De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 25 september pagina 9

25 september 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND «ET TEKORT VAN'HET MODERNE KIND ÓOOR INA BOUDIER?BAKKER 1 S~\ NZE tijd heeft aan het kind een ding ontnomen, ^-'dat hij het meest van'alles behoeft: innerlijke rust. Bij alle zorg voor zijn welzijn, voor zijn lichamelij* ke en geestelijke opvoeding lijdt het kind van onzen tijd een groot tekort. Uiterlijk en innerlijk, in denken «n doen heeft hei gansche menschtype zich gewijzigd. Het is van den norm afgeweken, en dit is het ver bijsterende in het zieleleven van het kind. Zijn instinct zoekt het oer-beeld van vader, moeder, grootouders, dat onbewust in hem leeft en even «onbewust ervaart hij dat er iets belachelijk.krankzinnig verkeerd gaat in onze samenleving. Hoe willen groote jongens, die hun grootmoeder soms over grootmoeder met bobbed hair en korte rokjes als in een badpak aan tafel zien zitten, iets voelen van ?den weldoendeff eerbied, de verteedering, die een oude vrouw een jongen vooral kan geven? Hoe willen :ze daarin een eenigszins aanlokkelijk perspectief rzien van het meisje, waaraan ze juist hun hart hebben verloren. Met spot en schrik alleen zullen ze zich die toekomst denken, en de heele basis, ?waarop 't huwelijk zal worden gebouwd is al mis. Het opgroeiende kind is beroofd van datgene wat ' iet vast te houden heeft in zijn hart, wat zijn in tuïtie verlangt. Het wil vereeren en het kan niet. Het kan alleen liefhebben als zijn gelijke, en dat is «liet wat de kinderziel eischt; daarmede mist het de rust zich vastgehouden te voelen; en het cynische, i Jiet nuchtere, het gebrek aan reverentie, dat de in hun hart immers even lieve kinderen als de vroegere, .kenmerkt het is het verweer, het verzet tegen al wat hen teleurstelt. Het kind kan zich in dezen tijd niet vastgehouden voelen, en dat brengt hem uit zijn evenwicht. Er is zelden meer de gebondenheid van het gezinsleven dat vasthoudt in veiligheid van vertrouwde en be trouwbare sfeer. Er zijn honderd dingen die zijn intellect vullen. Er is de auto die hem laat rondvliegen, -en hem alle macht en lust zich ooit op iets te concentreeren, dat moeite of diepere aandacht vergt, ?ontneemt. Er is de bioscoop, de radio, die hem zon der inspanning alles laten zien en hooren wat zijn ?ondervinding noch zijn verbeelding kenden. Er is de sport, die hem naar buiten roept, en doet leven in ?zon en wind gezond voor zijn lichaam en zeker ook in veel opzichten voor zijn geest. Maar iets .-schiet hij in, dat een nijpend tekort aan gezond heid van zijn geest dreigt te worden: de nood zakelijke rust voor zijn gedachtenleven. Al wat .het kinderlijk innerlijk leven uitspon vroeger in het rustig huiselijk milieu wat het bewaarde .als zijn onvervreemdbaar kostelijkst bezit voor de ;rijpere jaren, tot in den ouderdom toe deze rust . missen niet allen, maar wel het grootste deel der tegen woordige kinderen. Het heele leven ligt daar wijd, ?open, zichtbaar prijsgegeven er zijn geen geheimen meer, geen droomen en geen illusies onder een wild gerucht raast het voorbij. Maar er trekt een ?stilaan radeloos brandend verlangen door de menschen?wereld een zeer dat doet uitslaan al de buiten sporigheden van dezen tijd ook bij het kind. Deze heele tijd is in zijn verschijningen tegenna tuurlijk, en hij is het voor den Hollander vooral. Wat Georg Hermann eens heeft gezegd naar aanleiding ?van teekeningen van Rembrandt over het Hollandsche landschap en het Hollandsche huis is absoluut ken schetsend: een boerderij, een tuin, een hoeve is in Holland als nergens anders een volledig verzadigd in zich opgaan een wereld opzichzelf die aan niets «daarbuiten laat denken, precies als een Hollandsch huis of een kamer daarin. Alle omslotenheid, alle huiselijkheid, het van de wereld afgekeerde...." Dit is de Hpllandsche sfeer, en het kind zoekt in het ?ouderhuis die beslotenheid van rust, van stemming, van vertrouwdheid, als de plek waar het voor hem het >este is het door alle gebeuren heen beproefde en veilig bevonden nest. Maar aan dien ingeschapen natuurlijken drang tornen nu te veel vreemde invloeden. Het kind wordt ,met geweld naar buiten getrokken hij moet; :hij kan er zich niet tegen verweren, het geeft te veel. Maar het blijft een geven met een groeiend tekort. Het kind denkt dat hij dat leven wil, en het jaagt hem in al grooter onrust rond, omdat het z'n diepste linnerlijk nergens bevredigt. En hij weet niet eens meer dat hij het leven thuis wil, want dat thuis geeft hem in de meeste gevallen weinig meer. Hij is door -de ontbering v'an de rust thuis, die diepere rust kwijt: zijn eigen innerlijk leven' te leven dien breeden onderstroom, waar 't voor zijn later men?schenbestaan om gaat. En langzaam, in onbewuste teleurstelling, onwil en verzet zooals geen enkel schepsel het ooit verdraagt zonder schade, zich dat gene te zien onthouden waar zijn ziel om roept kantelt zijn evenwicht. Een kind is week maar ook veerkrachtig, het stelt zich te weer bij elke pijn, en ook bij deze; in een eerst kunstmatige later natuur-geworden hardheid tegen een ontbering, die hij niet ontleedt, maar ondergaat. En in de vergeefs zoekende kinderziel zal zich de algeheele vergroving naar den geest van het ras met sonontkombaar strenge hand inschrijven. ALS 'T HERFST IS Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer,' door Hermine luzerdraaf Paarsroode herfstjurk van soepele wollen stof. Rokrand, ceintuur, kraag en mouwopslagen zwart met kralen motieven. ZES ARTIKELEN OVER H U W E L IJ K S WETGEVING *) DOOR MR. C. BAKKER?VAN BOSSE \\7 'J staan in het teeken van herziening onzer * ' huwelijkswetgeving. Meer en meer dringt het besef door, dat ons thans bijkans 90 jaar oud, verou derd en onbillijk huwelijksrecht zich behoort aan te passen aan de veranderde maatschappelijke omstan digheden. De Unie voor Vrouwenbelangen heeft de gelukkige gedachte gehad in deze questie een onmiskenbaar eigen geluid te doen hooren. Naast de actie, ingezet op initiatief der Vereeniging voor Staatsburgeressen, naast rapporten als dat van den Vrijzinnig-Democratischen Bond, die de eigen vrijzinnige beginselen vooropstellen en uitwerken, zonder zich te bekom meren om de practische verwezenlijking daarvan in een land, waar nu eenmaal met krachtige, rechtzinnige stroomingen rekening moet worden gehouden, zijn deze Unie-artikelen er blijkbaar op gericht om, met behoud van het eigen beginsel, de samenwerking met andersdenkenden voor te bereiden. Niet alleen heeft een onzer vrouwelijke juristen van rechtschen huize, hoofdbestuurslid der Unie, twee der artikelen voor hare rekening genomen; maar ook worden met een zekere voorkeur een tweetal onlangs van RoomschKatholieke zijde verschenen rapporten in zake huwelijkswetgeving besproken en gewezen op de vaak verblijdende ruimheid van opvatting waarvan deze ? blijk geven. En ten slotte wordt in het artikel over de maritale macht den steen des aan stoots van het geldende huwelijksrecht van de hand van Mr. Nolst Trenitézeer beslist op samen werking aangestuurd: Mij dunkt dat wij gerust met deze club van R.-K. vrouwen in zee kunnen gaan: al waait er nog de oude vlag van de mast, (het R.-K. rapport wil de bepaling handhaven, dat de man het hoofd is der echtvereeniging. CB?v.B.) het vaartuig vaart in de goede richting en het brengt ons vrij nabij het doel. Variis modis bene-fit. Reeds naar aanleg en tempe rament zal de n zich meer gedrongen gevoelen tot getuigen, terwijl de ander, door te geven en te nemen, zal trachten zooveel als mogelijk is van zijne idealen tot werkelijkheid te maken. Ten opzichte der huwe lijkswetgeving is in ons land voor beide stroomingen voorloopig werk genoeg ! Intusschen is reeds gebleken dat ten aanzien van n punt over de geheele linie eenstemmigheid bestaat: de handelingsonbevoegdheidder gehuwde vrouw worde hoe eer hoe beter naar de rommelkamer der geschiedenis verwezen. Waarlijk, in een land waar reeds sinds meer dan 7 jaren de vrou wen politiek zijn ontvoogd ; waar 6 vrouwen, zoowel allen te zamen als ieder voor zich gewapend met het recht om wetsvoorstellen aanhangig te maken in de 2e Kamer zitting hebben, is elk jaar dat het voortduren dezer gedrochtelijke anomalie nog wordt gedoogd een schande voor volk en wetgeving beide. Hier, als in zoovele andere gevallen (men denke aan het wettelijk verbod van echtscheiding bij onderling goedvinden) corrigeert de practijk de theorie en verzekert daarmede aan de theorie een langeren levensduur. Of gelooft men inderdaad dat bijv. aan het adagium: de man is het hoofd der echtvereeni ging, zulk een lang leven zoude zijn beschoren, indien het zich niet, als een louter papieren waarheid, reeds lang opzij had laten dringen door de levende realiteit. Onbarmhartig worden door Mr. Nolst Trenitéde absurditeiten dezer wettelijke fictie en van den daarmede samenhangenden gehoorzaamheidsplicht der vrouw aan de kaak gesteld; van hare noodlottige consequentie, en het misbruik waartoe zij, in dwangmiddel ontaard, aanleiding kan geven, zijn ons allen voorbeelden genoeg bekend uit de praktijk. Het verdient de aandacht dat ook van R.K. zijde wordt voorgesteld den gehoorzaamheidsplicht der vrouw te schrappen; het beginsel der maritale macht wil men zien gehandhaafd, maar zeer verzacht in de uitwerking. Het zou te ver voeren om op de verschillende hier aangeroerde problemen dieper in te gaan. Ik stip alleen nog aan dat ten opzichte van de ouderlijke macht (die als logisch gevolg van een stelsel, dat uitgaat van de gelijkwaardigheid der echtgenooten, door beide ouders te zamen moet worden uitgeoefend) Mevr. Franken de gelukkige, reeds bij een vroegere gelegen heid door de Unie gelanceerde gedachte heeft over genomen, dat bij voortdurend ernstig meeningsverschil ten opzichte van de opvoeding van een of meer der kinderen, de kantonrechter de uitoefening der ouderlijke macht aan n der ouders kan opdragen. Tot deze ne mogelijkheid behoort, volgens de Unie, de rechterlijke tusschenkomst in huwelijksaangelegenheden te worden beperkt. Bij verdere ge schillen omtrent de uitoefening der ouderlijke macht, alsook bij andere ernstige conflicten tusschen de echtgenooten, sluit zij nadrukkelijk het beroep op den rechter uit. Ons Unie-rapport verwerpt die inmen ging van derden in de intieme aangelegenheden van het huwelijk. Man en vrouw moeten het samen eens zien te worden of een van beiden moet toegeven." Dit is het standpimt van den moralist, niet van den wetgever. Voor den wetgever is van het allergroot ste belang de vraag of het bij een huwelijk, dat reeds zoozeer is gespleten, dat man en vrouw in belangrijke levensaangelegenheden niet tot overeenstemming kunnen komen, nog de moeite waard is om een uiter ste poging te doen, opdat het conflict, worde opgelost zonder dat de huwelijksband verbroken wordt. Zóó gesteld kan men deze vraag moeilijk anders dan beves tigend beantwoorden. Rest de vraag of het beroep op den rechter de juiste manier is, om dit resultaat te bereiken. Hiervan kan men zich niet met eenige algemeene beschouwingen afmaken. Alles hangt af van de wijze, waarop de rechterlijke tusschenkomst door den wet gever is geregeld en door den rechter in de practijk wordt gebracht. Wie de meening is toegedaan dat een huwelijk, hetwelk bedreigd wordt door zóó ernstige conflicten dat noch overeenstemming, noch toegeven mogelijk is gebleken, dan maar moet wor den ontbonden", dien zij de lezing aanbevolen van de volgende passage uit de commentaar van Rossel op het nieuwe Zwitsersche Burgerlijk Wetboek, waarin een eerste schuchtere poging wordt gewaagd om de rechtspraak in huwelijksaangelegenheden te regelen: ,,Un juge prudent et avisépourra exercer une pacificatrice et bienfaisante influence sur des ménages qui, abandonnés a eux-mêmes,.iraient tout droit au divorce ou a la mine. Tout d pendra de la qualitéde nos juges, de leur expérience, de leur intelligence et de leur tact. Dans quelques grandes villes, a Bale par exemple, des dispositions analogues (ont eu) les meilleurs résultats. Les mauvais mariages resteront Des mariages mcdiocres, des mariages troublés, des mariages dont la prosperit sera menacée par la légereté, Pincurie, les passions.... pourront ttre sauvés." *) Zes artikelen over huwelijkswetgeving door : Prof. Mr. W. L. P. A. Molengraaf}, Mr. J. C. L. Nolst Trenité, Mr. P. M. Franken?van Driel en Prof. Mr. F. G. Scheltema. Uitgave van de Nedcrlandsche Unie voor Vrouwenbelangen. De voeding van een zuigeling met KARNEMELK van OUD BUSSEM -%' kost 30 cent per dag -;Kerkstraat 187 Telefoon 49344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl