De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 18 september pagina 18

18 september 1926 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

"T".";1!" .f-"-* ?.iffl-**r-r TJ; '?'"f' v ?' -, i'o ? ? ? ? '. " > DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2572 OM ILLI Luistert u eens, mijnheer Van der Boom, zei hij dadelijk; is het heel erg dringend wat u mij te vertellen heeft? Dasja blijft! riep ik. Dat wisten we al. Maar het andere. Ik ^weet het niet Houd u mij dan ten goede, dat k u vraag, het mij op een anderen keer ?te vertellen, hernam hij onverstoorbaar. Wat ik te zeggen heb is van zeer dringenden aard; daarom is het mis schien beter, dat ik rst spreek. Kan ik iets voor u doen? U kunt iets doen voor u zelf, namelijk uw millioenen in veiligheid brengen. Ik heb op het oogenblik andere dingen in m'n hoofd dan m'n milli oenen Dat is mogelijk, maar'u zult ze ioch niet willen verliezen? Niet alleen voor u-zelf U heeft gelijk ! Nu dan: het is absoluut noodig, dat u vandaag nog stappen doet, om uw ver mogen in -veiligheid te brengen, en het te doen overschrijven op verschillende buitenlandsche banken. Hij keek op zijn horloge. De Banque nationale sluit om half drie, vervolgde hij. Het is nu ruim ?én uur. Als we nu weggaan, kunnen ?we in een restaurant de lunch gebruiken, en dan heeft u nog tijd genoeg om uw -financiën in orde te brengen. Als u meent dat het absoluut noodig is, zal ik het natuurlijk doen, zei ik. Maar kan ik me nu weer veilig op straat begeven? Voor uw veiligheid sta ik in. Als u er geen bezwaar tegen heeft, zal ik met u meegaan naar de Bank. Dat is heel beminnelijk van u, zei ik getroffen. Maar heeft u daar den tijd voor? De oplossing van het geval Komt in orde, hernam de detective rustig. Ik heb mijn voorbereidingen genomen, en vanmiddag heb ik werkelijk niets beters te doen dan met u mee te gaan. Ik werk immers ook in opdracht van u.... En het in veiligheid brengen van een zoo aanzienlijk kapitaal is heusch niet zoo'n geringe bezigheid, dat men zich behoeft te schamen, zich daar mee te occupeeren. , Heel graag dan, ze ik gevleid. Wat heb ik later goed ingezien, dat de arbeid van een detective even goed een zaak is van tact en diplomatiek inzicht als van verstand en speurzin.... Ik nam afscheid van mijn beminnelijke gastvrouw de heer Berger was niet tfcuis en van Dasja. Ik had geen gelegenheid meer om haar alleen te spreken, juist nu, nu'ik haar zooveel te zeggen had, maar de tijd drong, en ik beloofde me-zelf om haar, als het me «enigszins mogelijk was, den- volgenden dag weer op te zoeken. Weinig kon ik vermoeden, dat ik haar nog dienzelfden dag terug zou zien maar in andere omstandigheden dan die waarin zij verkeerde, toen ik met Crampton het gastvrije huis van het echtpaar Berger verliet. Het was een prachtige najaarsdag. De zon glansde over het bruin gebladerte van de boomen op de Boulevards, die een en al leven en beweging waren. De herfst is mooi in Parijs. Wij gebruikten de lunch in een goed . restaurant en dronken er een goede flesch wijn bij. Crampton was bijzonder opgewekt, en hoewel ik voor mij nog geen enkel perspectief zag, dat naar de oplossing van het geval kon leiden ik Wist, behalve dat wat ik zelf had beleef d, nog zoo ongelooflijk weinig het goede humeur van den detective en de betrekkelijke zorgeloosheid die hij aan den dag legde ten opzichte van z'n eigen veiligheid en de mijne, -deden mij gelooven in de goede uitkomst. En wat Dasja betrof.... Zij had besloten te blijven, en zij zou, nadat de oplossing van het geval een feit, en De Gewel dige", waarmee Crampton zoo geheim zinnig omsprong, gevonden was, onverOorspronkeliike Detective-roman door met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door Prof. J. H. Jurres en G. Westermann Inhoud: De Amsterdemsche foonee/spe/er, Willem van der Boom, door een erfenis plotseling schatrijk geworden, heeft zich gewend tot den detective Henry Crampton. omdat hij achtervolgd wordt door een bende, die het op zijn geld gemunt heeft. Met behulp van Crampton weet hij aan allerlei gevaren te ontsnappen, terwijl ook een Russisch meisje, Dasja Sipowsky, dat tot de bende in betrekking staat, maar niettemin Van der Boom geholpen heeft, in veiligheid wordt gebracht. De detective zoowel als Van der Boom trachten haar over (e halen, de vlucht te nemen, maar zij is hiertoe niette bewegen (hoofdstuk XX V). mijdelijk in aanraking komen met de justitie.... Maar men kón haar immers niet veroordeelen ! Zij had zulke doorslaande bewijzen gegeven, dat ze het bedrijf ver foeide toen ze het in z'n vollen omvang had. leeren kennen.... ze had er haar leven voor gewaagd.... ze had zélf geen enkele misdaad gepleegd ze had enkel gehandeld naar beginselen, die, op zich-zelf, misschien niet eens verwerpelijk waren, die in elk geval met misdaad niets hadden uit te staan.... De toekomst leek mij lichter en beter.... en de zon fonkelde in onze wijnglazen.... en de gele bladeren dwarrelden langzaam omlaag over den breeden boulevard Ik keek op mijn horloge. Moeten we niet haast weg? zei ik. Het is bij tweeën. Och, dat heeft nog geen haast, meende Crampton. Een taxi brengt ons binnen tien minuten naar de Bank. En het is hier genoeglijk. Dat was inderdaad zoo. De detective begon een geanimeerd gesprek hij was een uitnemend causeur en eerst toen mijn horloge dertien minuten over twee aanwees, riepen we een chauffeur aan, die ons door den wirwar van straten naar het Bankgebouw bracht. U gaat toch mee naar binnen? zei ik tot Crampton, toen we uitgestapt waren. Och ja, waarom niet.... zei hij lachend. Hier zullen ze ons geen kwaad doen. De Banque nationale is veilig.... Ik kan u dus ook voorstellen, als de gelegenheid daartoe zich voordoet? Natuurlijk! U hoeft zich niet ongerust te maken. Wij gingen naar binnen. Ik werd geheel overeenkomstig mijn millionnairsrang ontvangen, en weldra zaten Cramp ton en ik in het kleine kantoor tegenover den gemoedelijken heer Jacquemart. Ik stelde den detective aan hem voor en kwam met mijn verzoek voor den dag. U kunt uw geld natuurlijk overal geplaatst krijgen, waar u dat verkiest, zei de heer Jacquemart bereidwillig. Als u maar zegt, waar ! Dat weet ik eigenlijk zelf niet, antwoordde ik eenigszins verlegen. En mij tot Crampton richtend, vervolgde ik: Ik handel hier op uw advies, en dus.... U heeft gelijk, zei de detective, maar om u de waarheid te zeggen, ben ik met het internat'o lale bankwezen óók niet op de hoogte. Kijkt u eens, vervolgde hij tot den heer Jacquemart, zonder ook maar in 't minst aan de soliditeit van de Banque nationale te willen twijfelen, ben ik van oordeel, dat mijn cliënt want m'sieur Van der Boom heeft mijn medewerking ingeroepen als detective, nadat hem op verschillende wijzen gebleken is, dat men bepaalde aanslagen wil doen op zijn vermogen ben ik dus van oordeel, dat mijn cliënt verstandig zal doen, door zijn kapitaal zoo spoedig mogelijk op een aantal soliede buitenlandsche banken over te plaatsen. U zult ons, als vakman, toch wel een aantal instellingen kunnen opgeven, waaraan een belangrijk ver mogen kan worden toevertrouwd? Natuurlijk natuurlijk, hernam de heer Jacquemart; alleen (zijn voorhoofd rimpelde zich met bezorgd heid) ik laad een groote verantwoorde lijkheid op mij. Ik ben Hollander, zei ik, en er zijn toch ook genoeg Hollandsche banken ! Zeker! zeker! u kunt uw ver mogen, als u dat verkiest, in z'n geheel op Hollandsche banken geplaatst krijgen, zei de heer Jacquemart glimlachend. U kunt het ook, als u dat verkiest, in z'n geheel in handen krijgen. Dat zou me, eerlijk gezegd, het veiligste geleken hebben, maar ik oordeelde, dat nu het oogenblik nog niet gekomen was, om daarover te spreken. Ik zou niet geweten hebben waar ik er mee naar toe moest.... Alleen, vervolgde de heer Jacque mart, de kantoren worden over een paar minuten gesloten. Is er haast bij, mijnheer Van der Boom? Ik had het nog wel graag vandaag in orde gehad, zei ik, gedachtig aan de waarschuwende woorden van Crampton. Dat zal toch moeilijk gaan, hernam de boekhouder, zichtbaar verlegen, dat hij een multi-millionnair moest teleur stellen. Ik zou u nog wel van-avond kunnen helpen, maar dan particulier, op een van de bijkantoren. Ik zag Crampton aan. Als het niet anders kan, zei deze. Het is de eenige weg, hernam de heer Jacquemart. En dan handel ik nog buiten den officieelen weg om. Maar waar het hier een zoo belangrijke zaak betreft Enfin, ik zou u vanavond nog kunnen helpen .... laat eens kijken ; komt u dan maar aan het bijkantoor in de me de Notre Dame de Lorette om acht uur; convenieert u dat? Uitstekend. Ik zal u dan eenige buitenlandsche banken kunnen opgeven, waarvan de soliditeit volkomen vaststaat. Ook Hollandsche. En u kunt natuurlijk, als u dat verkiest, tnformeeren, voor u definitief last geeft. Ik zou u dat zelfs aanraden. Dan spreek ik dat met u af, zei ik, opstaande. Ik zal er om acht uur zijn. En ik dank u zeer voor uw bereidwillig heid. Opnieuw voelde ik, dat men een millionnair allerlei faciliteiten toekent, die men een ander weigert, en hoewel het onbillijke van dat systeem vaag tot me doordrong, het aangename er van bleef den boventoon voeren in mijn gedachten. XXVI. IK BELEEF OPNIEUW ZONDER LINGE AVONTUREN Wij werden weer met veel plicht plegingen uitgeleide gedaan, en wan delden daarna weer in de richting van de groote boulevards. Plotseling bleef Crampton staan. Wacht u hier een oogenblik, zei hij. Ik heb een zilveren potlood op de Bank laten liggen. Ik zal het even gaan halen, als ik tenminste nog naar binnen kan komen. Hij liep haastig terug, en voegde zich na een paar minuten weer bij mij. In orde, zei hij. Ik heb het. Wij wandelden verder. Voelt u iets voor een bezoek aan een schilderijententoonstelling? vroeg de detective nu. Er is hier vlak in de buurt een expositie van enkele modernen; het moet nog al goed werk zijn. Och ja, zei ik, maar zonder nu juist veel animo te toonen, ik had te veel andere dingen in mijn hoofd ik ben er niet tegen, en als u den tijd heeft Crampton scheen werkelijk bijzonder weinig om handen te hebben ! Wij gingen het tentoonstellingsge bouw binnen. De detective was zeer levendig en gaf mij allerlei aanwijzingen ; ook sprak hij met veel enthousiasme over het werk van de jongste Parijsche schilders in 't algemeen. Ik luisterde verstrooid, en was blij, toen we in het dalende licht van den najaarsmiddag weer op straat liepen. Wij dronken nog een glas port op den boulevard. Toen keek Crampton op zijn horloge. Tien over vijf, zei hij. Dan zal het nu mijn tijd worden. Ik heb nog het een en ander te doen; u wilt me dus nu wel verontschuldigen? Ik zie u van-avond om acht uur wel in de rue de NotreDame de Lorette. Uitstekend, antwoordde ik. Hij stak me de hand toe en wilde heengaan, maar ik hield hem nog terug, en vroeg aarzelend: Zou er bezwaar tegen zijn, dat ik nog even naar het huis van m'sieur Berger ga? Natuurlijk niet, zei hij, en liet er onnoozel op volgen: Heeft u daar nog iets te doen? Ik wou nogeven met mademoiselle Sipowsky praten. Doet u dat gerust, mijnheer Van der Boom. Tot straks. Hij haastte zich weg in de volte, en ik riep een taxi-chauffeur aan. Nog even wilde ik haar terugzien nog eenmaal met haar spreken. Niet om opnieuw te trachten, haar te bewegen tot de vlucht. Ik wist dat dat nutteloos zou zijn, en bovendien ik mocht de daad van moed, die zij verrichtte door te blijven, niet verhinderen; dat voelde ik nu. Maar ik wilde haar zeggen, dat ik wachten zou, geduldig wachten, tot zij weer over haar volle vrijheid beschikken kon. Dat zou immers niet lang duren; misschien liet men haar ai weer gaan na een vluchtig verhoor Dan zouden we naar een ver land gaan, waar nie mand ons kende.... De taxi stopte voor het huis van den heer Berger. Ik belde; Annette, de bejaarde dienst meid opende mij de deur. Haar gelaat vertoonde niet de levensblije gemoedelijkheid, die ik tot nog toe bij haar opgemerkt had, en plotseling vo'elde ikeen vage, angstige beklemming. Mademoiselle Sipowsky? vroeg ik haastig. De goede Annette draalde met haar antwoord, maar op hetzelfde oogenblik kwam madame Berger naderbij. Haar oogen stonden vol tranen. Ze is er niet meer.... zei ze met trillende stem. Ze is weg, . . . Wat zegt u daar? riep ik doodelijk verschrikt; en Mr. Crampton had Inch gezegd.... !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl