De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 4 september pagina 18

4 september 1926 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

'«TV r ""i 8 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2570 Ik kon mi; niet langer beheerschen O M ir t* r i r XXI IK LEER HENRY CRAMPTON WAARDEEREN ALS MENSCH Wij snelden naar haar toe. Een sterke lucht van petroleum drong In mijn neusgaten. Het meisje was op een stoel gebonden, de armen stijf langs ihaar lichaam, een samengepropte doek in haar mond. Nauwelijks hadden We die verwijderd of ze riep met de laatste kracht, die haar gebleven was: De lont doof de lont uit Daarna knakte haar hoofd op zij; .ze was bewusteloos. Nu ontdekten wij het gruwelijke ;plan, dat de duivels met haar voor had?den. Een aan haar voeten bevestigde 3ont was ontstoken; de vonk smeulde op ongeveer een meter afstand van het meisje, wier Weeren in petroleum waren ?gedrenkt Een kwartier later zou ze levend verbrand zijn. Ik steunde het hoofd van het bewustelooze meisje, terwijl Crampton haastig de lont doofde. Een vloek ontsnapte aan zijn lippen. Toen wonden we de touwen los van haar lichaam, strekten haar uit op den 3*rond. Een razende woede maakte zich bij het zien van haar roerlooze gestalte van mij' meester. Mijn God ! de gedachte -aan wat zij had moeten verdragen in deze stikdonkere ruimte, Weerloos, de ?oogen gericht op het naderende vonkje.... Ik kon me niet langer beheerschen; ik -was bij haar neergeknield, riep wan?hopig haar naam uit, terwijl snikken imijn getogen lichaam doorschokten. Kom mijnheer Van der Boom, zei Oorspronkelijke Detective-roman door HERMAN MIDDENDORP met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door Prof. J. H. Jurres en G. Westermann Inhoud: De Amslerdamsche fooneelspe/er, Willem van der Boom, door een erfenis plotseling schatrijk geworden, heeff zich gewend tol den detective Henry Crampton, omdat hij achtervolgd wordt door een bende, die hef op zijn geld gemunt heeff. Een mooi meisje, Dasja, dat hem geholpen heeft aan de bandieten te ontkomen, moet hij voorloopig in hun handen achterlaten, maar met behulp van den detective komt hij de bende weer op hef spoor, en samen ontdekken zij de plaats, waar het meisje gevangen wordt gehouden (hoofdstuk XX). Crampton ernstig. Probeer, meester van u zelf te blijven. Dan alleen kunnen wij haar redden. U hebt gelijk, zei ik, me oprichtend. Ik zal me beheerschen. Van het ergste hebben we haai voorloopig gered, hernam Crampton optimistisch. Als we haar nu goed en wel de straat op krijgen, is ons bezoek in dit huis om den drommel niet voor niets geweest. Die kerel daar-boven.... zei ik. Ja, daar denk ik ook juist aan. Het is onmogelijk, dat we weggaan zonder dat die ons ziet. Behalve wacht eens ja, dat zou een idee zijn ! Wat bedoelt u? Zou u er bezwaar tegen hebben, nog eens de rol van den doofstommen boodschapper te spelen? Natuurlijk niet, maar.... Ik heb den sleutel van het geheim schrift bij me, hernam hij, in zijn borst zak tastend. Ik stel een cijferbericht op, waarin dien kerel gelast wordt naar Montrouge te gaan, nu dadelijk. U doet uw vermomming af en trekt mijn jas aan. Dan gaat u naar boven en u pro beert ongemerkt het huis uit te komen. Dan belt u aan, en als de kerel u open doet, schrijft u op een papiertje aqtiila" en u geeft hem het cijferbericht. Dan zal hij wel verdwijnen en u komt hier terug. Wij kunnen dan het meisje naar buiten brengen; ik zal inmiddels probeeren haar weer bij te brengen.*1»!^ Uw plan lijkt me uitmuntend, zei ik geestdriftig. Alleen.... als de kerel me ziet, terwijl ik probeer naar buiten te komen? Daar wou ik u juist voor Waar schuwen. Het is zeer goed, dat u daar aan denkt. Als hij u ziet, trekt u dadelijk uw revolver, en u dwingt hem, hierheen te gaan. Dan binden we hem met deze touwen en we laten hem hier voorloopig liggen. Ik heb me afgevraagd of dat tóch niet het verstandigste zou zijn, omdat hij ons dan niet zoo gauw ver klappen kan, maar ik geloof niet, dat het veel verschil maakt. Dat we hier geweest zijn, kan voor onze tegenstan ders geen geheim blijven, hoe wij ook handelen. Als we den snuiter hierboven naar Montrouge sturen, hebben we in elk geval een voorsprong van een paar uur. Dat is tijd genoeg om het meisje in veiligheid te brengen; ze gaat naar de rue Vaugirard, waar u mij vanavond heeft opgezocht. U wilt daar vannacht ook wel blijven? In het belang van uw eigen veiligheid is het buitengewoon ongewenscht, dat u naar uw eigen hotel teruggaat. Dat had ik zelf ook al veronder steld. Mooi. Doet u dan maar gauw uw vermomming af. Ik herschiep me in mijn eigen ge daante, terwijl de detective haastig het cijferschiift in orde maakte. Mijn jas ligt boven, in die kamerwaar we eerst geweest zijn, hernam Crampton. Die vindt u wel. U kunt hem binnenste buiten keeren. En weest u vooral voorzichtig. Ik beloof het u.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl