Historisch Archief 1877-1940
No. 2571
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MANNEN OVER VROUWEN
:
- ir
X '
MEVROUW W. L.
BOLDINGH
G O E M A N S
DOOR DR. P. H. RIT TE R Jr.
TUSSCHEN veel dilettantisme en manie vertoont
onze tijd laten wij optimistisch zijn toch
«enkele prijzenswaardige neigingen. Een van die
neigingen is de propaganda voor het goede boek. Men
«dwingt de menschen om in te gaan tot den tempel der
literatuur. Uitgevers en schrijvers organiseeren
ge:meenschappelijk tentoonstellingen van het literaire
.boek, anderen richten ondernemingen op, om dat
.?goede literaire boek te brengen in de provincie. Maar
al dat verdienstelijke werk zinkt in het niet bij wat
?de liefde en overtuiging doen van n bezielde en
bezielende vrouw. Wat er verricht wordt om boek en
'.lezer tot elkander te leiden is altijd de moeite waard.
Het helpt. Maar de literatuur brengen onder het volk,
?zoo, dat ze een nooit meer prijs te geven bezit wordt
van de duizenden, dat kan geen organisatie, dat
kan alleen een temperament.
Dit ne woord: temperament, geeft de kern van
.Mevrouw Boldingh-Qoemans' beteekenis voor de
vertolking der literatuur in Nederland. En zóó
doortrilt dat temperament iedere vezel van haar werk, dat
haar meegesleurde toehoorder zich geen rekenschap
meer geeft van alle eigenschappen, waardoor dat
temperament gehalte verkrijgt, dat men begint met
?deze suggestieve geestdrift te bewonderen, terwijl men
er mee moest eindigen.
Want deze lyrische natuur besefte, toen in haar
.leven het oogenblik gekomen was, dat van Deyssel
200 ontroerend aangeeft: van nu af aan is de litera
tuur mijn liefde, voor altijd", deze lyrisch
bewogene besefte, dat lyriek onvoldoende is voor
kunst-vertolking, en dat een rijk gevoelsleven nog scherper
verantwoordelijkheid oplegt tot studeeren, dan een
,bij voorbaat kritisch vernuft.
Mevrouw Boldingfc Goemans is een erudiet. Toen
?wij het voorrecht kregen omtrent de bizonderheden
van haar leven te worden ingelicht, kwam ons het
woord in de gedachte, dat van Deyssel eens hreeft
^geschreven overKloos: deze mensch heeft gewerkt
-als een duivel en als een heilige", en wij zijn gefaald in
?onze poging, een boek van moderne letterkunde van
binnen- en buitenland te vinden, dat Mevrouw
Bol?dingh Goemans niet gelezen had.
Maar lezen en begrijpen is nog iets anders dan her
scheppen van literatuur. De kritische zin, de
ordenen?de geest, de smaak, die daarbij noodig zijn, moge men
in zich ontdekt hebben als aangeboren eigenschappen,
zij eischen ontwikkeling binnen de literaire sfeer, zij
?eischen contacten met menschen van beteekenis, zij
? eischen, eindelijk, een cultureele onderdompeling,
waarbij men een wijle persoonlijke aandrift en voor
keur vergeet.
Dit alles heeft Mevrouw Boldingh-Goemans van
haar vroegste jeugd af gehad. Daar was in de eerste
plaats Frankrijk. Men kan het feit betreuren of toe
juichen, maar het blijft een feit, dat Frankrijk het
klassieke literatuurland der Europeesche wereld is.
Mevrouw Boldingh-Qoemans, die reeds als kind in
Frankrijk had gewoond, ging op haar negentiende jaar,
^na in Holland haar middelbare bevoegdheden voor
Fransch te hebben verworven, naar Parijs en behaalde
? daar, na studies aan de Sorbonne en het College de
France, een wetenschappelijken graad. Met letter
kundige studiën gingen studiën in de
voordrachts.kunst gepaard, aan het Conservatoire van Sarah
.Bernhardt verscheen zij als leerlinge, zij nam parti
culiere lessen van Mme. Thénard, van de Comédie
Francaise", van Mme. Segond Weber en andere voor
aanstaande Fransche actrices en voordrachtskunste
naars.
En het jonge talent, dat in de wereldstad werd
opgemerkt, vond vrienden en kunstverwanten.
Oeorges Rodenbach, Baergoents, de Vlaamsche
schilder die .veel naam maakte, Chéret, de teekenaar
der Affiches lumineuses", Oideon Busken Huet, be
hoorden tot haar kring, en bij Mme. Fuchs, die een
muzikale salon hield, ontmoette zij Massenet, Saint
Saëns, Paul Vidal, Albert Carré, en in latere jaren de
Bussy en Ravel. Maar reeds als jong meisje boeide
haar begaafdheid ook de aandacht van landgenooten.
Zoo had wijlen de bekende Prof. A. O. van Hamel een
invloed op haar loopbaan als kunstenares, dien zij nu
nog dankbaar erkent.
De onmiskenbare sympathie voor Frankrijk, zijn
taal die ze even goed spreekt als haar moedertaal,
voor Fransche literatuur en Fransche beschaving
vervreemdden haar niet van haar vaderland. Wij
vinden haar, na haar Franschen tijd, opeens van de
wereldstad verplaatst naar het stille provinciale den
Helder, waar zij was gehuwd met den zee-officier
Boldingh, man van wetenschappelijke reputatie, die
aan de diepzee-expeditie met de Siboga" deelnam,
onder leiding van Prof. Max Weber.
En toen wierp zij zich met al de geestdrift en hard
nekkigheid harer natuur op de letterkunde van haar
eigen land, zooals zij zich tevoren aan de Fransche
literatuur had toegewijd. De zorgen van een vrij om
vangrijk huisgezin stremden haar studie niet. Zij
bleef doorwerken onder belemmerende omstandig
heden met het eenig doel voor oogen: de schoonheid
te genieten, en anderen er deelgenoot van te maken.
Nog enkele malen kwam zij in Parijs terug, waar zij
haar studies in voordrachtskunst wilde voltooien, zij
nam er lessen met Mm. Thérèse Ko!b, van de Comédie
franchise, die op de kunst van Marie Kalff zooveel
invloed heeft gehad, zij werkte samen met Mme.
Marthe Mellot, die de Rossignol" citeerde in
Chantecler," en door haar relaties met Jules Claretie, des
tijds directeur van la Maison de Molière", kreeg zij
gemakkelijk toegang tot de belangrijke Parijsche
schouwburgen.
In den strijd om haar voorkeur heeft de Fransche
literatuur de Nederlandsche niet kunnen verslaan.
Toen zij, eerst voor besloten gezelschappen, later (in
1911) iri het openbaar ging optreden, bleek zij de be
gaafde en met geestdrift binnengehaalde vertolkster
der Fransche, maar de apostel der Nederlandsche
literatuur.
Wie een der vele leergangen of voordrachtavonden
gevolgd heeft van Mevrouw Boldingh-Goemans, kan
soms met haar verschillen in opvatting, maar hij ge
raakt altijd onder den ban van deze meeslepende
natuur. Hetgeen onze schrijvers wrochten, draagt zij
uit onder de scharen met eene overtuiging en een
gloed, die ons naar huis doen keeren met de vraag:
wat Bolland deed voor de wijsbegeerte, verricht deze
vrouw dat niet voor de literatuur? En moet ieder die
maar iets van belang aan het papier heeft toever
trouwd, en ieder die er naar hunkert om de literaire
kunst van zijn tijdgenooten te kennen en te begrijpen,
de lotsbeschikking niet zegenen, die deze begaafde en
bezielende apologete van het Schoone Woord gegeven
heeft aan ons volk?
In de geschiedenis der Nederlandsche volksuniversi
teit heeft Mevrouw Boldingh?Goemans een historische
plaats veroverd. De begeerte naar levensverdieping en
verwarming, die door alle kenners van onze volks
universiteit als een der voornaamste karaktertrekken
der instelling is opgemerkt, vond de persoonlijkheid
gereed, die in bevrediging dier begeerte haar roeping
voor zich zag ggen. Dit werd mogelijk, doordat
Mevrouw Boldingh beschikt over uitnemende
qualiteiten als docente. Haar overzichten, haar enkele
oriënteerende boeken, zij getuigen van het talent
het belangrijke in de literatuur te onderscheiden, en
de objectieve waarden in het oog te houden, weerstand
te bieden aan de verleiding der al te persoonlijke
voorliefden.
Maar wat deze vrouw bij al wat zij ons geeft zoo
sympathiek maakt, is haar vrouw-zijn. Een vrouwe
figuur, die de bittere trekken van het ultra-feminisme
niet vertoont in hare geestelijke physionomie. Een
gelukkige, die niet verweerd werd in den socialen
strijd, omdat de Schoonheid haar opeischte voor zich,
reeds in den aanvang van haar leven, en de schatten
van geestkracht, van offervaardigheid, van energie die
in haar wonen, samentrok in Haren Dienst. Maar,
aan den anderen kant, toch weer een persoonlijkheid
van sociale beteekenis, omdat haar leven hen in het
gelijk stelt, die vrouwenarbeid in de maatschappij met
huisvrouw- en moeder-zijn vereenigbaar achten.
Vier kinderen heeft zij op hun bestemming gebracht,
zij, de vrouw die tegelijkertijd de macht bezit, avond
aan avond de scharen te boeien en een der beste
literatuurkenners te worden van Nederland.
IÏCCR5ET1ESE 2"
KEJZERSG RACHT 772 AM STERDAM
f'JTELEF. 5715; R '
IE]>" ATELIERWOORREPARATJËN ,:[£;
IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG HoreLCENTRAL
C O M O E D I A
DOOR HENRIK SCHQLTE
Hel Nieuwe Nederlandsch Tooneel: ,,Een
Koekoek in het Nest," door Ben Travers
Y^ANNEER een schoonmoeder hoort, dat hij"
vv den trein zijner wettige ega gemist heeft en
met een andere vrouw auto-rijdt, wanneer die schoon
moeder bovendien de op het tooneel gebruikelijke
eigenschappen van een niet meer frisschen speurhond
bezit, dan kunnen wij ons petje wel weer opzetten en
heengaan, want dan is het toch in alle opzichten een
vergissing.
Hij I en zij 11 komen per ongeluk in een hotel en per
ongeluk heeft dat hotel maar n bed. Het wordt dus
de geschiedenis van dat eene bed, zonder' verdere
complicaties of verrassingen. Zij probeert er in te
slapen, hij probeert er uit te blijven, al wordt hij er
door een rechtzinnige hospita bijna eigenhandig in
gezet. Het is al koekoek-eenzang, twee acten door.
Tristan was reeds vindingrijker om in soortgelijke
situaties Isolde niet te compromitteeren, zonder zijn
nachtrust te kort te doen.
Wanneer de langverwachte schoonmoeder eindelijk
ook dit station binnendondert, is er natuurlijk wel
een schijn van misdaad, maar met den morgen, als ook
de ontbrekende stukken wederhelft arriveeren, wordt
dat alles vanzelf weer zonneschijn.
Terzij van dit flauwe geschiedenisje staat een
dominee, die evengoed een kapelmeester had kunnen
zijn en met zijn figuur geen raad weet, benevens een
drietal personen uit het hotelbedrijf, die meer om hun
uitbeelding dan om hun rol een aardiger stuk ver
diend hadden. Deze drie Horecaffers zijn Anna
Sablairolles, die met vinnigen heksen-humor de hotel
houdster speelt, en het champëtre duo Marie
MeunierCruys Voorberg, die samen een complete
boerenkermis vullen, al doet Cruys Voorberg het wat al te
mooi en kan hij zijn acrobatische driften beter voor
een latere pret bewaren.
Enny de Leeuwe sloeg zich op charmante wijze
door haar rol heen, die niet geheel zoo onschuldig was
als haar witte hondje (ras-acteur!), dat in dat
opzicht beter bij den ideaal-echtgenqot Totirniaire
gepast had. Maar Tourniaire was er ditmaal in zijn
spe! helaas glad naast.
Om deze partijen heen bewoog zich nog eenig volk,
dat echter zwak typeerde. Alleen' Bart Kreeft, met
zijn kokend-water hoofd en zijn onzeker zieltje, was
wel de ,,natte voetzoeker", de pantoffelheld die voort
durend onder de plak uit wil. (De première viel na
Koninginnedag!)
De klucht werd doorgaans slecht of niet geregis
seerd. Van de koekoek-symboliek was niet veel te
merken, hetzij dan dat vrijwel de hee'.e volière zoo
gehoorzaam nazegde, wat de koekoek in het nestje
hun souffleerde.
BOEK VAN DE WEEK
ARROWSMITH
door
SINCLAIR LEWIS
Schrijver van Babbitt" enz.
Uit het Amerikaansch vertaald door
ARIE QUERIDO
Prijs ing. f 4.90 - in prachtband f5.90
Uitgave van
VAN HOLKEMA & WARENDORF'S Uitg-Mij.
Amsterdam.