Historisch Archief 1877-1940
No. 2571
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
DE MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE DE DIEREN IN HUN STILZWIJGENDE
DER VEREENIGDE MAJANG-LANDEN g- WELSPREKENDHEID
t IV. K O E
Teckening voor ,,de Groene Amsterdammer' door H. Vers fijnen
DOOR PAUL SABEL
Een zich sferk ontwikkelend
koffie- en rubberbedrijfmei
gunstige resultaten
|~~\ E in 1914 opgerichte Maatschappij
*--' tot Exploitatie der Vereenigde
JVIajang-landen heeft gedurende de eerste
jaren van haar bestaan niet veel van
zich doen bemerken, hetgeen mogelijk
was, omdat de aandeelen zich in het
bezit van slechts weinigen bevonden,
maar toen zij eenmaal meer in het
pu' bliek optrad en hare aandeelen het
voorwerp van beurshandel werden,
bleek, dat zij zich die jaren buitenge
woon goed ten nutte had gemaakt en
?zich tot een krachtige
cultuur-onderneming had ontwikkeld.
Nu had de oprichting der vennoot
schap onder gunnstige auspiciën plaats
gehad. De stoot tot de oprichting was
gegeven door den heer Aug. Janssen van
?de Deli Maatschappij en nog altijd
maakt een der heeren Janssen deel uit
van. het college van commissarissen,
waarin men verder namen aantreft, die
boven het IJ een uitmuntenden klank
hebben.
De kapitaalsontwikkeling der vennoot
schap heeft niet het gewone verloop
gehad, zooals dat bij andere maatschap
pijen gemeenlijk wordt aangetroffen.
Bij aanvang werden uitgegeven ? 655.000
gewone aandeelen en ? l .045.000 4 pCt.
cumulatief preferente aandeelen, waar
tegen de activa der
Cultuur-Maatschappij Goenoeng-Majang, der
CultuurMaatschappij Kali Badjing en der
Cultuur-Maatschappij Wonodjati in de
vennootschap werden ingebracht. De
geheele winst, die na uitkeering van
4 pCt. preferent dividend, vermeerderd
met hetgeen eventueel uit dien hoofde
achterstallig zou zijn, overbleef, moest
worden aangewend tot inkoop van
preferente aandeelen en wanneer het
preferente kapitaal aldus zou zijn ge
daald tot ? 345.000, zouden de houders
der preferente aandeelen het recht
hebben inwisseling hunner stukken tegen
gewone aandeelen te vragen, waartoe
/ 345.000 gewone aandeelen in porte
feuille werden gehouden. Inderdaad
werden aldus ? 700.000 preferente aan
deelen geleidelijk uit de winst ingekocht,
waarna de houders der resteerende
?345.000 preferente aandeelen in 1920
van hun conversierecht gebruik maakten,
zoodat het kapitaal op ? 1.000.000,
uitsluitend dus gewone aandeelen, werd
gebracht.
De vennootschap bezit vier eigen
ondernemingen: Goenoeng-Majang, Kali
Badjing, Wono-Djati en Glantangan,
alle in het Djembersche van de resi
dentie Besoeki op Oost-Java gelegen,
die gezamenlijk een oppervlakte van
circa 6.000 bouws hebben. Hiervan
waren einde 1923 3243 bouws beplant
en wel 746 bouws alleen met koffie
(robusta en Java), 2447 bouws met koffie
(robusta) en rubber en 50 bouws alleen
jnet rubber. Het vorige boekjaar werden
nog woeste gronden, in de nabijheid der
eigen ondernemingen gelegen, aange
kocht (Kali Sanen V en Wonowiri VI,
VII en VI11), ter grootte van circa
1500 bouws en geschikt voor rubber- en
koffie-cultuur.
Een andere uitbreiding, van nog veel
grooter beteekenis, onderging de ven
nootschap in hetafgeloopen bedrijf jaar
door de overname van groote posten
aandeelen in verschillende zustermaat
schappijen tegen aandeelen in de Ver
eenigde Majang-landen. Op deze wijze
werden overgenomen ? 75.000 aandeelen,
benevens 48 winstaandeelen der
CultuurMaatschappij Alas Tledek", / 100.000
aandeelen der Cultuur-Maatschappij
Redjo Agoeng", ? 133.400 aandeelen
der Cultuur-Maatschappij Penataran",
/ 60.000 aandeelen der Cultuur-Maat
schappij Mangit", / 60.000 der
Landbouw-Maatschappij,,Ngoesri"en/37.500
aandeelen der Cultuur-Maatschappij
Soember Bopong". Aldus kwam zij in
het bezit van het geheele aandeelen
kapitaal van al deze
Cuituur-Maatschappijen, met uitzondering van de
Cultuur-Maatschappij Soember Bo
pong", waarvan zij een achtste deel van
het kapitaal verwierf.
Bij deze transactie werd het kapitaal
derVereenigde Majang-landen uitgebreid
met f l.469.000, waardoor het tot
/ 2.469.000 steeg. De nieuwe aandeelen
deelden in de winst over het boekjaar
1925'26 (het boekjaar neemt met
l April een aanvang), waartegenover de
Vereenigde Majang-landen ook de divi
denden zouden genieten, welke de over
genomen zustermaatschappijen over dat
boekjaar uitkeerden.
De uitkeeringen der overgenomen
maatschappijen waren in het afgeloopen
boekjaar bijzonder ruim. De
CultuurMaatschappij Alas Tledek" keerde n.l.
155 pCt. dividend uit, de Redjo
Agoeng" 200 pCt., de Penataran"
150 pCt., de Mangli" zelfs 440 pCt.,
de Ngoesri" 164 pCt. en de Soember
Bopong" 28 pCt. Bovendien werd op
elk der 48 winstaandeelen van de
Cultuur-Maatschappij Alas Tledek"
{in totaal staan 60 van die winstaan
deelen uit) ?490.?tot uitdeeling ge
bracht. Aldus ontving de vennootschap
in totaal ?912.770 aan dividenden.
Hoe bevredigend deze inkomsten ook
waren, toch worden zij nog overtroffen
door de winst, die de Maatschappij op
de productie der vier eigen onderne
mingen maakte. De productie beliep
n.l. 718.660 halve K.G. rubber, 20.232
picols koffie en 700 picols coca, welke
hoeveelheden verkocht werden tot
respectievelijk ? 928.763, / 918.805 en
?25.489 of totaal ?1.873.057. Brengt
men hiervan de exploitatiekosten ad
/ 660.169 in mindering, dan resteert een
netto-winst der eigen ondernemingen
van ? 1.212.888, dus nog ruim ? 300.000
meer dan de ontvangen dividenden der
zuster-maatschappijen bedroegen. De
netto-winst der eigen ondernemingen
was in 1925/'26 bijna ?500.000 grooter
dan het vorige jaar. Toen toch werden
de rubber-, koffie- en coca-oogsten,
onderscheidenlijk groot, 681.096 halve
K.G., 7.984 picols en 1.096 picols, van
de hand gezet tot resp. ? 750.830,
? 482.806 en ? 65.678 of totaal ? l .299.314.
Daar de exploitatiekosten toen ? 550.462
beliepen, resteerde een netto-winst van
? 748.852. Hoewel de resultaten van het
boekjaar 1924/'25 dus ook alleszins
bevredigend waren, werden zij toch
aanmerkelijk overtroffen door die van
het thans geëindigde bedrijfsjaar.
Een belangrijk deel der winsten wordt
door de maatschappij geregeld in het
bedrijf gehouden, hetgeen hare krach
tige ontwikkeling en sterke financiëele
positie verklaart. Zoo werd van de totale
netto-winst over 1925/'26 ad ? 2.152.508
gereserveerd ?215.000, voor afschrij
vingen aangewend ? 87.272 en voor
belastingen gereserveerd ? 158.889. De
netto-winst over 1924/'25 had / 778.548
bedragen, waarvan ?85.906 werd gere
serveerd, ?82.468 voor afschrijvingen
aangewend en ?97.300 voor belastingen
gereserveerd. Uit het resteerende deel
der whist over 1925/'26 kon een divi
dend van 60 pCt. worden uitgekeerd,
maar omdat men kapitalisatie der
vennootschap blijkbaar meer in over
eenstemming. met de hare intrinsieke
waarde wilde brengen, werd besloten
de helft van dit dividend uit te keeren
in geld en de wederhelft in aandeelen
der vennootschap tot de pari-waarde.
De vennootschap behoefde hiertoe niet
over te gaan om hare kaspositie t^
sparen, want deze was b'j den aanvang
van het nieuw ingetreden boekjaar zeer'
ruim: op Java en in Holland waren
toen n.l. ? 136.000 kasmiddelen aanwe
zig, terwijl ?908.000 op prolongatie was
uitgezet. Verder had zij nog de divi
denden der onderhoorige maatschappijen
ad ?912.000 te ontvangen. Waar voor
60pCt. dividend op ?2.469.000 aan
deelen ? 1.481.400 en voor tantièmes
? 210.145 noodig was, had de uitkeering
dus best geheel in contanten kunnen
geschieden, zonder de kaspositie van
WAT EEN KOE DENKT OVER ...
O, /offer op je stoeltje.
Die zwelgt in zware kunst,
Al kijk je zuur, je voel! je
Gedrenkt in Gode s Gunst.
Maar 't pronk juweel der koeien
Kijkf crilisch naar je print,
En als ie straks gaal loeien,
Dan weet je hoe die t vindt.
CHARIVARIUS
beteekenis te schaden, vooral waar de
vennootschap nog de beschikking had
over ruim ? 600.000 opbrengst van pro
ducten.
Dat thans een dividend van 60 pCt.
over het verhoogde kapitaal kon worden
uitgekeerd tegen het vorige jaar 35 pCt.
over ? 1.000.000 aandeelen, vindt voor
een groot deel ook zijn verklaring in een
wijziging in de winstverdeeling, waarbij
bepaald werd, dat de winst, behaald
op de deelname in andere ondernemin
gen, 'integraal aan aandeelhouders zou
komen en daarna, zoo mogelijk, nog een
primair dividend van 6 pCt. Hierover
wordt door de bestuurderen der ven
nootschap dus geenerlei tantièmes ge
noten, welke beperkt blijven tot een
derde van hetgeen de winst meer be
draagt dan de uitkeeringen op het belang
bij onderhoorige maatschappijen en
6 pCt. primair dividend op het aandee
lenkapitaal. Door de gedeeltelijke uit
keering van het dividend over 1925/'26
in aandeelen is het aandeelenkapitaal
gebracht op ?3.209.700, hetgeen niet
veel is te noemen voor een dergelijke
maatschappij met 9 ondernemingen en
nog een niet onaanzienlijk belang bij
een tiende onderneming. Waar de ven
nootschap toch in staat blijkt meer dan
? 2.000.000 netto te verdienen, kan een
kapitalisatie van iets meer dan
?3.200.000 stellig niet hoog genoemd
worden.
De zichtbare reserves beloopen
? 1.515.000, behalve dan nog een be
lasting-reserve van ? 165.000. Uiter
aard bezit de vennootschap nog aan
zienlijke stille reserves in het belang
bij andere maatschappijen, dat voor
? 1.621.085 te boek staat en, gelijk wij
zagen, over 1925/'26 alleen reeds een
bate van / 912.770 gaf, zoodat de feite
lijke waarde van dit bezit natuurlijk
wel heel wat hooger is, dan het bedrag,
waarvoor dat belang te boek staat. In
den koers der aandeelen van bijna
400 pCt. komt het bezit aan ruime
reserves dan ook duidelijk tot uitdruk
king.
Resumeerende kan men tot de slotsom
komen, dat dank zij de energie der onder
nemers in betrekkelijk weinige jaren
een zeer krachtige culttiuronderneming
in het Djembersche is gevestigd, die,
als de teekenen niet bedriegen, nog een
zeer goede toekomst tegemoet kan gaan.
M IJ N FILM
TV/1 EN heeft het plan in Frankrijk den
*" diensttijd te verkorten. Dit is op
zichzelf loffelijk. Maar op welke wijze stelt
men zich voor in het. tekort te voorzien?
Welk tekort weet ik niet, maar in zoo'n
geval wordt er steeds van een tekort
gesproken. Enfin, in dat tekort zal
worden voorzien door het aanschaffen
van stofzuiger en aardappelschilmachine.
De oorlog wordt steeds mechanischer.
Hij is een strijd van machines tegen
machines geworden, met hier en daar
een?gelukkig zeer zeldzamen?held, als
machinist. In Frankrijk meent men, dat
de soldaat |geen huishoudelijke bezig
heden meer moet verrichten in den voor
vechten bestemden tijd en nog is het
niet genoeg tot het brein der volkeren
doorgedrongen, dat soldaten die aard
appelen schillen gedurende den voor
vechten bestemden tijd, nooit in ge
wapend concflict kunnen komen met
soldaten die vechten in den voor aard
appelschillen bestemden tijd, zoodat, bij
gebrek aan tegenstanders, de oorlog
plotseling geëindigd zou zijn. Thans
wil men echter den soldaat in zijn
huiselijk geluk gaan aantasten, bekorten
om zoo te zeggen. Gaat hij te velde, dan
is hij machine en ziet er ook een beetje
naar uit. Maar thuis leerde hij iets
nuttigs, ofschoon dat niet in de bedoeling
lag. Hij schilde aardappelen, onder het
zingen van hier niet nader te omschrij
ven liederen, maar die onmogelijk van
Joh. Seb. Bach kunnen z;jn. Hij leerde
waarheidsliefde, bedden opmaken, res
pect voor zijn meerderen, netheid op
zijn kleeding en eenig begrip van sokken
stoppen. Leerde hij dit niet, dan leerde
hij afzondering en eenzaamheid, die
echter niets onteerends had, want in de
soldatenmaatschappij bestaat geen be
hoefte aan reclasseering, na een begane
fout tegenover den korporaal van de
week. Bleef er nog tijd over, dan leerde
de soldaat ook vechten, maar aan
hoevelen is deze wetenschap niet fataal
geworden, terwijl nog nooit een soldaat
spijt heeft gehad van het feit dat hij
aardappelen schillen leerde en bedden
opmaken. Zoo moet deze poging, nu
ook den soldaat-in-de-intiniiteit te
machaniseercn, afgewezen worden, als
strijdig met het
nooit-en-nimmer-meeruorïog-ideaal".... JOH. L.