Historisch Archief 1877-1940
'«TV
r ""i 8
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2570
Ik kon mi; niet langer beheerschen
O M
ir
t*
r
i
r
XXI
IK LEER HENRY CRAMPTON
WAARDEEREN ALS MENSCH
Wij snelden naar haar toe.
Een sterke lucht van petroleum drong
In mijn neusgaten. Het meisje was op
een stoel gebonden, de armen stijf langs
ihaar lichaam, een samengepropte doek
in haar mond.
Nauwelijks hadden We die verwijderd
of ze riep met de laatste kracht, die haar
gebleven was:
De lont doof de lont uit
Daarna knakte haar hoofd op zij;
.ze was bewusteloos.
Nu ontdekten wij het gruwelijke
;plan, dat de duivels met haar voor
had?den. Een aan haar voeten bevestigde
3ont was ontstoken; de vonk smeulde
op ongeveer een meter afstand van het
meisje, wier Weeren in petroleum waren
?gedrenkt
Een kwartier later zou ze levend
verbrand zijn.
Ik steunde het hoofd van het
bewustelooze meisje, terwijl Crampton haastig
de lont doofde. Een vloek ontsnapte
aan zijn lippen.
Toen wonden we de touwen los van
haar lichaam, strekten haar uit op den
3*rond.
Een razende woede maakte zich bij
het zien van haar roerlooze gestalte van
mij' meester. Mijn God ! de gedachte
-aan wat zij had moeten verdragen in
deze stikdonkere ruimte, Weerloos, de
?oogen gericht op het naderende vonkje....
Ik kon me niet langer beheerschen; ik
-was bij haar neergeknield, riep
wan?hopig haar naam uit, terwijl snikken
imijn getogen lichaam doorschokten.
Kom mijnheer Van der Boom, zei
Oorspronkelijke Detective-roman door
HERMAN MIDDENDORP
met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door
Prof. J. H. Jurres en G. Westermann
Inhoud: De Amslerdamsche fooneelspe/er, Willem van der Boom, door een
erfenis plotseling schatrijk geworden, heeff zich gewend tol den detective
Henry Crampton, omdat hij achtervolgd wordt door een bende, die hef op
zijn geld gemunt heeff. Een mooi meisje, Dasja, dat hem geholpen heeft aan
de bandieten te ontkomen, moet hij voorloopig in hun handen achterlaten, maar
met behulp van den detective komt hij de bende weer op hef spoor, en samen
ontdekken zij de plaats, waar het meisje gevangen wordt gehouden (hoofdstuk XX).
Crampton ernstig. Probeer, meester van
u zelf te blijven. Dan alleen kunnen wij
haar redden.
U hebt gelijk, zei ik, me oprichtend.
Ik zal me beheerschen.
Van het ergste hebben we haai
voorloopig gered, hernam Crampton
optimistisch. Als we haar nu goed en
wel de straat op krijgen, is ons bezoek
in dit huis om den drommel niet voor
niets geweest.
Die kerel daar-boven.... zei ik.
Ja, daar denk ik ook juist aan.
Het is onmogelijk, dat we weggaan
zonder dat die ons ziet. Behalve
wacht eens ja, dat zou een idee zijn !
Wat bedoelt u?
Zou u er bezwaar tegen hebben,
nog eens de rol van den doofstommen
boodschapper te spelen?
Natuurlijk niet, maar....
Ik heb den sleutel van het geheim
schrift bij me, hernam hij, in zijn borst
zak tastend. Ik stel een cijferbericht
op, waarin dien kerel gelast wordt naar
Montrouge te gaan, nu dadelijk. U doet
uw vermomming af en trekt mijn jas
aan. Dan gaat u naar boven en u pro
beert ongemerkt het huis uit te komen.
Dan belt u aan, en als de kerel u open
doet, schrijft u op een papiertje aqtiila"
en u geeft hem het cijferbericht. Dan
zal hij wel verdwijnen en u komt hier
terug. Wij kunnen dan het meisje naar
buiten brengen; ik zal inmiddels
probeeren haar weer bij te brengen.*1»!^
Uw plan lijkt me uitmuntend,
zei ik geestdriftig. Alleen.... als de
kerel me ziet, terwijl ik probeer naar
buiten te komen?
Daar wou ik u juist voor Waar
schuwen. Het is zeer goed, dat u daar
aan denkt. Als hij u ziet, trekt u dadelijk
uw revolver, en u dwingt hem, hierheen
te gaan. Dan binden we hem met deze
touwen en we laten hem hier voorloopig
liggen. Ik heb me afgevraagd of dat
tóch niet het verstandigste zou zijn,
omdat hij ons dan niet zoo gauw ver
klappen kan, maar ik geloof niet, dat
het veel verschil maakt. Dat we hier
geweest zijn, kan voor onze tegenstan
ders geen geheim blijven, hoe wij ook
handelen. Als we den snuiter hierboven
naar Montrouge sturen, hebben we in
elk geval een voorsprong van een paar
uur. Dat is tijd genoeg om het meisje in
veiligheid te brengen; ze gaat naar de
rue Vaugirard, waar u mij vanavond
heeft opgezocht. U wilt daar vannacht
ook wel blijven? In het belang van uw
eigen veiligheid is het buitengewoon
ongewenscht, dat u naar uw eigen hotel
teruggaat.
Dat had ik zelf ook al veronder
steld.
Mooi. Doet u dan maar gauw uw
vermomming af.
Ik herschiep me in mijn eigen ge
daante, terwijl de detective haastig
het cijferschiift in orde maakte.
Mijn jas ligt boven, in die
kamerwaar we eerst geweest zijn, hernam
Crampton. Die vindt u wel. U kunt
hem binnenste buiten keeren. En weest
u vooral voorzichtig.
Ik beloof het u.