Historisch Archief 1877-1940
No. 2572
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
GRETA LOBO-BRAAKENSIEK f
D. J. JESSURUN LOBO f
ALS het lot, of het noodlot, den tooneelspeler treft,
dan is 't, of de dood niet alleen fel om zich
heen grijpt er sterven er velen in n maar dan.
wordt ook de schok in het geheele land als aan
den lijve gevoeld. Dat komt omdat wij het masker,
dat daar voor onze verbeelding plotseling bleek en.
strak terneer ligt,
zoo goed hebben ge
kend. Het masker,
en ook het gelaat
daarachter, zooals
het in de
oogenblikken van overgave
er doorheen kwam
lichten en verried
waterindienmensch
??ons vreemd in het
dagelijksch leven
omging, wat hij
wilde schijnen, en
wat hij waarlijk
was.
Trek voor trek...
als van onze naas
ten, kenden wij,
door de jaren heen
de Lobo's, het kittig
kopje met den don
keren oogenbloei van
Qreetje, het stoer
profiel, met den
grooten neus, en
den bedachtzamen
PYGMALION
(Ie bedrijf)
tooneeltred van den langen Lobo. En toen het diep
ontstellend bericht van het ongeluk bekend werd, met
die beide namen zwart-omrand, toen moet dat voor
velen, in den eersten-huiverenden oogopslag, zijn
geweest of zij persoonlijk bij de ramp betrokken
waren, of daar langs den spoordijk twee dooden
lagen, wier leven met het hunne nauw verweven
was geweest, en wier gelaatstrekken in hun ziel
stonden gegrift. Een noodkreet, die weerklonk in
duizende ooren, een doodssnik, die door duizenden nog
lang zal worden gehoord. Te zeggen, dat Nederland
om dezen wreeden dood rouw draagt, is daarom geen
phrase. Hier wordt in breeden kring een aftreden" be
treurd, dat zelfs den troost van het afscheid niet liet
Over de naasten, de vrienden en kameraden heen,
raakt dit verlies de menigte, die hen gekend heeft,
oogenschijnlijk op een afstand, doch in de uren van
ontroering, de uren, die tellen, van heel nabij. Door de
confraters zijn de baren uit den schouwburg gedragen,
en de velen, die daar' geschaard stonden, hebben uit
naam van talloozen, met oprechte gevoelens van
genegenheid, dank en deernis, hun den laatsten groet
gebracht.
Met Greta Lobo zijn vrouwen-figuren gestorven
van wel verschillende geaardheid. Want zij verstond
de kunst in een andere huid te kruipen en had een
uitzondering op haar sexe den hartstocht voor het
vak, die , haar den mensch ook in zijn on-schoone
gedaante schoon deed zien, den artistieken moed
zich toe te takelen.. De portretteekeningen, door
W. Heskes aan de Amsterdammer afgestaan (waar
van wij Baroeiijt blijft" nog eens hierbij afdruk
ken) mochten ervan getuigen: op caricatuur af,
doch hoe menschelijk nog in hunne schamelheid'.
Zoo wist ze telkens weer te verrassen, te boeien,
aan een vertooning, ook al vervulde zij een bijrol,
een klein relief te geven, zonder dat zij daarvoor
andere middelen behoefde te gebruiken dan den
inzet van haar levendige, gevoelige en kantige persoon
lijkheid. Volkskind, meer dan salon-dame, gelukte het
haar bijna altijd tot de kern van een rol door te dringen,
tot daar, waar, onverschillig in welke vermomming,
het naakte hart spreekt. Wars van koel overleg,
maar toch nooit ongebreideld, gaf zij zich vaak als in
koortsspanning. Het lijkt mij nog niet zoo dadelijk
uit te maken of haar temperament in zijn gretigheid
sommige verfijningen instinctief verwierp, uit vrees
zich van het hart van de rol te ver te verwijderen,
of dat haar analyse tot deze détails soms niet reikte.
Het is allemaal zoo moeilijk te zeggen. Het ondefi
nieerbare, dat sfeer en contact schept, was haar van
nature gegeven, haar kunstenaarszenuwen werkten
dadelijk op de zaal, maar dan bleef toch altijd nog het
oogenblik te onderscheiden, waarop ze, om zoo te
zeggen, den sprong deed. Dan was het, of haar gezicht
hoe langer hoe kleiner werd, wegsmolt, om alleen nog
plaats te laten aan den heftigen, verbeten mond en de
al maar groeiende, gloeiende oogen. En dan ontroerde
zij sterk. De namen der rollen, waarin zij ons dit aan
deed, zijn in deze dagen herhaaldelijk als dierbare her
inneringen opgeroepen. Het waren er vele, zoowel in
het comische als in het tragische vond zij haar weg.
Voor haar zelve moeten bepaalde voldoeningen zijn
geweest: het jonge meisje in den Veroveraar", waar
in haar vrouwelijk gevoelsleven ontlook, de jonge
vrouw in Vlam", waarin het uitlaaide, en de wat
litteraire figuur van Géraldy's Helene", waaraan zij,
met de nerveuse verfijning, die deze moderne vrouwen
liefde van haar vroeg, de warmte gaf van haar bloed.
Er was van dit talent, geloof ik, nog veel te ver
wachten, en het had te veel karakter om al offerde
ze in den laatsten tijd wel eens wat aan de mode en
het succes van den dag in een richting te ver
ouderen. Men heeft haar met mevrouw Mann verge
leken, om den aard van haar begaafdheid en wellicht
om haar allure van kleine diva, die haar ook in het
dagelijksch leven, waarin zij zich moeilijk voegde,
bijbleef. Vergelijkingen gaan altijd mank en hier
waren de afmetingen bovendien te ongelijk. Maar
zeker zou Greetje Lobo voor den beroemden ring der
opvolgster" een ernstige candidate zijn geweest. Als
de dood haar niet van alle aardsche streven verlost had.
f
In Lobo verliest het tooneel een verdienstelijk
speler, wiens ernst en toewijding hem voor velerlei
rollen in aanmerking deden komen. Als IJsbrand"
verhief hij zich boven het gemiddelde, een rol, waar
voor hij ook de Oostersch-vrome gestalte meebracht.
En een kostelijke herinnering behouden wij aan zijn
,,Knecht" in de Herbergierster", die al de naïvieteit
van een grooten marionet bezat. Uitgemunt heeft hij
naast Cor Ruys als imitator", een gave, die met het
tooneelspelerstalent, zou ik meenen, weinig of niets
te maken heeft, maar die tot zrjn roem ongetwijfeld
heeft bijgedragen. Uit een korte, voortreffelijke
karakteristiek, welke hij in dit weekblad (l Mei j.1.)
aan den revue-collega J. Buziau wijdde, hebben wij
kunnen lezen hoe scherp hij inderdaad van de
zaal uit waarnam; een verrassing was daarbij dat
hij dezen indruk ook in litterairen vorm zoo raak
wist weer te geven. De regisseurs-plaats, welke hem
te Rotterdam wachtte, heeft hij niet meer mogen
Teekening door W. Heskes
GREETJE LOBO IN BARBERTJE"
vervullen. Met verbijsterende snelheid zijn de Lobo's"
aan alle nieuwe plannen, aan hun taak, en aan den
strijd ontrukt. Op reis van een repetitie naar huis,
en met de rol in de hand. Gevallen", gelijk de
officiëele term luidt in en door den dienst". Zij,
loopen een kwade kans, de uithuizige menschen
van het tooneel De bloemen, hun bij leven en
sterven zoo gul gegund, ze zijn met de onrust van
het kunstenaarsgezin, ze zijn in dit noodlottig geval
met het offer van. twee jonge levens gekocht en.
betaald". TOP NAEFF
PYGMALION
(3e bedrijf)
BOEK
BESPREKING
Gustav Frenssen. Lütte
Witt. Verf. uit het
Duitsch d. Dr. C. D.
Sax. Leiden z. j.
A. W. SijtlwIJ's Uit
geversmij
De figuren uit de boeken
van Frenssen worden stereo
tiep. Men kent ze wel, die
Noordelijke typen, stoer, stug
en onverzettelijk; zoo stoer,
zoo stug en zoo onverzettelijk,
dat ze vaak op caricaturen
lijken. In dit boek komt er
ook weer zoo eentje voor.
Tante Inge, die haar zuster
nooit vergeven heeft dat ze
een huwelijk gesloten heeft
zonder haar instemming en nu
met haar in eeuwigdurende
veete wenscht te leven. Toch
komt er een verzoening tot stand. De moeder,
wonende in het Roergebied, komt te sterven, en haar
zoontje, met een aantal andere kinderen naar het
Noorden getrokken, omdat er tijdens de Fransche
bezetting in het Roergebied niet genoeg te eten is,
komt terecht bij tante Inge, en weet haar zachter te
stemmen. Het jongetje verricht nog meer dergelijke
kunststukjes. Lütte Witt is een soort van kleine
apostel, die de macht bezit, de bitterheid in het
menschelijke gemoed te bezweren. Hij weet onwillige
menschen naar elkaar toe te krijgen om een huwelijk
te sluiten; hij is in staat in zijn broer, die half blind en
vol wrok uit Fransche gevangenschap is teruggekeerd,
weer een zachter gevoel wakker te maken. Dat is
allemaal erg mooi, maar erg waarschijnlijk heeft de
schrijver het niet gemaakt. De sentimentaliteit ligt
er dik op; de taak, die Lütte Witt vervult, lijkt al te
vee! op die van het kind in de bioscoop, dat pa en
moe na lange oneenigheid weer tot elkander brengt.
De handeling van het verhaal valt voor tijdens de
Fransche bezetting van het Roergebied. Hier en daar
is het meer een betoog dan een roman; de in deze
beschouwende gedeelten neergelegde beginselen lijken
mij weinig geschikt om inee te helpen aan een vreed
zame oplossing der internationale verhoudingen,
ook al getuigen ze van een verzoenenden" geest.
Wat is de verzoening waard met iemand, die geen
begrip heeft van zijn eigen fouten?
HERMAN MIDDENDORP
Kunstzaal VAN LIERJ
«sa c\9 BJUU* het PoMkaatoor t< Lam (N-H.) sss oss
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NBGERPLASTIEK