De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 25 september pagina 17

25 september 1926 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND U I T D E N GEMEENTERAAD \ DOOR BARBAROS5A MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" DOOR BERNARD VAN VLIJMEN waar de vette paling van daan komt en wat de beste manier is om een zoute haring te nuttigen na een fuif van den Vrijzinnig-democratischen Bond en dit alles wist Jansen op een prik. Zoodat men ziet, dat de voorlichting aan den Raad door de commissies waarin de neutrale Blokkers zitting hadden, sterk zal lijden, doch gelukkig zullen zij de breede vlucht van hun gedachten in den Raadszaal kunnen ontplooien en zij begonnen er vanmiddag al mede. Daar lag het voorstel van den Majoor om voortaan onder de naambordjes onzer straten bordjes te plaatsen met .JU* DAAR zaten de drie zuivere" com munisten naast elkaar, Daaf, Sander en Doornbus, en zij keken trotsch de zaal rond, want hebben zij niet weer een partij achter zich, een heele en voorloopig nog ondeelbare? En niet verre van hen, zetelt een ander drieman schap, dat der Neutrale Blokkers, die thans boudeeren en uit al de commissies van Bijstand zijn weggeloopen nu Zachie Jansen niet gekozen is in Maatschappe lijke Steun". Maar ook in dit isolement zal kracht liggen want zijn daar niet het volgend jaar de verkiezingen en hoe schoon zal het voor Arpad en de zijnen zijn om zich op de neutrale borst te slaan en den kiezer te overtuigen hoe smadelijk zij bejegend zijn door rechts, WILLEMI DE VLUGT STRAAT BAUT BOULEVARD de Vrijheidsbonders, en links, de rooden. En al ligt valt er wat af! Nu za! Weiss zijn licht niet meer laten schijnen in de commissie voor de Financiën, hij de doorkneede in het promoteren en als ik onjuist ben, ben ik het in commissie, maar mij is verzekerd dat de Machtige op het vernemen dat hij het voortaan zonder Weiss' adviezen in zijn commissie moest doen, tranen gestort en uitgeroepen heeft: er is maar n Weis", doch of het met een lange ij was of met ei meldt, helaas, de geschie denis niet. En de commissie voor de Vergunnin gen doet het nu zonder Majoor Solkesz, die, jammer genoeg, niet als een ander militair, in een ander openbaar lichaam, al maar op zijn stoel zittend, steeds maar promoveert. Ook hij was een vakkundige en zal moeilijk te vervangen zijn, want geen die door zijn werkkring zoo op de hoogte is van de grootte van het glas in Amsterdam. Is de borrel die hij in het Brauhaus schenkt niet de compleetste en zachtste van heel de buurt tusschen Munt en Blauwbrug? En in plaats van Jansen komt Klaas in de commissie voor de Levensmiddelen. Ik spreek geen kwaad van Klaas als ik zeg dat hij er nooit achter zal komen btzonderheden omtrent de beroemdheid naar wie de straat genoemd is. Een ongetwijfeld leerrijk idee dat Amsterdam maken1 zou tot een groot, opengeslagen geschiedenisboek, waarin het nuttig en goed zou zijn te bladeren. Was er niet eenmaal een wethouder voor het OnderWijs die verklaarde niet te weten wie Hondecoeter was? En was het niet de journalist Frans Ferdinand Wierdels die, niet lang geleden, bekende niet te weten wie Stuyvesant was? O, hoe interessant zou het wezen al onzen Raadsle den eens eenige vragen voor te leggen betrekking hebbend op onze vaderlandsche ge schiedenis, want er zou uit blijken hoe goed gezien het voorstel van den Majoor was. Er waren natuurlijk kleine zielen met kleine be zwaart jes. Al te leergierige chauffeurs zouden met hun neus in de lucht, speurend naar historische bizon derheden omtrent Michiel de Ruyter of Thorbecke, de gracht inrijden en wande laars verdiept in de korte levensge-. schiedenis van den heer Betelgeuse of van Aldebaran, zouden de weldadige werking van het 30-kilometer-maximumsnelheidsvoorschrift is het niet om te POM S TRA Af SOLKES2 SQUARE rillen, o, Charivarius ! vrijwel illusoir maken. Maar waarom, zoo vraag ik den Majoor, stil gestaan bij een enkel regeltje ge schiedenis en niet op het straatnaam bordje tevens de beeltenis geschilderd van de beroemdheid zelve? Het even verre als dankbare nageslacht zal ver vuld zijn met de herinnering aan de groote mannen van tegenwoordig en hoe paedagogisch zou het zijn als de jeugd uit dat tijdperk een juiste voorstelling krijgt van de steunpilaren van ons tegenwoordig gemeentelijk leven. Nu staan wij in het Museum stil voor de beeltenissen van Amstel's vroegere Vroedschap, dan zullen de Lissonewagens en haie zich opstellen op de hoeken van onze straten en de gidsen zullen door hun scheepsroeper den Amerikanen vertellen wie omstreeks 1925 Amsterdam in grootheid deden leven en bloeien en William de Vlugt zal in n adem genoemd worden met de Bickers en de Backers en de de Hoofts en de Tulpen en de Witsens en de Huydecoepers en de vergelijking zal getrokken worden tusschen de groote veldheeren uit onze gouden Eeuw en den Generaal en den Majoor en de roemruchtigheid van Maurits' veldslagen en Frederik Hendrik's belegeringen zullen verbleeken voor het onopgesmukte relaas van de overwinningen door Ophorst en Solkesz bevochten! En de Yanks zullen naar hun haardsteden terugkeeren met de overtuiging dat de two biggest veld heeren of the wurrreld in Amsterdam omstreeks het eerste kwart der twintig ste eeuw geleefd hebben. Een trouw" dienaar van de Gemeente is tot Falkenburg's opvolger in het secre tariaat gekozen. Het is de heer die sinds eenige maanden naast den Voorzitter is gezeten en op een afstand de vraag doet rijzen: hoe heeft die het klaar gespeeld zoo radicaal zijn haar te verspelen? Want dit is het wereldrecord der kaalhoofdigheid ! Maar zit er niets meer op het hoofd van Roovers, want deze is bedoeld, zooveel te meer is er in gevaren en het was een genoegelijk schouwspel toen al de leden van het College en de GENERAAL Pj OPHOEST STRAAT. Raadsleden om beurten den pas be noemde de hand drukten en men zag het duidelijk: dit was geen gewoon plicht pleginkje, maar hier werd de hand gedrukt van een man wiens waarde als mensen en als ambtenaar men in volle sympathie heeft leeren kennen. Jan ter Haar was een tikje bleek want hij verliest in Roovers zijn rechter-en linker-hand en-been en-voet en nog een paar belangrijke organen doch hij scheppe moed: het verschil tusschen een gr skei en een interwoven sok is hem thans wel duidelijk en een leverancier van asfalt zal hem geen baksteenen voor draadnagels meer kunnen verkoopen. Zoo komt het verstand met het ambt!... VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE KEIZERSAMSTERDAMME R", GRACHT 333, AMSTERDAM. W H E E R E N S SCHOEISEL BERNARD ELIAS 51 LEIDSCHESTRAAT ifi AMSTERDAM De beste REISLECTUUR is een deel uit de DAALDERS-EDITIE Prijs gebonden in linnenbanden met gekleurde kopsnede f 1.50 Elk deel is voorzien van een pakkend geïllustreerd omslag. No. 1. OM PAPA'S PRINCIPE, door F. de Sinclair, 4de druk. 2. DE DRIE DAMES CNUSSEWINKEL, door Minca Verster-Bosch Reitz, 3de druk. 7. BARON SELDERIE, door F. de Sinclair, 3de druk. 8. 'N SCHAT VAN 'N VROUWdoor Minca Verster-Bosch, Reitz, 2de druk. 9. JANNEKE DE PIONIER STER, door Louise B.B., 3de druk. 11. HET JOOD JE, door Carry van Bruggen, 3de druk. 12. DE WITTE VALLEI, door G. van Hulzea 13. HET LOON DER BRAVEN, door F. de Sinclair, 3de druk. 14. DE KRACH" VAN RENSWOUD, door F. de Sinclair, 3de druk, 15. GELDJAN.door Jaak Boonen 16. DE DRIEDUBBELE VROUW, door F. de Sinclair, 2de druk. 17. OLGA WARNATE'S SCHOENTJE VAN SLAN GENHUID, door Minca Verster-Bosch-Reitz. 18. EEN NAGELATEN BE KENTENIS, door Marcellus Ernants, 2de druk. 19. EEN DROOMER TER HARINGVANGST, door Bernard Canter, 2de druk. 20. DE DOODE, door G. H. Priem, 2de druk. 21. EEN MISDEELDE, door Louise B.B., 2de druk. 22. DE DOCHTER, door Top Naeff, 4de druk. 23. FREULEKEN, door Herman Roelvink. 24. PENSION VINK, door F. de Sinclair. 25. ELVIRA EN DE KAPSTOK, door Herman Salomonson. 26. MRS. O. door Herman Roel vink. 27. LENTE WOLKEN door Herman Roelvink, 2de druk. 28-29. DE GEBROEDERS KARAMAZOW door F. M. Dostojefski, 4de druk. 30-31. UIT SIBERIË, door F. M. Dostojefski, 2e druk. 32. HILLIGENLEI, door Gustav Frenssen, 5de druk. 33. DE DRIE GETROUWEN, door Gustav Frenssen, 4de druk. 34. JÖRN UHL, door Gustav Frenssen, 5de druk. 35. DE ZANDGRAVIN, door Gustav Frenssen, 4de druk. 36. TOEN IK NOG JONG WAS, door Justus van Maurik, 3de druk. 38. MACHTIG ALS DE DOOD, door Guy de Maupassant. 39 DE BADPLAATS MONTORIOL, door Guy de Mau passant. 40. EEN LEVEN, door Guy de Maupassant. 41. ONS HART, door Guy de Maupassant. 42. P IET EN JAN, door Guy de Maupassant. 47. DE ZOONS VAN DEN HOUTVESTER,door Peter Rosegger, 3e druk. 49. DE GEDENKSCHRIFTEN VAN DEN WOUDSCHOOL MEESTER, door Peter Roseg ger, 3de druk. 50. AS JA, door I. S. Toergjenjef. 51. DE EERLIJKE DIEF, DE KLEINE HELD, door F. M. Dostojefski. Uitgaven van VAN HOLKEMA&WARENDORF'S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl