De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 18 september pagina 12

18 september 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2572 l: ' l ?k, 't WELLS ZESTIG JAAR DOOR B. PERSON IN mijn artikel in dit blad bij gelegenheid van den 70sten verjaardag van Bernard Shaw noemde ik Shaw een van de drie grootste Protes tanten en Individualisten van dezen tijd. De beiden anderen waren H. O. Wells en Sidney Webb. En ik voegde eraan toe, dat igdien bij het leven van den socialist Shaw de Sovjet-Republiek in Engeland zou worden uitgeroepen, de eerste die wegens samen spanning tegen haar zou worden opgehangen Shaw zou zijn, en de tweede Wells. De sterk-individualistische reuzen van het Engel sche volk zijn niet meer in hun jongelingsjaren. Vierden wij nog gén maand geleden den 70sten geboortedag van Shaw, den 21 sten September zal het zestig jaar geleden zijn dat Herbert George Wells <te Bromley, Kent) het levenslicht aanschouwde, als zoon van een beroeps-cricketer. Wells heeft zelf eens zijn geboorte de gelukkigste gebeurtenis van zijn leven genoemd en wij, die genieten rnogen van zijn bijna onbegrensd talent, kunnen niet anders dan zijn woorden bevestigen. De groote liefde tot het leven, die uit dit citaat spreekt, de dankbaarheid tevens voor het hem geschonken genie, kregen voor hem echter pas dieper beteekenis toen hij zijn moeilijkste jaren door was en, tegen de dertig, betrekkelijk toevallig zijn geweldige gaven ontdekte «n snel ontplooide. Wells heeft er in zijn autobio grafisch werk te vaak aan herinnerd hoe hij het harde leven begon als bediende achter de toonbank van een lakenhandelaar, dan dat dit prozaïsche begin van zijn loopbaan niet van algemeene bekendheid zou zijn. Reeds na een jaar verliet hij echter het lakenvak en ging aan het Royal College of Science te Londen een college in natuurlijke historie volgen, dat hem in het bezit stelde van de First Class Honours" in dierkunde, en ver-volgens van den graad van B.Sc. (Bachelor of Science.) Zijn zwakke gezond heid liet niet toe, dat hij de aangevangen loopbaan «p de normale, behoorlijke wijze zou voortzetten door «en eerzaam leeraar of een professor te worden. Hij had een afkeer van Londen en nog meer van het geven van onderwijs in een klas. De eenige uitweg was: schrijven. Daar ging hij zich dus op toeleggen. Hij begon als gelegenheids-medewerker aan nu wijlen de Pall Mail Oazette, waarin hij lichte artikelen, die zeer jn cbn smaak vielen, schreef, maar toen er een nieuwe hoofdredacteur kwam, verloor hij het pleizier in dit werk. Samen met zijn vrouw zette hij zich nu (in 1895, ?dus op 29-jarigen leeftijd) aan het schrijven van .zijn eerste boek, The Time Machine", dat in enkele weken voltooid was. Hij bood het een bevriend redacteur ter plaatsing aan, maar deze zond het terug; hij had er geen ruimte voor. Kort daarop werd -aan dezen redacteur echter de leiding toevertrouwd van de National Observer". Hij dacht aan het goede werk van Wells, dat hij genoodzaakt was geweest te ?weigeren, en telegrafeerde erom. Wells zond het. Het werd geplaatst en maakte grooten opgang. De op brengst stelde hem zelfs in staat, buiten Londen te gaan wonen en onbezorgd met schrijven voort te gaan. Hij was er. In hetzelfde jaar (1895) verschenen van de hand van den onmiddellijk productieven auteur: Select Conversations with'an Uncle, The Stolen Bacillus en The Wonderful Visit. En vóór de .negentiende eeuw geëindigd was, zagen nog het licht: The Invisible Man, The War of the Worlds,The Sleeper Wakes, Tales of Space and Time en Love and Mr. Lewisham. TABA SIGAREN > ZIJN TOCH DE BESTE *- ~> De meest opmerkelijke trek van Well's eerste groote romans is zijn ontembare phantasie, die den lezer voert naar het niemandsland tusschen de physieke en de metaphysieke wereld. Zijn voorstellingsvermogen stelt hem in staat, zich de wonderlijkste en onmo gelijkste bestaansvormen te verbeelden. Hij baseert zijn verhalen vaak op de verwezenlijking van een of anderen speculatieven droom, behoorend tot de phantastische of ondoordringbare gebieden der natuur kunde, zooals een bezoek aan de maan, de inval van Mars-bewoners op de aarde, het bestaan in een ruimte met vier dimensies, een reis dwars door den tijd heen die ons voert naar een tijdperk dat een paar honderd of soms millioen jaren verder is gelegen. Wells is echter niet iemand die er maar in het wilde weg op los phantaseert, zonder zich te storen aan de wetten der natuur. Daarvoor heeft hij te veel exacte kennis in zijn mars en wat hij in zijn boeiende verhalen vertelt met zoo grooten schijn van waarheid, is strikt beperkt tot de wetenschappelijk mogelijkheden van zijn thema. Men moet hem slechts n ongerijmdheid vergeven een onmogelijke, maar niet onbegrijpelijke ontdekking van een nieuwe kracht of toovermacht, zooals een tijdmachine die ons op haar vleugelen door de eeuwen verplaatst, een materie die niet onderworpen is aan de zwaartekracht, een bom die yan Mars wordt uitge zonden en zijn ingesloten monsters veilig op onze aarde landt, een preparaat dat ons lichaam onzicht baar maakt of een voedsel der goden" dat alle levende dingen die het tot zich nemen, onbeperkt doet groeien en de rest volgt strikt in overeenstemming met de wetenschappelijke waarschijnlijkheid. Het genot dat dergelijke verhalen ons geven, is in hooge mate afhankelijk van des schrijvers wetenschappelijke betrouwbaarheid en vooruitziender! blik, en van ons besef van de omstandigheid dat hij, terwijl hij schijn baar als een dolleman alle wetten der natuur op haar kop zet, in werkelijkheid, na orft eerst een wonder te hebben voorgetooverd, zich laat leiden door zijn kennis van feiten en mogelijkheden, die bij Wells grooter is dan eenig schrijver voor hem ooit tot zijn beschikking heeft gehad. Men heeft hem den Eng lschen Jules Verne genoemd, maar Verne is, ofschoon geniaal in zijn soort, grof en onnauwkeurig bij Wells vergeleken. Het beste voorbeeld van het gebruik dat hij maakt van zijn wetenschappelijke kennis in de uitwerking van zijn phantasieën is misschien de methode die hij uitvindt om de verschrikkelijke monsters van het naburige Mars, die op onze planeet aanlanden, kwijt te raken. De nietige, ultra-microscopische bacteriën die verrotting en ontbinding veroorzaken zijn nieuw voor deze afzichtelijke wezens. Doch Wells heeft zich volstrekt niet tot natuur kundige phantasieën bepaald. In zijn War of the Worlds", The Invisible Man", the'First Man in the Moon" en When the Sleeper Wakes" vangt hij aan met zijn voorspellingen omtrent de evolutie van de menschheid in de naaste toekomst. En in The Wheels of Chance", Love and Mr. Lewisham" (een autobio grafie, waarin hij op roerende wijze zijn ervaringen als arm Londensch student vertelt) en andere boeken, laat Wells alle wetenschappelijke wonderen en pro fetieën varen en toont hij zich als romanschrijver een fijn psycholoog met een rijken zin voor humor. Wells behoort niet tofde schrijvers die jarenlang in moeilijke omstandigheden hebben moeten zwoegen alvorens tot bekendheid of roem te geraken. Hij was" er op dertigjarigen leeftijd, zoodra hij met schrijven was begonnen. (Shaw kon zich pas tegen zijn veer tigste jaar als arrivé" beschouwen). En wat men ook van den onartistieken aard van den Engelschman moge zeggen, het Engelsche volk, of liever het Angelsaksische ras want de lucratiefste opdrachten komen uit Amerika laat zijn groote schrijvers, als zij eenmaal als zoodanig erkend zijn, niet verhongeren. Het gemiddeld jaarlijksch inkomen van Wells wordt geschat op 20 a 30.000 pond, en het is geen geheim, dat hij in 1920 met zijn Outline of History", (in de geheele wereld bekend, ook in den verlichten staat Tennessee, U.S.A., waar men alle geschied schrijving die van den bijbel afwijkt als gevaarlijke ketterij beschouwt en Wells' wereldgeschiedenis daarom verbood) in n slag 60.000 pond verdiende. Ook de dagbladen waaraan hij bij tijd en wijle heeft meegewerkt wisten zijn artikelen naar waarde te schatten; bij n gelegenheid ontving hij voor een serie van zes artikelen het niet onaanzienlijke hono rarium van tweeduizend pond, hetgeen neerkwam op vijf shilling per woord. Geen wonder dat de naam van Wells in den loop van de jaren groote aantrekkelijkheid kreeg voor gewetenlooze bedriegers die kans zagen, uit dien naam een slaatje te slaan. Precies een jaar geleden hadden de Japansche uitgevers Asakaya en Co. te Tokio de brutaliteit, een uit het Engelsch vertaald boek te publiceeren, getiteld Wat ongehuwde vrouwen moeten weten" en niet alleen ten onrechte Wells als den schrijver ervan te doodverven, maar in sensationeele advertenties te beweren, dat het origineel in Engeland verboden was omdat Wells geweigerd had bepaalde gedeelten te herzien". Londen, 15 September. Makelaar J. D. R.Nienaber TOF?., maand: WONINGGIDS. C O M O E D I DOOR HENRIK SCHOLTE Rotterdai\sch-Hofsledfooneel: ,,De Spooktrein', door Arno/d Ridley DE Trojaansche ondergang voor onze zenuwen. Als Kassandra fungeert een idioot, die na elk spook-succes zoo gezellig profeteert: Er gebeuren nog vél ergere dingen, vannacht! Het is dan ook niet voldoende, dat er een trein-griezeling komt, waarbij de waanzinnige stoker en de brug aan den Tay maar kinderspel zijn. Het is niet voldoende, dat een baanwachter morsdood naar binnen tuimelt, terwijl zijn lijk een oogenblik later al niet meer te vinden is. Het is niet voldoende, dat om twaalf uur de signaalklok klept, het sein op veilig springt en achter de kapot geslagen ruiten van de wachtkamer de spooktrein voorbijdondert, met vergeefs aangezette remmen en gillende stoomfluit. Het is niet voldoende, dat de schim van den ontzinden machinist over het perron dwaalt en zingt, terwijl alle deuren hermetisch geslo ten blijken. Neen, dames en heeren, dan begint het pas! Dan gebeuren er verschrikkelijke dingen, die ik zelf heb gezien. Ik heb het overleefd, maar ik zal er met niemand over mogen praten. Want dit is weer een van die stukken, die hun volle honderd procent verliezen, wanneer men eerst de recensie leest. Men wandele volkomen argeloos, direct van tafel in den schouwburg, en men zal griezelen. Men puzzele in de pauze zooveel men wil, men zal altijd koud" raden, want na de tweede acte is het verste Zuidpool-puntje van de intrigue zoowat bereikt. En wie meent, al te spoedig naar den evenaar der ge moedsrust terug te stoomen, vergete de keerkringen niet, welke daartusschen liggen. Immers, dit is het eenige wat ik dan maar verklap: het stuk zou geen Engelsche sensatie zijn, wanneer niet op een gegeven oogenblik alle jasjes (en japonnetjes) binnenste buiten gingen, wit zwart en spook werkelijkheid werd, waarna door een vliegensvlug renversement des alliances" de toestand begint op te klaren. Begint, want de afrekening is meesterlijk, Ivans waardig ! Natuurlijk doet het pure spel hier alles. Van de medespelenden was er een, die daarin boven de anderen uitstak: Jo Feiten-Steenbergen. De manier, waarop deze actrice de geheimzinnige vrouw vertolkte, is zeker wel een kleine ovatie waard. Dit felle, scherptoegestelde spel, eerst van het overspannen meisje, later van het.... nu ja, van het tegendeel, is beter dan wij op tien andere avonden in belangrijker stukken te zien krijgen. Ook Schwab, zooals hij in den zuiver-gereproduceerden volkstoon zijn verhaal deed, was een geslaagd type. Theo Frenkel speelde den Onuitstaanbare a la Kerckhoven, had daardoor veel succes, maar deed tevens reeds vermoedens ontstaan, die later (maar hoe !) bewaarheid werden. Hij had de illusie ondoor zichtiger kunnen houden. Zijn medereizigers speelden ongekunsteld en in vlot tempo. Achteraf kan men op dézen tooneel-jazz natuurlijk tal van aanmerkingen maken. De text is niet altijd even spiritueel, soms zelfs banaal. De vele personen, daargelaten of zij allen noodzakelijk zijn, blijven vluch tig en niet-getypeerd, zoodat de gesprekken wel eens concentratie missen. Nu en dan staat een groep er werkeloos bij, terwijl bovendien een technische fout onze belangstelling zich van de aanvankelijke hoofdpersonen naar een eerst in de latere acten op tredende groep moet verplaatsen. De fantastische intrigue is echter met al die hulp middelen en met een volmaakte negatie der realiteit, bewonderenswaardig knap opgezet. En dat blijft dan ook bij alle latere bezwaren vast staan: op den avond zelf heeft dit stuk zijn plicht als amusement feilloos vervuld door van het begin tot het einde een enerveerende en toch onschuldige spanning te brengen. Nog n opmerking, terzijde. De tegenzin, waarmee men in deze dagen trein en tooneel met elkaar in verband gebracht ziet, dringt zich tijdens de voor stelling niet op. Alleen in de foyer leidde een klein, onopvallend opgesteld portret ons weer eens klaps uit de sfeer van blijspel en fantaisie naar de noodlottige werkelijkheid terug. Vraagt steeds VAN OUDS HET BESTE MERK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl