Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
DE NEDERL. INDISCHE
HANDELSBANK
DOOR PAUL SABEL
Een evenwichtige ontwikkeling
'T} E Nederlandsch Indische Handelsbank heeft,
' *-* dank zij haar sterke reserves en groote ressources
niet lang noodig gehad om over de gevolgen der
crisis, welke voor sommige der door haar
gefinan?cieerde ondernemingen funest waren,,heen te komen.
Slechts nmaal moest zij na den oorlog het dividend
passeeren en de reserves, waarvan ongeveer de helft
moest worden opgeofferd ter elimineering der
crisisgevolgen, toonen thans reeds weder verscheidene jaren
«en geregelde vergrooting. Bovendien werd het divi
dend via 6 pCt. en 8 pCt. weder spoedig opgevoerd tot
10 pCt., een hoogte, die ook over het boekjaar 1925
kon worden gehandhaafd, niettegenstaande de
refeultaten der haar langs den weg van de Nederlandsch
Indische Landbouw Maatschappij toebehoorende
suikerfabrieken toen belangrijk minder waren dan
in het voorafgaande boekjaar.
Wat de Nederlandsch Indische Landbouw Maat
schappij betreft, zoo bevindt zich het geheele
aandeelenkapitaal ad ? 12.000.000 van deze in het bezit
de r | Nederlandsch Indische Handelsbank, nog een
herinnering aan de suikercrisis van 1884, die ver
scheidene onzer groote koloniale
cultuurondernemingen tot op hare grondvesten deed schudden. De
NederJandsch Indische Handelsbank heeft van dit bezit
echter nimmer spijt behoeven te hebben, integendeel
. zijn haar daaruit juist jarenlangjbelangrijkeinkomsten,
soms zelfs zeer aanzienlijke, toegevloeid, die de bank
van tijd tot tijd in staat stelden zeer hooge dividenden
uit te keeren. Wij behoeven slechts te herinneren aan
den verkoop der Pamanoekan en Tjiassem-landen
in 1910 door de Nederlandsch Indische Landbouw
Maatschappij aan de Anglo-Dutch Piantations of
' Java voor ruim ? 7.200.000, waarop een winst van
meer dan ?5.000.000 werd behaald. De Nederlandsch
Indische Landbouw Maatschappij was daardoor in.
staat over dat jaar een dividend van 29.9 pCt. uit
te keeren, waardoor de Nederlandsch Indische Han
delsbank op haar beurt weder een uitkeering van 23 pCt.
aan hare aandeelhouders kon bewerkstelligen, een
prestatie, die in het voorspoedige oorlogsjaar 1916
nog eens kon worden overgedaan.
Wat dit bezit van het aandeelenkapitaal der
Nederlandsch Indische Landbouw-Maatschappij voor
de Nederlandsdi Indische Handelsbank beteekent,
kan men het best opmaken, wanneer in aanmerking
wordt genomen, dat een dividend van 30 pCt. op
deze aandeelen hetgeen toch verre van exceptioneel
voorde Nederlandsch Indische Landbouw Maatschap
pij is reeds ruim 6Y2 pCt. op het aandeelenkapitaal
der Nederlandsch Indische Handelsbank voorstelt.
Met dergelijke ressources achter de hand bezit een
instelling uitteraard volop gelegenheid hare intrin
sieke positie zeer sterk te maken en tegelijkertijd toch
alleszins bevredigende dividenden aan hare aandeel
houders uit te keeren.
Het afgeloopen jaar heeft zich voor de acht suiker
fabrieken der Nederlandsch Indische Landbouw
Maatschappij gekenmerkt door een zeer ruime pro
ductie bij lagere verkoopprijzen. Op een aanplant van
circa 11.000 bouws bedroeg de rietproductie ongeveer
15.4 millioen picols of bijna 1.2 millioen picols meer
dan in 1^924 en daar het suikergehalte 11.7 pCt. groot
was tegen 10.6pCt. in het voorafgaande jaar,was de
suikerproductie ad totaal 1.846.000 picols meer dan
300.000 picols grooter dan in 1924. Door dat ruime
beschot daalde de kostprijs per picol suiker van ? 8.48
tot ? 7.20 of met inbegrip van alle uitgaven voor
uitbreiding der fabrieks-en transport-installaties, voor
fcelasting-reserves en Indische tantièmes, van ? 10.65
Jot ?8.74. Tegenover deze daling van den kostprijs.
met ongeveer ?1.90 per picol staat echter een ver
mindering van den verkoopprijs van / 3.40 per picol
nml. van ?14.65 tot ?11.25, zoodat de financieele
resultaten ongeveer ? 1.50 per picol ongunstiger zijn.
De resultaten van de acht suikerfabrieken loopen
begrijpelijkerwijze nogal uiteen. Terwijl Remboen
de grootste gemiddelde productie heeft met 191.4
picols per bruto bouw, daalt dit gemiddelde bij
Balapoelang tot 139.2 picols. De hoogste kostprijs all in"
heeft Redjosarie met ? 10.23 per picol tegen Remboen
de laagste met ?8.20. Ngandjoek maakt den hoogsten
opbrengstprijs met ? 11.77 der picol suiker tegen
Balapoelang den laagsten met ? 10.47 per picol.
Behalve Remboen en Balapoelang zijn alle fabrieken
ingericht voor de fabricatie van superieure hoofd
suiker.
Buiten deze suikerfabrieken bezit de Neder
landsch Indische Landbouw Maatschappij nog vier
rubber-, twee koffie- en n thee-onderneming. Een
Kunstzaal VAN LIER
naast bet Postkantoor te Laren (ST.-H.)
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK
der rubberplantages en
de thee-onderneming
werden eerst het vorige
jaar verworven. Op de
aankoopsommen werd
reeds dadelijk zooveel
afgeschreven en verder
daartegen gereserveerd,
dat ook deze weder
practisch voor ? l.?per stuk
te boek staan, zooals
ook met elk der overige
bergcultuur- ondernemin
gen, evenals met elk der
acht suikerfabrieken het
geval is. Dientengevolge
beschikt de Nederlandsch
Indische
LandbouwMaatschappijbehalveoverhaar
zichtbare reserve- en assu
rantiefondsen ad totaal
? 5.682.000 (benevens nog
reserves voor belastingen
en debiteuren ad
? 2.223.000) over zeer
aanzienlijke stille reser
ves, hetgeen hare sterke
financieele positie ver
klaart.
De productie der
bergcultures bestond in 1925
uit c.a. 313.000 h.K.G.
rubber,7.630 picols koffie,
245 picols coca en 392.000
halve K.G. thee. Door den
aankoop van bovenbe
doeld rubberland mag
voor het loopende jaar
op een productie van
720.000 h.K.G. rubber
gerekend worden, waar
van dan 300.000 h.K.G.
voor rekening van de
nieuwe aanwinst komen;
daarentegen zal de
koffieproductie met 6550 picols
vermoedelijk ruim 1.000
picols lager uitvallen dan
het vorige jaar. Wat de
suikerproductie betreft
zoo zal de verkoop dit
jaar wel tot ongeveer ^^^^^^=^==
?2.?lageren prijs per
picol zijn geschied dan in 1925. Daarentegen lig
gen de verkoopen uit oogst 1927, die voor het.
eerst plaats hebben gevonden per 100 K-Gin plaats
van per picol, ongeveer ? 0.60 per picol hooger
dan de prijzen, waartoe oogst 1926 vermoedelijk
gerealiseerd is.Intusschen is nog slechts een betrek
kelijk klein deel van oogst 1927 verkocht, zoodat van
het gemiddelde van den verkoop t nog niet veel
te zeggen valt, al ziet het er wel' naar uit, dat
men daaromtrent gunstiger verwachtingen dan
voor de resultaten van den verkoop van oogst
1926 mag hebben.
In totaal leverde de exploitatie der Nederlandsch
Indische Landb. Maatschappij een netto-winst op
van ruim ? 5.000.000, waaruit een dividend van
30 pCt. kon worden uitgekeerd tegen 40 pCt. over
1924, zoodat uit dien hoefde aan de Nederlandsch
Indische Handelsbank een bate van ?3.600.000
toevloeide tegen ?4.800.000 in het vorige jaar.
Daarbij kwam dan nog een bate van ? 11.859."000.
uit interest, commissie en agio (na aftrek van te
betalen belastingen), waarvan in mindering komen
? 5.074.000 onkosten en ? 69.000 voor den dienst des
uitstaande 4 pCt. leening. Van de resteerende winst
werd een groot deel voor afschrijvingen en reserves
aangewend, nml. ? 675.000 voor afschrijving op
consortiale rekeningeu, met het oog op den onztkeren
afloop van het syndicaat voor de 8 pCt. Chineesche
Schatkistbiljetten 1920 voor den Lung-Tsing-U-Hai
Spoorweg.
Hierna staat het- hoofd consortiale rekeningen
(waartoe buiten de Chineesche Schatkistbiljetten ook
nog behooren posten aandeelen Nederlandsch Syn
dicaat voor China, Nederlandsche Dok Maatschappij
en preferente aandeelen Bank-Associatie) nog te
boek voor ? 1.824.000. Verder werd weder ?500.000
afgeschreven op deelneming in andere ondernemin
gen, welk hoofd daarna nog met ? 9.448.000 in de
boeken voorkomt. De belangrijkste ondernemingen,
welke hiertoe behooren, zijn de Handelsvereeniging
Oost-Indié', de Handelscompagnic voorheen Dircks
& Co., Maintz' Productenhandel, Maatschappij de
Fijnhouthandel en de Machinefabriek Braat. De gang
van zaken bij elk dezer ondernemingen is bevredi
gend. De boekwaarde der betrokken aandeelen gaat
in geen geval de pariwaarde te boven. Tot de deel
neming bij andere ondernemingen behooren ook
?3.311.000 aandeelen in bouwmaatschappijen, waar
onder ook de onroerende goederen zijn gebracht,
welke bij de liquidatie van de Bank voor Indi
van deze instelling werden overgenomen ten bedrage
van ?327.000. Behalve met genoemde ?500.000 werd
dit hoofd ook verminderd niet de dividenden, die op
de deelneming bij andere ondernemingen ontvangen
werden. Voorts werd afgeschreven ?910.000 op
DE DIEREN IN HUN STILZWIJGENDE
' WELSPREKENDHEID
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer' door H. Versfijnen
VI. HOE DE LEEUW DENKT OVER ZIJN PUBLIEK
DAT DOMME GESTAAR EN DAT BÉTE GEPRAAT ?
OEFFÜDE KONING DES WOUDS is HET MOE!
Hij ZUCHT MET EEN TREK VAN ABAH!" OP 'T GELAAT,
EN DUT IN, MET Z'N RUG NAAR ZE TOE.
CHARIVARIUS
HOTEL DESPAYS-BAS
Wagenstraat 102 DEN HAAG.
Rustig familiehotel. Koud en warm stroomend
water op alle kamers. Aanbev. J. M. v. d. SAN DE.
gebouwen, terreinen en vaartuigen, welk hoofd daarna
nog met ? 4.922.0CO te boek staat. Dit bezit onderging
in het afgeloopen jaar belangrijke uitbreiding zoowel
te Rotterdam, als in tal van vestigingen in den Ar
chipel en in China. Op debiteuren werd ? 1.000.000
afgeschreven als gevolg van de teleurstellingen,
waaraan de bank in Indic blootstond. Ten slotte
kon nog ? I.COO.COO aan de buitengewone reserve en
? 100.OÜO aan het pensioenfonds worden toegevoegd.
De reserves beloopen thans dientengevolge
? 24.180.000 bijeen geplaatst kapitaal van / 55.000.000.
Van de ?20.000.000, die in 1921 aan de reserves
voor afschrijvingen van geleden verliezen werden
onttrokken, zijn thans weder ?4.000.000 daaraan
kunnen worden toegevoegd. Het spreekt voorts van
zelf, dat in de boekwaarde der f 12.00u.0t0 aan
deelen Ned. Ind. Landbouw Mij. een zeer aanzien
lijke stille reserve verscholen is. Zooals reeds gemeld
kon het dividend over 1925 op 10 pCt. gehandhaafd
blijven.
In den loop van dit jaar onderging het Oost-Azi
atisch bedrijf een verdere uitbreiding door opening
van kantoren te Yokohama en te Tokio, naast de
reeds bestaande Japansche vestiging te Kobe. In
'China heeft de instelling kantoren te Shangai, Amoy
en Shatow, voorts te Hongkong en in Britsch-Indié',
behalve te Singapore, te Bombay en Calcutta.
De instelling neemt dus wel een belangrijke plaats
in het Oost-Aziatische bank- en handelsleven in en
ook hier te lande mag zij tot de toonaangevende
instellingen worden gerekend.
QQKTFPED:JPOESK£
ZAN DB L AD- SIC ARE M 6 tnlO ets.