De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 25 september pagina 15

25 september 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 DE NEDERL. INDISCHE HANDELSBANK DOOR PAUL SABEL Een evenwichtige ontwikkeling 'T} E Nederlandsch Indische Handelsbank heeft, ' *-* dank zij haar sterke reserves en groote ressources niet lang noodig gehad om over de gevolgen der crisis, welke voor sommige der door haar gefinan?cieerde ondernemingen funest waren,,heen te komen. Slechts nmaal moest zij na den oorlog het dividend passeeren en de reserves, waarvan ongeveer de helft moest worden opgeofferd ter elimineering der crisisgevolgen, toonen thans reeds weder verscheidene jaren «en geregelde vergrooting. Bovendien werd het divi dend via 6 pCt. en 8 pCt. weder spoedig opgevoerd tot 10 pCt., een hoogte, die ook over het boekjaar 1925 kon worden gehandhaafd, niettegenstaande de refeultaten der haar langs den weg van de Nederlandsch Indische Landbouw Maatschappij toebehoorende suikerfabrieken toen belangrijk minder waren dan in het voorafgaande boekjaar. Wat de Nederlandsch Indische Landbouw Maat schappij betreft, zoo bevindt zich het geheele aandeelenkapitaal ad ? 12.000.000 van deze in het bezit de r | Nederlandsch Indische Handelsbank, nog een herinnering aan de suikercrisis van 1884, die ver scheidene onzer groote koloniale cultuurondernemingen tot op hare grondvesten deed schudden. De NederJandsch Indische Handelsbank heeft van dit bezit echter nimmer spijt behoeven te hebben, integendeel . zijn haar daaruit juist jarenlangjbelangrijkeinkomsten, soms zelfs zeer aanzienlijke, toegevloeid, die de bank van tijd tot tijd in staat stelden zeer hooge dividenden uit te keeren. Wij behoeven slechts te herinneren aan den verkoop der Pamanoekan en Tjiassem-landen in 1910 door de Nederlandsch Indische Landbouw Maatschappij aan de Anglo-Dutch Piantations of ' Java voor ruim ? 7.200.000, waarop een winst van meer dan ?5.000.000 werd behaald. De Nederlandsch Indische Landbouw Maatschappij was daardoor in. staat over dat jaar een dividend van 29.9 pCt. uit te keeren, waardoor de Nederlandsch Indische Han delsbank op haar beurt weder een uitkeering van 23 pCt. aan hare aandeelhouders kon bewerkstelligen, een prestatie, die in het voorspoedige oorlogsjaar 1916 nog eens kon worden overgedaan. Wat dit bezit van het aandeelenkapitaal der Nederlandsch Indische Landbouw-Maatschappij voor de Nederlandsdi Indische Handelsbank beteekent, kan men het best opmaken, wanneer in aanmerking wordt genomen, dat een dividend van 30 pCt. op deze aandeelen hetgeen toch verre van exceptioneel voorde Nederlandsch Indische Landbouw Maatschap pij is reeds ruim 6Y2 pCt. op het aandeelenkapitaal der Nederlandsch Indische Handelsbank voorstelt. Met dergelijke ressources achter de hand bezit een instelling uitteraard volop gelegenheid hare intrin sieke positie zeer sterk te maken en tegelijkertijd toch alleszins bevredigende dividenden aan hare aandeel houders uit te keeren. Het afgeloopen jaar heeft zich voor de acht suiker fabrieken der Nederlandsch Indische Landbouw Maatschappij gekenmerkt door een zeer ruime pro ductie bij lagere verkoopprijzen. Op een aanplant van circa 11.000 bouws bedroeg de rietproductie ongeveer 15.4 millioen picols of bijna 1.2 millioen picols meer dan in 1^924 en daar het suikergehalte 11.7 pCt. groot was tegen 10.6pCt. in het voorafgaande jaar,was de suikerproductie ad totaal 1.846.000 picols meer dan 300.000 picols grooter dan in 1924. Door dat ruime beschot daalde de kostprijs per picol suiker van ? 8.48 tot ? 7.20 of met inbegrip van alle uitgaven voor uitbreiding der fabrieks-en transport-installaties, voor fcelasting-reserves en Indische tantièmes, van ? 10.65 Jot ?8.74. Tegenover deze daling van den kostprijs. met ongeveer ?1.90 per picol staat echter een ver mindering van den verkoopprijs van / 3.40 per picol nml. van ?14.65 tot ?11.25, zoodat de financieele resultaten ongeveer ? 1.50 per picol ongunstiger zijn. De resultaten van de acht suikerfabrieken loopen begrijpelijkerwijze nogal uiteen. Terwijl Remboen de grootste gemiddelde productie heeft met 191.4 picols per bruto bouw, daalt dit gemiddelde bij Balapoelang tot 139.2 picols. De hoogste kostprijs all in" heeft Redjosarie met ? 10.23 per picol tegen Remboen de laagste met ?8.20. Ngandjoek maakt den hoogsten opbrengstprijs met ? 11.77 der picol suiker tegen Balapoelang den laagsten met ? 10.47 per picol. Behalve Remboen en Balapoelang zijn alle fabrieken ingericht voor de fabricatie van superieure hoofd suiker. Buiten deze suikerfabrieken bezit de Neder landsch Indische Landbouw Maatschappij nog vier rubber-, twee koffie- en n thee-onderneming. Een Kunstzaal VAN LIER naast bet Postkantoor te Laren (ST.-H.) ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK der rubberplantages en de thee-onderneming werden eerst het vorige jaar verworven. Op de aankoopsommen werd reeds dadelijk zooveel afgeschreven en verder daartegen gereserveerd, dat ook deze weder practisch voor ? l.?per stuk te boek staan, zooals ook met elk der overige bergcultuur- ondernemin gen, evenals met elk der acht suikerfabrieken het geval is. Dientengevolge beschikt de Nederlandsch Indische LandbouwMaatschappijbehalveoverhaar zichtbare reserve- en assu rantiefondsen ad totaal ? 5.682.000 (benevens nog reserves voor belastingen en debiteuren ad ? 2.223.000) over zeer aanzienlijke stille reser ves, hetgeen hare sterke financieele positie ver klaart. De productie der bergcultures bestond in 1925 uit c.a. 313.000 h.K.G. rubber,7.630 picols koffie, 245 picols coca en 392.000 halve K.G. thee. Door den aankoop van bovenbe doeld rubberland mag voor het loopende jaar op een productie van 720.000 h.K.G. rubber gerekend worden, waar van dan 300.000 h.K.G. voor rekening van de nieuwe aanwinst komen; daarentegen zal de koffieproductie met 6550 picols vermoedelijk ruim 1.000 picols lager uitvallen dan het vorige jaar. Wat de suikerproductie betreft zoo zal de verkoop dit jaar wel tot ongeveer ^^^^^^=^== ?2.?lageren prijs per picol zijn geschied dan in 1925. Daarentegen lig gen de verkoopen uit oogst 1927, die voor het. eerst plaats hebben gevonden per 100 K-Gin plaats van per picol, ongeveer ? 0.60 per picol hooger dan de prijzen, waartoe oogst 1926 vermoedelijk gerealiseerd is.Intusschen is nog slechts een betrek kelijk klein deel van oogst 1927 verkocht, zoodat van het gemiddelde van den verkoop t nog niet veel te zeggen valt, al ziet het er wel' naar uit, dat men daaromtrent gunstiger verwachtingen dan voor de resultaten van den verkoop van oogst 1926 mag hebben. In totaal leverde de exploitatie der Nederlandsch Indische Landb. Maatschappij een netto-winst op van ruim ? 5.000.000, waaruit een dividend van 30 pCt. kon worden uitgekeerd tegen 40 pCt. over 1924, zoodat uit dien hoefde aan de Nederlandsch Indische Handelsbank een bate van ?3.600.000 toevloeide tegen ?4.800.000 in het vorige jaar. Daarbij kwam dan nog een bate van ? 11.859."000. uit interest, commissie en agio (na aftrek van te betalen belastingen), waarvan in mindering komen ? 5.074.000 onkosten en ? 69.000 voor den dienst des uitstaande 4 pCt. leening. Van de resteerende winst werd een groot deel voor afschrijvingen en reserves aangewend, nml. ? 675.000 voor afschrijving op consortiale rekeningeu, met het oog op den onztkeren afloop van het syndicaat voor de 8 pCt. Chineesche Schatkistbiljetten 1920 voor den Lung-Tsing-U-Hai Spoorweg. Hierna staat het- hoofd consortiale rekeningen (waartoe buiten de Chineesche Schatkistbiljetten ook nog behooren posten aandeelen Nederlandsch Syn dicaat voor China, Nederlandsche Dok Maatschappij en preferente aandeelen Bank-Associatie) nog te boek voor ? 1.824.000. Verder werd weder ?500.000 afgeschreven op deelneming in andere ondernemin gen, welk hoofd daarna nog met ? 9.448.000 in de boeken voorkomt. De belangrijkste ondernemingen, welke hiertoe behooren, zijn de Handelsvereeniging Oost-Indié', de Handelscompagnic voorheen Dircks & Co., Maintz' Productenhandel, Maatschappij de Fijnhouthandel en de Machinefabriek Braat. De gang van zaken bij elk dezer ondernemingen is bevredi gend. De boekwaarde der betrokken aandeelen gaat in geen geval de pariwaarde te boven. Tot de deel neming bij andere ondernemingen behooren ook ?3.311.000 aandeelen in bouwmaatschappijen, waar onder ook de onroerende goederen zijn gebracht, welke bij de liquidatie van de Bank voor Indi van deze instelling werden overgenomen ten bedrage van ?327.000. Behalve met genoemde ?500.000 werd dit hoofd ook verminderd niet de dividenden, die op de deelneming bij andere ondernemingen ontvangen werden. Voorts werd afgeschreven ?910.000 op DE DIEREN IN HUN STILZWIJGENDE ' WELSPREKENDHEID Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer' door H. Versfijnen VI. HOE DE LEEUW DENKT OVER ZIJN PUBLIEK DAT DOMME GESTAAR EN DAT BÉTE GEPRAAT ? OEFFÜDE KONING DES WOUDS is HET MOE! Hij ZUCHT MET EEN TREK VAN ABAH!" OP 'T GELAAT, EN DUT IN, MET Z'N RUG NAAR ZE TOE. CHARIVARIUS HOTEL DESPAYS-BAS Wagenstraat 102 DEN HAAG. Rustig familiehotel. Koud en warm stroomend water op alle kamers. Aanbev. J. M. v. d. SAN DE. gebouwen, terreinen en vaartuigen, welk hoofd daarna nog met ? 4.922.0CO te boek staat. Dit bezit onderging in het afgeloopen jaar belangrijke uitbreiding zoowel te Rotterdam, als in tal van vestigingen in den Ar chipel en in China. Op debiteuren werd ? 1.000.000 afgeschreven als gevolg van de teleurstellingen, waaraan de bank in Indic blootstond. Ten slotte kon nog ? I.COO.COO aan de buitengewone reserve en ? 100.OÜO aan het pensioenfonds worden toegevoegd. De reserves beloopen thans dientengevolge ? 24.180.000 bijeen geplaatst kapitaal van / 55.000.000. Van de ?20.000.000, die in 1921 aan de reserves voor afschrijvingen van geleden verliezen werden onttrokken, zijn thans weder ?4.000.000 daaraan kunnen worden toegevoegd. Het spreekt voorts van zelf, dat in de boekwaarde der f 12.00u.0t0 aan deelen Ned. Ind. Landbouw Mij. een zeer aanzien lijke stille reserve verscholen is. Zooals reeds gemeld kon het dividend over 1925 op 10 pCt. gehandhaafd blijven. In den loop van dit jaar onderging het Oost-Azi atisch bedrijf een verdere uitbreiding door opening van kantoren te Yokohama en te Tokio, naast de reeds bestaande Japansche vestiging te Kobe. In 'China heeft de instelling kantoren te Shangai, Amoy en Shatow, voorts te Hongkong en in Britsch-Indié', behalve te Singapore, te Bombay en Calcutta. De instelling neemt dus wel een belangrijke plaats in het Oost-Aziatische bank- en handelsleven in en ook hier te lande mag zij tot de toonaangevende instellingen worden gerekend. QQKTFPED:JPOESK£ ZAN DB L AD- SIC ARE M 6 tnlO ets.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl