De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 11 september pagina 17

11 september 1926 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2571 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 UIT DEN GEMEENTERAAD DOORBARBAROSSA MET TEEKBNINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" DOOR BERNARD VAN VLIJMEN Vaarwel, oude, knusse, gezellige Raads zaal, met je al te definieerbare geuren en geurtjes, met .je koffiehuistafeltjes en verschoten kleedjes, waar ik meer dan twintig jaar lang 's Woensdags om de veertien dagen de liefste, spannendste, verhevenste en ook vervelendste uren van mijn journalistiek bestaan heb door gebracht, waar ik vijf Burgemeesters heb zien komen en vier heb zien gaan Vening Meinesz met zijrï, als uit hout gesneden Frieschen kop, van Leeuwen bruischend van Amsterdamsche energie en vol in het harte van liefde voor zijn stad, Roëll, de landjonker, correct maar zoo on-Amsterdamsch als een Parijzenaar in de Jordaan, Tellegen, deze Amster damsche Wilson, die de veertien punten van zijn program, overvloeiend van de milk of human kindness" nooit ver wezenlijkt zag en nu, als vijfde die andere oer-Amsterdammer, de Vlugt, dien wij in den korten tijd van zijn optreden hebben léeren waardeeren als een van de beste soorten Amsterdammers die wij kennen gemoedelijk, vief, goed van lach en, als van Leeuwen, als Teilegen bezield met dat ne groote doel: de bloei van onze stad! Laat ik voor het laatst een traan plengen, o oude Raadszaal, op uw kleffe atmosfeer, op uw schemerdonker waarin vele politieke katten altijd grauw waren en op uw klein behuisd zijn, zoodat Wijnkoop zijn neus kon snuiten in de zakdoek van Spier, zonder dat deze het merkte en de driedeelige fractie van den Vrijheidsbond gepakt en geplakt scheen op twee stoelen. Vaarwel, slagveld, waarop de bloem van Amsterdam met het zwaard der welsprekendheid elkander te lijf ging. Waar van Nierop, met de hoogroode koontjes, zich opwond en het woord deed sprudelen, waar Sutorius, als bon Catholique, Heine citeerde en nooit een rede eindigde zonder een bonmot en nooit een tegenstander afmaakte zonder dat deze er glimlachend bij zat. Waar de onvolprezen Minister van Staat, toen nog wethouder Theo Heemskerk, vriend en vijand verblufte door zijn gevatheid, door zijn geest, en zijn beminnelijkheid, £ H E E R E N S SCHOEISEL BERNARD ELIAS 51 LEIDSCHESTRAAT ffi AMSTERDAM ffi die den ander nooit vat op hem gaf, hoe verdiend een afstraffing menigmaal op haar plaats zou zijn geweest. Waar de radicalen heel onze gemeentelijke politiek omwentelden en Treub rooder was dan nu heel de sociaal-democra tische fractie met Wijnkoop er bij. Waar Simon de Vries altijd vermakelijk en dikwijls sarcastisch was en een Hendrix en een Schut al de degelijkheid van hun kennis aan de gemeente gaven. Waar Piet Tak en Henri Polak de eerste waren die tegen een gemeentebegrooting stem den en waar Schoenmakers, des Burge meesters bode, altijd de laatste mop had, al was hij dan gewoonlijk niet erg officieel. Waar Oeerke zijn raadsverslagen schreef en ook Vierhout en Berkenhoff zijn altijd interessante over zichten en waar men n oogenblik zoodanig twijfelde aan de toekomst van Amsterdam, dat men het niet aandurfde het Rembrandtplein te asfalteeren ! Vaarwel, heilige Halle, totdat gij ver bouwd zult zijn en er van uw oude, lieve trekken niets meer over zal wezen ! En nu zitten wij ruim en luchtig en lichtig in de oude Militie-zaal na de beklimming van een Alpenlandschap dat Voetboogstraat heet en waar ik een vijf en dertig jaar geleden gemeten werd en de 1.82 haalde tegelijk met nummer 11 uit de bus. Het ziet er nu bijna uit als in een wassenbeeldenspel, zoo vreemd doen de gezichten onder dit licht. Weiss heeft nu veel van een afgezetten Balkan-vorst, juffrouw Crielaers van een Harem-favorite, met op en neer gaande ademhalingswerktuigen en de Generaal van Napoleon, op het punt de brug bij Marengo te bestormen. Het zilveren licht valt nu van boven, van rechts en van links op de aangelaten van B. en W. en men ontdekt er schoon heden op die tot dusver in de slagscha duwen van het oude Prinsenhof verloren gingen. Drabbe is niet de ietwat vaalbleeke ambtenaar, doch blijkt rozig te zijn als een baby en Eitje Polak ontpopt zich hier als de onweerstaanbare, terwijl de Miranda, voor deze gelegenheid in zijn gekleede jas, iets athletisch ver krijgt. Maar als de geboren regent zit daar de Machtige in deze Museum belichting, een Hals, met zijn verbeten kop, nog purper van het leeningsdebat met Weiss, die met zijn onnoozelhedens de stemming direct ontwijdde. En de Raad zelve? Hoe heerlijk bruingebrand doen hier de koppen het van het misdeelde proletariaat, dat zijn vacantie doorbracht op de Alpen, aan de zee en in de bosschen en hoe grauw zijn de gezichten der middenstanders, die het niet verder brachten dan een dagje in Zandvoort of een middag in het Vliegenbosch. Daar zit deeenigen onverdeelde en beproefde" de woor den zijn van den baas zelf fractie der Communisten, thans recht tegenover den Burgemeester, zoodat hij ze altijd onder schot heeft en ziet hoe hier, te midden van het mosgroen der wanden en het muisgrijs van tapijtrand en gordijnen, de heldenfiguur van Doornbusch zich afteekent als die van den Reus van Sparrewoude. Als een teedere moeder en zorgzame vader hebben B. en W., zich ook over de pers ontfermd. Zaten wij vroeger op de schoot van de boden, die het zij hier met dankbaarheid geconstateerd nooit een onvriendelijk woord voor ons over hadden, al trapten wij hen op hun gevoeligste likdoorns thans is wijdsch lokaal tot kamer voor de Pers ingericht en ter voorkoming van wanorde bij het verlaten van de zaal en het zich begeven naar niet nader aan te duiden plekken, is er zoowaar aan het andere einde der zaal een uitgang speciaal voor heeren" en een speciaal voor dames". Dat de heer Weiss zich direct vergiste is niet meer dan menschelijk. Het was trouwens heelemaal de zitting van den leider -der Neutrale fractie. Eerst opponeerde hij tegen het aangaan van een kinderachtig leeninkje van 15 millioen wij geven het geld eerst uit, zei Wibaut en ieenen het dan, waarop Wijnkoop hoorbaar zuchtte: ik wou dat ik dat ook kon" en daarna kwam de zaak der Commissies van Bijstand aan de orde, waaruit de Neutrale fractie is weggeloopen omdat Jansen niet ge kozen is in de Commissie voor den maatschappelijken steun. Het werd een tikje een pijnlijk debat. De heer Jansen is een raadslid dat, evenals indertijd Piet Nolting, de gevoelens van de Jordaan op de hem eigen, maar daarom niet minder sympathieke wijze vertolkt en, evenals Nolting, beschikt hij over een gevoelig hart als het de nooden van zijn medemensch betreft. Verder heeft hij meer gezond verstand dan drie gemid delde raadsleden en misschien is hij, met Ketelaar, de eenige in dit illustere gezel schap in wien de Amsterdamsche geest nog vaardig is. En zoo'n man houdt men uit een belangrijke commissie, waarin hij goed werk zou kunnen doen ! Men gooide het er op dat de verordening maar van vijf leden der commissie spreekt en wilde men alle fracties een man geven, er zeven leden zouden moeten zijn, maar er blijft iets onbillijks inzitten en dit voelde de helft van den Raad ook zeer goed doch de andere helft moest er niets van hebben, al vermoed ik dat velen tegenstemden, minder om den heer Jansen, dan wel om den leider der fractie, die nu niet direct tot de meest getapte raadsleden behoort en wiens al te handig optreden tijdens de verkiezingen nog altijd niet vergeten is. En dan het schouwspel van den ongetwijfeld goed willenden heer Solkesz, met den zweep van Weiss achter zich, door de zeventien vloeihoepels der commissies van bijstand springend neen, dat is de 21 tegen stemmers te machtig geweest!.... VERTAALDE BOEKEN PIERRE FROMDAIE. De man met de Hispano. Vertaling van Lio Heyligers; omslag van Nico Baak, Baarn, Hollandia Drukkerij. Een vlot geschreven boek, waarin Qeorg Dewalter, een arm maar elegant jongmensch, die voor een vriend een prachtige Hispano naar Biarritz brengt, voor den eigenaar van de auto wordt gehouden. Een liefde tusschen hem en een bekoorlijke vrouw ont wikkelt zich, waarvan de afloop voor Dewalter noodlottig wordt. Hij verzuimt namel'jk zijn geliefde van den iuisten toestand mededeeiing te doen, en als de omstandigheden hem daartoe zullen noodzaken, verkiest hij den dood boven de mogelijkheid, dat zij in hem den leugenaar en bluffer zal zien. CLARENCE E. MULFORD, De Cowboybroeders. CLARENCE E. MULFORD, Mannetiesputtcrs. Twee deelen uit de Cowboy serie, uitgave van J. T. Swartsenburg te Zeist, waarin als hoofdpersoon Cassidy, de onversaagde koeienherder uit het wilde westen, die veel, vlug en zeke schiet, een belangrijke rol speelt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl