMUZIEK D STRIJKINSTRUMENTEN D SNAREN
D H P A H P Achter St. Pieter 4 Q
rj 11. 1XTV1 11\. Utrecht D Tel. 443 O1
PIANO'S D D VERHUREN D D VLEUGELS