Historisch Archief 1877-1940
e 0fflislerdommerw
eehblddvoor Nederland
W. A. URBAN
AUTOSTALLING Frankenslag 12
Handel in auto's en toebehooren
TELEFOON - 50049
SCHEVENINGEN
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren) H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM
M&U£mr.<y«
TOE AND HEEL.
OPGERICHT IN 1877
No. 2572
ZATERDAG 18 SEPT. 1926
DE
SOCIAALDEMOCRA TEN I N DE
RIDDERZAAL
DE sociaaldemocratische Kamerleden hebben be
sloten af te wijken van de tot dusverre gevolgde
practijk om de Vereenigde Vergadering der
StatenGeneraal, waar de Koningin de troonrede voorleest,
niet bij te wonen en geven van deze gewijzgde
houding" rekenschap in een artikel in Het Volk van
14 Sept. 1.1.
Als gronden, waarop dit besluit berust", worden
daar achtereenvolgens deze redenen opgesomd:
Toen de S.D.A.P. voor het eerst vertegenwoor
digers in het Parlement kreeg, namen zij geen deel aan
de beëediging der Kamerleden ten paleize van de
Koningin, maar maakten gebruik van de mogelijkheid
om den eed, of de belofte, in handen van den voor
zitter der Kamer af te leggen. Dit had echter het
onaangename gevolg, dat de soc. democr. Kamerleden
later zitting namen dan de anderen en van de eerste
werkzaamheden der Kamer waren uitgesloten; daarom
hebben zij na eenige jaren zich gevoegd bij de rest
en zijn ze ook naar het paleis van de Koningin gegaan.
De volgende gronden" zijn van hetzelfde gehalte,
d.w.z. zij constateeren alleen, dat de sociaaldemo
craten om practische redenen zijn afgeweken van de
houding, waartoe zij, naar men moet aannemen, om
principieeie redenen hadden besloten, n.l. elke per
soonlijke aanraking met de Koningin te vermijden.
Immers, men verneemt daar alleen, dat sociaal
democraten in den loop van den tijd" zich naar het
koninklijk paleis hebben begeven, hetzij als leden van
commissies, die een voordracht ter benoeming van
den voorzitter der Tweede Kamer of van een lid van
den Hoogen Raad aan de Koningin kwamen aanbieden,
hetzij wanneer zij, als voorzitter der Kamerfrattie,
werden uitgenoodigd van advies te dienen over de
oplossing van een kabinetscrisis.
Wanneer daaraan dan nog is toegevoegd, dat zich
in de laatste jaren, bij onze steeds toenemende ver
tegenwoordiging in gemeentelijke en provinciale be
sturen, een practijk heeft ontwikkeld, volgens welke bij
officieele bezoeken van de koningin of van leden der
koninklijke familie onze vertegenwoordigers zich
niet aan hun representatieve verplichtingen onttrek
ken", achten de opstellers van dit stuk de conclusie,
waartoe zij geraken, genoegzaam gemotiveerd.
Deze conclusie luidt: Bij onze Kamerleden bestaat
het gevoel, dat bij deze ontwikkeling der verhoudingen
niet meer past een wegblijven van de openingszitting
der Staten-Generaal, alleen omdat daarbij de koningin
verschijnt om de troonrede voor te lezen".
Dat wil dus zeggen: we zijn nu langzamerhand in
99 van de 100 gevallen afgeweken van onze vroegere
houding om elke ontmoeting met de Koningin te
?ontwijken; waarom zullen we voor dat eene geval, bij
de opening der Staten Oeneraal, nu nog een gedragslijn
Wijven volgen, die niet meer past in de ontwikkeling
der verhoudingen"? Straks immers, naar wij hopen,
zullen er ook sociaaldemocraten tot het ambt van
minister worden geroepen; dan zou het, volgens het
algemeen gevoelen", van zelf spreken" dat onze
Kamerleden de voorlezing der troonrede bijwonen.
Van zelf gesproken" heeft het reeds lang, dat
sociaaldemocratische Kamerleden de opening der
Staten Generaal konden bijwonen, en dit behoorden
te doen. Ook dertig jaren geleden was er geen geldige
reden, waarom zij hierbij afwezig zouden blijven.
Alleen maar het algemeen gevoelen", de meening
van de overgroote meerderheid der partij, verzette
zich toen daartegen. Dat is thans niet meer het geval.
De partij" is er al gewend aan geraakt, dat haar ver
tegenwoordigers de Koningin, bij bezoeken, ontvangen
en rondleiden, en dat zij opstaan, wanneer een dronk
op de Koningin wordt ingesteld en het Wilhelmus
wordt aangeheven. Het zal haar waarachtig niet meer
in haar diepste gevoelens kwetsen, wanneer haar
Kamerleden a.s. Dinsdag optrekken naar de Ridder
zaal.
Reeds jaren geleden hadden de sociaaldemocratische
Kamerleden kunnen doen, en moeten doen, wat zij
a.s. Dinsdag voor het eerst zullen doen. Zij zelf
schrijven, in de apologie waarmede zij het afwijken
van de vroegere gedragslijn verdedigen: Onze Kamer
leden wonen, indien zij niet verhinderd zijn, alle ver
gaderingen der Kamer bij; moeten zij afwezig blijven
bij ne vergadering, omdat daarin het staatshoofd
verschijnt, overeenkomstig de wettelijke bepalingen
nog wel?"
Dit argument geldt toch niet sinds vandaag of
gisteren? Het kon worden aangevoerd zoolang de
grondwet aan de Koningin de bedoelde taak opdroeg.
Desniettemin is het eerst thans tot de sociaaldemo
craten doorgedrongen, dat zij de openingsplechtigheid
behooren bij te wonen.
Zoo schijnt het althans. In werkelijkheid hebben
zij dit natuurlijk al veel eerder ingezien. Zij zullen
toch niet achterlijker zijn dan hunne geestverwanten
in andere monarchistisch geregeerde landen, waar,
zooals zij zelf schrijven, reeds sedert vele jaren"
dezelfde practijk wordt gevolgd, waartoe ook zij nu
hebben besloten.
Niet het inzicht heeft hun ontbroken, maar wat
hen verhinderde volgens dit inzicht te handelen, was
wie zou het verwachten? de traditie.
De traditie, die in de partij leefde, dat een sociaal
democraat van zijne republikeinsche gezindheid moet
doen blijken door zich te onthouden van elk bewijs
van eerbied aan het hoofd van den Staat en daarom
maar beter doet elke ontmoeting met de Koningin te
vermijden, omdat je nooit kunt weten, voor welke
onverwachte moeilijkheid je wordt geplaatst.
Een traditie, dagteekenend uit de tijden, toen bij de
bestrijding van de sociaaldemocratie de Oranje-liefde
deerlijk werd misbruikt, maar toen omgekeerd ook
vele sociaaldemocraten door de wijze, waarop zij zich
over leden van het Oranjehuis uitlieten, het hunne er
toe bijdroegen om de tegenstelling: Oranje en sociaal
democratie, in het leven te roepen.
Noch het een, noch het ander is sedert geheel op
gehouden; ook nu nog wordt Oranje soms zijdelings
in den politieken strijd betrokken; ook nu nog wekt de
ordinaire manier waarop in sommige sociaaldemo
cratische organen over Oranje wordt geschreven,
gerechtvaardigde ergernis.
Maar vergeleken bij vroeger jaren is er toch een
groote verbetering gekomen. De tegenstelling heeft
veel van haar scherpte verloren. De andere partijen
hebben, sinds sociaaldemocraten in allerlei colleges
zitting kregen, de bekwaamheid en de toewijding aan
hunne taak van velen hunner leeren waardeeren; de
sociaaldemocraten hebben, sinds zij mede tot het
bestuur van stad of gewest werden geroepen, op hunne
beurt ook eertige vordering gemaakt in de kunst om
over anderen billijk te oordeelen.
En zij hebben bovendien de gelegenheid gekregen,
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling
Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per^ regel
INHOUD:
1. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, De sociaal-demo
craten naar de Ridderzaal.
2. Mr. J. F. L. van Essen, De Volkenbondsver
gadering.
3. Prof. Dr. H. Brugmans, De Wielingen D r. J.
v. d. Bergh van ysinga-Elias, Een zuiver ge
luid Joh. Braakensiek, De Volkenbondsver
gadering en de ontwapening.
4. Charles van lersel, Hei psychologisch congres
L. J. Jordaan, Militaire revoluties in Griekenland.
5. Top Naeff, De Lobo's f
6. Annie Salomons, Bijkomstig/leden.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur.
9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
10. Dr. Boris Raptschinsky, Spreekzaal Constant
van Wessem, Muziek in de Hoofdstad.
11. Herman de Man, Holt. tafereelen.
12. B. Person, Wells zestig jaar Henrik Scholte,
Comoedia.
13. Top Naeff, Dramatische Kroniek A.
Plasschaert, Schilderkunst.
15. Jhr. Mr. H. Smissaert, Op den Economischen
Uitkijk Uit het Kladschrift van Jantje.
16. L. J. Jordaan, Bioscopy.
17. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes
Chanvarius, Rutze-Rijm.
18. Herman Middendorp, Om zestig millioen, met
teeken, door Prof. J. H. Jurres en G. Westermann.
19. H. Verstijnen, Dierstudie.
20. Boudewijns, Grapjes en Sermoenen Cel 2,
Telefoontje.
Omslag: Problemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Het peblisciet in
Spanje.
te ervaren, dat een ontmoeting met de leden van het
Koninklijk huis geen serviel huldebetoon behoeft uit
te lokken, en dat iemand van republikeinsche gezind
heid zich niet vernedert wanneer hij aan het wettige
hoofd van onzen Staat den haar toekomenden eerbied
bewijst, den eerbied, dien hij immers ook zou betuigen
aan den president van de republiek, wanneer wij een
republikeinschen regeeringsvorm hadden.
De leiders van de partij hebben dit alles reeds lang
beseft; zij moeten ook al geruimen tijd de dwaasheid
hebben ingezien van het zich stelselmatig onthouden
van deelneming aan de Vereenigde Vergadering der
Staten Generaal, waarin de troonrede wordt voor
gelezen ; zij moeten al lang hebben begrepen, dat het
niet meer aanging zich te verschuilen achter de on
mogelijkheid om in te stemmen met het geroep Leve
de Koningin", daar niemand dit van hen vergt.
Dat zij ten langen leste volgens dit inzicht durven
handelen, bewijst, dat de overgroote meerderheid
hunner partij nu ook zoo ver gevorderd is; alleen die
omstandigheid zet aan hun besluit eenig belang bij.
KERNKAMP