Historisch Archief 1877-1940
No. 2572
DE 'GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR VROUWEN WAT DE MODE BRENGT
DE TESSINERTUIN
DOOR TINE COOL
""T* U IN, daar in Tessin, kom ie weer in de gedachte
*? nu de maan vol is hier?
Hoe helder was toen de nacht rondom je, de bergen
?waren zichtbaar, de contourlijn tegen de lucht
ge'teekend, het Lugano-meer lag vér beneden, spiegel
glad in zilveren glans.
Hoog aan den hemel was er de maan en de
pla.neten, de anders zoo rijke Melkweg was wat weg
.-gevaagd; maar geen wolk was er aanwezig. Het volle
flicht lag op het bordes, daar tenminste waar niet óe
?schaduw van den vijgenboom kwam, het blonk op
?den steenen tafel bij het huis, de wijngaard immers
was nog zeer klein en had nog niet omrankt en voor
?«en bladerdak gezorgd op het houten staketsel tegen
?den voorgevel aangebracht.
Het volle maanlicht bescheen de Passiebloem die
"s nachts niet slaapt en beter dan de wijnrank haar
best had gedaan, was zij niet aardig hoog daar bij de
?deur geklommen en had zij niet nog vele bloemen,
terwijl talrijke al waren voorgegaan?
Ook het pad naar beneden was verlicht, dat langs
?de pergola. Was de nacht doodstil? Was er geen
^geluid?
Immers wél, nooit toch zweeg de bron, altijd was
; «r het water dat plaste. Ja, men zag het duidelijk, het
bassin met de breede steenen wangen, waar de wel
doende dronk voor mensch en tuin in werd opge
vangen. Aan de voet van den vijgeboom in de schaduw,
bij de trappen, daar was de bron, tenminste daar was
.?zij naar toe geleid, want was niet het huis gebouwd
tboven de eigenlijke bron? Was dat niet de waarde
van dit Tessinerhuis een eigen levenwekkende bron
ie bezitten; men behoefde nu immers niet bang te zijn
«dat alles verdroogde, men kon brengen waar het
jioodig was die verfrisschende, koele rijkdom; zelfs er
«de weide, vol in bloei, mee laten bevloeien.
Zoo was het geen doodstille nacht, maar vreemd,
?het geluid was al zoo bekend dat het was of het
'-bijwijlen niet te hooren was.
De maan bescheen het vreemde huis, dat niet
igeheel leek afgebouwd, 't was of er geen steenen
ge,noeg meer waren geweest om het kozijn mee vast te
.zetten. Toch behoort dat bij het Tessinerhuis, het is
het gedeelte voor het hout, dat daar droog blijven
moet of worden. Met een ladder klautert men omhoog
?op het zoldertje en er onder is bergruimte, maar geen
vensters zijn er in gezet.
Het maanlicht kan moeilijk binnendringen, want
?de granaatappel, al heeft zij nog zulke smalle blaadjes,
is sterk gegroeid en bloeit met dubbele bloemen,
ook de Bambusa houdt tegen, hoe sierlijk is deze in
?den nacht daar bij het kozijn.
Hoe zou het wezen op het hoogere bordes terzijde
?van het huis, waar men met een steenen trap opkomt?
,Daar zijn toch de zware kastanjes, daar is de koele"
cplek van overdag waar men het ontbijt alreeds nuttigt
?als de frissche morgenwind waait. Daar zijn ook de
?hooge stokrozen, het is er nu nacht.
Het volle maanlicht beschijnt het eerste bordes fel,
?waar tenminste niet de schaduw van den vijgeboom
;is, ja, bij den mispel kan het ook komen, dien vriend
van overdag met den tooi van sterke bladeren zoo
?opvallend tegen de steen van den muur en het kleine
vriendelijke kruipertje, het plantje tegen dien muur.
Waar zijn de hagedisjes van de zonnige uren daar?
De maannacht is in de Tessinertuin, de kinderen
.slapen die zoo ijverig werken den geheelen dag. Het
,is te mooi nu voor de grooten om te slapen.
Koel is de nacht, het water klatert.
Het wonderbaarlijkste is de vijgeboom.
Houdt je zoovee! van de maannacht, jij? Glanzen
?dan zoo je gave bladeren, neem je zoo'n stuk van het
bordes voor jezelf en voor je schaduw?
Vijgeboom, met je kleine vijgjes voor den herfst,
het is in een Tessinertuin dat je staat en jij bent het
? die zoo gelukkig maakt, ook overdag, zeker, bij de
Palmen. Maar je geeft het bordes toch zijn grootsten
tooi als het is de volle maan, zoo helder dat men lezen
kan in haar schijnsel als de maannacht .ligt op het
"Tessinerland en de rriais ook het schijnsel ontvangt
en de wilde bloemen in de weiden .en de
moerbeiboomen, ook de kleine dorpen Pura en Caslana,waar
-de straten nauw zijn en zwaar bekeid dicht in cie
nabijheid van de oude Platanen. De maan schijnt ook
?over den lieven plek waar het meisje met de donke-c
oogeüen haar zangerige stem vertelde hoe de granaat
appel met de oranjeroode bloemen pvonkend tegen
.het blauwe meer, d'Annunzio's bloem was en door
hem fiore d'amore werd genoemd.
De maannacht ligt over het Tessinerland, hij is
bij de vijgeboom op het terras en bij het water van
de bron. Het ,s? Het was, nu is er de herinnering,
maannacht in Holland, het was wel veel klaarder daar.
mef fee/ieningen voor ,,de Groene Amsterdammer" door
Ella Riemersma
T IEVE To. Je hebt gelijk; in dien uithoek van
*-' het land, waar jij woont, krijg je zeker geen
frissche ideeën vo"ör je aanstaande winterjurken. Ik
zal je daarom op de hoogte brengen van de nieuwste
modes, die te zien waren op de Moderevue in Maison
Hirsch. Wat we daar te bewonderen kregen, was
werkelijk buitengewoon
mooi; iets ongekends
of geheel nieuws was
het echter niet. De over
dreven korte rokjes
hebben alweer afgedaan,
niet dat we nu in de
mode van 1923 terugval
len en met op de enkels
tippende rokken loopen,
integendeel! De lengte
is nu tot ongeveer n
decimeter over de knie.
Heel aardig staat het en
vlug. De modekleur is
dezen winter warm
wijnrood; het velours-chiffon
heeft in deze tint een
prachtigen glans en met
doffe goudkant
gegarneerd, komt die kleur
zeldzaam goed tot haar
recht. Het bovenstuk
van de japonnen is ruim,
meest even overblousend,
met een nauwsluitend
mouwtje, dat toch altijd
gekleed staat. Dikwijls
waren kraagje en mou
wen versierd met een
Avondjapon van blauwe crêpe
georgette met sjaal die op diverse
wijzen gedrapeerd kan worden
vroolijk smal galon; bij
voorbeeld door een recht reepje ervan, loopend van
pols tot elleboog langs den onderkant van óe mouw,
waardoor niet alleen de
sluiting onzichtbaar is,
maar tegelijkertijd de
aandacht van de hand
afgeleid wordt naar de
mouw zelf. Een versie
ring van leer langs kraag,
mouwen en herhaald in
de ceintuur stond bui
tengewoon gekleed. Dit
bewees een donkerblauw
jurkje, gegarneerd met
rood leer.
De rokken zijn, zooals
ik je al schreef, weer
langer en ruim. Geen
klokken meer, maar in
platte plooien of fijn
geplisseerd, in
schulpvorm eindigend. Vaak
bestaat de rok uit twee
afzonderlijke lagen. De
onderrok is nauwer en in
een lichtere tint dan de
bovenrok, die aan den
voorkant in twee flapjes
was verdeeld. Bij het
loopen kwam dan de
onderrok te zien, en ook
de lichte tint door de
veelvuldig voorkomende
opennaaiseis en tusschengezette kanten. Kan je je in
denken, dat dit alleraardigst staat? Ook we! waren de
Avondjapon van cramoisi gauze.
gegarneerd met toefjes viooltjes
r
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
Avondcape van vieux rose zijden
velvet
Mantel van Bordeaux-kleurig
velour,s chiffon met gameer ing
van imitatie nerz bont
BANG Z IJ N
DOOR WILLY PÉTILLON
DE opvoeding van onze kinderen wordt een
wetenschap. Men is het er langzamerhand over
eens dat de stelling: de moeder opvoedster uit kracht
van haar moederschap, vrijwel een anomalie is, al
zijn er opvoedsters bij de gratie Gods,voor wie men
niet anders dan een onverdeelde bewondering hebben
kan. Maar zij zijn niet altijd moeder. Wordt haar het
moederschap geschonken, dan kan men haar kinderen
niet anders dan gelukkig noemen.
Maar de meesten onzer moeten léren, leeren onze
kinderen te begrijpen, léren onze kinderen op te
voeden tot sterke, gelukkige menschen, voor zoover
we dat in onze hand hebben. Onder de vele dingen
die ons geleerd zijn, is dat een kind, een klein kind,
niet bang gemaakt moet worden. We moeten het
verre houden van het begrip vrees". Geen dreige
menten met boeman, politieagent, groote hond,
donkere kamer, kolenhok en dergelijke liefelijkheden.
En daar we graag apodictisch zijn, vooral in onze
opvoedkundige beweringen, leeraren we op onze beurt,
als het onderwerp ter sprake wordt gebracht: een
kind dat niet is bang gemaakt, weet niet wat bang
zijn is.
Het zou heel aardig en gemakkelijk zijn, als het
maar waar was. Zeker, natuurlijk, er zijn inderdaad
kinderen voor wie het woord vrees of angst een on
bekend begrip blijft, zoolang het ze niet wordt bij
gebracht, kinderen, die eenvoudig niet weten wat bang
zijn is. Zie Grimm's sprookje van Hans die niet
griezelen kon. Maar daartegenover zijn er kinderen
en hun aantal is gropter dan men denken zou ?
die bang zijn, instinctief bang zijn, als baby al.
Nerveuse kinderen, die in de wieg al van schrik in
elkaar krimpen bij een onschuldige poging tot een
kiekeboespelletje, kleintjes op wier gezichtje een uit
drukking van angst komt als vader ze spelend hoog
boven zijn hoofd houdt, kinderen wier instinctief
bang-zijn spot met alle theorie en wier opvoeding een
oneindige tact, een onuitputtelijk geduld vraagt en
naar alle waarschijnlijkheid medisch-paedagogische
leiding en voorlichting.
Een klein meiske van twee 'jaar, dat met groote
zorg wordt opgevoed, nooit aan een vreemde over
gelaten, dat met de teederste liefde is omringd,
heb ik op een oogenblik dat er iets voor het eerst
van haar verlangd werd het was, meen ik, de
verwisseling van de hygiënische inrichting in haar
kinderstoeltje voor een voor grootere kinderen ge
bruikelijk voorwerp op zoo'n doordringenden toon
hooren zeggen: bang !" dat de poging onmiddellijk
werd gestaakt.
Dan zijn er, onder de grootere kleuters, de fantas
ten, die met hun hevige verbeeldingen zich zelf bang
maken en die dikwijls hun angstfantasieën verbergen
en onderdrukken, om zich groot te houden, die zich
schamen over hun bang zijn. Een kind dat vraagt om
een lichtje in de gang als het naar boven wordt ge
stuurd, is zoo erg niet. Maar de kleine held of heldin,
die dapper in donker naar boven strompelt, die zich
verbeeldt wolven en leeuwen en tijgers of andere
schrikverschijningen op trap en portaal te zullen
ontmoeten, die zich vervolgd waant en op den terug
tocht bijna van de trappen valt in angstige haast om
de veilige, lichte kamer te bereiken en dan een standje
krijgt over zijn of haar wildheid die verdient al
onze voorkomende, vooruitziende liefde en liefderijk
medelijden, te meer omdat zij te trotsch of te fijn
gevoelig zijn om te bekennen welke helle-angsten
zij verduren. De scherpziende blik van de oplettende
moeder ontdekt spoedig de heele tragedie.
Moeders, die de overtuiging hebben dat haar kind
heimelijk bang is of wier kleinen er openlijk vooruit
komen, dat ze niet in donker naar boven durven
omdat er een zwarte man is op de slaapkamer" of
omdat er: een leeuw ligt boven aan de trap", of om
welke verbeeldingen ook, moeten een beroep doen op
al haar geduld en al haar vindingrijkheid om die ang
sten te overwinnen. Dit is allén met zachtheid en
geduld mogelijk, met forceeren en redeneeren bereikt
men niets, evenmin als met spot en hoon. Persoonlijk
heb ik bij twee van mijn eigen kinderen, die plotseling
angsten in donker bleken te hebben (en het was uit
gesloten dat ze bang gemaakt waren) goede resultaten
gehad door zelf in donker naar boven te gaan om iets
te halen en'ze te vragen mee te gaan.
losse flapjes versierd met in schulpvorm geknipte
strooken, afwisselend in lichte tot donkere tint.
Bij de avondtoiletten voldeed het fijne plissézeer.
Bij enkele was onder het overblousende lijfje een
decimeter breede baan rondom glad gehouden, waar
aan het plissérokje bevestigd was. Een kleurige bloem
op schouder of op de gladde baan maakte het in n
kleur gehouden jurkje tot een fijn geheel.
Van de mantels zal ik je nu maar niet meer ver
tellen. De bontmantels waren lang en de capes zoo
goed als verdwenen.
Ziehier dus in enkele teekeningen en woorden wat
de aanstaande mode brengt. De groote charme van
het toilet ligt ook nu weer in de prachtige soepele
zijden en wollen stoffen, waarover bij elke beweging
van het lichaam licht en schaduw spelen. Succes met
je garderobe.
MIEKE