De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 2 oktober pagina 1

2 oktober 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

lfi'7* oor Nederland A. RBAN AUTOSTtLLING Frankenslag 12 Handel ii»auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCIEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redacfie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM foter tuwett TOE AND HEEL OPGERICHT IN 1877 No. 2574 ZATERDAG 2 OCTOBER 1926 MUSSOLINI' S FASCISME IN Mei 192| werd te Milaan een philosophisch congres genaden. Een van déveinige fascistisch-gezinde Italiaansche professoren, di: dit congres bijwoonden, hield er een rede, waarin dt lof werd gezongen van de fascistische regeering en dtl fascistische gedachte. Daar het een wetenschappelijk congres was en de politiek er dus ;eweerd moest worden, riep de voor zitter den fascis'-^chen professor tot de orde. Deze rapportene dit onmiddellijk aan den Prefect van Milaan, die /ich geen bogenblik bedacht en het congres naar huif^stuurde. Naar aanleiding van het feit, dat een aantal Itali aansche professo;j>n het gewaagd hadden den mond te snoeren aan ij mand, die op een wetenschappelijk congres het fasciW wou verheerlijken, schreef toen La Tribuna", rfet officieuze orgaan van de fascis tische regeering: jhet is hoog tijd, dat daar een eind aan komt; men iwet er niet tegen opzien om zulke hoogleeraren te ontslaan, en zich daarvan niet laten terughouden door ie overweging, dat het moeilijk zou vallen de leegkominde plaatsen te vervullen; liever geen hooger ondeiwijs, dan een 'zich vrij noemend hooger onderwijs, -maar dat niet anders dan anti fascistisch en anti-t ationaal kan zijn. Het verhaal ovei de sluiting van dat congres, orn de genoemde reden, heeft men, naar ik meen, indertijd ook in enkele Neder andsche couranten kunnen lezen; maar ik herinner m ' niet meer precies, hoe het daar luidde. . \ De bovenstaande fniededeeling er over ontleen ik aan de inleiding der ^onlangs verschenen Nederlandsche vertaling van et -i brochure van Prof. Salvémini, getiteld: Mussoïini ; fascisme"!). In diezelfde inleid) kg wordt ook een bepaling ver meld van de, in het plaatst van het vorige jaar, in Italiëaangenomen wi ,t op de discipline der magistra tuur, die ook op hoo leeraren van toepassing is. De bedoelde bepaling hq Jidt in, dat alle magistraten of regeeringsambtanarer Van hun ambt ontheven kunnen worden, ./anneer zij, i jlgens het oordeel van de regee ring, in of buiten hun , tmbt, niet in het belang van het land of volgens het 'oor de regeering aangegeven richtsnoer denken, sch Rijven, of handelen. Denken zoo staat i f in die Inleiding"; dat in het tegenwoordige Italiëet i ambtenaar kan worden af gezet, als hij niet schrij ^t of handelt in den geest der regeering, klinkt niet erwonderlijk; maar denken: bestaat dan in Italiëdi-, inquisitie? kan iemand ter verantwoording worden e*eroepen wegens meeningen, die hij wel koestert, maa . niet uitspreekt? Het klinkt bijna ongelooflijk. Maar laat een ambten Jar alleen het is al erg genoeg uit zijn ambt kunnen worden gestooten wegens aan de regeering ^onwelgevallige geschriften of handelingen; als dat zt i is, kan men zich de aan sporing van La Tribune. \' begrijpen; de wet biedt dan immers de gelegerrht )d, hoogleeraren, die niet zuiver in de fascistische iee zijn, te ontslaan ; waarom dan die wet niet toegepast . In Italiëkan men hun ht it zwijgen opleggen; daar buiten echter niet; daarbuit laten hooren en aan de mei en kunnen zij hunne stem ischen, die Mussolini zoo bewonderen omdat tegenwi lordig de treinen precies op tij'd aankomen" ook eens verkondigen, hoe duur die orde" in Italiëwordt gekocht, en welke dingen daar niet in orde" zijn. Dit heeft Salvémini gedaan, een Italiaansch hoogleeraar, die in Juni 1925 werd gevangen genomen om dat hij een anti-fascistisch artikel had geschreven, daarna voorloopig in vrijheid werd gesteld, maar onder politie-toezicht bleef en door die politie uit bezorgd heid voor zijne veiligheid" gedwongen werd Florence te verlaten. Hij nam toen de wijk naar Engeland en hield daar, o.a. in de National Liberal Club te Londen, een lezing over Mussolini's fascisme", die thans in Nederlandsche vertaling is uitgekomen. Een bewonderaar van Mussolini is hij natuurlijk niet, al erkent hij zijn ongemeene gaven van intelligen tie en handigheid, zijn instinctieven speurzin om het juiste psychologische oogenblik te kiezen voor een geruchtmakend optreden, al geeft hij toe, dat Musso lini het wonder heeft verricht" om de zoo zeer ver schillende elementen, waaruit de fascistische partij is gevormd, bijeen te houden door een gemeenschappe lijk geloof en een gemeenschappelijke leuze, die hun samenwerken mocht rechtvaardigen, die hen, en misschien wel te goeder trouw, deed meenen dat hun gezamenlijke actie aan zuiver ideeële redenen ont sproot. Maar met dat al blijft Mussolini voor hem een won derbaarlijk komediant, die zijn publiek kent, zooals dat alleen gekend kan worden door iemand, die achter eenvolgens de belangen van de meest lirrksche en de meest rechtsche groepen heeft gediend; die met onvergelijkelijk demagogisch talent dat publiek weet te behandelen; die de, door anderen, achter de scher men, genomen beslissingen als voortbrengselen van eigen overdenking en eigen wil ten toon houdt en voor zich zelf al de theatrale effecten reserveert, die zijn prestige moeten steunen en het enthousiasme van zijn aanhangers levendig houden. Het beeld van Mussolini, dat uit de lezing van deze brochure oprijst, zal vermoedelijk Wel vele trekken met de werkelijkheid gemeen hebben. Een andere vraag is het, of Salvémini recht laat wedervaren aan de economische resultaten van het fascisme. Hij wil de verbeteringen, die men in het economisch leven van Italiëkan waarnemen slechts in enkele lagen daarvan, beweert hij, alleen in het industrie- en landbouwgebied van Noord-Italië, niet in het Zuiden in de eerste plaats toeschrijven aan het geld, dat Italiëtijdens den oorlog van Engeland en de Vereenigde Staten heeft geleend, en dat wel is waar hoofd zakelijk voor oorlogsdoeleinden gebruikt is, maar toch nog altijd circuleert; en vervolgens aan het feit, dat bijna alle werkoozen van Noord- en Midden-Itali arbeid hebben kunnen vinden in Frankrijk, dat zoo veel Werkkrachten verloren heeft. Maar laat het fascisme veel meer gedaan hebben voor het gezond maken" van het economische leven in Italië, dan Salvémini wil toegeven dan nog blijft waar, dat dit alles duur gekocht is. Te duur gekocht met het gemis van vrijheid van woord en geschrift, met den dwang om zich formeel en uitdrukkelijk vóór het fascistische regime uit te spreken een dwang, die duizenden gewetens ver kracht, omdat hij de menschen van andere overtuiging voor de bittere keuze stelt om of die overtuiging te verzaken en te verraden, of hun brood te verliezen. Aan elk, die zich eens wil indenken in wat het gemis van vrijheid beteekent, kan ik de lezing van het laatste gedeelte van Salvémini's brochure, en de over denking daarvan aanbevelen. En voor hen, die dit INHOUD: 5. 6. 7. 9. II. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Mussotini's fascisme. Mr. H. O. Koster, Opium en litteratuur Herman Middendorp, Boekbespreking. Johan Braakensiek, De rede van Poincar Dr. H. Huber Noodt, Een volkenbondsroman A. Plasschaert, Schilderkunst. P. O. van Drunen, Het marcheeren bij de infan terie Prof. Dr. H. Brugmans, Wells short history vertaald. H. J. M. Walenkamp, Bouwkunst. Annie Salomons, Bij komst igheden. Dr.Jac.P Thijsse,UifdeNo(uur L.J.Jordaan, Het dansverbod. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. Top Naeff, Th. Mann?Bouwmeester Henrik Scholte, Comoedia. Top Naeff, Dram. Kroniek Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst L. J. Jordaan, Bioscopy. Jhr. Mr. H. Smissaert, Op den Econ. Uitkijk H. Middendorp, Boekbespreking. Uit het Kladschrift van Jantje Jan D. Voskuil, Toegepaste Kunst Constant van Wessem, Muziek en Film. Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands Charivarius, Charivaria. Alida Zevenboom's Croquante Croquetjes Cel 2, Telefoontje H. Verstijnen, Dierstudie. F. de Sinclair, Feuilleton, met teekeningen door W. Heskes. Joh. L., Mijn Film Richard Heuckeroth, Radio. Omslag: Problemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De overschotten van 's Rijks schatkist. 'Kersen Pralines Bijzonder.frissch aangename smaapj £i op etea <te*t ontCe&famt vttn.' de aan niet zullen doen, sta hier althans de striemende passa waarmede het boekje besluit: Is het dan niet te begrijpen dat wij, die, met zulk een tragedie voor oogen, al ons best doen om het ge voel van waardigheid in ons volk levendig te houden, ons bijna geheel verslagen gevoelen, als we vreemde lingen kalm hooren zeggen, dat de treinen toch zonder vertraging aankomen? Die vreemdeling vraagt dan niet, of onder het fas cistisch regime rechtvaardigheid ook zonder vertraging aankomt, en of de vrijheid en de menschelijke waar digheid op tijd aankomen. Want de zekerheid van onkreukbare justitie, de waarborg van vrijheid, de eerbied voor de menschelijke waardigheid zijn toch ook openbare diensten in een beschaafd land ! Meent de vreemdeling, die alleen maar naar de treinen kijkt en niet naar die andere openbare diensten dat het Italiaansche volk zóó diep gezonken is, dat het die openbare diensten van moreelen aard niet meer waardig is? Of is hij zelf misschien zoo diep gezonken, dat hij alleen de openbare diensten van materieelen aard kan waardeeren?" KERNKAMP 1) Uitgave van ,,De Spieghel", Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl