De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 11 september pagina 6

11 september 1926 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

f'i T DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Np. 2571 B IJ K OMSTIGHEDEN DOOR ANNIE SALOMOKS f:-, -I; CCXXXIV VOOROORDEELEN zouden nooit zoo'n taai leven hebben, als er niet tegelijk zoo'n charme van hen uitgaan kón. Ze zijn soms zoo allerbeminnelijkst, dat men het bepaald als een tekort voelt, wanneer men ze niet bezit. Ze openbaren ons meer over het karakter van een mensch dan de soliedst gefundeerde meening; ze brengen de onderbewuste essentie van zijn wezen aan het licht. Wanneer twee menschen willen gaan trouwen, dan plegen de gevoeligen van hart. te zeggen, dat er samenstcmming van zielen moet zijn; is men meer ver standelijk aangelegd, dan spreekt men van elkaar begrijpen; de gemoedelijk oppervlakkigen leggen den nadruk op het hebben van dezelfde liefhebberijen, en de moderne mensch, onder den invloed van Freud, ziet het harmonieeren der temperamenten als het allernoodzake lijkste. ? Ik geloof, dat men goed zou doen, er meer op te letten, of er sympathie van vooroordeelen" bestaat. Juist omdat een ?vooroordeel natuurlijk eigenlijk iets ?onredelijks is; omdat men, wanneer men ;'t met argumenten wil gaan verdedigen, reddeloos in den knel komt, is er geen punt, waarop men prikkelbaarder is. Wie ons in onze vooroordeelen kwetst, heeft het nnherstelbaarder bij ons verbruid, dan wie ons heiligst ideaal aantast. Voor idealen kan men ridderlijk strijden; het opkomen voor een voor oordeel maakt ons in onze eigen oogen hopeloos ridicuul. !k geloof, dat we zelfs wel de stelling bunnen wagen, dat het welslagen van een huwelijk voor het grootste deel afhangt van de toewijding, waarmee de deelgenooten er naar streven, hun vooroordeelen in evenwicht te houden; wanneer de man het vooroordeel heeft, dat de vrouw op haar liefst is, als ze afhankelijk, weerloos en eventjes imb cile is; wanneer hij behoefte heeft den schijn te wekken, dat zijn luide wil het huis en haar hart regeert, dan moet ze met gratie haar vooroordeel, dat het plezieriger zou zijn de zelfstandige uit te hangen, dat riet het leven waarde voller zou maken als ze demonstreerde, dat ze wél zelf de spoorkaartjes kan nemen, en wél alleen de verbouwing van het huis bespreken, weten op te bergen. In de feitelijke verhouding, bij de dingen, waar het op aan komt, maakt het werkelijk niet zooveel ver schil, of ze het eene of het andere spelletje spelen. Het eenige belangrijke is, dat ze hetzelfde spelletje spelen, en eikaars plezier niet bederven. Wanneer .de man het vooroordeel heeft, dat de vrouw alleen van de mooie dingen van het leven mag weten, dat ze zich niet in zonde en ellende moet KLEINE MEUBELEN IN EIKENHOUT- PRIMA UITGEVOERD- IN ELKE GEWENSCHTE KLEUR ONTWERP W.PENAAT LIBERTY AGENCY verdiepen, dan moet zij er niet snibbig en redelijk tegen in praten, dat de mannen dan eerst maar eens moesten zorgen, dat er niet zooveel slechtheid in de wereld was, dat de wereld een oord werd, waar ze vrij rond kon zien, zonder dade lijk op iets afschuwelijks te stuiten; maar dan moet ze dankbaar glimlachen, omdat hij haar al die narigheid besparen wou.... Als ze een betrouwbare kame raad is, komt hij toch zelf met zijn zorgen bij haar, al brengen die haar nog zoo met de modder en het duistere leed in contact. Er zijn waarschijnlijk geen mannen, die meer propvol met vooroordeel zitten, dan oud-studenten, ottd-corpsleden. Ze zijn in het leven vergrijsd, ze hebben verantwoordelijk werk gedaan; onder vinding en teleurstelling hebben hun oordeel mild en hun hart geduldig ge maakt; maar als er toevallig iets ter sprake komt, dat in verband staat met de opvattingen in hun oude corps, dan zijn ze weer de eerste jaarsstudenten, de onredelijke, ingebeelde, hoog-moedige en meedoogenloos veroordeelende broekjes, die zeker waren, dat de wereld van hen was. Mannen, die in jarenlange practijk werelden van menschenkennis moeten hebben opgedaan, meenen nog, dat ze iemand onherroepelijk hebben gedisqualificeerd, wanneer ze zeggen: ,,lk geloof, 'dat die vent nooit corpslid is geweest." Je gaat er verstandig tegenin betoogen, dat de opvoedende kracht van het corpslidmaatschap, indien al aan wezig, toch zeker niet alleen-zalig makend is; dat zeer velen, om zich aan het lage peil van die gemeenschap aan te passen, hun eigen geestelijken stand naar beneden hebben geforceerd; dat de niet-gefortuneerden, de in anderen kring geborenen zich noodge dwongen verre van het corps houden, en dat het die benepener omstandig heden zijn, die hen zorgelijker studenten en minder fleurige, minder levensblije menschen maken, niet het feit, dat ze den beschavenden" invloed van de kroegjolen en de verheffing van het dagelijksch bitteruur hebben gemist.... . .je voelt, dat je voortdurend, afschuwe lijk, moordend gelijk hebt. En je zoudt toch aan den anderen kant willen staan, omdat hun vooroordeel zoo gezellig is. Er zijn mannen, die het duel ver dedigen, omdat er beleedigingen zijn, waarmee je niet naar den rechter kunt looperi, en als je dan nuchter vraagt, of er iets bewezen of iets verdedigd of iets gewonnen is, wanneer een van beiden of alle twee zijn gewond, dan spreken ze zoo fanatiek over de eer, dat je een vreemd heimwee krijgt naar de middeleeuwen, toen het nog van zelf sprak, als meeningsverschillen in ridderlijken tweekamp werden be slecht. ... En ik zal ook nooit vergeten, hoe schooljufferachtig en eigenwijs ik me voelde, toen ik, tijdens den oorlog, met de beste argumenten had verde digd, dat het de plicht van de neutralen, die veilig thuis zaten, was, vooral geen partij te kiezen en zooveel mogelijk ver zoenend te werken, en een over buurman lachte me zorgeloos toe: Nou maar, ik ben niet neutraal, om den drommel niet; maar ik sta aan den goeden kant." Ik geloof waarachtig, daf niets den vooruitgang van onze samenleving zoo sterk remt, als de charme van sommige harer stomste vooroordeelen. En het feit, dat we bijna allen aan het vooroordeel" lijden,dat het beschamend is, onweerlegbaar en onaantastbaar het nuchtere gelijk" aan onzen kant te hebben. HET MIELJWE SYSTEEM CENTRALE VERWARMINGEN SIERLIJKE RADIATOREN = DE KETEL EEN VULKACHEL HERINGA iWUTHRICH HAARLEM.TEL 11966 DEN HAAG. TEL.R.^IG. AMSTERDAM. TEL Spoor's W. A. Spoor Jr., Culemborg1. Cliché's Van Leer Amsterdam N. V. PAERELS AMSTERDAM C O MPLE TE AL cubllecring jBeéimmeringen Rokin 1287 Tel. 44541 DELFT/CHE-PO/T ONOVERTREFBAAR! Alom verkrijgbaar. OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 ? Amsterdam D.JOBERINK Amsterdam, Prinsengracht 456. Tel. 37452 BLIKSEMAFLEIDERS AANLEG INSPECTIE ONDERHOUD. Uj incicmêsi d&cr: .1O575. PEEK& CLOPPENBURG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl