Historisch Archief 1877-1940
"T".";1!" .f-"-* ?.iffl-**r-r TJ; '?'"f' v ?'
-, i'o ? ? ? ? '. " >
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2572
OM
ILLI
Luistert u eens, mijnheer Van der
Boom, zei hij dadelijk; is het heel erg
dringend wat u mij te vertellen heeft?
Dasja blijft! riep ik.
Dat wisten we al. Maar het andere.
Ik ^weet het niet
Houd u mij dan ten goede, dat
k u vraag, het mij op een anderen keer
?te vertellen, hernam hij onverstoorbaar.
Wat ik te zeggen heb is van zeer
dringenden aard; daarom is het mis
schien beter, dat ik rst spreek.
Kan ik iets voor u doen?
U kunt iets doen voor u zelf,
namelijk uw millioenen in veiligheid
brengen.
Ik heb op het oogenblik andere
dingen in m'n hoofd dan m'n milli
oenen
Dat is mogelijk, maar'u zult ze
ioch niet willen verliezen? Niet alleen
voor u-zelf
U heeft gelijk !
Nu dan: het is absoluut noodig, dat u
vandaag nog stappen doet, om uw ver
mogen in -veiligheid te brengen, en het
te doen overschrijven op verschillende
buitenlandsche banken.
Hij keek op zijn horloge.
De Banque nationale sluit om
half drie, vervolgde hij. Het is nu ruim
?én uur. Als we nu weggaan, kunnen
?we in een restaurant de lunch gebruiken,
en dan heeft u nog tijd genoeg om uw
-financiën in orde te brengen.
Als u meent dat het absoluut
noodig is, zal ik het natuurlijk doen,
zei ik. Maar kan ik me nu weer veilig
op straat begeven?
Voor uw veiligheid sta ik in. Als
u er geen bezwaar tegen heeft, zal ik
met u meegaan naar de Bank.
Dat is heel beminnelijk van u, zei
ik getroffen. Maar heeft u daar den tijd
voor? De oplossing van het geval
Komt in orde, hernam de detective
rustig. Ik heb mijn voorbereidingen
genomen, en vanmiddag heb ik werkelijk
niets beters te doen dan met u mee te
gaan. Ik werk immers ook in opdracht
van u.... En het in veiligheid brengen
van een zoo aanzienlijk kapitaal is
heusch niet zoo'n geringe bezigheid, dat
men zich behoeft te schamen, zich daar
mee te occupeeren.
, Heel graag dan, ze ik gevleid.
Wat heb ik later goed ingezien, dat
de arbeid van een detective even goed
een zaak is van tact en diplomatiek
inzicht als van verstand en speurzin....
Ik nam afscheid van mijn beminnelijke
gastvrouw de heer Berger was niet
tfcuis en van Dasja. Ik had geen
gelegenheid meer om haar alleen te
spreken, juist nu, nu'ik haar zooveel te
zeggen had, maar de tijd drong, en ik
beloofde me-zelf om haar, als het me
«enigszins mogelijk was, den- volgenden
dag weer op te zoeken. Weinig kon ik
vermoeden, dat ik haar nog dienzelfden
dag terug zou zien maar in andere
omstandigheden dan die waarin zij
verkeerde, toen ik met Crampton het
gastvrije huis van het echtpaar Berger
verliet.
Het was een prachtige najaarsdag. De
zon glansde over het bruin gebladerte
van de boomen op de Boulevards, die
een en al leven en beweging waren. De
herfst is mooi in Parijs.
Wij gebruikten de lunch in een goed
. restaurant en dronken er een goede
flesch wijn bij. Crampton was bijzonder
opgewekt, en hoewel ik voor mij nog
geen enkel perspectief zag, dat naar de
oplossing van het geval kon leiden ik
Wist, behalve dat wat ik zelf had beleef d,
nog zoo ongelooflijk weinig het
goede humeur van den detective en de
betrekkelijke zorgeloosheid die hij aan
den dag legde ten opzichte van z'n eigen
veiligheid en de mijne, -deden mij
gelooven in de goede uitkomst. En wat
Dasja betrof.... Zij had besloten te
blijven, en zij zou, nadat de oplossing
van het geval een feit, en De Gewel
dige", waarmee Crampton zoo geheim
zinnig omsprong, gevonden was,
onverOorspronkeliike Detective-roman door
met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door
Prof. J. H. Jurres en G. Westermann
Inhoud: De Amsterdemsche foonee/spe/er, Willem van der Boom, door een
erfenis plotseling schatrijk geworden, heeft zich gewend tot den detective
Henry Crampton. omdat hij achtervolgd wordt door een bende, die het op
zijn geld gemunt heeft. Met behulp van Crampton weet hij aan allerlei gevaren
te ontsnappen, terwijl ook een Russisch meisje, Dasja Sipowsky, dat tot de
bende in betrekking staat, maar niettemin Van der Boom geholpen heeft, in
veiligheid wordt gebracht. De detective zoowel als Van der Boom trachten haar
over (e halen, de vlucht te nemen, maar zij is hiertoe niette bewegen (hoofdstuk XX V).
mijdelijk in aanraking komen met de
justitie....
Maar men kón haar immers niet
veroordeelen ! Zij had zulke doorslaande
bewijzen gegeven, dat ze het bedrijf ver
foeide toen ze het in z'n vollen omvang
had. leeren kennen.... ze had er haar
leven voor gewaagd.... ze had zélf
geen enkele misdaad gepleegd ze
had enkel gehandeld naar beginselen,
die, op zich-zelf, misschien niet eens
verwerpelijk waren, die in elk geval met
misdaad niets hadden uit te staan.... De
toekomst leek mij lichter en beter....
en de zon fonkelde in onze wijnglazen....
en de gele bladeren dwarrelden langzaam
omlaag over den breeden boulevard
Ik keek op mijn horloge.
Moeten we niet haast weg? zei ik.
Het is bij tweeën.
Och, dat heeft nog geen haast,
meende Crampton. Een taxi brengt ons
binnen tien minuten naar de Bank. En
het is hier genoeglijk.
Dat was inderdaad zoo.
De detective begon een geanimeerd
gesprek hij was een uitnemend
causeur en eerst toen mijn horloge
dertien minuten over twee aanwees,
riepen we een chauffeur aan, die ons
door den wirwar van straten naar het
Bankgebouw bracht.
U gaat toch mee naar binnen? zei
ik tot Crampton, toen we uitgestapt
waren.
Och ja, waarom niet.... zei hij
lachend. Hier zullen ze ons geen kwaad
doen. De Banque nationale is veilig....
Ik kan u dus ook voorstellen, als
de gelegenheid daartoe zich voordoet?
Natuurlijk! U hoeft zich niet
ongerust te maken.
Wij gingen naar binnen. Ik werd
geheel overeenkomstig mijn
millionnairsrang ontvangen, en weldra zaten Cramp
ton en ik in het kleine kantoor tegenover
den gemoedelijken heer Jacquemart.
Ik stelde den detective aan hem voor
en kwam met mijn verzoek voor den dag.
U kunt uw geld natuurlijk overal
geplaatst krijgen, waar u dat verkiest,
zei de heer Jacquemart bereidwillig.
Als u maar zegt, waar !
Dat weet ik eigenlijk zelf niet,
antwoordde ik eenigszins verlegen. En
mij tot Crampton richtend, vervolgde ik:
Ik handel hier op uw advies, en
dus....
U heeft gelijk, zei de detective,
maar om u de waarheid te zeggen, ben
ik met het internat'o lale bankwezen óók
niet op de hoogte.
Kijkt u eens, vervolgde hij tot den
heer Jacquemart, zonder ook maar in 't
minst aan de soliditeit van de Banque
nationale te willen twijfelen, ben ik van
oordeel, dat mijn cliënt want m'sieur
Van der Boom heeft mijn medewerking
ingeroepen als detective, nadat hem op
verschillende wijzen gebleken is, dat men
bepaalde aanslagen wil doen op zijn
vermogen ben ik dus van oordeel,
dat mijn cliënt verstandig zal doen, door
zijn kapitaal zoo spoedig mogelijk op een
aantal soliede buitenlandsche banken
over te plaatsen. U zult ons, als vakman,
toch wel een aantal instellingen kunnen
opgeven, waaraan een belangrijk ver
mogen kan worden toevertrouwd?
Natuurlijk natuurlijk, hernam
de heer Jacquemart; alleen (zijn
voorhoofd rimpelde zich met bezorgd
heid) ik laad een groote verantwoorde
lijkheid op mij.
Ik ben Hollander, zei ik, en er zijn
toch ook genoeg Hollandsche banken !
Zeker! zeker! u kunt uw ver
mogen, als u dat verkiest, in z'n geheel
op Hollandsche banken geplaatst krijgen,
zei de heer Jacquemart glimlachend. U
kunt het ook, als u dat verkiest, in z'n
geheel in handen krijgen.
Dat zou me, eerlijk gezegd, het
veiligste geleken hebben, maar ik
oordeelde, dat nu het oogenblik nog niet
gekomen was, om daarover te spreken.
Ik zou niet geweten hebben waar ik er
mee naar toe moest....
Alleen, vervolgde de heer Jacque
mart, de kantoren worden over een
paar minuten gesloten. Is er haast bij,
mijnheer Van der Boom?
Ik had het nog wel graag vandaag
in orde gehad, zei ik, gedachtig aan de
waarschuwende woorden van Crampton.
Dat zal toch moeilijk gaan, hernam
de boekhouder, zichtbaar verlegen, dat
hij een multi-millionnair moest teleur
stellen. Ik zou u nog wel van-avond
kunnen helpen, maar dan particulier,
op een van de bijkantoren.
Ik zag Crampton aan.
Als het niet anders kan, zei deze.
Het is de eenige weg, hernam de
heer Jacquemart. En dan handel ik
nog buiten den officieelen weg om. Maar
waar het hier een zoo belangrijke zaak
betreft Enfin, ik zou u vanavond
nog kunnen helpen .... laat eens kijken ;
komt u dan maar aan het bijkantoor
in de me de Notre Dame de Lorette
om acht uur; convenieert u dat?
Uitstekend.
Ik zal u dan eenige buitenlandsche
banken kunnen opgeven, waarvan de
soliditeit volkomen vaststaat. Ook
Hollandsche. En u kunt natuurlijk, als
u dat verkiest, tnformeeren, voor u
definitief last geeft. Ik zou u dat zelfs
aanraden.
Dan spreek ik dat met u af, zei ik,
opstaande. Ik zal er om acht uur zijn.
En ik dank u zeer voor uw bereidwillig
heid.
Opnieuw voelde ik, dat men een
millionnair allerlei faciliteiten toekent,
die men een ander weigert, en hoewel
het onbillijke van dat systeem vaag tot
me doordrong, het aangename er van
bleef den boventoon voeren in mijn
gedachten.
XXVI.
IK BELEEF OPNIEUW ZONDER
LINGE AVONTUREN
Wij werden weer met veel plicht
plegingen uitgeleide gedaan, en wan
delden daarna weer in de richting van
de groote boulevards.
Plotseling bleef Crampton staan.
Wacht u hier een oogenblik, zei
hij. Ik heb een zilveren potlood op de
Bank laten liggen. Ik zal het even gaan
halen, als ik tenminste nog naar binnen
kan komen.
Hij liep haastig terug, en voegde zich
na een paar minuten weer bij mij.
In orde, zei hij. Ik heb het.
Wij wandelden verder.
Voelt u iets voor een bezoek aan
een schilderijententoonstelling? vroeg
de detective nu. Er is hier vlak in de
buurt een expositie van enkele modernen;
het moet nog al goed werk zijn.
Och ja, zei ik, maar zonder nu
juist veel animo te toonen, ik had te
veel andere dingen in mijn hoofd ik
ben er niet tegen, en als u den tijd
heeft
Crampton scheen werkelijk bijzonder
weinig om handen te hebben !
Wij gingen het tentoonstellingsge
bouw binnen. De detective was zeer
levendig en gaf mij allerlei aanwijzingen ;
ook sprak hij met veel enthousiasme
over het werk van de jongste Parijsche
schilders in 't algemeen.
Ik luisterde verstrooid, en was blij,
toen we in het dalende licht van den
najaarsmiddag weer op straat liepen.
Wij dronken nog een glas port op den
boulevard. Toen keek Crampton op zijn
horloge.
Tien over vijf, zei hij. Dan zal het
nu mijn tijd worden. Ik heb nog het een
en ander te doen; u wilt me dus nu wel
verontschuldigen? Ik zie u van-avond
om acht uur wel in de rue de
NotreDame de Lorette.
Uitstekend, antwoordde ik.
Hij stak me de hand toe en wilde
heengaan, maar ik hield hem nog terug,
en vroeg aarzelend:
Zou er bezwaar tegen zijn, dat ik
nog even naar het huis van m'sieur
Berger ga?
Natuurlijk niet, zei hij, en liet er
onnoozel op volgen:
Heeft u daar nog iets te doen?
Ik wou nogeven met mademoiselle
Sipowsky praten.
Doet u dat gerust, mijnheer Van
der Boom. Tot straks.
Hij haastte zich weg in de volte, en ik
riep een taxi-chauffeur aan.
Nog even wilde ik haar terugzien
nog eenmaal met haar spreken. Niet om
opnieuw te trachten, haar te bewegen
tot de vlucht. Ik wist dat dat nutteloos
zou zijn, en bovendien ik mocht de
daad van moed, die zij verrichtte door
te blijven, niet verhinderen; dat voelde
ik nu. Maar ik wilde haar zeggen, dat ik
wachten zou, geduldig wachten, tot zij
weer over haar volle vrijheid beschikken
kon. Dat zou immers niet lang duren;
misschien liet men haar ai weer gaan na
een vluchtig verhoor Dan zouden
we naar een ver land gaan, waar nie
mand ons kende....
De taxi stopte voor het huis van den
heer Berger.
Ik belde; Annette, de bejaarde dienst
meid opende mij de deur.
Haar gelaat vertoonde niet de
levensblije gemoedelijkheid, die ik tot nog toe
bij haar opgemerkt had, en plotseling
vo'elde ikeen vage, angstige beklemming.
Mademoiselle Sipowsky? vroeg ik
haastig.
De goede Annette draalde met haar
antwoord, maar op hetzelfde oogenblik
kwam madame Berger naderbij.
Haar oogen stonden vol tranen.
Ze is er niet meer.... zei ze met
trillende stem. Ze is weg, . . .
Wat zegt u daar? riep ik doodelijk
verschrikt; en Mr. Crampton had Inch
gezegd.... !