Historisch Archief 1877-1940
NO.J2570
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE SCHILDERES H. W. J.
SCHAAP-VAN DER PEK f
DOOR LIZZY ANSINGH
tJ OE spijt het mij, dat wij haar nu niet meer zullen
?*??*? zien binnen komen ter vergadering van St. Lucas,
«p de haar eigen ietwat geagiteerde wijze ons groetend
en een plaats zoekend ergens op den achtergrond.
7.oo heelemaal niet met het gevoel van gewichtige
Presidentsvrouw en bekende Schilderes.
Zij volgde dan met levendige belangstelling wat er
alzoo besproken werd en zei nu en dan kort en beslist
haar opinie gaarne keek ik naar den pleizierigen
gullen mond, de intelligente oogen en het glanzige
blauw-zwarte haar. De kleuren van haar kleedij
?waren daarbij juist gekozen, diepe rooden en
indigoblauwen, warm en fel.
Het was alsof zij iets van buitengeur en -fleur
mederbracht uit 's Graveland waar zij en haar man, de
landschapschilder Schaap, woonden en werkten. Zij
?stelde zich niet tevreden met het schilderen van de
?onderwerpen die zij in haar macht had. Opeens ver
raste zij met een stouten greep naar iets voor haar
geheel nieuws, een Italiaansche straat, een stilleven,
?een portret, breed en forsch. De bittere ervaringen die
?de kunstenaarsloopbaan nu eenmaal medebrengt, zijn
haar zeker niet bespaard gebleven, maar zij hebben deze
schilderes niet kunnen désillusionneeren. Er was en
bleef om haar heen iets van jeugd en enthousiasme.
Nog meer het beste heeft zij weten te be
houden tot het einde van haar lang ziekbed: de vol
komen toewijding, de warme genegenheid van die
enkelen die zij zeer heeft bemind.
MODERNE VROUWEN EN
MODERNE VRAAGSTUKKEN
DOOR EMMY J. BELINFANTE
VIII. Hei examenschrikbeeld
TT ET eindexamen heeft dit jaar weer eenige
,,**? slachtoffers gemaakt, waaronder jammer ge
noeg, enkele meisjes, die zeker niet in kennis de
mindere waren van ettelijke gelukkige medescholieren,
?die wel het begeerde diploma verwierven."
Dit waren kortgeleden de woorden van den rector
van een der gymnasia in ons land, die hieraan nog
toevoegde, ter verklaring van het te kort schieten der
meisjes: Telkens komt weer bij een examen aan
het licht, hoe jongens, veel beter dan meisjes op een
:gegeven oogenblik al de krachten van hun denk
vermogen, fantasie en geheugen kunnen inschakelen,
?dat zij veel grooter weerstand bezitten tegen de
physieke en moreele spanning."
Hier was zij er weer, zonder genade, de tegen
stelling mannelijk?vrouwelijk, de volstrekte tegen
stelling in aanleg, die het eene geslacht het succes
gemakkelijker maakt dan het andere, al heeft dit
laatste misschien ijveriger geblokt, al staat het niet
-achter in kennis. Of het juist is?
Merkwaardig dat het oordeel in zekere mate over
eenstemt met dat door prof. Hoche geleverd in een
psychologie van het examen, waarin deze ook getuigt:
De meisjes bewijzen haar ijveriger voorbereiding,
zijn .echter veelal minder goed in staat van het ge
leerde een volkomen gemakkelijk gebruik te maken.
Zij kunnen vergelijkenderwijs gesproken dikwijls den
koffer slechts in de volgorde uitpakken, waarin zij hem
ingepakt hebben".
Toch geeft deze hoogleeraar onmiddellijk toe, dat
er onder de meisjes, die examen doen ook zoodanigen
zijn, die zich met de beste mannelijke volkomen
kunnen meten".
Bovendien onderscheidt hij de candidaten in ver
scheidene klassen, waarbij onder allen slechts 5 pCt.
zijn, die de hooge cijfers halen, terwijl de middelmatige
l O pCt. vormen en de PechvogelsSpCt. De meisjes Ie ve
ren z.i. niet het hoofdcontingent van die Pechvogels.
Er is dus bij de overeenstemming in beide oordeelen
over de meisjes wel eenig verschil, zoodathet er voor
de meisjes minder somber uitziet dan de eerste uit
spraak zou doen vermoeden. Gevaarlijk zou het zeker
zijn hier niet te onderscheiden tusschen den aard der
examens, tusschen de academische examens en de
onderwijzerexamens, de examens, waar algemeene
ontwikkeling van belang is en die waar wetenschap
wordt geëischt, de meer theoretische en de meer
practische examens. Tenslotte moeten de jongens en
meisjes tegenwoordig voor bijna alles wat zij zullen
bereiken een examen afleggen, en nu is er al veel
voor en tegen examens geschreven, maar het laatste
woord is nog niet gesproken in deze aangelegenheid,
waarbij het ook aankomt op de examinatoren, terwijl
niemand nog een beter middel wist te vinden om
over den candidaat fe oordeelen.
Examens zijn geen moderne uitvinding, de strijd
tegen de examens, waarvoor, zooals gezegd, nog geen
bruikbaar surrogaat is aan de hand gedaan, is wél
moderne. Wij hoorden onlangs een oude heer deze
opmerking maken: Vroeger werd de jongen gestraft,
als hij niet door zijn examen kwam, tegenwoordig
ligt het altijd aan de examinatoren".
De opmerking was teekenend. Er ligt ongetwijfeld
een element van weekelijkheid in de bestrijding der
examens, in de klachten over overlading op de school.
Het zijn de moeders in de eerste plaats, die in tegen
stelling met de vroeger overdreven hardheid der
vaders, bezorgd zijn voor overspanning harer kinderen
en klagen over te veel huiswerk, te weinig vrijen tijd,
den druk van proefwerk, repetities en examenstoomen.
Er is veelal overdrijving in dat medelijden: het is
met goede tijdverdeeling, de juiste manier van
werken, de noodige rust thuis en geen te veel aan
uitspanning wel mogelijk voor het gezonde kind,
met voldoende begaafdheid om het onderwijs te
volgen, door zijn huiswerk, proefwerk enz. heen te
komen. Maar veelal ontbreken enkele of alle hierboven
genoemde voorwaarden en de school, het onderwijs,
het huiswerk, het proefwerk krijgt de schuld van het
laat opblijven, de zenuwachtigheid of hoofdpijn van
den jongen of het meisje.
Waarmede wij alweer niet willen zeggen, dat de
tegenwoordige school volmaakt is, dat in het drukke
gejaagde stadsleven de druk van het leeren niet te
zwaar kan zijn voor het fijne zenuwgestel van het
moderne stadskind, dat zijn belangstelling moet
verdeelen tusschen draadlooze en films, vliegonge
lukken en poolontdekkingen en nog veel meer won
deren, waarvan een stoer voorgeslacht geen begrip
en geen last had.
En als dan de jongen of het meisje zes jaar dapper
gezwoegd heeft, met voldoende succes om jaarlijks
over te gaan om te mogen verwachten den laatsten
mijlpaal te bereiken, dan is er het laatste jaar de
extraspanning van het eindexamen, het examen,
zooveel belangrijker dan alle voorgaande examens,
omdat het beslissend kan zijn voor de toekomst. Wij
geven gaarne toe, dat onder de knapsten slechts de
uitzonderingen zakken voor een examen. Zij hebben
voldoende parate kennis, voldoende scherp verstand,
inzicht, slagvaardigheid en daardoor ook zelfver
trouwen, om als zij ontdekken, dat het examen eigen
lijk voor hen niets beteekent, hun zenuwen meester
te blijven, en, zonder dat het te veel inspanning van
hen eischt, zich op het goede oogenblik rekenschap
te geven van de portee van een vraag en die be
vredigend te beantwoorden.
De misère is voor de middelmatigen, die niet be
stemd zijn als lichten van de wetenschap te schitteren,
maar in het practische leven toch zeer bruikbare
menschen kunnen worden, als het diploma, dat hun
toegangsbillet moet zijn tot welke carrière ook, maar
eerst in hun bezit is. Juist omdat er zooveel van
afhangt, juist omdat zij niet zeker zijn te zullen slagen,
juist omdat hun leeraren hun zoo op het hart drukken,
nog flink te repeteeren, is voor hen de spanning ge
durende den tijd, die voorafgaat aan het examen
dubbel groot, en dan volgt nog de spanning van het
examen. Te veel voor hun zenuwen !
En hun geheele omgeving doet mee aan de
bangmakerij: bezorgde ouders met medelijdende of angstige
gezichten, lotgenooten, die over geen ander onderwerp
weten te praten, vrienden, die het vorig jaar geluk
hadden en zich nu nog gaarne interessant maken,
kennissen, die belangstellend informeeren naar den
datum, de geheele atmosfeer is geladen met examen
vrees, examenverschrikkingen, examenmoedeloosheid.
Inplaats van de algemeene suggestie: Je komt er
zeker, je weet het toch, het is heelemaal niet erg,
HERFST-KLEEDING
Teekening voor ,,De Groene Amsterdammer
door Hermine IJzerdraaf
Herfstpak met pelerine van matblauwe wollen stof
overwerk je niet, maar ga gewoon je gang," is er de
algemeene opwinding, die het slachtoffer steeds onge
schikter maakt voor vruchtbare studie, steeds on
bruikbaarder voor het afleggen van een examen
waarbij hij zich moet concentreeren op de vragen.
Wat voor vele jongens geldt, geldt in nog sterker
mate voor de meisjes, die, al ware het alleen reeds
door fysieke oorzaken, nog veel gevoeliger zenuwgestel
bezitten, over het algemeen spoediger gedeprimeerd
zijn en lijden onder het minderwaardigheidsgevoel
van haar geslacht, dat er niet op verbetert in de
gemengde school, waar het hoofdcontingent der
leeraren van het mannelijk geslacht is en daardoor
veelal minder geschikt om de psyche van het meisje
te verstaan,om uit haar te halen wat er uit te halen valt.
Zoo komt het dat het schoolexamen, dat veel voor
heeft bij het vroegere eindexatnen H.B.S. voor velen
toch een schrikbeeld is, en dat er altijd slachtoffers
vallen, die eigenlijk niet behoefden te vallen.
Wij gelooven niet, dat afschaffing der examens
mogelijk zal zijn, in de eerste tijden. Er blijft ons dus
geen andere raad, die voor jongens en meisjes geldt,
maar waar het meisjes betreft in dubbele mate,
omdat voor haar al de ellende dubbel erg is dan
deze: Men kieze zorgvuldig de onderwijsinrichting,
waar de kinderen het voortgezet onderwijs genieten,
in verband met hun fysieken, moreelen en
intellectueelen aanleg. Men late zich niet door ijdelheid leiden
tot overschatting der capaciteiten van het kind en
plege geregeld overleg met het hoofd der school, als
er iets hapert aan de rapporten, aan den werklust of
de gezondheid van den leerling. Men oefene toezicht op
de kameraden en de tijdverdeeling en wachte zich
voor te veel liefhebberijen en afleiding in de studie
jaren. Men streve naar een rustige omgeving voor het
stadskind en men wachte zich vooral voor het meedoen
aan de boemanvoorstellingen van het examen. Laat
men toch beproeven het examen op te vatten als een
aardig besluit van de leerjaren, waartegen niemand
behoeft op te zien, die geregeld gewerkt heeft.
Men moge streven naar een humanen geest bij de
examens, naar geschikte examinatoren, hoofdzaak
blijft, dat de patiënt gelegenheid heeft gehad zich
voldoende en rustig voor te bereiden en dat men,
d.w.z. ouders, leeraren, familie, vrienden en kennissen
alles nalaten om hem of haar zenuwachtig te maken.
Het eindexamen mag geen schrikbeeld zijn voor
meisjes en jongens, die er alle jaren behoorlijk zijn
gekomen, ea de anderen behooren niet thuis op de
onderwijsinrichting, welke zij bezoeken.
BRILLEN TEGEN HOOIKOORTS!
f 1.20 bij vooruitbetaling
J O S. HARTOG Opticien
Rotterdam Utrecht.